Jaarverslag Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni warmtekoude. metropoolregio amsterdam. warmte

Vergelijkbare documenten
Jaarplan Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni warmtekoude. metropoolregio amsterdam

Presenta(e Warmtenetwerk 15 juni 2017

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

Jaarplan Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2017 juni warmtekoude. metropoolregio amsterdam

AANTREKKELIJKHEID COLLECTIEVE WARMTELEVERING. Werkgroep 2 Warmtetafel Presentatie Warmtenetwerk 1 februari 2017

Duurzame Energieinfrastructuur en Gebiedsontwikkeling

Amsterdamse City Deal Naar een stad zonder aardgas

Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas. Hans Schneider (Liander) programma

Kansenstudie Aardgasloos Purmerend

Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft

C-192 Green Deal Bevorderen van de (consumenten)vraag naar collectieve duurzame warmte en koude in de Metropoolregio Amsterdam en Zuid-Holland

Potentieel warmtelevering. Ontwikkeling van het aantal warmteaansluitingen als functie van de energiebelasting op aardgas

VAN GAS LOS. Werkconferentie Warmtetransitie. 1 juni 2017, De Nieuwe stad, Zandfoort aan de Eem te Amersfoort

Subsidieaanvraag Proeftuin Geothermie in de bestaande wijk

Position paper Regietafel Energietransitie Utrecht

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen.

Zaanse Energie Agenda update Zaanstad Beraad d.d. 22 november

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

Position paper regietafel energietransitie utrecht

West-Friesland: warmte in transitie. Cor Leguijt, VVRE, 6 april 2017

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Onderwerp :Besluitvorming en afstemming stedelijk beleid en warmtenet Meerwijk Datum :

De duurzaamheid van warmtenetten

Kansen voor warmtenetten in Noord-Holland

_ WARMTETAFEL WERKGROEP 3 BUSINESSCASE

Warmtelevering MRA en Zaanstad Zaanstad Beraad d.d. 16 juni Jan Schreuder, programmamanager ZEA & Henry Staal, procesmanager Duurzame Energie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie

Terugblik en tussenstand Regionale Energietransitie Opbrengst terugblik projectgroep op 18 oktober 2018 t.b.v. PHO+ op 21 november

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Leiding door het Midden

samenvatting 5 - Uitvoeringsplan Aardgasvrije wijk t Ven

Geothermie in de gebouwde omgeving

Koninklijk Instituut Van Ingenieurs

Vragen en antwoorden over Haarlem richting aardgasvrij

Presentatie PILOT REGIONALE ENERGIESTRATEGIE

Klankbordgroep aardgasvrij wonen

PROCES TRANSITIEVISIE WARMTE TIEL; inhoud, planning en inzet

Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte Utrecht en Nieuwegein

WARMTENETTEN VOOR EEN DUURZAME TOEKOMST

NeVER/VMR 18 juni Klimaatakkoord en omgevingsrecht vanuit energierechtelijk perspectief

Route naar een aardgasvrije wijk. Marjo Kroese, Procesbegeleider aardgasvrije wijken, Klimaatverbond Nederland

De 10 meest gestelde vragen over aardgasvrij wonen

Energietransitie en gebiedsontwikkeling gaan in Zaanstad hand in hand. Marie-Louise Sanders 14 februari 2019 Congres Stedelijke Transformatie

Projectplan Warmtenet Sliedrecht en Drechtsteden

Mensen handelen op basis van wat zij geloven hoe de toekomst er uit gaat zien.

Marktverkenning warmtenet Schiedam. Doorpakken met aardgasvrije wijken

Datum 24 januari 2017 Beantwoording Kamervragen over een energieprestatievergoeding in zeer energiezuinige woningen met een gasaansluiting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Stadswarmte en alternatieven Technische Sessie Stadswarmte Gemeenteraad Amsterdam. dr. C. (Cor) Leguijt, CE Delft, 2 juni 2015

Verduurzaming bestaande gebouwde omgeving

Aardgasvrije nieuwbouw

Haags Warmtebedrijf Tussenrapportage 12 maart 2014

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Ingrid Giebels

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Verduurzaming Gebouwde Omgeving Groen Links, Zaanstad dr. C. (Cor) Leguijt, CE Delft, 22 nov. 2015

Hoe zorgen we dat de woningeigenaar kiest voor klimaatneutraal verwarmen? Frans Rooijers 3 april 2018

Raadsinformatiebrief1

Warmte: transitiepad naar een CO2 neutrale wijk

Open en slim energienet Zaanstad Let s Go!

Premier Rutte: hogere ambitie Europa bij terugdringen van CO2-uitstoot. Regionale Energiestrategie NHN. Katowice 4 december 2018

Vragen en antwoorden over Haarlem richting aardgasvrij

DUURZAME WARMTEVOORZIENING

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Coen Bernoster

Verlenging en wijziging Samenwerkingsovereenkomst duurzame Warmte en Koude Zuid-Holland

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

Buurtenergie Statenkwartier (BES) De duurzame kraamkamer van het Statenkwartier

Transitieopgave in het kader van de Regionale Energiestrategie. Regio West Friesland

BUIKSLOTERHAM INTEGRATED ENERGY SYSTEM

Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant. Geachte bestuursleden,

Routekaart Duurzaam Voorne-Putten Raadscommissie

Naar een stad zonder aardgas Strategie voor de verduurzaming van de warmtevoorziening in de gebouwde omgeving 7 november 2016

Beersel wekt op. Klimaatneutraal Beersel 2040?

Gijs de Man 12 oktober 2010

Bewonersbijeenkomsten januari 2018

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Statenwarmte/BES. Presentatie resultaten actieonderzoek. Deze versie is voor internet enigszins aangepast. Tom Egyedi. Stat4nWarmt4.

Ik ben als bestuurder in deze provincie bijzonder geïnteresseerd in de kansen van nieuwe energie voor onze kenniseconomie.

WARMTE IS HOT VISIE, KANSEN EN ONTWIKKELING. Sjaak Verburg Pipeliner terugkomdag, 18 november 2015

AQUATHERMIE. Kansen voor een aardgas vrij Nederland

Routekaart Duurzame Warmte in de Metropoolregio Amsterdam. warmtekoude. metropoolregio amsterdam

Welkom Samen naar een klimaatneutraal Mariahoeve

Gebouwde Omgeving. Joop oude Lohuis, Leonie Jansen, Annemie Loozen

Samenwerkingsovereenkomst MRA Warmte & Koude

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl

TKI WINST Warmte Infrastructuur Nederland met verlaagde Systeem Temperatuur

Earth is calling Twente Aanpak Samen naar Nijverheid aardgasvrij

Naar een klimaatneutrale stad: wat doen we en wat is er nog nodig?

Tussenstand onderzoek naar warmtetransitiemodellen voor de gebouwde omgeving

Kosten en baten van warmtenetten. Presentatie op seminar De toekomst van warmte Jeroen Roos, 30 januari 2016

Seminar Duurzame & Integrale Energievoorziening 29 november minut pitches

Concept!!!!! De Utrechtse warmtetransitie van onderaf

Energietransitie Glastuinbouw en warmte

Energietransitie Utrecht: gebiedsgericht naar een aardgasvrije stad. Hier komt tekst Joop Oude Lohuis. Utrecht.nl

Inventarisatie huidige ondersteuningsaanbod voor gemeenten in de MRA bij de energietransitie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Verlenging en wijziging Samenwerkingsovereenkomst duurzame Warmte en Koude Zuid-Holland

Transcriptie:

Jaarverslag Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 warmtekoude metropoolregio amsterdam warmte

INLEIDING Het gaat hard met de warmtetransitie in Nederland. Bij de start van het programma Warmte en Koude in de Metropoolregio Amsterdam werd er nog niet breed over aardgasvrij en aardgasloos gecommuniceerd. Pas vanaf de presentatie van de Energieagenda van het Ministerie van Economische Zaken in december 2016 is het een duidelijke beleidsrichting van de Rijksoverheid geworden om afscheid te nemen van aardgas in de gebouwde omgeving. Sindsdien is deze ambitie overal aan de orde en worden overal plannen gemaakt voor een grootschalig afscheid van deze fossiele brandstof. Bij Google search is duidelijk te zien dat de woorden aardgasloos en aardgasvrij vrije nieuwe zoektermen zijn. We kunnen gerust stellen dat de warmtesector een van de grote aanjagers is geweest van deze belangwekkende beleidswijziging van de Rijksoverheid. De sector heeft op meerdere fronten gepleit voor uitfasering van aardgas en heeft middels een aantal publicitaire acties de geesten rijp gemaakt voor de warmtetransitie; de transitie van aardgas naar duurzame verwarmingsmethoden. Het afgelopen jaar stond dan ook vooral in het teken van bewustwording, lobby en het maken van warmtetransitieplannen. De uitfasering van aardgas is een enorme opgave en daarvoor zijn grote hervormingen nodig in onze wet- en regelgeving. De eerste stappen worden gezet, maar er is meer tijd nodig om de hervormingen uit te werken en in te voeren. Het Ministerie heeft de Landelijke Warmtetafel ingesteld waar belangrijke gesprekken worden gevoerd tussen de bewindslieden en de warmtesector over de noodzakelijke ingrepen. Momenteel zijn de kaders voor de warmtetransitie nog steeds niet optimaal; noch voor warmtenetten noch voor all-electric toepassingen. Doordat er geconcurreerd moet worden tegen een relatief lage aardgasprijs worden de kosten voor de alternatieven als (te) hoog ervaren. Het wachten is op een nieuw kabinet, dat met een daadkrachtige aanpak komt. Minister Kamp heeft nog wel in de afgelopen kabinetsperiode ervoor gezorgd dat gemeenten per 1 januari 2018 kunnen voorkomen dat er nog nieuwbouw plaatsvindt met aardgasaansluitingen. 2 Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017

De Samenwerkingsovereenkomst voor het programma Warmte en Koude in de Metropoolregio Amsterdam is getekend door 32 partijen en loopt tot juni 2018. Dit jaarverslag gaat over het tweede jaar en bestrijkt de periode juni 2016 tot juni 2017. Het programma is destijds opgezet om gezamenlijk met private en publieke partijen de warmtetransitie in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) vorm te geven. De doelstelling in 2015 was nog om te komen tot een robuust regionaal warmtenet voor in totaal 400.000 woningequivalenten (WEQ). Met de komst van Almere werd deze doelstelling opgehoogd naar 500.000 WEQ in 2040. Nadat in het eerste jaar van het warmteprogramma het Grand Design was gemaakt, volgde het traject van de Routekaart om in beeld te krijgen wat er allemaal nodig is om het Grand Design te kunnen realiseren. Via een viertal werkgroepen werden alle facetten van warmte bediscussieerd. Door de trechtering van de discussies kon op de stakeholdersbijeenkomst van 1 juli 2016 door bestuurders op een vrij efficiënte manier knopen worden doorgehakt over overgebleven issues. De bijeenkomst was dan ook een groot succes. Er werd zelfs ter plekke besloten om direct een brief te sturen naar het Ministerie van EZ om te pleiten voor verhoging van het urgentiegevoel in de samenleving door uit te gaan van een grotendeels aardgasvrije gebouwde omgeving per 2035 en dit op te nemen in de Energieagenda. Voor het warmteprogramma in de MRA is dit ook het bredere doel geworden. De Routekaart Duurzame Warmte in de MRA bevat conclusies, afspraken en concrete acties en op de stakeholdersbijeenkomst van 14 december 2016 is door de partners van het programma daarmee ingestemd. Tijdens de 4e stakeholdersbijeenkomst op 14 december 2016 werd ingestemd met de Routekaart Duurzame Warmte in de MRA. Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 3

Hoogtepunten uit het afgelopen jaar: We hebben gezamenlijk een Routekaart Duurzame Warmte in de MRA opgesteld en de 32 partners hebben daarmee ingestemd. De doelstelling van 500.000 woningequivalenten aangesloten op een warmtenet is daarmee verbonden aan het streven naar een grotendeels aardgasvrije gebouwde omgeving per 2035. Er is een gezamenlijke brief gestuurd naar het Ministerie van EZ in het kader van de Energiedialoog waarin we vragen om meer handvaten voor de warmtetransitie. Alliander DGO heeft voor het programma een warmtebronnenregister gemaakt waardoor bedrijven en consumenten beter inzicht krijgen in de beschikbare warmtebronnen in de regio. TNO en ECN hebben een CO 2 -ladder voor warmtebronnen gemaakt en het rapport is vertaald in een handzame brochure tbv het grote publiek. We hebben een bestuurlijke brief gestuurd aan het Ministerie van EZ om ons te helpen met een drietal proefboringen naar geothermie in de regio. Nuon heeft een verduurzamingsstrategie ontwikkeld voor de huidige dominante warmtebronnen. Alle gemeenten in de MRA hebben gebruik gemaakt van de tool die de provincie ter beschikking heeft gesteld om per wijk te bepalen wat de meest kostenefficiënte techniek is als alternatief voor aardgas. Amsterdam heeft de citydeal Naar een stad zonder aardgas gesloten waardoor een vijftal corporaties dit jaar nog 10.000 woningen zullen aanwijzen die van aardgas af moeten. CE Delft heeft voor ons een rapportage opgeleverd over socialisering van de warmteinfrastructuur. Er wordt een ELENA-subsidie aangevraagd voor procesgeld bij individuele projecten. Het programma heeft dankzij een subsidie van de MRA extra ondersteuning gekregen met een projectencoördinator. Veel van onze lobbypunten zijn terecht gekomen in de Energieagenda van het Kabinet, zoals het loslaten van de aansluitverplichting voor aardgas, een hogere gasprijs en een level playing field voor gas-, elektriciteits- en warmteinfrastructuur. Vertegenwoordigers van onze stuurgroep Abdeluheb Choho van Amsterdam en Alexander van Ofwegen van Nuon - zitten aan de landelijke warmtetafel en dragen met hun inbreng bij aan de lobby. Met het Grand Design hebben we in de Metropoolregio Amsterdam een eindperspectief van het regionale warmtenet, maar dit geheel komt pas tot stand als we individuele projecten daadwerkelijk realiseren en deze aan elkaar rijgen. Er wordt dan ook druk gewerkt aan de individuele warmtenetprojecten. Een aantal daarvan staat al behoorlijk in de steigers en het wordt de komende periode spannend of ze door kunnen gaan of niet. Als ze door gaan, zal dat vooral het gevolg zijn van (bestuurders van) individuele gemeenten en de provincie die hun nek uitsteken. Na de zomer van 2017 wordt bijvoorbeeld een besluit verwacht over het warmtenet in Zaanstad-Oost, dat alleen met een forse gemeentelijke bijdrage gerealiseerd kan worden. De reeds bestaande warmtenetten worden gestaag uitgebreid. Westpoortwarmte en Nuon sluiten per jaar zo n zes tot zeven duizend nieuwe woningequivalenten aan, waarvan zo n zestig procent in de oudbouw. Geen geringe prestatie. Op 3 juli 2017 werd Noorderwarmte opgeleverd, het warmtenet in Amsterdam-Noord. Op die datum is de laatste tijdelijke warmtecentrale op aardgas verwijderd en zijn de warmtewoningen aangesloten op de restwarmte van AEB. 4 Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017

Verder zijn alle gemeenten binnen de MRA zich aan het voorbereiden op de aanstaande warmtetransitie en zijn de eerste acties gestart om mensen hierover te informeren. Ze hebben het afgelopen jaar gebruikt om inventarisaties te maken van de meest kosteneffectieve alternatieven voor aardgas per buurt en wijk. Door de provincie Noord-Holland is hen daartoe kosteloos een tool aangereikt. De gemeente Amsterdam is een stap verder en heeft met verschillende partijen en woningcorporaties een Citydeal gesloten om in 2017 zo n 10.000 woningen expliciet aan te wijzen die nog voor 2020 van het aardgas af moeten. Ook de verduurzaming van warmte heeft het afgelopen jaar veel aandacht gekregen. Nuon heeft een strategie ontwikkeld om te komen tot een verduurzaming van de huidige warmtebronnen. Alliander DGO heeft het warmtebronnenregister gerealiseerd en online gezet en TNO en ECN hebben samen met o.a. milieuorganisaties de CO 2 -ladder voor warmtebronnen gemaakt. De provincie tot slot heeft diverse acties ondernomen om de potentie van geothermie beter in kaart te kunnen brengen onder andere door het versturen van een officiële lobbybrief voor (financiële) hulp bij proefboringen in onze regio. Voor stuurgroep, kernteam en warmteregisseur vormen de afspraken uit de Samenwerkingsovereenkomst, Grand Design, Routekaart duurzame warmte en het Jaarplan juni 2016 juni 2017 de basis van hun werkzaamheden. Het jaarplan bestond uit een aantal onderdelen: 1. Warmteaanbod 2. Warmtevraag 3. Marktordening 4. Innovatie, kennis en communicatie 5. Financiering projecten 6. Organisatie en governance 7. Begroting en verantwoording Hierna worden de acties uit het jaarplan een voor een weergegeven met erachter aangegeven hoe we met het actiepunt zijn omgegaan. De stakeholdersbijeenkomst in Haarlem waar gediscussieerd werd over de routekaart. Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 5

1. WARMTEAANBOD Geothermie uit Jaarplan 2016-2017 Voor het realiseren van de schaalsprong in collectieve warmte is geothermie van groot belang. Het Grand Design voorziet in een minimale behoefte aan geothermisch vermogen van 200 MW. Dit is een majeure opgave, die gegeven de omvang en de tijdsdruk publiek-private samenwerking vereist. Hiertoe wordt door de provincie een werkgroep Versnelling Geothermie MRA ingesteld. De warmte regisseur zal deelnemen aan deze werkgroep en eind 2016 moet er een plan van aanpak liggen. Bij de provincie is Jeanot van Belkom aangewezen voor specifiek dit doel. Hij heeft de afgelopen periode onderzocht wat nodig is om een versnelling te realiseren op het gebied van geothermie. In de MRA lopen namelijk meerdere initiatieven, maar deze zijn tot nu toe niet tot uitvoering gekomen. Een belemmering is dat de garantieregeling van het Rijk vereist dat met 90% zekerheid kan worden aangetoond dat een bepaalde warmtecapaciteit wordt gerealiseerd. Door het ontbreken van kennis over de ondergrond van de MRA-regio is dit niet mogelijk. Op 12 april jl. is een brief aan het ministerie van EZ gestuurd waarin de MRA vraagt om een gesprek met de directeur-generaal waarin zij de volgende zaken aan de orde wil stellen: 1. Het opzetten van een kennisprogramma (seismisch onderzoek en proefboringen) voor de regio; 2. Het aanpassen van de bestaande garantieregeling of het opzetten van een apart garantiefonds. Aanleiding voor de brief waren gesprekken die vanuit de MRA met EZ zijn gevoerd. Daarin heeft EZ aangegeven dat zij de problematiek onderkent, maar dat zij bij voorkeur in regionaal verband afspraken wil maken. Men wil echter wachten met een gesprek totdat er meer duidelijk is over het toekomstige beleid; hiervoor wacht men hoogstwaarschijnlijk op de formatie van de nieuwe regering. Na de zomer van 2017 zal de werkgroep met vertegenwoordigers van de afzonderlijke projecten worden geformeerd. Green Deal Ultradiepe Geothermie Het ministerie van EZ heeft een Green Deal voor ultradiepe geothermie (meer dan 4000 meter diepte) gesloten met een zevental projecten in Nederland. Deze projecten krijgen een tegemoetkoming in de kosten van seismisch onderzoek, wat de eerste stap is bij het productierijp maken van een geothermiebron. Bij de zeven zit geen project vanuit de MRA, maar in ambtelijke gesprekken heeft EZ aangegeven het als een reële optie te zien ook andere locaties mee te nemen; binnen de MRA zou het dan gaan om het initiatief Almere-Diemen. Wel stelt het ministerie als voorwaarde dat er eerst een gezamenlijk werkprogramma wordt ontwikkeld en de projecten en/of de regio s 50% van de kosten bijdragen; dat zal naar verwachting gaan om een bedrag van rond de 1 miljoen. Tata Steel uit Jaarplan 2016-2017 In het Grand Design zijn bronnenscenario s uitgewerkt. Daarin is voor Tata Steel uitgegaan van maximaal 200 MW aan restwarmte. Indien dat niet beschikbaar is legt dat extra druk op andere bronnen. Tata Steel zal op korte termijn meer duidelijkheid geven over de hoeveelheid pure restwarmte die beschikbaar is onder verschillende condities en scenario s. Daarbij moet inzichtelijk worden wat mogelijk is dichtbij (warmte in de IJmond) en ver weg (warmte via een backbone voor Greenport Aalsmeer) en wat realiseerbaar is op korte en op lange termijn. 6 Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017

Eind november 2016 heeft Tata Steel een notitie aangeleverd met daarin de visie van het bedrijf op restwarmte. Duidelijk is dat de configuratie van Tata Steel leidend is. Dat betekent dat restwarmte altijd slechts een resultante is. Veranderingen in de configuratie van het bedrijf en variaties in productievolumes zijn van invloed op de beschikbaarheid van restwarmte. Uitgangspunt is dat restwarmte in principe eerst voor interne processen gebruikt gaat worden. Tata Steel heeft als het ware een eigen ladder voor de benutting van restwarmte: 1. Benutting in eigen processen; 2. Processen om chemische producten te maken die per saldo CO 2 -uitstoot verminderen (CCU); 3. Industriële synergie, symbiose; 4. Stoom; 5. Elektriciteit (uit stoom); 6. Warmte voor een warmtenet; 7. Niet benutten Tata Steel heeft een onbenut (intern) vermogen van 200 MW aan restwarmte, met een temperatuur boven 30 graden Celsius. Tata Steel heeft berekend dat maar 74 MW van de 200 MW op de korte termijn in aanmerking komt voor warmtenetten. Het resterende deel van deze restwarmte zit namelijk in vaste stoffen, die alleen met hoge investeringen te vangen zijn. Voor sommige warmtebronnen is de techniek nog niet beschikbaar. Zeer recentelijk zijn de prognoses van restwarmte die in aanmerking komt voor een warmtenet naar beneden bijgesteld. Oorzaak zijn de nieuwe plannen met de Warmbandwalserij en doelstellingen om meer energie te besparen middels de aanschaf van een nieuwe oven. De beschikbare warmte is nog wel toereikend voor een lokaal warmtenet maar de vraag is of een regionale verbinding met Haarlem, Greenport Aalsmeer of Zaanstad nog reëel is. Volgend jaar bij de herijking van het Grand Design moet daar meer duidelijkheid over komen. Verduurzamingsstrategie uit Jaarplan 2016-2017 AEB/Nuon stellen een visie op hoe tot 2040 tot vergroening kan worden gekomen van de huidige dominante bronnen (AEB, Diemer Centrale). Nuon en Westpoort Warmte hebben een visie ontwikkeld waarbij alle stadswarmte die in de MRA wordt geleverd door Nuon of West Poort Warmte (WPW) uiterlijk in 2050 CO 2 vrij zal zijn. Nuon/WPW treedt hierbij op als Green Matchmaker, waarbij het warmtenetwerk wordt ingezet om een peer-topeer verbinding te maken tussen duurzame warmtebronnen en -gebruikers. Het Nuon/WPW netwerk is in principe beschikbaar voor duurzame bronnen op alle schaalniveaus om in te voeden, met inachtneming van de afspraken die er zijn gemaakt met de bestaande bronnen. Door via het warmtenet de duurzame bronnen met elkaar te verbinden kan de duurzame warmte zo efficiënt mogelijk worden ingezet en blijft de warmte voor iedereen betaalbaar. Met de ontwikkeling van groene warmte GvO s kunnen zowel consumenten als zakelijke warmtegebruikers kiezen van welke duurzame warmtebron zij haar warmte willen afnemen. Deze visie van Nuon/WPW is gepresenteerd op de stakeholdersbijeenkomst van het programma op 28 juni. Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 7

Warmtebronnen register MRA uit Jaarplan 2016-2017 Naast de benodigde majeure bronnen kan een diversiteit aan warmtebronnen lokaal warmte invoeden op een regionaal net. Het gaat o.a. om industriële restwarmte, geothermie, biogas, rioolwaterzuiveringen, datacenters, Power to Heat en houtcentrales. Van veel van deze bronnen is de locatie bekend. Verdere ontwikkeling is zinvol indien er een warmtenet in de buurt is of komt. De programmaregisseur laat daarom een Warmtebronnenregister opstellen, met onderscheid naar hoge en lage temperatuur, dat initiatiefnemers aanvullen en raadplegen op het moment dat warmte initiatieven zinvol tot ontwikkeling komen. Alliander DGO heeft aangeboden om een trainee deze klus te laten klaren. Begin 2017 is het project gestart en heeft de trainee verschillende gesprekken gevoerd en informatie ingewonnen. Tijdens de 5e stakeholdersbijeenkomst van het programma op 28 juni werd een werkende versie gepresenteerd. Tevens wordt onderzocht hoe het warmtebronnenregister het beste overgedragen kan worden, waarna het na de zomer van 2017 wordt opgeleverd. Duurzaamheidsladder warmtebronnen uit Jaarplan 2016-2017 Partijen hebben behoefte aan een ladder van duurzame warmte (van hoge naar lage CO 2 -reductie). Deze ladder is tevens een communicatiemiddel en dient geaccepteerd te zijn door milieubeweging, overheden en bedrijfsleven. De ladder levert tevens input op voor mogelijke certificering en de merit order en geambieerd wordt om deze landelijk ingevoerd te krijgen. De programmaregisseur brengt een werkgroep samen voor realisatie van de ladder, waar ook milieuorganisaties zoals Greenpeace aan deelnemen. 8 Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017

Eind 2016 hebben TNO en ECN de opdracht gekregen om een duurzaamheidsladder te maken voor de warmtebronnen. Een werkgroep bestaande uit de warmteregisseur en vertegenwoordigers van het Ministerie van EZ, Nuon, Tata Steel, Greenpeace en Natuur&Milieu hebben de onderzoekers daarbij begeleid. In een aantal sessies zijn de aannames en de berekeningsmethode voor de CO 2 -reducties besproken. Dat heeft geresulteerd in het rapport Warmteladder voor MRA van 15 mei 2017. Een reclamebureau heeft vervolgens het rapport vertaald in een brochure die bedoeld is voor een groter publiek. De ladder is omgedoopt tot een CO 2 -ladder omdat andere facetten van duurzaamheid vanwege de eenvoud niet zijn meegenomen. De doelgroep van de brochure zijn de afnemers van warmte, waaronder bedrijven, en woningcorporaties, maar ook huurders en particuliere woningeigenaren. Rapport en brochure zijn gepresenteerd tijdens de stakeholdersbijeenkomst van 28 juni 2017 in Zaandam en zijn te vinden op de website www.warmteiscool.nl. De ladder ziet er als volgt uit: De CO 2 -ladder 3 Biomassa uit de regio 3 Diepe geothermiebron 3 Warmte uit afvalcentrale 3 Restwarmte Tata Steel 3 Warmte uit gascentrale Warmtepompen 3 Warmte uit kolencentrale 3 CV-ketel op aardgas Alles doorgerekend met elektriciteitsmix van 2020. Warmteprojecten en CO 2 -compensatie Het Hier Klimaatbureau heeft onderzoek gedaan naar de compensatie van aardgas door energiebedrijven. Twee derde geeft niet aan hoe de CO 2 wordt gecompenseerd. En als dat al gebeurt gaat het om projecten in het buitenland. In het kernteam ontstond de behoefte om te onderzoeken of warmteprojecten kunnen dienen als binnenlandse compensatie voor aardgas. Op zo n manier zou er mogelijk een extra financieringsbron kunnen ontstaan voor warmteprojecten. Vervolgens is de samenwerking gezocht met de gemeente Zaanstad en met de groene energieleverancier Huismerk Energie uit Nijmegen. Jos Cozijnsen van Emissierechten.nl kreeg de opdracht te onderzoeken of een restwarmteproject CO 2 -certificaten op kan leveren die interessant zijn voor potentiele kopers zoals energieleveranciers. Uit zijn onderzoek bleek dat het restwarmteproject in Zaanstad-Oost jaarlijks meer dan 5.000 ton CO 2 voorkomt. Daar kunnen volgens Cozijnsen betrouwbare CO 2 -certificaten voor worden afgegeven. Tegen een CO 2 -prijs van 20,- per ton (zo n 7 cent extra per m3 aardgas) zou dat project tot 2020 een half miljoen aan inkomsten kunnen genereren. Dat kan de businesscase helpen rond te krijgen. Huismerk Energie is hier echter niet mee doorgegaan omdat ingeschat werd dat de meerkosten voor aardgas niet leiden tot een aantrekkelijke propositie. Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 9

2. WARMTEVRAAG Gemeentelijke plannen voor de warmtetransitie uit Jaarplan 2016-2017 De bij het programma aangesloten gemeenten zullen ernaar streven nog binnen deze raadsperiode plannen voor de warmtetransitie te maken, uiteenlopend van een inventarisatie van alternatieve manieren van verwarmen per buurt tot concrete plannen voor de uitfasering van aardgas in bepaalde wijken. De gemeenten worden daarbij ondersteund door de provincie, netbeheerder en warmteregisseur. Gemeenten zullen actief van elkaar leren en een eenduidige aanpak ontwikkelen. Daar waar het kan zullen gemeenten pilots starten voor aardgasloze wijken in de bestaande bouw, daarbij ondersteund door het Rijk met o.a. experimenteerruimte in de wetgeving. Provincie Noord-Holland heeft voor dit doel een handreiking aangeboden waarmee de gemeenten de eerste stap kunnen zetten. Daarvoor is het bureau CE Delft in de hand genomen en zij hebben voor de gemeenten in de MRA middels het Cegoia-model een inventarisatie gemaakt van de meest kostenefficiënte alternatieven voor aardgas per wijk. In een aantal sessies met woningcorporaties, de installatiesector, servicepunt Duurzame Energie en gemeentelijke ambtenaren zijn de processen in de subregio s begeleid. Een eerste berekening van CE Delft van de meest kostenefficiënte technieken in Haarlemmermeer. De definitieve rapportage wordt startpunt van een proces van communicatie, nadere analyse en uitwerking. 10 Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017

Nu de meeste Cegoia-kaarten zijn opgeleverd zijn de gemeenten toe aan de volgende stappen. Na de inventarisatie-fase komt dan ook de fase van het maken van een warmtevisie (soort energiebestemmingsplan) en het bepalen van de meest kansrijke wijken waar als eerste aardgas uitgefaseerd kan worden. Dat zijn dan vaak wijken waar een combinatie plaats vindt van investeringen door de corporaties (renovatie), gemeente (riolering) en netbeheerder (vervanging gasnet). Amsterdam is een stap verder doordat de gemeente reeds een citydeal heeft gesloten met een vijftal woningcorporaties, Nuon/WPW en Alliander DGO. Voor 1 januari 2018 worden door de corporaties 10.000 bestaande woningen aangewezen voor het omzetten naar aardgasloos. In de periode 2016-2019 zullen door enkele corporaties projecten met 2.500 bestaande woningen in uitvoering zijn genomen. Vóór 1 januari 2018 ontwikkelen corporaties en gemeente voorts samen projecten om de resterende 7.500 woningen aardgasloos te maken. Afgesproken is dat deze projecten uiterlijk starten in 2020 en vervolgens binnen enkele jaren worden opgeleverd. De aanvliegroute is techniekneutraal, d.w.z. dat woningen voor zowel het warmtenet als voor all-electric toepassingen worden aangewezen.. Dit zijn mogelijke stappen voor een gemeente in de warmtetransitie Bundeling warmtevraag Greenport Aalsmeer uit Jaarplan 2016-2017 Tuinders zijn behalve warmtevragers ook leverancier van warmte. Zij blijken goed in staat, en gemotiveerd, om zelf hun energiegebruik te managen, monitoren en verhandelen, ook onderling. Door tuinders gebiedsgewijs als collectieve klant te beschouwen en behandelen, dus met een eigen warmtenet in coöperatief beheer, geeft dat de tuinbouwsector, de netbeheerder en de warmteproducent de benodigde speelruimte en zekerheid om te investeren in een op hun behoefte afgestemd warmteaanbod. Greenport Aalsmeer zorgt voor vraagbundeling vanuit een collectief dat actief als gesprekspartner binnen het warmteprogramma participeert. Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 11

Er zijn drie lokale samenwerkingen tussen tuinders actief, in PrimA4a, De Kwakel en Nieuw Amstel. Ook in andere clusters neemt het bewustzijn over de noodzaak van duurzame warmte toe, al is de businesscase van vandaag nog niet marktwaardig te krijgen. De tuinders in de Greenport zien drie bronnen voor verduurzaming van de warmtevoorziening; in de eerste plaats geothermie, in de tweede plaats restwarmte van datacentra en in de derde plaats (nog prematuur) restwarmte uit het Amsterdamse net. Allemaal lagere temperatuur bronnen die een strategie voor een backbone rond de 60 graden rechtvaardigt. Vanuit deze hoek komt dan ook een wens te komen tot een 60 graden backbone voor de zuidkant van de MRA. Dit is iets wat opgepakt kan worden bij de totstandkoming van het Grand Design 2.0. De levering van CO 2 voor PrimA4a is nagenoeg geregeld en na verwachting in april 2018 operationeel. CO 2 voor de rest van de Greenport probeert men in 2019/2020 operationeel te krijgen met de businesscase van AEB Amsterdam/OCAP/LTO. Experimenten tarieven en keuzevrijheid uit Jaarplan 2016-2017 In de lopende warmteprojecten zullen de partners zoeken naar nieuwe mogelijkheden voor tarieven en de keuzevrijheid die daarin geboden kan worden. De nieuwe warmtewet creëert deze mogelijkheid. In 2015 is een Green Deal gesloten met het Rijk, waarin budget is geregeld voor het warmteprogramma in de MRA en tegelijkertijd afspraken zijn gemaakt over experimenteerruimte binnen de huidige warmtewet. Op die manier zouden aantrekkelijkere proposities kunnen ontstaan voor corporaties en huurders. Er is een werkgroep geformeerd met deelnemers van het programmabureau Warmte van Zuid-Holland en MRA, AEB, Eneco, ministerie, EnNatuurlijk en RVO. In het vervolgtraject werd duidelijk dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) de experimenten niet bij voorbaat wil goedkeuren, waardoor de onzekerheid blijft of de proposities zijn toegestaan of niet. Samen met het ministerie van EZ is toen besloten te wachten op de herziening van de Warmtewet, waarin experimenteerruimte wordt geregeld. De wet moet nog door het parlement. De uitwerking van de experimenteerruimte moet nog plaatsvinden. Tot die tijd wordt geen actie ondernomen vanuit het programma. Ontwikkeling tools voor objectieve beoordeling proposities voor huursector en VVE s uit Jaarplan 2016-2017 De warmteregisseur zorgt ervoor dat de dialoog met woningcorporaties, huurders, particuliere eigenaren en de utiliteitssector wordt geïntensiveerd en tools worden ontwikkeld om te komen tot de best betaalbare methoden om woningen te verwarmen binnen een aardgasvrije context. In opdracht van het warmteprogramma van de MRA heeft het bureau Innoforte een tool (Caldomus) ontwikkeld voor corporaties om hen te helpen bij het maken van een keuze tussen de verschillende technieken als het gaat om CO 2 -reductie versus de kosten. De gemeente Amstelveen heeft deze tool ingezet voor de berekening van de mogelijke alternatieven in de gemeente en voor de dialoog met de corporaties. Vraagbundeling wordt gezien als een mogelijke succesfactor in de warmtetransitie. Als maar genoeg woningen gezamenlijk worden aanbesteed dan ontstaan er vanwege een schaalsprong vanzelf kostenreducties. Hier moet nog in worden gepionierd. In Amsterdam wordt weliswaar gewerkt met 12 Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017

een serieus aantal woningen in een citydeal maar binnen die deal zijn nog geen afspraken gemaakt over tarieven en kosten. Hoe het warmteprogramma een bijdrage kan leveren aan vraagbundeling voor zowel all electric en warmtenetten is onderwerp van discussie binnen het bredere duurzaamheidsprogramma van de MRA. Warmteregisseur Jan van der Meer in actie. 3. MARKTORDENING Simulatie knooppuntenmarktmodel uit Jaarplan 2016-2017 De gemeente Zaanstad brengt een werkgroep bijeen die het Knooppuntenmarktmodel verder uitwerkt o.a. middels een simulatiemodel en waarbij ervaringen uit Denemarken en de kennisontwikkeling binnen Zuid-Holland worden meegenomen. Er is geen werkgroep tot stand gekomen. Zaanstad heeft de actie overgedragen aan Roelof Potters van Alliander DGO en lid van de stuurgroep van het warmteprogramma. Met een memo heeft hij in het voorjaar van 2017 de stuurgroep geïnformeerd over het knooppuntenmarktmodel. Het knooppuntenmarktmodel is ontwikkeld voor de Warmterotonde in Zuid Holland op basis van de markmodellen die in de Verenigde Staten op veel plaatsen worden gebruikt in het elektriciteitstransmissiesysteem. In Zuid Holland wordt dit systeem verder uitgewerkt aan de hand van een door TNO ontwikkeld simulatiemodel. Dit onderzoek wordt geleid door Uniper en Alliander en AgroEnergy zitten in de begeleidingsgroep. De status van het onderzoek is momenteel zodanig dat de resultaten algemeen toepasbaar zijn, dus zowel in Zuid- als in Noord-Holland. Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 13

Voorzitter van de stuurgroep is gedeputeerde Jack van der Hoek Foto: Kenneth Stamp Bij een aantal MRA projecten zijn delen van de toekomstige backbone in ontwikkeling. Dit geldt bij de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied PrimA4a, waar tuinbouwkassen op een cluster van datacenters aangesloten kunnen worden, en daarnaast bij de koppeling tussen Amsterdam Noord en Zaanstad. Voor beide projecten geldt dat we de koppelingen zo moeten structureren dat deze in de toekomst onderdeel van de open backbone van de MRA kunnen zijn. Voor wat betreft de bestaande gebieden zijn de clusters Amsterdam en Almere interessant. De netwerken daar zijn direct of indirect in beheer bij Nuon Warmte, maar voor de Amsterdamse warmtenetten ligt er een opdracht vanuit de gemeenteraad om deze verder als open net te ontwikkelen. In het kader van de City Deal wordt dit uitgewerkt en zal er ook gekeken worden naar de wijze waarop deze openstelling er toe kan leiden dat de warmte-uitwisseling in de Amsterdams transport netten onderdeel kan worden van het knooppuntenmarktsysteem. Conclusie van Roelof Potters is dat het kortom nog te vroeg is om het knooppuntenmarktmodel op te zetten in de MRA. De clusters zijn immers nog niet met elkaar verbonden en de verbindingen die in voorbereiding zijn, komen in eerste instantie tot stand op basis van bilaterale afspraken tussen de exploitanten in de clusters. Afgesproken is om de kennis over de mechanismen van het knooppuntenmarktmodel te verspreiden en bij de ontwikkeling van de backbone zodanige maatregelen te treffen, voornamelijk in de vorm van de juridische structurering, dat bij voldoende omvang het knooppuntenmarktmodel ingevoerd kan worden. Pas in latere instantie moeten de voorbereidingen worden getroffen voor de daadwerkelijke invoering van het marktmodel. Verkennen wat er geregeld moet worden bij nieuw marktmodel in de MRA uit Jaarplan 2016-2017 Bij de voorziene groei van het warmtesysteem zal dat gevoed worden door een mix aan warmtebronnen. Ook de afnemerskant zal diversificeren. Ter voorbereiding zal binnen de MRA verkend worden welke rollen in het uiteindelijke warmtesysteem bezet moeten worden en wat dat betekent voor de keuzes die in het heden worden gemaakt. Deze actie behoort bij het opzetten van het knooppuntenmarktmodel en beperkt zich vooralsnog tot het toekomstbestendig maken van de individuele projecten en voorziene rollen daarbinnen. 14 Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017

Afstemmen tussen lopende projecten uit Jaarplan 2016-2017 Veel van de huidige lopende projecten kunnen in de toekomst deel uit gaan maken van het grotere warmtesysteem. Dat zal voor onderdelen van projecten extra eisen opleveren, bijvoorbeeld voor leidingverloop, diameters en aansluitmogelijkheden. Om die eisen te benoemen en dit in de huidige projecten vooraf goed te regelen zal een overleg tussen te projectleiders gestart worden. Ook zal centraal een projectenportfolio worden bijgehouden. Het programma ondersteunt ook nieuw op te zetten projecten o.a. met cofinanciering van haalbaarheidsonderzoeken. Een voorbeeld betreft het project om de ontwikkeling van het datacentercomplex van SADC te koppelen aan de ontwikkeling van het tuinbouwcomplex PrimA4a als het gaat om levering van warmte en elektriciteit. In het voorjaar van 2017 is middels een subsidie van de MRA, Jarit van de Visch van Royal Haskoning DHV aangesteld als projectencoördinator. Zij biedt ondersteuning aan de individuele warmteprojecten en ondersteunt de stuurgroep bij het begrijpen en inzichtelijk maken van de knelpunten waar de individuele projecten mee kampen. Daarnaast begeleidt ze de ELENA-aanvraag (zie ook hoofdstuk 5 over financiering) en actualiseert ze de projectenportfolio. Voor een beschrijving en de voortgang van de individuele projecten plus de complete lijst: zie de bijlage. 4. INNOVATIE, KENNIS EN COMMUNICATIE Innovatie uit Jaarplan 2016-2017 Voor het efficiënt aanleggen en exploiteren van een regionaal warmtenet is in het Grand Design verkend welke innovaties nodig zijn. Daarbij zijn genoemd: cascadering, slimme besturing, hoge temperatuur Opslag, planning en dimensionering van leidingen en het combineren van diverse infrastructuren (in aanleg en in bedrijf). Deze uitdagingen gelden zeker niet alleen voor de MRA en vragen een nationale benadering. De warmteregisseur stelt samen met TNO, ECN en het Programmabureau Warmte en Koude Zuid-Holland een innovatieagenda op. De warmteregisseur heeft de partijen bij elkaar geroepen. TNO en ECN waren al gevraagd om namens het Rijk een innovatieagenda op te stellen waardoor beide sporen mooi konden worden gecombineerd. In de visie van TNO/ECN kunnen innovaties een positieve invloed hebben op businesscases en het duurzaamheidskarakter van de toekomstige warmtevoorziening. Zogeheten 4e generatie warmtenetten zijn in opkomst en bieden veel mogelijkheden om KPI s (key performance indicators) zoals betaalbaarheid, duurzaamheid en toekomstbestendigheid van warmtenetten te verbeteren. Zij herbergen een aantal innovaties die haar intrinsiek anders maken dan de klassieke warmtenetten. Tegelijkertijd wordt innovatie nog onderbelicht in alle plannen rondom toekomstige warmtenetten. Daar zou meer aandacht voor moeten komen middels een innovatieprogramma. TNO en ECN treffen voorbereidingen daarop middels een opzet van het zogeheten HOT innovatieprogramma. Met regelmaat vindt overleg hierover plaats met EZ. Het door de landelijke warmtetafel voorgestelde warmte-expertcentrum zou hierin ook een belangrijke rol kunnen vervullen. Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 15

Kennisdisseminatie Zaanstad uit Jaarplan 2016-2017 Samen met de gemeente Zaanstad en het Warmtenetwerk organiseren we in september een workshop waar we de resultaten van het afwegingskader voor corporaties bespreken met corporaties. Dit integrale afwegingskader met proposities voor corporaties als het gaat om grondgebonden woningen, portiekflats en galerijflats is gemaakt door het bureau Innoforte in opdracht van het warmteprogramma. Dit model moet leiden tot meer begrip en waardering bij woningcorporaties voor de warmtepropositie. In september 2016 is in de gemeente Zaanstad een workshop georganiseerd door het Warmtenetwerk in samenwerking met Innoforte. Daar is met een gezelschap van ambtenaren, medewerkers van warmtebedrijven en corporaties besproken wat er nodig is om aardgas uit bestaande woningen te krijgen. Ook is ingegaan op het model Caldomus, dat heel inzichtelijk maakt wat de keuzemogelijkheden zijn voor woningcorporaties. Publiekscampagne uit Jaarplan 2016-2017 Het programmabureau Warmte en Koude Zuid-Holland heeft het initiatief genomen voor een grootschalige publiekscampagne met de titel Van Gas Los. Het programmabureau wil in 2016 samen met ons programma en milieuorganisaties een campagne opstarten die een handelings perspectief biedt onder het motto het kan wel!. Daarbij wordt gebruik gemaakt van warmte-koude kaarten, interactieve tools, social media en (betaalde) zendtijd. De campagne Van Gas Los heeft bijgedragen aan de bewustwording bij het grote publiek dat we van het aardgas af moeten. Daarmee heeft het ook een push gegeven aan de totstandkoming van het nieuwe beleid van het Ministerie van EZ. Onder andere via de energieagenda van het ministerie is eind 2016 duidelijk aangekondigd dat het Rijk aardgas wil uitfaseren in woningen en bedrijven. In 2050 moeten we daarmee klaar zijn. Van 10-12 mei was er een Van Gas Los festival in de oude energiecentrale van Alliander op de Hoogte Kadijk in Amsterdam. Het event was bedoeld voor professionals, jongeren en bewoners die meer willen weten over aardgasvrij wonen. 16 Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017

De warmteregisseur is meermalen gevraagd een bijdrage te leveren aan debatten en presentaties te geven over het MRA programma en/of de warmtetransitie: 14 juni Toelichting op aanpak MRA bij de provincie Limburg 17 juni Inspiratiesessie Wijken zonder aardgas bij Liander 29 juni Bijdrage aan energiedialoog in Zaanstad 16 sept Discussie over lage temperatuur warmtenetten bij de provincie Zuid-Holland 28 sept Workshop met corporaties over woningen zonder aardgas in Zaanstad 1 nov Key note speaker over de warmtetransitie in Pakhuis de Zwijger 10 nov Nuon-Masterclass over verduurzaming van warmte 6 dec Presentatie over het programma voor een Noorse delegatie met wetenschappers 15 dec Presentatie over de warmtetransitie voor het personeel van Nuon Warmte 30 jan Workshops over betrekken burgers bij de warmtetransitie bij Hier Verwarmd 6 feb Pitch bij Diner Pensant voor bestuurders van MRA te Hilversum 7 feb Bijdrage aan warmtetafel van Haarlemmermeer 17 feb Deelname werkbezoek Gedeputeerde aan Zaanstad-Oost 21 feb Deelname aan werkgroep Governance van de Landelijke Warmtetafel 1 mrt Werkbezoek aan geothermieproject Warmtestad te Groningen 9 mrt Presentatie over warmtetransitie bij een strategische sessie van de waterschappen en drinkwaterbedrijven te Breukelen 23 mrt Presentatie over programma en warmtetransitie voor de aandeelhouders van HVC te Zaanstad 6 apr Bijdrage aan 25 jaar Klimaatverbond te Amersfoort dat in het teken stond van de warmtetransitie 20 apr Key-note speaker over de warmtetransitie in Nederland voor de Belgische stad Gent 20 apr Workshop warmtetransitie op conferentie over duurzame warmte van de provincie Noord-Holland in Pakhuis de Zwijger (gegeven door leden van het kernteam) 9 mei Pitch over de warmtetransitie bij bestuursdiner in Amsterdam voor het Platform 31 17 mei Bijdrage aan tweede bijeenkomst van de warmtetafel in Haarlemmermeer 30 mei Bijdrage aan ronde tafel diner van Nuon te Amsterdam 15 juni Bijdrage Jaarcongres Warmtenetwerk te Amsterdam 5. FINANCIERING PROJECTEN Inrichten klankbord van financiers uit Jaarplan 2016-2017 De discussie over financierbaarheid en bankability van warmteprojecten moet steviger worden verankerd. Partijen hebben de wens uitgesproken te komen tot een klankbord van financiers (op bestuurlijk niveau) en het beschikbaar stellen van financiële professionals op werkvloerniveau. De warmteregisseur heeft dit opgepakt en is een gesprek aangegaan met de Nederlandse Investeringsinstelling (NLII). Gekozen is voor de NLII omdat deze organisatie ook heeft bijgedragen aan de inhoudelijke discussies die aan de Routekaart Duurzame Warmte voorafgingen. Uit het gesprek bleek dat dezelfde financieringsproblematiek ook besproken wordt in werkgroep 3 (businesscases) van de landelijke warmtetafel. Daarom werd vrij snel de conclusie getrokken dat het niet zinvol is om op twee plekken dezelfde problematiek te bespreken en dat het daarom beter is om te wachten met de vorming van een klankbord met financiers. De warmteregisseur heeft vervolgens wel bijgedragen aan bijeenkomsten van de landelijke werkgroep. Een notitie over de knelpunten van drie projecten in de MRA heeft geholpen om tot een gedeelde visie te komen. Het einddocument van de werkgroep bevat dan ook aanbevelingen die we in de MRA als zeer wenselijk zien, zoals het publiekelijk financieren van de backbones en verhoging van de aardgasprijs. Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 17

De backbone uit Jaarplan 2016-2017 Om het Rijk te betrekken bij de discussie over de financiering van de backbone is het wenselijk te onderzoeken wat de economische argumenten zijn voor socialisering van de kosten van de backbone en wat de financiële consequenties zijn voor Nederlandse huishoudens. De warmteregisseur heeft in samenwerking met het programmabureau Zuid-Holland het bureau CE Delft gevraagd deze verkenning uit te voeren. Momenteel trekt de backbone een zware wissel op de individuele businesscases voor warmtenetten. Van de totale investeringen in het Grand Design van de MRA bestaat 20% van de kosten uit investeringen in de backbone. Zouden deze kosten worden gesocialiseerd of op andere wijze publiek bekostigd worden dan ontlast dat de afzonderlijke businesscases waardoor warmtenetten sneller worden gerealiseerd. Socialisering van de backbonekosten in de MRA en Zuid-Holland (warmterotonde) betekent volgens het rapport van CE delft een kostenstijging van zo n tien euro per jaar per gasaansluiting in Nederland. De huishoudens in een warmtenet-woning betalen momenteel mee aan netverzwaringen ten behoeve van nieuwe ontwikkelingen als all-electric, ook al profiteren zij daar niet van. Door de warmtetransportkosten te socialiseren ontstaat volgens CE Delft een meer rechtvaardige verdeling van alle infra-kosten. Daarnaast zorgt socialisering van de warmte-infrastructuur voor een level playing field tussen gas, elektra en warmte. In het rapport zijn voor de volledigheid meerdere varianten voor socialisering van de warmteinfrastructuur doorgerekend. Zo is ook berekend wat de financiële gevolgen zijn van socialisering van alle nieuwe infrastructuur in de MRA en Zuid-Holland (dus ook de distributienetten), een variant met alle kosten van nieuwe en bestaande netten bij elkaar en een variant in de toekomst waarbij uitgegaan wordt van 25% van de Nederlandse huishoudens aangesloten op een warmtenet. Het rapport is aangeboden aan het Ministerie van EZ en de landelijke warmtetafel. Het rapport heeft in ieder geval geleid tot een mogelijk vervolgonderzoek waarbij ook de kosten van all electric worden meegenomen. Het rapport is te vinden op de website www.warmteiscool.nl. Verkenning regionaal warmtefonds uit Jaarplan 2016-2017 De warmteregisseur onderzoekt samen met partijen de mogelijkheid te komen tot een regionaal warmtefonds en/of garantiefonds voor moeilijke projecten of aanpassingen en of uitbreidingen van individuele projecten vanuit het belang van het Grand Design. Met een regionaal fonds kunnen de meerkosten, die ontstaan als een project onderdeel wordt van het regionale perspectief worden voorgefinancierd. Omdat deze problematiek in het voorjaar van 2017 actueel aan de orde was in Zaanstad, is versneld een verkenning naar de mogelijkheden uitgevoerd. Het bureau ERAC is daarvoor ingeschakeld en heeft ten behoeve van de discussie in de stuurgroep een quickscan gemaakt van de manier hoe andere provincies omgaan met onrendabele toppen en meerkosten en wat voor soort financiële instrumenten er mogelijk zijn. ERAC heeft een berekening uitgevoerd naar de regionale kosten van de overdimensionering van de backbone voor toekomstige uitbreidingen. De inventarisatie van financieringsconstructies bij andere provincies leverde echter niet zoveel op. Alleen Zuid-Holland heeft de intentie om een centrale businesscase te maken voor het transportnet. In Limburg wordt ook gekeken naar de provincie voor garantstellingen. In Gelderland financiert de provincie samen met Alliander het rendabele deel van de backbone in Arnhem-Noord. Voor het onrendabele deel is er een subsidie van de provincie en deels ook van Nuon, Alliander en de gemeente Arnhem. Overigens bleek dit nog steeds onvoldoende en is dit project on hold gezet. 18 Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017

Het advies van ERAC is om een gezamenlijk financieringsplan te maken voor het gehele Grand Design t.b.v. financieringsinstellingen en lobby bij het Rijk. Daarnaast adviseert ERAC te werken met pragmatische oplossingen voor de individuele projecten, waarbij voor de eerste paar projecten vooral gekeken wordt naar de provincie. De stuurgroep vindt echter dat vooral het Rijk deze problematiek structureel moet oplossen met publieke financiering van de backbone. Dat kan ofwel middels een transitiefonds en subsidie dan wel via de socialiseringsmethodiek. Naar aanleiding van de discussie in de stuurgroep is door het programmabureau een document opgesteld waarin voor drie projecten in de MRA (IJmond, Zaanstad en PrimA4a) is berekend wat de onrendabele toppen zijn van de businesscases en de kosten voor de backbones. Dit document is aangeboden aan de landelijke warmtetafel en het Ministerie van EZ. 6. ORGANISATIE Projectenbureau en EFRO uit Jaarplan 2016-2017 Gezamenlijk gaan partijen investeren in een sterk projectenbureau dat is uitgerust met middelen (kennis, kunde en geld) en met mandaat om projecten te versnellen, projecten op te schalen of aan te passen zodat deze passen in het Grand Design en projecten van de grond te krijgen die door niemand worden opgepakt, maar die wel van belang zijn voor het Grand Design. Voor dit doel wordt een EFRO-subsidie aangevraagd. In opdracht van provincie Noord-Holland is door DWA/Rebel vanaf het begin van het programma gewerkt aan een EFRO-aanvraag. De conceptaanvraag is begin 2017 voorzien van een second opinion door ERAC en uitvoerig besproken in het kernteam en met medewerkers van de Amsterdam Economic Board, de beoogde indiener van de subsidieaanvraag. Conclusie was dat het niet zinvol was om met de aanvraag door te gaan. Er moest nog teveel werk worden verricht, vanwege de lange duur van dit traject kon geen aanspraak meer worden gemaakt op cofinanciering van de provincie, de baten stonden niet in verhouding tot de kosten en de haalbaarheid van de aanvraag werd als te risicovol gezien. Bovendien diende zich een interessanter alternatief aan: ELENA. Met dit fonds kan zelfs 90% van de proceskosten worden gefinancierd, terwijl dat bij EFRO slechts 50% is. De stuurgroep heeft op 30 maart dan ook besloten om de EFRO-aanvraag te laten zitten en de focus te leggen op een ELENAprocedure. ELENA uit Jaarplan 2016-2017 Onderzocht wordt of het programma uiteindelijk in aanmerking kan komen voor een ELENAsubsidie. ELENA (European Local Energy Assistance) is een subsidie voor het uitwerken van een projectplan voor een grootschalige investering. ELENA is bedoeld als een extra stimulans om lokale overheden te steunen in het beter uitwerken van een groot energieproject, bijvoorbeeld met een uitgebreider businessplan. Van de kosten voor deze uitwerking wordt maar liefst 90% vergoed. Het lijkt erop dat de warmtenetten in de MRA kansrijk zijn voor een dergelijke subsidie. Het komend jaar wordt onderzocht of dat het geval is. In opdracht van het programma is het bureau ERAC bezig met een verkenning naar de mogelijkheden van een ELENA-aanvraag. Er zal worden verkend welke projecten (van in totaal 21 projecten) in principe meegenomen kunnen worden in een gezamenlijke ELENA-aanvraag. Sommige projecten zijn wellicht te ver en sommige te vroeg voor deze aanvraag. Er wordt geanalyseerd wat de risico s zijn van Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 19

een ELENA-aanvraag, hoe die risico s zijn te managen en welke partij uiteindelijk het beste de aanvraag kan indienen. ERAC zal daarnaast een gezamenlijk investeringsplan voor het Grand Design opstellen, evenals een preproposal voor ELENA. Na groen licht van de Europese Investerings Bank (EIB) kan worden gestart met de daadwerkelijke ELENA-aanvraag (fase 2). Meer partijen uit Jaarplan 2016-2017 We trachten het komend jaar minstens twee nieuwe partijen te verbinden aan het programma. Mogelijk wordt ook samenwerking gezocht met gemeenten ten noorden van de MRA. De warmteregisseur heeft wel een aantal gesprekken gehad met potentiele partners zoals de provincie Flevoland, gemeente Heerhugowaard, Waternet en Gasunie, maar dat heeft niet geleid tot deelname van nieuwe partijen. Mede omdat we met het programma al over de helft zijn, is het wellicht voor partijen minder interessant geworden om nu nog in te stappen. Mogelijk kan bij verlenging van het programma een nieuw momentum ontstaan voor nieuwe partners. 7. GOVERNANCE De warmteregisseur is gestationeerd bij de Amsterdam Economic Board. De board fungeert als werkgever. Voor een bedrag van 25.000,- wordt begeleiding verzorgd op het gebied van financiën, secretariaat, vergaderruimte en communicatie. Binnen de Board valt het warmteprogramma onder de pijler Circulaire Economie. Wethouder Abdeluheb Choho over de Amsterdamse City Deal 20 Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017

De warmteregisseur krijgt inhoudelijke ondersteuning van het kernteam, bestaande uit medewerkers van AEB/WPW (Jannis van Zanten), Alliander DGO (Theo Voskuilen), Greenport Aalsmeer (Petrus Postma), Provincie Noord-Holland (Fleur Meijer), Tata Steel (Gerard Jägers), AFWC (Wybo Jurgens) en de gemeenten Amsterdam (Theun Koelemij) en Zaanstad (Henry Staal). Sinds het voorjaar neemt ook de nieuwe projectencoördinator Jarit van de Visch deel aan het kernteam. Jos Karssemeijer van het Ministerie van EZ neemt op onregelmatige wijze deel aan de vergaderingen. Het kernteam komt elke drie weken bijeen om de voortgang van het programma en de individuele projecten te bespreken. De warmteregisseur heeft verantwoording afgelegd op een tweetal stakeholdersbijeenkomsten en tussendoor aan de stuurgroep. De stuurgroep is ingesteld om buiten de stakeholdersbijeenkomsten de voortgang van het programma te bewaken en de werkzaamheden van de warmteregisseur aan te sturen. De stuurgroep is het afgelopen jaar drie maal bij elkaar gekomen en bestaat uit Gedeputeerde Jack van der Hoek (Noord-Holland), wethouder Abdeluheb Choho (Amsterdam), wethouder Dick Emmer (Zaanstad), Alexander van Ofwegen (Nuon), Annemarie Manger (Tata Steel), wethouder John Nederstigt (Haarlemmermeer), Roelof Potters (Alliander DGO) en Egbert de Vries (AFWC). Alexander van Ofwegen is tussentijds Jeroen de Swart van AEB opgevolgd en Annemarie Manger heeft ook halverwege het jaar de plek ingenomen van Hans van de Berg. Op verschillende plekken vindt afstemming plaats met het Ministerie van EZ. Dat gebeurt op bestuurlijk niveau maar ook middels deelname van medewerkers van EZ aan onze bijeenkomsten en deelname van leden van ons kernteam aan bijeenkomsten van EZ en de landelijke warmtetafel. De lobby vanuit de warmtesector richting het Rijk is erg succesvol. Vrijwel alle wensen van de sector staan genoteerd in de Energieagenda van het Rijk, die uitgekomen is in december 2016. Dit zijn de punten die opgenomen zijn: De aansluitplicht in de Gaswet wordt geschrapt; Grootschalige warmtenetten zullen op vergelijkbare wijze worden gereguleerd als elektriciteitsen gasnetten; Netbeheerders zullen in samenwerking met de lokale overheden bepalen welke infrastructuur (gas, warmte of elektriciteit) gelet op beschikbare alternatieven het beste kan worden aangelegd, verzwaard of verwijderd. Er komt een gefaseerde verhoging van de energiebelasting op aardgas. 8. BEGROTING/JAARREKENING Aangezien het programma is gestart in juni 2015 gaan we uit van jaarschijven die lopen van juni tot juni. We sluiten het jaar af met een klein overschot. De belangrijkste wijzigingen t.o.v. de begroting zijn: 1. De inzet van de projectencoördinator was niet begroot. Deze wordt gefinancierd door een subsidie van de MRA en is dus grotendeels budgetneutraal; 2. Het warmtebronnenregister is door Alliander DGO gemaakt in kind. Bij zowel kosten (Warmteaanbod) als opbrengsten hebben we dat gewaardeerd op 20.000,-. 3. Onder de noemer Warmtevraag zijn geen kosten gemaakt. De provincie heeft een gratis tool ter beschikking gesteld aan gemeenten, de experimenten voor andere tarieven zijn on hold gezet in afwachting van de herziening van de Warmtewet en de facturering voor de afwegingstool corporaties heeft al vorig jaar plaatsgevonden. 4. De ELENA-aanvraag is de grootste kostenpost. 75% van de totale kosten zijn opgenomen in deze jaarschijf; de andere 25% komt ten laste van jaarschijf 2017-2018. Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 21

De jaarrekening is opgemaakt en gecontroleerd door financiële medewerkers van de Amsterdam Economic Board. Financieel overzicht juni 2016 t/m mei 2017 Kosten B 2016-2017 A 2016-2017 Inzet Warmteregisseur (2,5 d/w) 125.000 124.957 Inzet Projectcoördinator 10.651 Bureaukosten 25.000 25.000 Warmteaanbod 30.000 39.383 Warmtebronnenregister Duurzaamheidsladder Warmtevraag 30.000 - Bijdrage aan gemeentelijke warmtetransitieplannen Experimenten tarieven en keuzevrijheid Ontwikkeling afwegingstool voor coöperaties Marktordening 30.000 30.417 Simulatie knooppuntenmarktmodel Ondersteuning haalbaarheidsonderzoeken Innovatie, kennis en communicatie 25.000 8.955 Innovatie Kennisdisseminatie Zaanstad Publiekscampagne Organisatie 32.000 85.000 Onderzoek ELENA-aanvraag Afronding organisatorische ronde tafel Totale kosten 297.000 324.363 Inkomsten B 2016-2017 A 2016-2017 Deelname partijen (31) 155.000 157.500 Bijdrage AMEC Board (in 'natura') 25.000 25.000 Bijdrage Rijk vanuit Green Deal 110.000 110.000 Bijdrage MRA bureau projectcoördinator 5.971 In kind bijdrage Alliander DGO 20.000 Inzet restant 2015-2016 7.000 6.624 Totale inkomsten 297.000 325.096 Saldo 733 22 Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017

BIJLAGE 1 DE PROJECTEN IN RELATIE TOT EEN REGIONAAL WARMTENET Kralen rijgen Het Grand Design van de MRA voorziet in een regionaal transportnet van warmte, waarop meerdere bronnen en meerdere afnemers aangesloten zijn. Het transportnet verbindt daarmee de (huidige en toekomstige) bronnen in de regio met lokale distributienetten die warmte leveren aan (huidige en toekomstige) warmteafnemers in de regio. Het voordeel is dat op die manier ook duurzame warmte geleverd kan worden op plekken zonder bronnen, warmtebronnen elkaar in de toekomst kunnen afwisselen, leveringszekerheid groter wordt voor de afnemers, steeds meer duurzame bronnen kunnen worden aangesloten en de afnemer, hoewel beperkt, een keuze heeft. (Grand Design Warmte MRA, 2016) Voor de uitrol van het warmtenet is gekozen voor de strategie van kralen rijgen. In deze strategie worden lokale projecten geleidelijk gecombineerd tot een regionaal warmtenet (Programma MRA warmte, 2015). Dit zal gefaseerd gaan, aangezien niet alle projecten tegelijk geïmplementeerd zullen worden. Voor elk warmteproject geldt daarmee de vraag of ze zodanig kunnen worden ingericht dat zij het regionale transportnet versterken of in ieder geval met het oog op het regionale netwerk op een no-regret 1 manier worden opgezet. De totstandkoming van een regionaal warmtenet leidt daarmee tot een geleidelijke vervanging van aardgas als energiedrager door de duurzamere (rest) warmte en aardwarmte (Routekaart Duurzame Warmte MRA, 2016). Overzicht van projecten Het programma warmte & koude van de MRA heeft een inventarisatie gemaakt van de projecten die in de MRA in ontwikkeling zijn. Hierbij is onderscheid te maken in projecten die wel of niet direct bijdragen aan een regionaal transportnet. Bovendien is er een verschil in de kansrijkheid van projecten op korte(re) termijn, dat wil zeggen de waarschijnlijkheid dat een project op korte termijn gerealiseerd zal worden. De onderstaande matrix presenteert welke projecten op dit moment het meest kansrijk zijn of lijken en welke projecten een link hebben met het regionale transportnet. De vervallen projecten zijn niet in de matrix opgenomen, dit betreft: Amsterdam IJburg: IJburg Centrum Eiland is een nieuw aan te leggen stuk Nederland. Het doel van dit project is om mee te werken aan de ontwikkeling van de meest duurzame wijk van de wereld door de aanleg van een energieneutraal (warmte)systeem. Het onderdeel warmte bleek uiteindelijk niet voldoende kansrijk. Zaanstad-Noord: In Zaanstad-Noord is gekeken naar uitbreiding van een bestaand warmtenet van HVC. De projectontwikkelaar van de nieuwbouw heeft echter toch gekozen voor de (duurdere) all-electric oplossing, omdat dit als duurzamer gepercipieerd werd dan de gas- WKK van HVC. De toepassing van restwarmte van linoleumfabriek Forbo Flooring B.V. viel al eerder af nadat uit onderzoek bleek dat de hoeveelheid beschikbare restwarmte veel lager uit bleek te vallen. IJmond Stoom: Er is gekeken of stoom hergebruikt kan worden voor het leveren van stoom aan de papierfabriek Crown van Gelder in de regio IJmond. Echter, noch de stoomproductie van Nuon noch de stoomproductie van Tatasteel is een realistische businesscase gebleken. 1 No-regret projecten zijn die projecten die nu aangelegd kunnen worden en in een later stadium aan het regionale warmtenet gekoppeld kunnen worden zonder dat daar nu een overdimensionering voor nodig is. Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017 23

Matrix van projecten ingedeeld naar mate van kansrijkheid en wel/geen backbone De voortgang van de projecten In de onderstaande paragrafen wordt de voortgang van de projecten toegelicht. 1. Amsterdam Buiksloterham circulaire nieuwbouw inclusief warmte Buiksloterham is een gebied waarvoor afgesproken is dat alle nieuwbouw moet voldoen aan een aantal duurzaamheidseisen. Bovendien is afgesproken dat alle nieuwbouw op warmte over gaat. Dit wordt gerealiseerd met circulaire nieuwbouw BSH, zonthermie (op het dak van de parkeergarage) en community based warmteopwekking in combinatie met centrale warmtelevering van (maar ook aan bij overschotten) AEB. Het project staat in de startblokken. 2. Amsterdam Voltaplein - gasloze wijk De bedoeling van dit project is om van de wijk Voltaplein (bestaande wijk) in Amsterdam een gasloze wijk te maken. Het project heeft geleid tot de oprichting van een buurtcoöperatie MEER-energie. Momenteel wordt gekeken naar leveringszekere warmtebronnen, naast (of in plaats van) de in eerste instantie beoogde ijsbaan. Mogelijk zijn de datacenters op het Sciencepark een nieuwe of aanvullende warmtebron. 3. Amsterdam Aardgasloze wijken citydeal Er is een citydeal afgesloten om naar een stad zonder aardgas te gaan. In de citydeal is de afspraak met corporaties gemaakt om 10.000 woningen in bestaande wijken van het aardgas te halen. De belanghebbende partijen, woningcorporaties, WPW, Nuon, Liander, Alliander DGO en de gemeente Amsterdam met name, bekijken momenteel met welke wijken gestart zou kunnen worden en het proces dat nodig is om deze transitie te faciliteren. 4. Amsterdam South Connection (vroegere kleine ring) verbinding van de Zuidas met AEB Dit project ambieert om de netten van WPW en Nuon te koppelen nabij het Olympisch Stadion. Met deze aansluiting kan de warmtevoorziening verder verduurzaamd worden en wordt extra capaciteit toegevoegd, zodat het net verder uitgebreid kan worden met nieuwe klanten. Via deze verbinding kan warmte van AEBAmsterdam richting de Zuidas worden geleverd. Momenteel rekenen de belanghebbende partijen, Nuon/ WPW, aan deze verbinding om deze toekomstbestendig te kunnen realiseren. De uitkomst van deze exercitie is een investeringsbeslissing over dit project. 5. Amsterdam Zeeburgereiland - stadswarmtegebied Zeeburgereiland is benoemd als stadswarmtegebied. Dit betekent dat alle nieuwbouwwoningen in de wijken RI-Oost en Sluisbuurt aangesloten zullen worden op het warmtenet. Hiervoor is in april 2017 24 Jaarverslag Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam juni 2016 juni 2017