Hoge Raad voor de Werkgelegenheid 26 juni 2008
1. Recente ontwikkeling van de arbeidsmarkt PP 2
Werkgelegenheid en activiteit (voor seizoen- en kalenderinvloeden gezuiverde gegevens, veranderingspercentages t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar) 4 3 3 2 2 1 1 0 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008r -1 Bbp naar volume (linkerschaal) Binnenlandse werkgelegenheid (rechterschaal) Bronnen: INR, NBB. PP 3
Arbeidsvraag en -aanbod (veranderingen in duizenden personen t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld; jaargemiddelden) 2004 2005 2006 2007 2008r p.m. 2007, niveau 1 Bevolking op arbeidsleeftijd 30 44 63 66 54 7.007 Beroepsbevolking 68 72 47 19 37 4.941 Nationale werkgelegenheid 30 52 55 74 57 4.408 p.m. Geharmoniseerde werkgelegenheidsgraad 2,3 60,4 61,1 61,0 62,0 62,3 Niet-werkende werkzoekenden 38 20-8 -56-20 533 p.m. Geharmoniseerde werkloosheidsgraad 2,4 8,4 8,5 8,3 7,5 7,0 Bronnen: EC, INR, RVA, NBB. 1 Duizenden personen. 2 Gemiddelde van de kwartaalresultaten van de arbeidskrachtentelling. 3 Procenten van de bevolking op arbeidsleeftijd, dit zijn de personen van 15 tot 64 jaar. 4 Procenten van de beroepsbevolking op arbeidsleeftijd, dit zijn de werkenden en werkzoekenden van 15 tot 64 jaar. PP 4
Werkgelegenheid in het kader van het dienstenchequessysteem (aantal personen, kwartaalgemiddelden) 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008r Bronnen: INR, NBB. PP 5
Werkloosheidsverloop in België (veranderingen, in procenten, tussen de eerste vijf maanden van 2008 en de eerste vijf maanden van 2007; tussen haakjes, totaal aantal werklozen, in duizenden personen, tijdens de eerste vijf maanden van 2008) België Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal -7,5 (495) -0,9 (91) -10,2 (161) -8,0 (243) p.m. Geharmoniseerde werkloosheidsgraad van 15-64-jarigen in 2007 1 7,5 17,2 4,4 10,5 Opsplitsing volgens leeftijd Jonger dan 25 jaar -9,6 (96) -1,7 (14) -10,6 (29) -11,1 (52) Van 25 tot 54 jaar -9,3 (359) -1,5 (72) -13,0 (115) -9,8 (173) 55 jaar en ouder 20,6 (40) 11,9 (5) 13,7 (18) 31,6 (17) Opsplitsing volgens werkloosheidsduur Minder dan zes maanden 0,5 (136) 11,6 (21) 0,1 (61) -2,7 (55) Zes maanden tot twee jaar -11,4 (157) -10,4 (28) -13,2 (50) -10,5 (79) Meer dan twee jaar -9,3 (202) 0,5 (43) -17,7 (50) -8,6 (109) Bron: RVA, berekeningen HRW. 1 Procenten van de beroepsbevolking op arbeidsleeftijd. Gemiddelde van de kwartaalresultaten van de arbeidskrachtentelling. PP 6
Langdurige werkloosheid 1 volgens leeftijdsgroep 2 (seizoengezuiverde gegevens, indexcijfers januari 2002 = 100) 135 800 125 700 115 600 105 500 95 400 85 300 75 2004 2005 2006 2007 2008 Minder dan 30 jaar (linkerschaal) 30 tot 39 jaar (linkerschaal) 40 tot 49 jaar (linkerschaal) 50 jaar en ouder (rechterschaal) 200 Bron: RVA. 1 Werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen met een werkloosheidsduur van meer dan twee jaar. 2 In oktober 2004 komt een reeksbreuk voor doordat PWA-werknemers vanaf dan beschikbaar moeten zijn voor de arbeidsmarkt. PP 7
Activering van het zoekgedrag naar werk: situatie eind december 2007 (duizenden eenheden, tenzij anders vermeld) België Brussel Vlaanderen Wallonië Aantal door de RVA verstuurde uitnodigingen voor een eerste gesprek 281 47 77 158 Minder dan 30 jaar 157 25 43 90 30-39 jaar 88 17 23 48 40-49 jaar 36 6 11 20 Aandeel van werklozen die direct voldoende inspanningen leveren (procenten) 58,2 57,3 53,4 60,7 Minder dan 30 jaar 62,0 60,2 58,1 64,1 30-39 jaar 55,2 55,4 49,4 57,7 40-49 jaar 48,2 50,0 41,6 50,8 Aantal sancties (t.e.m. april 2008) 1 47 9 14 24 Beperkte schorsing 4 maanden 2 11 1 3 6 Uitsluiting 3 5 1 1 3 Schorsing artikel 70 4 31 7 9 15 Bron: RVA. 1 Het aantal betrokken werklozen ligt lager, aangezien de gegevens over het aantal sancties dubbeltellingen bevatten, vermits sommige werklozen in de loop van de procedure verschillende sancties opgelegd krijgen. 2 Samenwonenden of schoolverlaters die, ofwel, bij het eerste gesprek negatief geëvalueerd worden en het contract niet willen tekenen, ofwel, bij het tweede gesprek negatief geëvalueerd worden en het contract tekenen. 3 Werklozen die bij het tweede gesprek negatief geëvalueerd worden en het contract niet willen tekenen of bij het derde gesprek negatief geëvalueerd worden. 4 Schorsing nadat een werkloze ongewettigd afwezig blijft van een gesprek of niet reageert op een uitnodiging voor het opmaken van een contract. Deze schorsing kan worden opgeheven indien de persoon zich aanmeldt bij de RVA. PP 8
Indicatoren van krapte op de arbeidsmarkt GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEIDSGRADEN IN 2007 (procenten van de beroepsbevolking op arbeidsleeftijd) Belemmeringen voor de activiteit wegens een tekort aan geschoolde arbeidskrachten (gewogen antwoordpercentage van het aantal ondernemingen¹) 25 50 20 40 15 30 10 20 5 10 4 p.c. pct. ou en moins minder De Meer plus dan de 4 à tot 7 p.c. 7 pct. De Meer plus dan de 7 à tot 10p.c. pct. De Meer plus dan de 10 à tot 13p.c. pct. De Meer plus dan de 13 p.c. pct. 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Verwerkende nijverheid (Vlaanderen) Verwerkende nijverheid (Wallonië) (linkerschaal) Bouwnijverheid Diensten (rechterschaal) 0 Bronnen: ADSEI, NBB. ¹ Gewogen op grond van de relatieve omvang van de ondernemingen, gemeten aan de hand van de omzet of de werkgelegenheid. PP 9
Werkaanbiedingen ontvangen door de regionale overheidsdiensten voor arbeidsbemiddeling in 2007 Actiris FOREM VDAB Normaal economisch circuit zonder uitzendarbeid 13.129 72.704 281.661 Interregionale uitwisseling 80.388 55.944 1 34.003 p.m. Werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen 4.341 35.502 141.471 Bronnen: Actiris, Forem, VDAB. 1 Vanwege de VDAB ontvangen aanbiedingen. De gegevens betreffende de vanwege Actiris ontvangen aanbiedingen zijn onvolledig voor 2007. PP 10
Arbeidskaarten van het type B uitgereikt in 2004 en 2007 2004 2007 Alle buitenlanders waarvan: Totaal nieuwe lidstaten waarvan: Polen Bulgarije Roemenië 9.104 2.448 1.418 191 364 39.115 29.537 22.075 2.024 3.843 waarvan: Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Duitstalige Gemeenschap 424 1.745 219 60 2.245 26.368 924 n.b. waarvan: knelpuntberoepen 1-26.431 Bronnen: Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Ministère de la Région wallonne, FOD WASO. 1 Met inbegrip van de Duitstalige Gemeenschap. PP 11
Bevolkingsvooruitzichten voor België: bijdrage van het migratiesaldo (duizenden personen) 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2008 2010 2012 2014 2016 2018 2020 2022 2024 2026 2028 2030 2032 2034 2036 2038 2040 2042 2044 2046 2048 2050 2052 2054 2056 2058 2060 Bevolkingsverandering Extern migratiesaldo Bron: Bevolkingsvooruitzichten 2007-2060, FPB-ADSEI. PP 12
Verloop van de bevolking op arbeidsleeftijd (indexcijfers 2007 = 100) 135 Brussel Vlaanderen 135 130 130 125 125 120 120 115 115 110 110 105 105 100 100 95 95 90 2007 2010 2015 2020 2025 2030 2040 2050 2060 2007 2010 2015 2020 2025 2030 2040 2050 2060 90 135 Wallonië¹ België 135 130 130 125 125 120 120 115 115 110 110 105 105 100 100 95 95 90 2007 2010 2015 2020 2025 2030 2040 2050 2060 2007 2010 2015 2020 2025 2030 2040 2050 2060 90 15-24 jaar 25-54 jaar 55-64 jaar 15-64 jaar Bronnen: 2007: waarnemingen, ADSEI; 2008-2060: Bevolkingsvooruitzichten 2007-2060, FPB-ADSEI. ¹ Met inbegrip van de Duitstalige Gemeenschap. PP 13
Geharmoniseerde werkgelegenheidsgraad in 2007 (procenten van de overeenstemmende bevolking op arbeidsleeftijd) Brussel Vlaanderen Wallonië België EU27 Totaal 54,8 66,1 57,0 62,0 65,4 Laaggeschoolden 34,3 44,5 35,8 40,5 48,6 Vrouwen 48,3 59,8 49,6 55,3 58,3 15 tot 24 jaar 19,6 31,5 23,1 27,5 37,2 55 tot 64 jaar 38,3 34,2 33,6 34,4 44,7 Niet-EU27-onderdanen 37,5 42,0 32,1 38,2 58,4 Bronnen: ADSEI, EC. PP 14
Werkgelegenheidsgraad van laaggeschoolden en participatiegraad inzake permanente opleiding in 2007 (procenten van de overeenstemmende bevolking van 25 tot 64 jaar) 30 DK Participatiegraad aan voortgezette opleiding 25 FI UK 20 SE NL SI 15 AT EU15 ES 10 EU27 BE DE IE CY CZ PL MT IT FR EE LV LU 5 SK LT HU PT GR BG RO 0 20 30 40 50 60 70 80 Werkgelegenheidsgraad van laaggeschoolden Bron: EC. PP 15
Opleidingsdoelstelling en realisaties volgens de sociale balansen en de CVTS-enquêtes 1 60 Deelnemers aan een opleiding (procenten van de werkgelegenheid) 2,50 Opleidingskosten (procenten van de personeelskosten) 55 2,25 50 2,00 45 1,75 40 1,50 35 1,25 30 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 1,00 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Sociale balansen² CVTS Doelstelling 2010 Sociale balansen² CVTS Doelstellingen Bronnen: ADSEI, NBB. 1 Continuing Vocational Training Survey, dit is een geharmoniseerde enquête die georganiseerd wordt door de Europese Commissie. 2 Populatie van ondernemingen compatibel met de CVTS-methodologie. PP 16
Aanbevelingen Krachtlijnen van het werkgelegenheidsbeleid ACTIVERING van de werkzoekenden INTEGRATIE van de kansengroepen OPLEIDING basis- en voortgezette opleiding, voor allen, op elke leeftijd MOBILITEIT beroeps- en geografische mobiliteit PP 17
1. ACTIVERING - De procedures van het plan voor de begeleiding en follow-up van de werkzoekenden verkorten - Het plan, desgevallend gefaseerd, uitbreiden naar de werklozen van 50 jaar en ouder, mits een aangepaste begeleiding - De samenwerking tussen de overheidsdiensten voor arbeidsbemiddeling versterken uitwisseling van werkaanbiedingen met follow-up tot aan de plaatsing opleiding, onder meer inzake talen - Beleid uitwerken gericht op de behoeften van de arbeidsmarkt, de knelpuntberoepen PP 18
2. INTEGRATIE Actie onder meer gericht op: - De ouderen langere participatie stimuleren de ondernemingen mobiliseren - De allochtonen opening van de arbeidsmarkt voor alle EU-onderdanen integratiebeleid, functionele kennis van een landstaal strijd tegen discriminatie erkenning van in het land van herkomst verworven competenties - De gehandicapten + HR-beleid + loonvorming + toegang tot voortgezette opleiding - De laaggeschoolden + werkgelegenheidsvallen + opleiding PP 19
3. OPLEIDING - Belang van het onderwijs - Respecteren van de engagementen inzake de beroepsopleiding in de ondernemingen - Gelijke toegang tot opleiding voor alle kansengroepen om hun inzetbaarheid te vrijwaren - Erkenning van competenties, ook die verworven in het buitenland - Aanleren van de nationale talen PP 20
4. MOBILITEIT - Waardering van de geografische en beroepsmobiliteit - Steunt op de drie vorige krachtlijnen: activering + integratie + opleiding - Verloopt via erkenning van verworven ervaring en zekerheid van professionele transities PP 21
2. Dynamiek van de ondernemingen en van de gesalarieerde werkgelegenheid PP 22
Ondernemingsdemografie Toe- en uittredingen van ondernemingen 25.000 5 22.500 4 20.000 3 17.500 2 15.000 1 12.500 0 10.000 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006-1 Oprichtingen van BTW-plichtigen¹ (linkerschaal) Schrappingen van BTW-plichtigen¹ Groei van het bbp naar volume (rechterschaal) Bron: ADSEI. 1 De reeksen omvatten enkel de naamloze vennootschappen, de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, de coöperatieve vennootschappen, de vennootschappen onder firma en de gewone commanditaire vennootschappen. PP 23
Ondernemingsdemografie Banenstromen (procenten, jaargemiddelden 1998-2006) Jobcreatiegraad 1 Jobdestructiegraad 1 Totaal Toetredende ondernemingen Gevestigde ondernemingen Totaal Uittredende ondernemingen Gevestigde ondernemingen Totaal van de particuliere sector 8,8 2,4 6,4 7,2 2,2 5,1 waarvan: Verwerkende nijverheid 6,0 1,5 4,4 6,3 1,6 4,7 Diensten 10,3 2,9 7,4 7,7 2,5 5,2 Bron: NBB. 1 De verschillende ratio's worden hier berekend ten opzicht van dezelfde noemer, namelijk de totale werkgelegenheid van de beschouwde sector. PP 24
Dynamiek van de gesalarieerde werkgelegenheid Banenstromen en conjunctuurcyclus (procenten) 5 11 4 10 3 9 2 8 1 7 0 6-1 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 5 Jobcreatiegraad Jobdestructiegraad (rechterschaal) Netto groeivoet van de werkgelegenheid Groei van het bbp naar volume (linkerschaal) Bronnen: INR, NBB. PP 25
Dynamiek van de gesalarieerde werkgelegenheid Gesalarieerde werkgelegenheid in verschillende cohorten van de tussen 1997 en 2004 opgerichte ondernemingen 1 (duizenden werknemers in t+j) 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 t t+1 t+2 t+3 t+4 t+5 t+6 t+7 t+8 t+9 1997 1998c 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Bron: NBB 1 De gegevens over de in 1998 opgerichte bedrijven worden sterk beïnvloed door de creatie van de nieuwe entiteit KBC Bank via een fusie van de Kredietbank en CERA. Om die reden werd een curve 1998c (exclusief KBC Bank) berekend. PP 26
Dynamiek van de gesalarieerde werkgelegenheid: kenmerken van de ondernemingen Jobcreatie- en jobdestructiegraad: verdeling naar bedrijfstak (procenten, jaargemiddelden 1998-2006) Jobdestructiegraad Jobcreatiegraad Jobreallocatiegraad Netto groeivoet van de werkgelegenheid Secundaire sector 6,9 6,7 13,5 0,2 Extractieve nijverheid 4,7 5,7 10,4-1,0 Verwerkende nijverheid 6,0 6,3 12,3-0,4 Energie en water 5,3 5,8 11,2-0,5 Bouw 10,2 8,0 18,2 2,2 Diensten 10,3 7,7 18,0 2,6 Handel en reparatie 9,4 7,2 16,6 2,3 Horeca 17,3 12,6 29,9 4,7 Vervoer en communicatie 6,4 5,4 11,7 1,0 Financiële dienstverlening en verzekeringen 8,7 7,6 16,3 1,1 Vastgoed en diensten aan bedrijven 14,4 9,2 23,6 5,1 Totaal 8,8 7,2 16,1 1,6 Bron: NBB. PP 27
Dynamiek van de gesalarieerde werkgelegenheid: kenmerken van de ondernemingen Opsplitsing volgens grootteklasse Banenstromen (procenten van het totaal, jaargemiddelde1998-2006) 8 Netto groeivoet van de werkgelegenheid (procenten) Jobcreatie Jobdestructie p.m. totale werkgelegenheid (2005) 6 4 Kleine ondernemingen 55,7 51,2 39,6 2 Middelgrote ondernemingen 19,5 19,9 19,7 0 Grote ondernemingen 24,8 28,9 40,8-2 TOTAAL 100,0 100,0 100,0-4 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Kleine ondernemingen Middelgrote ondernemingen Grote ondernemingen Bron: NBB. PP 28
Dynamiek van de gesalarieerde werkgelegenheid: kenmerken van de ondernemingen Jobcreatie- en jobdestructiegraad in de uni- en multiregionale ondernemingen (procenten) 18 Jobcreatiegraad 18 Jobdestructiegraad 16 16 14 14 12 12 10 10 8 8 6 6 4 4 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Uniregionale ondernemingen: Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal van de uni- en de multiregionale ondernemingen Bron: NBB. PP 29
Dynamiek van de gesalarieerde werkgelegenheid: kenmerken van de werknemers Jobcreatie- en jobdestructiegraad: verschillen tussen mannen en vrouwen (procenten, jaargemiddelden 1998-2006) Aandeel van de vrouwen in de werkgelegenheid Jobcreatiegraad Vrouwen Mannen Jobdestructiegraad Vrouwen Mannen Banencreatie per verloren baan (eenheden) 1 Vrouwen Mannen Nijverheid 2 22,3 7,9 5,9 7,8 6,4 1,0 0,9 Bouw 6,0 15,2 10,2 10,9 8,1 1,4 1,3 Diensten 41,2 12,1 10,3 8,6 8,1 1,4 1,3 Totaal 31,7 11,2 8,6 8,4 7,4 1,3 1,2 Bron: NBB. 1 Dit is de jobcreatiegraad gedeeld door de jobdestructiegraad. 2 Extractieve en verwerkende nijverheid, energie en water. PP 30
Dynamiek van de gesalarieerde werkgelegenheid: kenmerken van de werknemers Jobcreatie- en jobdestructiegraad in de verwerkende nijverheid volgens socioprofessioneel statuut (procenten) 10 Jobcreatiegraad 10 Jobdestructiegraad 9 9 8 8 7 7 6 6 5 5 4 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 4 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Arbeiders Bedienden Bron: NBB. PP 31
Dynamiek van de gesalarieerde werkgelegenheid: kenmerken van de werknemers Jobcreatie- en jobdestructiegraden van banen voor bepaalde en onbepaalde duur in de particuliere sector (procenten) 45 Arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur 45 Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur 40 40 35 35 30 30 25 25 20 20 15 15 10 10 5 5 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Jobcreatiegraad Jobdestructiegraad Bron: NBB. PP 32
Dynamiek van de bedrijven Aanbevelingen De economische dynamiek is de waarborg voor de werkgelegenheid Ondernemingsgeest bevorderen Competitieve en toegankelijke financieringsmechanismen Investeringen in onderzoek en ontwikkeling stimuleren De integratie van nieuwe technologieën bevorderen PP 33
Dynamiek van de werkgelegenheid Aanbevelingen Transities bevorderen, terwijl gezorgd wordt voor zekerheid van professionele trajecten 4 krachtlijnen: activering, integratie, opleiding, mobiliteit Het arbeidsrecht moet de werkgelegenheidsdynamiek ondersteunen Outplacement en reconversiecellen moeten gericht zijn op de knelpuntberoepen Vereenvoudigde en gerichte banenplannen, zonder de kennisberoepen uit het oog te verliezen PP 34
Hoge Raad voor de Werkgelegenheid 26 juni 2008