Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw bedrijfspand Hollewei 3 te Ternaard

Vergelijkbare documenten
izlzotb Leeuwarden, 21 januari 2016 Bijlage(n): 1

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

toeneemt. Deze brief vormt het wateradvies voor het hierboven genoemde plan.

Hans Valk; Oeds Veenstra; Abe Nauta; Onderwerp: wateradvies Krite te Boornbergum

B i j l a g e 1 : W a t e r a d v i e s

Wateradvies woningbouw Herenweg te Donkerbroek

Onderwerp: W a t e r a d v i e s v o o r de u i t b r e i d i n g v a n e e n stal e n b o u w e n v a n e e n l o o d s t e B e e t g u m


VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

WE-T-T-ERSKIP FRYSLÂN


Toelichting bestemmingplan Nijemidrum Wytlân (ontwerp)

Blad 2. Beoordeling verzoek

Wijzigingsplan Torenvalk 58a Surhuisterveen

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen.

Ontwerp Wijzigingsplan. Kardinaal de Jongweg 9 te Nes Ameland

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Wijzigingsplan It Oast 2 Augustinusga. Ontwerp

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Wijzigingsplan De Wedze 22c te Twijzel

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan"

Onderbouwing van het verzoek van P. Coolen, Ophoven 1 te Roggel voor het verruimen van het bouwperceel.

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak)

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VOOR BOUW VAN EEN WONING AAN DE MASTER DE JONGWEI 37, DE TIKE.

Ruimtelijke onderbouwing. behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Toelichting. Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Sumar, Master de Vrieswei 22-22A (wijziging bestemming)

datum dossiercode Samenvatting van de gegevens voor de watertoets van

Ruimtelijke Onderbouwing voor de herbouw van een schuur ten behoeve van bouwbedrijf Been, Kommisjewei 28 te Opeinde. Bestaande situatie

Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008, It Heechsân 7A (aanbrengen bouwvlak)

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van functiewijziging Agrarisch naar Wonen van de boerderij aan de Wergeasterdyk 45 Leeuwarden

Ruimtelijke onderbouwing voor het legaliseren van een dierenverblijf in het hertenkamp aan de Hagewyk te Drachten

Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Garyp, Greate Buorren 16 (wijziging bestemming)

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema"

B i j l a g e 3 : A d v i e s W e t t e r s k i p F r y s l â n - w a t e r t o e t s

Ruimtelijke onderbouwing

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

Omgevingsvergunning Schothorsterlaan 94

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke Onderbouwing voor de tijdelijke plaatsing van een tweede dienstwoning van Maatschap Veenema, Swettewei 9 te Goengahuizen

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing "het herbouwen van een woning op het perceel Egypte 24 te Buitenpost"

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

Ruimtelijke onderbouwing vervangende nieuwbouw ligboxstal in serrestal en nieuwbouw werktuigenberging perceel de Bûterkamp 1 Oudemirdum

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

Ruimtelijke onderbouwing. Wommels, Walperterwei 51

Wijzigingsplan Pypkewei 1, 3 en 5 te Augustinusga (vml. Pypketsjerke)

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Ruimtelijke onderbouwing voor het bedrijfsmatig fokken van duiven en paarden aan De Skieding 14 te Drachtstercompagnie. Bestaande situatie

Ruimtelijke onderbouwing opbaarhuisje Noorderbegraafplaats

B i j l a g e 1 : W a t e r t o e t s

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

Bestemmingsplan Burgum, Kûpersstrjitte 2 (wijziging bestemming van "Maatschappelijke doeleinden" in "Centrum - B")"

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Vervanging woning Miedweg 6 Stroobos Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING

GEMEENTE LEEUWARDERADEEL RUIMTELIJKE ONDERBOUWING KOFFIE- EN THEESCHENKERIJ TE STIENS

bestemmingsplan Correctieve herziening Bebouwde Kom Woudenberg

Hege Bouwen 31 te Nijemirdum

Ruimtelijke onderbouwing aanbouw woning Drachtster Heawei 27

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

UIMTELIJKE ONDERBOUWING NIEUWBOUW BEDRIJFSHAL MET BEDRIJFSWONING LYTS DYKJE 52 A LANGWEER

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

Rapportage watertoets

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

Ruimtelijke onderbouwing

Jachtlustweg 4 te Wijckel

(Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing. Afwijking bestemmingsplan. Tolhuisweg 49 Midlaren. Herbouw schuur

INHOUDELIJKE TOELICHTING (waaronder beoogde doelen en/of maatschappelijke effecten)

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Aaksterveldsesteeg ongenummerd te Ameide

Transcriptie:

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw bedrijfspand Hollewei 3 te Ternaard

Naam opdrachtgever: Bouwkundig ontwerpbureau Tseard Broos Status plan: definitief Naam adviseur: C. Zeldenrust Ruimtelijke onderbouwing versie 4 d.d. 12 januari 2016

INHOUD I Algemeen 1.1 Inleiding. Blz. 4 1.2 Ligging plangebied. Blz. 4 1.3 Beschrijving initiatief Blz. 5 II Provinciaal en gemeentelijk beleid 2.1 Provinciaal beleid Blz. 6 2.2 Gemeentelijk beleid Blz. 7 III Omgevingsaspecten 3.1 Landschappelijke inpassing Blz. 8 3.2 Bedrijven en milieuzonering Blz. 10 3.3 Bodem Blz. 11 3.4 Water.. Blz. 11 3.5 Ecologie.. Blz. 11 3.6 Cultuurhistorie en archeologie. Blz. 12 3.7 Luchtkwaliteit Blz. 13 3.8 Externe veiligheid Blz. 14 IV Uitvoerbaarheid van het plan.. Blz. 16 BIJLAGEN: - I Bronvermelding Blz. 17 - II De Watertoets.. Blz. 18 - III Agrostacksberekeningen Blz. 21 - IV Illustratie omvang bouwperceel Blz. 23 - V Inpassingsplan Blz. 24

I ALGEMEEN 1.1 Inleiding De familie Fokkema is voornemens het agrarisch bedrijf (gemengd bedrijf) aan de Hollewei 3 te Ternaard uit te breiden. Het bedrijf bestaat tegenwoordig uit 40 stuks jongvee en verbouwt verder bieten, graan en uien. Hiervoor heeft het bedrijf 15 hectare grond in gebruik waarvan 5 hectare huiskavel. Het huidige initiatief betreft de nieuwbouw van een bedrijfspand waarin men ruimte wenst te creëren voor de huisvesting van jongvee (maximaal 81 stuks jonger van 2 jaar) en waar de oogst droog kan worden opgeslagen. Een dergelijke loods moet minimaal 6 meter hoog worden waardoor er ruimte geboden wordt om een aantal aardappelkisten binnen op te kunnen stapelen. De opzet is om dit bedrijf als gemengd bedrijf voort te zetten met eventueel een uitbreiding in de vorm van een nevenactiviteit, zoals bijvoorbeeld zorg op de boerderij. Van toepassing is het bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel, door de raad van Dongeradeel vastgesteld op 27 juni 2013. Onderhavig initiatief is in strijd met de voorschriften van het bestemmingsplan voor het buitengebied. De gemeente heeft aangegeven in principe bereid te zijn door middel van een uitgebreide omgevingsvergunningprocedure medewerking te willen verlenen aan onderhavig bouwplan. Om die medewerking te kunnen verlenen, zal uit een ruimtelijke onderbouwing moeten blijken dat het plan niet strijdig is met de ruimtelijke aspecten en omgevingsfactoren. In dit verband dient opgemerkt te worden dat in het kader van de landschappelijke inpassing door Nije Pleats ook advies is uitgebracht. In deze ruimtelijke onderbouwing zal op het advies van Nije Pleats terug worden gekomen. 1.2 Ligging plangebied Het perceel Hollewei 3 te Ternaard is gelegen in het buitengebied van Dongeradeel. De locatie staat weergegeven in figuur 1. Figuur 1. Locatie Hollewei 3 Ternaard. Bron: Google Maps.

1.3 Beschrijving initiatief Het initiatief heeft betrekking op de nieuwbouw van een bedijifspand zoals staat omschreven in paragraaf 1.1. Figuur 2 illustreert de bestaande situatie. Figuur 2: bestaande situatie. Bron: Google Maps. Figuur 3 illustreert de nieuwe voorgestelde situatie. Figuur 3: voorgenomen nieuwe situatie met nieuw bedrijfspand landschappelijk ingevoegd door middel van aan te brengen gesloten houtsingel.bron: Bouwkundig ontwerpbureau Tseard Broos

In de volgende hoofdstukken komen respectievelijk aan de orde het beleid op provinciaal en gemeentelijk niveau, de omgevingsaspecten inclusief de landschappelijke inpassing. II PROVINCIAAL EN GEMEENTELIJK BELEID 2.1 Provinciaal beleid Streekplan Fryslân 2007 Ternaard heeft in het provinciaal Streekplan geen status toegewezen gekregen als bijvoorbeeld regionaal centrum of recreatiekern. Wel is Ternaard aangemerkt als een compleet dorp. Dit wil zeggen een dorp waar nog minimaal een basisschool, supermarkt, huisarts en dorpshuis/dorpscafé aanwezig is. Ternaard maakt deel uit van Noordoost-Fryslân dat zich enerzijds manifesteert als een open en grootschalig zeekleigebied langs de Waddenkust en anderzijds als een kleinschalig coulissenlandschap in de Noordelijke Wouden. Ternaard is gelegen in het eerste, het grootschalig zeekleigebied langs de Waddenkust. De provincie ziet in de landbouw een belangrijke cultuurdrager van het landschap. De algemene provinciale visie is dat op verbreding en versterking van de economische structuur wordt ingezet. Waarbij de provincie een duurzaam ontwikkelingsperspectief ziet voor de landbouw in combinatie met functieverbreding. Met name in het kleigebied waar onderhavig plangebied deel vanuit maakt, verwacht de provincie een aanzienlijke agrarische schaalvergroting. Het beleid van de provincie is gericht op het behoud en de versterking van de leefbaarheid en de vitaliteit van het platteland. Dit wil de provincie onder meer bereiken door het vasthouden van de plaatselijke werkgelegenheid door ruimte te bieden voor de ontwikkeling van lokale en regionale bedrijvigheid. Het onderhavige initiatief sluit met name ook door de functieverbreding prima op het provinciale beleid aan. Provinciale verordening Romte 2014 Inzake de schaalvergroting in de landbouw is in de verordening navolgende artikel opgenomen: 6.1.2 1. In een ruimtelijk plan kan een bestaand bouwperceel voor een grondgebonden agrarisch bedrijf een uitbreiding krijgen tot een maximale oppervlakte van 1,5 ha, dan wel de bestaande oppervlakte behouden indien deze meer bedraagt dan 1,5 ha. 2. In afwijking van het eerste lid kan een groter bouwperceel worden toegestaan, mits: a. het agrarisch bedrijf grondgebonden blijft, en b. de oppervlakte van het agrarisch bouwperceel niet meer bedraagt dan 3 ha. Het bouwperceel van Hollewei 3 wijzigt, maar wordt qua oppervlak niet groter dan 1,5 hectare. Bijlage IV betreft een illustratie en weergave van het bouwperceel. Conclusie De conclusie is dat het bouwplan voldoet aan de uitgangspunten van het provinciaal beleid, mede omdat het bouwperceel niet groter wordt dan 1,5 ha.

2.2 Gemeentelijk beleid Bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel. Figuur 4: plangrens bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel. Bron: bestemmingsplan Bûtengebiet gemeente Dongeradeel. De gemeente constateert dat door onder andere gewijzigd beleid en economische factoren, de landbouwsector aan veranderingen onderhevig is. De inkomens in de agrarische sector staan regelmatig onder druk, waarbij per sector per jaar de verschillen soms groot zijn. In het kort kunnen de ontwikkelingen als volgt worden gekarakteriseerd. Het aantal landbouwbedrijven is de afgelopen tijd afgenomen. Deze trend zal zich naar verwachting de komende jaren blijven voortzetten. Veel agrarische bedrijven hebben een te geringe omvang en daardoor een te gering bedrijfsinkomen. Deze daling van het aantal agrarische bedrijven heeft de afgelopen jaren ook in de gemeente Dongeradeel plaatsgevonden. In de periode 2000-2009 is bijna een kwart van de agrarische bedrijven in de gemeente gestopt. De daling is het grootst bij de kleinere agrarische bedrijven. (Bron: Landbouwstructuuronderzoek Fryslân 2011). Desondanks blijft de agrarische sector, ondanks alle veranderingen, van groot belang voor de gemeente Dongeradeel omdat het een belangrijke bron van inkomsten is binnen de gemeente. Het is daarom belangrijk om de agrarische sector voldoende mogelijkheden te bieden voor nieuwe ontwikkelingen. Beoordeeld zal moeten worden in hoeverre deze ontwikkelingen passen binnen het landschap van de gemeente Dongeradeel. Een deel van de agrarische bedrijven zoekt perspectief door verbreding in bijvoorbeeld agrarisch natuurbeheer. Of het toevoegen van nieuwe elementen aan het agrarische bedrijf.

Figuur 5: illustratie bouwperceel. Bron: bestemmingsplan Butengebiet. Figuur 5 illustreert de ligging van het bestaande bouwperceel. Het plan voor de nieuwbouw van het bedrijfspand is in strijd met het bestemmingsplan, aangezien dit bouwplan aan de zuidzijde buiten het bouwperceel is gesitueerd. Aan de omgevingsvergunning wordt een voorwaarde verbonden omtrent de locatie van het nieuwe bedrijfspand. In deze voorwaarde zal ook de koppeling gelegd worden met de nieuwe situatie zoals die staat weergegeven in bijlage IV. Stedenbouwkundig is de nieuwe situatie acceptabel gelet op het feit dat het bedrijfstechnisch noodzakelijk is, sprake is van een zorgvuldige inpassing in het landschap en de wijziging milieu-hygiënisch verantwoord is. Bovendien wordt geen afbreuk gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de archeologische waarden, de woonsituatie, het bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Conclusie De conclusie is gelet op vorenstaande uiteenzetting dat het bouwplan voldoet aan de uitgangspunten van het gemeentelijk beleid. III OMGEVINGSASPECTEN 3.1 Landschappelijke inpassing Voor de landschappelijke inpassing van het nieuwe bedrijfspand is advies ingewonnen via het spoor van de Nije Pleats. Dit betekent dat er een proces gevolgd is waarbij alle partijen, die uiteindelijk het bouwplan moeten toetsen, betrokken zijn geweest. Door middel van een werksessie van de Nije Pleats op het erf van de initiatiefnemer, is met alle betrokkenen/deskundigen een ontwikkelingsconcept voor het bedrijf tot stand gekomen voor de komende jaren. In een open landschap als deze is het silhouet van het erf van het grootste belang. Het kenmerk van deze omgeving is dat alle erven ruim in de beplanting staan. De grootte van een bewoningsplek doet er minder toe, als de afstand tussen de erven onderling ruim blijft. Het doet er dus niet toe of het erf wordt uitgebreid naar het oosten of het zuiden, omdat die ruimte aan beide kanten groot is. Naar het noorden uitbreiden zou betekenen dat er aan de voorzijde van het erf met het voorhuis en de brede windsingel iets fundamenteels wijzigt. Uitbreiden van de agrarische functie hoort echter gekoppeld te zijn aan het achtererf, vandaar dat de oplossing daar (aan de achterzijde) is gezocht.

Nije Pleats heeft daarbij een aantal uitgangspunten gehanteerd, die samengevat als volgt geformuleerd zijn: A. Het aanzicht van de beeldbepalende achtergevel van de boerderij moet niet achter de loods verdwijnen en de nieuwbouw moet zodanig worden vormgegeven dat de achtergevel alle aandacht blijft houden; figuur 6 illustreert wat Nije Pleats hiermee bedoelt: Figuur 6: aanzicht achterzijde perceel. Bron: Nije Pleats. B. De loods zou parallel aan de voormalige spoorlijn moeten komen te staan. Dan heeft deze dezelfde richting als de kleine schuur en het achtererf tot aan de bermsloot. De bijzondere cultuurhistorie van de plek krijgt zo een nieuwe betekenis. En mocht ooit het spoortraject worden hergebruikt, dan is deze mogelijkheid aanwezig. De loods kan tot aan de grens van het tracé worden gebouwd; C.. Het achtererf vormt het centrum waarop de deuren van de gebouwen zijn gericht. De loods heeft dus zijn deuren in de zijgevel. De loods moet op deze wijze echter wel op dezelfde hoogte worden gebouwd als de bestaande hoogte van het achtererf. Dit hoogteverschil houdt vervolgens in dat de loods niet te ver naar het oosten moet worden gesitueerd, in verband met inrij mogelijkheden; D. Het nieuwe erf wordt ook weer door erfbeplanting omgeven. Er ontstaat een evenwichtig silhouet. Er is een houtsingel van vier meter breedte aan de zuidzijde van de loods toegevoegd. Deze singel is langer dan de loods, net zo als bij de windsingel aan de noordzijde van het woonhuis. Langs de straatzijde wordt de rij bestaande iepen doorgezet met drie nieuwe iepen langs de loods. Aan de hand van het advies van Nije Pleats zullen de plannen worden uitgevoerd. Voor wat betreft de uitwerking van het groenplan nabij de nieuw te bouwen loods, wordt verwezen naar bijlage V. De functie, de opbouw en het materiaal gebruik van de loods is bovendien zodanig, dat van lichthinder naar buiten op generlei wijze sprake zal zijn.

Figuur 7: nieuwe situatie inclusief toelichting perceel Hollewei 3. Bron: Nije Pleats. Conclusie Met de voorgestelde landschappelijke inpassing wordt voldaan aan de voorwaarden en uitgangspunten zoals die zowel provinciaal als gemeentelijk van toepassing zijn bij nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied. 3.2 Omgevingsaspect bedrijven en milieuzonering De afstand tussen de nieuw te bouwen bedrijfsloods en de eerste dichtst nabij gelegen woning van derden bedraagt circa 135 meter. Gelet op de activiteiten en werkzaamheden is het Activiteitenbesluit landbouw beheer op het bedrijf van toepassing. De VNG brochure Bedrijven en milieuzonering hanteert voor het fokken en houden van rundvee vanwege geur een richtafstand van 100 meter naar een milieugevoelig object. Aan deze adviesafstand wordt voldaan. Conclusie De realisering van het bedrijfspand heeft geen negatieve invloed heeft op het woonklimaat in de omgeving.

3.3 Omgevingsaspect bodem Uitgangspunt bij nieuwe initiatieven is dat voor wat betreft de bodem de kwaliteit daarvan zodanig dient te zijn, dat er geen risico s voor de volksgezondheid ontstaan. Het gebruik van de nieuwe loods zal bestaan uit het huisvesten van jongvee en de opslag van akkerbouwproducten. De locatie waar de bouw plaats gaat vinden bestaat uit grasland. Er zijn geen gegevens bekend op grond waarvan de locatie qua milieu als een verdachte locatie aangemerkt dient te worden. Gelet bovendien op de functie en gebruik van de loods, is er geen aanleiding te veronderstellen dat personen dagelijks lang in de loods zullen verblijven. In de lijn van vorenstaande bestaat niet de noodzaak tot nader onderzoek van de bodemgesteldheid. De bodemgesteldheid staat de voorgenomen ontwikkeling niet in de weg. 3.4 Omgevingsaspect water Water speelt een belangrijke rol binnen de ruimtelijke ordening. Aspecten die van belang zijn op de waterhuishouding zijn ingrepen in de watergangen, de toename van verhard oppervlak en de afvoer van hemel- en afvalwater. In onderhavig geval zal ten behoeve van het bouwplan en de terreinverharding circa 1420 m² verhard oppervlak toegevoegd worden. Wetterskip Fryslân is d.d. 15 juli 2015 op de hoogte gesteld van deze ontwikkeling via de digitale watertoets. It Wetterskip heeft aangegeven dat de normale procedure gevolgd dient te worden. De uitkomsten van de watertoets staan vermeld in bijlage II. Met het advies zal bij de uitvoering van het plan rekening gehouden worden. Voor wat betreft de watercompensatie: de toevoeging van verhard oppervlak behoeft niet gecompenseerd te worden. 3.5 Omgevingsaspect ecologie De bescherming van de natuur is in Europees verband vastgelegd in de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Beide richtlijnen dragen zorg voor zowel gebiedsbescherming als soortenbescherming. Nederland heeft de richtlijnen geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet van 1968 en 1998 (gebiedsbescherming) en de Flora- en faunawet (soortenbescherming). De gebiedsbescherming heeft betrekking op de Vogelrichtlijngebieden die het rijk heeft vastgesteld, de Habitatrichtlijngebieden die het rijk bij de Europese Commissie heeft aangemeld, de beschermde natuurmonumenten en de staatsnatuurmonumenten. Gebiedsbescherming: Amelander Duinen In het kader van de ammoniakdepositie is het Natura 2000 gebied Amelander Duinen het referentiegebied. De locatie Hollewei 3 Ternaard ligt namelijk op circa 9,5 kilometer afstand van de Amelander Duinen. Zodra er zich wijzigingen voordoen bij een agrarisch bedrijf, dient beoordeeld te worden of die wijziging negatieve consequenties kan hebben voor het natura 2000 gebied. In onderhavig geval is sprake van een wijziging van de vergunde samenstelling van de veestapel en vindt er bovendien nieuwbouw plaats van een bedrijfspand. In het kader van de Natuurbeschermingswet is d.d. 30 juni 2015 bij de provincie een aanvraag voor een vergunning ingediend. Door middel van een Agrostacksberekening van de bestaande- en de nieuwe situatie(bijlage III), is aangetoond dat in de nieuwe situatie geen sprake is van toename van depositie op het natura 2000 gebied Amelander Duinen.

Vorenstaande in overweging nemende is de conclusie te rechtvaardigen dat onderhavig initiatief niet negatief van invloed zal zijn op het natura 2000 gebied Amelander Duinen. Soortenbescherming De soortenbescherming heeft betrekking op alle in Nederland in het wild voorkomende zoogdieren, (trek)vogels, reptielen en amfibieën, op een aantal vissen, libellen en vlinders, op enkele bijzondere en min of meer zeldzame ongewervelde diersoorten (uit de groepen kevers, mieren, schelp- en schaaldieren) en op een honderdtal vaatplanten. Welke soorten planten en dieren wettelijke bescherming genieten, is vastgelegd in een aantal bij de Flora en faunawet behorende besluiten. Dat houdt in dat bij planvorming uitdrukkelijk rekening gehouden moet worden met de gevolgen die ruimtelijke ingrepen hebben voor de instandhouding van de beschermde soort. Gelet op de bestaande situatie waarbij de ontwikkeling plaats gaat vinden op een bestaand stuk weiland, kan er redelijkerwijze geen sprake zijn van benadeling of bedreiging van soorten beplanting of dieren. Vandaar dat een onderzoek in het kader van de Flora en Fauna achterwege is gelaten. Conclusie is dat ecologische waarden de onderhavige planontwikkeling niet in de weg zullen staan. 3.6 Omgevingsaspect cultuurhistorie en archeologie De belangrijkste wettelijke basis voor het behoud van het erfgoed is de Monumentenwet 1988. Ter implementatie van het Verdrag van Malta, is deze Monumentenwet gewijzigd. Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is op 1 september 2007 de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) in werking getreden. Deze nieuwe wet maakt deel uit van de (gewijzigde) Monumentenwet (Monw). De kern van de WAMZ is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. Wanneer dit niet mogelijk is, worden archeologische resten opgegraven en elders bewaard (ex situ). Cultuurhistorie In 1832 stond het erf er reeds en stond er een brede windsingel aan de noordzijde van het perceel Hollewei 3. Aan drie zijden van het erf bevond zich water, dat als het ware als grens diende. De boerderij staat met de voorzijde op het noorden. Vanuit het veld is te zien dat de kop-hals-rompboerderij met bijschuur op een huisterp staat. De historische kaart uit 1930 die geplaatst is op het voorblad van dit rapport, geeft de spoorlijn aan die daar in het verleden liep. In mei 1899 wordt de Noord-Friesche Locaalspoorweg-Maatschappij opgericht. De spoorwegmaatschappij legt vanuit Leeuwarden enkele lokaallijnen door Noord-Friesland aan. De NFLS legt het traject Leeuwarden - Stiens - Dokkum - Metslawier als eerste spoorlijn van het geplande netwerk van spoorwegverbindingen in Noord-Friesland aan. De spoorwegmaatschappij neemt het traject in oktober 1901 in gebruik. Er zijn dan al plannen om de spoorlijn vanuit Metslawier door te trekken naar Anjum en Oostmahorn. Hier zou de trein van de NFLS aansluiting bieden op de veerboot naar Schiermonnikoog. De spoorwegmaatschappij legt echter eerst de westelijke tak naar Harlingen en Franeker aan. De NFLS exploiteert het netwerk van lokaallijnen vanuit Stiens en bouwt hiervoor in het dorp een grote locomotiefloods die tevens als werkplaats dient. In 1913 wordt de oostelijke tak vanuit Metslawier vijf kilometer doorgetrokken naar Anjum. De laatste 2,5 kilometer spoor naar Oostmahorn is nooit aangelegd.

Het tracé van It Dockumer Lokaeltsje is destijds precies ten zuiden van het erf aangelegd. Er lag destijds een los- en laadplaats aan de westzijde van de Hollewei. De spoorlijn is opgedoekt en verwijderd. In het veld bevindt zich bij de boerderij echter nog de verhoging in de weg als verwijzing naar dat tracé op een dijklichaam. Maar ook de sloot langs de berm van de spoordijk, ter hoogte van het achtererf van de boerderij verwijst naar het spoor. Voor het overige zijn alle aanwijzingen in het landschap verdwenen. Bij de situering van het nieuwe bedrijfspand is rekening gehouden met het oude tracé, zo blijkt uit het advies van Nije Pleats. Archeologie Voor wat betreft eventuele archeologische waarden is de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE) geraadpleegd. Figuur 8 geeft weer dat er geen nader onderzoek plaats behoeft te vinden. Figuur 8 : uitsnede FAMKE advieskaart ijzertijd-middeleeuwen en Steentijd-bronstijd. In paars het plangebied. Bron: website provinsje Fryslân. In het kader van de cultuurhistorie en de archeologie is het plan derhalve uitvoerbaar. 3.7 Omgevingsaspect luchtkwaliteit Overschrijdingen van de grenswaarden voor luchtkwaliteit zijn veelal het gevolg van het aantal verkeersbewegingen in een gebied. Op grond van de algemene maatregel van bestuur NIBM vormen luchtkwaliteitseisen geen belemmering voor een project als deze niet in betekenende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Aangezien het bouwplan betrekking heeft op de realisering van een nieuw bedrijfspand waarmee ingespeeld kan worden op het optimaliseren van de bestaande bedrijfsvoering en werkzaamheden, zal het aantal verkeersbewegingen naar de locatie Hollewei 3 niet of nauwelijks toenemen. Met andere woorden, realisering van het initiatief zal geen nadelige consequenties hebben voor de bestaande luchtkwaliteit. Aanvullend onderzoek naar het aspect luchtkwaliteit wordt niet nodig geacht.

3.8 Omgevingsaspect externe veiligheid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico s die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen zoals brandstof, LPG, vuurwerk en munitie. Om de vraag te kunnen beantwoorden of zich in de omgeving van het plangebied (bouwplan) zaken of inrichtingen bevinden die de bouw van de bedrijfsloods negatief kunnen beïnvloeden, is geraadpleegd de risicokaart Fryslân conform figuur 9. Figuur 9. Fragment risicokaart Nederland-Friesland. Paars omcirkeld is plangebied. Uit het raadplegen van de risicokaart blijkt dat het plangebied zich niet binnen de invloedssfeer van transportroutes van gevaarlijke stoffen of binnen het inventarisatiegebied van buisleidingen bevindt. Op circa 1,8 kilometer afstand bevindt zich een biogasopslag. Of een biogasinstallatie onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) valt, hangt af van de hoeveelheid en samenstelling van het biogas dat aanwezig is binnen de inrichting of van een eventuele aanwijzing door het bevoegd gezag. Het is niet aannemelijk dat een installatie voor monovergisting van dierlijke mest op boerderijschaal onder het Bevi valt. Toch wordt het wenselijk geacht om voor alle biogasinstallaties, dus ook voor monovergisters, een veiligheidsafstand van 50 meter aan te houden gemeten vanaf het midden van de biogasopslag. Deze afstand is gebaseerd op berekeningen van het RIVM voor het in kaart brengen van de externe veiligheidsrisico's bij grootschalige productie van biogas. Bij installaties op boerderijschaal zijn de biogasproductie en de biogasopslag kleinschaliger, waardoor de toepassing van deze afstand waarschijnlijk een conservatieve benadering is. Omdat een afstand van 50 meter niet veel afwijkt van de afstanden die vanwege geur nodig zijn, wordt in het algemeen toch geadviseerd om toch van deze richtafstanden uit te gaan 1. 1 Bron: Kenniscentrum Infomil

Conclusie Gezien de feitelijke afstand van circa 1,8 kilometer, is er voor wat betreft de externe veiligheid geen aanleiding voor nader onderzoek.

IV UITVOERBAARHEID VAN HET PLAN Met de nieuwbouw van het bedrijfspand is er geen sprake van een onevenredige inbreuk op de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Ook de landschappelijke inpassing staat niet ter discussie, zo blijkt uit het advies van Nije Pleats. Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheidsaspecten. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. 4.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het plan zal de uitgebreide omgevingsvergunningprocedure doorlopen. In de lijn daarvan zal het plan ter inzage worden gelegd, zodat belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld een zienswijze in te dienen. 4.2 Economische uitvoerbaarheid Het betreft een particulier initiatief. De financiering van het plan is rond. De economische uitvoerbaarheid is gegarandeerd. Voor wat betreft mogelijke planschade en de afwenteling daarvan naar initiatiefnemer, zal de gemeente met initiatiefnemer een exploitatie-overeenkomst sluiten.

BRONVERMELDING BIJLAGE I Handboek Ruimtelijke Ordening & Bouw 2010 Om de kwaliteit fan de romte Streekplan 2007 Verordening Romte Fryslân vastgesteld 2014 Bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel 2013 Aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet juni 2015 Agrostacksberekeningen Advies Nije Pleats 30 april 2015 rapportnummer 109 Brochure Bedrijven en Milieuzonering 2009 Bouwtekeningen Situatieschets Archeologische kaart FAMKE Risicokaart Nederland -Friesland Watertoets 15 juli 2015 mr. A.W. Klaassen Provinsje Fryslân Provinsje Fryslân Gemeente Dongeradeel Zeldenrust VROM-advies Rensen Milieuadvies Nije Pleats VNG Bouwkundig Ontwerpbureau Tseard Broos Google Maps Provinsje Fryslân Nederland.risicokaart.nl Wetterskip Fryslân

Uitkomsten watertoets BIJLAGE II Geachte heer Zeldenrust, Op 15 juli 2015 is door u een digitale watertoets doorlopen voor de Hollewei 3 te Ternaard. Op dit plan is de normale watertoets-procedure van toepassing. Reden hiervoor is dat het verhard oppervlak toeneemt met meer dan 200m². Deze brief vormt het wateradvies voor het hierboven genoemde plan. Het plan bestaat uit de bouw een stal aan de zuidkant van de bestaande bebouwing. Onderstaande figuur toont de ligging van de nieuwe stal ten opzichte van de bestaande bebouwing. Leidraad Watertoets In de Leidraad Watertoets staan de uitgangspunten waarmee het nodig is om rekening te houden bij het ontwikkelen van ruimtelijke plannen. Daarnaast staat in de Leidraad achtergrondinformatie over de verschillende onderwerpen en informatie over hoe u het wateradvies kunt verwerken in het ruimtelijke plan. De Leidraad Watertoets is te raadplegen op onze website: www.wetterskipfryslan.nl/watertoets. Wateraspecten In de normale procedure stelt Wetterskip Fryslân een wateradvies op, waarbij we ingaan op de aspecten die vanuit het oogpunt van water van belang zijn bij ruimtelijke plannen. De beschrijving van de wateraspecten sluit zoveel mogelijk aan bij de indeling van het Waterbeheerplan en de Leidraad Watertoets in de thema s Veilig, Voldoende en Schoon. Veilig Het aspect Veilig is niet van toepassing op dit plan. Voldoende Schouwwatergang De watergang langs de westkant langs de Hollewei- is een schouwwatergang. De schouwwatergang is belangrijk voor de aan-, af- en doorvoer van water. De eigenaren van de aanliggende percelen zijn verantwoordelijk voor het onderhoud aan de schouwwatergang. Bij het uitwerken van de plannen is het nodig er rekening mee te houden dat de schouwwatergang bereikbaar blijft voor onderhoud.

Peilbeheer Drooglegging De drooglegging is de afstand tussen waterpeil in de sloot en het maaiveld. Voor woningen wordt voor het maaiveld de bovenkant van de vloer genomen. Bij het realiseren van bebouwing en het aanleggen van de verharding is het nodig om rekening te houden met voldoende drooglegging om bijvoorbeeld opdrijven van verharding te voorkomen. We adviseren voor bebouwing met kruipruimte een drooglegging van 1,10 m en voor bebouwing zonder kruipruimte een drooglegging van 0,70 m gerekend vanaf de te realiseren bovenkant vloer. Ook voor verharding adviseren wij een drooglegging van 0,70 m. Het plangebied ligt in een peilgebied met een zomerpeil van -0,80 m NAP en een winterpeil van -1,0 m NAP (Dit vastgestelde peil is een streefpeil. Het werkelijke peil is als gevolg van opstuwing en de weersomstandigheden niet altijd gelijk aan het streefpeil). De geschatte gemiddelde maaiveldhoogte ligt tussen de +0,60 m NAP en de +0,90 m NAP. Wij adviseren u om bij het bepalen van de aanleghoogte rekening te houden met de droogleggingsnorm. Grondwateronttrekking Bij de aanleg van gebouwen of infrastructuur is het vaak nodig om het grondwater te verlagen om het werk droog uit te kunnen voeren. Voor het onttrekken van grondwater is een vergunning of melding nodig. Ook het lozen van onttrokken grondwater is meldingsplichtig. Om te weten of u met een melding kunt volstaan of een vergunning nodig hebt, kunt u contact opnemen met Cluster Vergunningverlening van Wetterskip Fryslân. Meer informatie over de watervergunning en de meldingsplicht vindt u onder Waterwet in deze brief. Compensatie toename verhard oppervlak (Alle oppervlakten zoals daken, trottoirs en wegen worden gerekend onder de noemer verhard oppervlak) Als gevolg van de realisatie van het plan neemt de hoeveelheid verhard oppervlak toe met 1400m². Wanneer een terrein onverhard is kan hemelwater infiltreren in de ondergrond. Door verharding van (een deel van) het gebied stroomt het hemelwater versneld af. Hierdoor belast u het oppervlaktewater extra. Wetterskip Fryslân heeft een verbod opgenomen in de Keur voor de toename van verhard oppervlak met meer dan 200 m². Er wordt vanaf 1 oktober 2015 vrijstelling op dit verbod gegeven voor plannen in het buitengebied waar de toename aan verhard oppervlak minder dan 1.500m² is. Voor voorliggend plan hoeft de initiatiefnemer daarom de toename aan verhard oppervlak niet te compenseren. Schoon Afvalwater- en regenwatersysteem Om het aantal overstortingen van rioolwater en de belasting van rioolwaterzuiveringen te beperken, is het uitgangspunt om regenwater en rioolwater zoveel mogelijk gescheiden af te voeren. In geval van dit bouwplan kunt u het hemelwater afkomstig van verhard oppervlak, onder bij Waterkwaliteit in deze brief genoemde voorwaarden, lozen op het oppervlaktewater. Waterkwaliteit Om een goede waterkwaliteit te realiseren is het nodig dat u voorkomt dat milieubelastende stoffen in het oppervlaktewater terecht komen. De bouwwijze en onderhoudstechniek moeten emissievrij zijn. Ook is het nodig dat u bouwt met milieuvriendelijk en duurzaam materiaal. U dient te voorkomen dat mest, voederresten en perssappen in het oppervlaktewater terecht komen. Hierbij is het nodig dat u voldoet aan het Besluit algemene regels voor inrichtingen. Voor meer informatie of verder advies hierover kunt u contact opnemen met Cluster Vergunningverlening van Wetterskip Fryslân.

Vervolg Waterwet Voor alle activiteiten in en nabij het watersysteem, waaronder het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater, het onttrekken van grondwater of het aanbrengen van een wijziging in het watersysteem, dient u een vergunning aan te vragen of een melding te doen bij Wetterskip Fryslân. Op onze website (www.wetterskipfryslan.nl) treft u meer informatie aan over de Waterwet en u kunt daar onder andere ook meldingsformulieren en het aanvraagformulier voor een watervergunning downloaden. De aanvraag voor een watervergunning of de melding kunt u ook gelijktijdig met de omgevingsvergunningaanvraag indienen via het omgevingsloket online (www.omgevingsloket.nl). Procedure Wij gaan er van uit dat u de in deze watertoets vermelde adviezen opvolgt en meeneemt in de verdere planvorming. Wij vragen u om het wateradvies te communiceren met de initiatiefnemer. Wanneer u de vermelde adviezen opvolgt zien wij met betrekking tot het voorliggende plan geen waterhuishoudkundige bezwaren. Hierbij geven wij dan ook een positief wateradvies. De watertoets procedure is hiermee wat ons betreft afgerond. Mocht u vragen hebben over het wateradvies of wilt u verder overleggen over het plan, dan kunt u contact opnemen met de gemeentelijk contactpersoon van Wetterskip Fryslân Ytzen Faber of de opsteller van dit wateradvies Jelly van der Kloet. De in deze brief genoemde afdelingen en personen zijn telefonisch bereikbaar via het algemene telefoonnummer van Wetterskip Fryslân: 058-292 22 22.

Agrostacksberekeningen BIJLAGE III

Illustratie bouwblok BIJLAGE IV

Inpassingsplan nabij nieuw bedrijfspand BIJLAGE V