Docentprofessionaliteit in het Nederlandse hoger onderwijs

Vergelijkbare documenten
Docentprofessionaliteit in het Nederlandse hoger onderwijs

Voorstel voor een facultaire agenda kwaliteitszorg. Hans Romkema, 18 september 2009

Onderwijsonderzoek: Vlaamse beleidsontwikkelingen voor de toekomst. Dirk Van Damme Kabinetschef onderwijs

Studenten en leerkrachten leren praktijkgericht onderzoek doen. Anje Ros, Lector Leren & Innoveren Anja van Wanrooij, Basisschool Het Mozaïek

Onderzoeksrapport Onderzoek in de opleiding

METIS Kwaliteitssysteem

NVMO-werkgroep Docentprofessionalisering

INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT)

DE IMPACT VAN MASTEROPLEIDINGEN OP LERAREN EN HUN WERKOMGEVING

Docentkwaliteit Hoger Onderwijs

Onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk: samen apart

IselingeAcademie. Je verder specialiseren in onderwijs doe je bij Iselinge Academie

Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen?

Over de auteurs. Informatie over de auteurs die meewerkten aan katern 2, in alfabetische volgorde.

Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015

Grote dank aan het werkveld. Informatiebrief

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016

Partnerschap Academische Opleidingsschool. Anje Ros en Linda Keuvelaar FHKenE

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

12. Kennisbenutting door onderzoek

Naar een nieuwe kleuterperiode in de basisschool

TITEL VAN DOCENTPROFESSIONALISERING NAAR ONDERWIJSONTWIKKELING INVENTARISATIE VAN DE STATUS QUO VAN ICT-DOCENTPROFESSIONALISERING

ONDERZOEK IN DE LERARENOPLEIDING! Wat vinden lerarenopleiders en hun managers daar eigenlijk van?

Beweging in veranderende organisaties

Roadmap Institute for Positive Health. April 2016 Stichting IPH

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

SKO en Leergang Onderwijskundig Leiderschap op de Erasmus Universiteit Rotterdam

Onderzoek naar ervaringen met ingekochte examens in het mbo

Domein 2 Academisch niveau

Beleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste

werkwijze PLG werkkaart

Good practices onderwijscarrières

SAMEN OPLEIDEN: impact van leren in beeld. Meerjarenplan Opleiden in de School

ONDERZOEK ALS EFFECTIEVE INTERVENTIE OM DE PRAKTIJK TE VERSTERKEN MARCO SNOEK

Interventieonderzoek als onderdeel van docentenprofessionalering Een good practice

Registratie en herregistratie kwaliteitsregister: eisen en bewijslast Globaal overzicht (conceptversie oktober 2011)

Ontwikkelingen rondom onderzoek in de school

Samenvatting. Samenvatting 9

Visie op Onderwijs en Onderzoek: Van strangers in the night naar een gelukkig huwelijk?

Professionele ontwikkeling in de lift: de gezamenlijke agenda. Juni 2012

Call for proposals. Teaching Fellow Programma 2017

Beschrijving van competenties als hulpmiddel bij het beoordelen en accrediteren van onderwijskwaliteit

Regeling Basiskwalificatie Onderwijs

Samenvatting Rapport Nudging in de praktijk

Naar een duurzame infrastructuur voor de ontwikkeling en uitwisseling van kennis over en voor het onderwijs

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 6 juli 2012 Oprichten van een regieorgaan onderwijsonderzoek

ICLON Powerpoint sjabloon

LERARENOPLEIDINGEN BASISONDERWIJS IN EUROPA: STAND VAN ZAKEN EN TOEKOMSTPERSPECTIEVEN

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo professionaliseren doe je samen Stimuleringsregeling Teamontwikkeling

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

HANDBOEK ONDERWIJSKWALITEIT PERSONEELSBELEID IN HET KADER VAN ONDERWIJS. Versie januari 2014

REGELING Avans Docentprofessionalisering BDB+

Peer-review: gezamenlijke kennis nationaal benutten;

Studiedag VELON. 11 november 2016

PRODUCTIEVE WERKPLAATSEN ONDERWIJSONDERZOEK. WAT IS DE SLEUTEL TOT SUCCES?

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional.

Wijzer in de professionele ruimte

Onderzoeken Werkplekleren

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

2. Relevantie Blijkt uit de keuze voor de literatuur de relevantie van de ontwikkeling van kennis van het beroepsveld?

Projectplan EersteWereldoorlog.nu Samenvatting

Samen bouwen aan schoolontwikkeling

Handleiding Onderwijskwalificaties Radboudumc

UWV/SMZ & Academische Werkplaatsen

STIMULERINGSREGELING TEAMLEREN IN TEAMS VAN ONDERSTEUNERS

Praktijkgericht W&T onderzoek door leerkrachten: een case study

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Integraal HR voor leidinggevenden

Onderzoek met effect! Hoe kan onderzoek op school leiden tot betere innovaties? Anje Ros Lector Fontys Hogescholen Sr onderzoeker KPC Groep

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Een bloeiende kwaliteitscultuur

Anders kijken, anders leren, anders doen

Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews

Lectoraat Vernieuwingsonderwijs

Taalcoaching: meer dan taal alleen. Een waarderingsonderzoek van het project Taalcoach voor inburgeraars

Opleiden in de school Catent/KPZ

BREDA UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES

Expertisenetwerk School of Education. Zomerschool Praktijkgericht Onderzoek voor lerarenopleiders. 5-7 september 2012 Leuven

MANIFEST BEROEPSONDERWIJS: ONDERWIJS VOOR HET LEVEN!

Een leven lang leraar: een veelzijdig beroep

Land Focus: Nederland

Externe kwaliteitsborging BasisKwalificatie Onderwijs in de praktijk

Kennisbenutting in onderzoekende scholen. Anje Ros Lector leren en innoveren, Fontys HKE

Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching

Factsheet Toelatingstoets PABO

nog geen BKO behaald met > 5 jaar ervaring EWI KO niet afgerond EWI KO afgerond ervaring

De kunst van het lesgeven

Vragenlijst openbaar onderwijs VO

FUNCTIEPROFIEL PROGRAMMADIRECTEUR ACADEMISCHE OPLEIDINGSSCHOOL MIDDEN-BRABANT

PROFIEL. Adviseur Onderwijs HAS Hogeschool

Peer review in de praktijk

Productencatalogus.

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doorlopende docentprofessionalisering. Jan van der Meij (Universiteit Twente) Harry Frantzen (Hogeschool Windesheim)

Betekenis voor praktijk en onderwijs. Theo Roes

2 e Fontys Onderzoekscongres Onderzoek & Onderwijs :

De VBSP en Kwantitatieve Onderzoeksmethodologie?

Associatie KU Leuven: Sterke partners voor beter hoger onderwijs

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

Transcriptie:

Docentprofessionaliteit in het Nederlandse hoger onderwijs Naar een professionele infrastructuur als voorwaarde voor studiesucces José van Alst Riekje de Jong Hanno van Keulen VSNU april 2009 Radboud Universiteit Nijmegen

Inhoud Samenvatting...3 Inleiding...6 1. Afbakening onderzoek en werkwijze...8 1.1 Aanleiding... 8 1.2 Een infrastructuur voor docentprofessionaliteit hoger onderwijs... 8 1.3 Drie nuanceringen... 9 1.4 Werkwijze... 11 2. Docentprofessionaliteit in een internationale context... 14 2.1 Onderzoeksvragen, werkwijze en selectie... 14 2.2 Strategieën gericht op professionele onderwijsstandaarden... 15 2.3 Standaarden, toetsing en doelgroepen... 16 2.4 Scholingstrajecten... 19 2.5 Drie good practices... 20 2.6 Conclusies en aanbevelingen... 23 3. Docentprofessionaliteit aan Nederlandse universiteiten... 26 3.1 Relevante ontwikkelingen in het HBO... 26 3.2 Onderwijsbeleid... 27 3.2.1 Onderwijsstrategie en visie, docentprofielen... 27 3.2.2 Onderwijsinnovaties... 28 3.2.3 Overleg en communicatie... 29 3.2.4 Kwaliteitszorg... 29 3.3 Personeelsbeleid... 30 3.3.1 Onderwijsfuncties en -kwalificaties... 30 3.3.2 Professionalisering... 32 3.3.3 Waardering van het docentschap... 35 3.3.4 Overig personeelsbeleid... 37 3.4 Conclusies en aanbevelingen... 38 4. Onderzoek van het Hoger Onderwijs... 41 4.1 Financiering van hoger-onderwijsonderzoek... 41 4.2 Thema s voor hoger-onderwijsonderzoek... 42 4.3 Gebruik van onderzoeksresultaten... 46 4.4 Conclusies en aanbevelingen... 47 5. Aanbevelingen... 49 Bijlage I: Literatuur... 52 Bijlage II: Vragenlijst telefonische enquête stafmedewerkers universiteiten... 55 Bijlage III: Best Practices... 59 2

Samenvatting Docenten vervullen een sleutelrol in het realiseren van onderwijskwaliteit en in het verbeteren van studiesucces. Met de ondertekening van de Wederzijdse erkenning Basiskwalificatie Onderwijs (januari 2008) zijn de Nederlandse universiteiten een professionele standaard voor academische docenten overeengekomen. Hiermee beogen zij een verdere impuls te geven aan de professionaliteit van- en de waardering voor docenten. Tegelijkertijd roept deze stap nieuwe vragen op. Hoe komen we binnen instellingen van relatief losstaande docent-vriendelijke instrumenten en maatregelen naar een integrale aanpak van docentprofessionaliteit binnen onderwijs-, personeels- en kwaliteitsbeleid? Hoe komen we tot een professionele infrastructuur, waarin instellingen, VSNU, OCW en vooral ook de beroepsgroep van docenten in het hoger onderwijs zelf in samenspel de professie verder ontwikkelen? Dit rapport schetst de contouren van een professionele infrastructuur voor docenten hoger onderwijs, passend bij de Nederlandse situatie. Dit ontwerp is gebaseerd op de professionele infrastructuren voor docenten in ondermeer Groot-Brittannië, Australië, Canada en de Verenigde Staten én op goede praktijkvoorbeelden uit het Nederlandse WO en HBO. Internationale voorbeelden Internationaal zijn er vier strategieën te onderscheiden die gehanteerd worden bij het expliciteren van eisen aan universitaire docenten. De Nederlandse BKOovereenkomst is daarbinnen te typeren als succesvolle zelfregulatie door universiteiten. Deze overeenkomst dwingt in het buitenland enig respect af doordat instellingen hiermee ruimte behouden om de scholing van docenten naar eigen inzicht vorm te geven, en vanwege de relatieve nadruk op toetsing van docenten. Internationale vergelijking laat verder zien dat de standaarden voor universitaire docenten in redelijke mate overeenkomen. Ook de omvang van de scholingstrajecten komt overeen. Op deze onderdelen loopt Nederland internationaal gezien mooi in de pas. Internationale vergelijking maakt ook duidelijk dat in de Nederlandse situatie een aantal schakels in de professionele infrastructuur ontbreken. Zo kennen meerdere landen een nationaal systeem van individuele onderwijsbeurzen voor docenten die zich (tijdelijk) toeleggen op onderwijsinnovaties, en een nationaal programma van onderwijsprijzen voor verschillende docentniveaus. De Britse subject centers - instellingsoverstijgende docentnetwerken gericht op innovatie van- en praktijkonderzoek naar onderwijs specifiek voor de verschillende wetenschapsdisciplines vormen een ander interessant voorbeeld. Deze stimuleringsmaatregelen en teacher communities spelen een belangrijke rol in het realiseren van continuous professional development. De Nederlandse infrastructuur van docentprofessionaliteit zou op deze punten versterkt kunnen worden. Naar een integrale aanpak binnen de instellingen De Nederlandse universiteiten kennen tal van docent-vriendelijke maatregelen en instrumenten. Uit het onderzoek blijkt dat van een integrale aanpak van docentprofessionalisering en -waardering echter nog geen sprake is. Onderwijsbeleid, personeelsbeleid en kwaliteitszorg fungeren tot dusverre als afzonderlijke beleidscircuits; al lijkt rondom de BKO voorzichtige samenwerking tussen afdelingen 3

P&O en onderwijsbeleid op gang gekomen. Momenteel levert het kwaliteitsbeleid nauwelijks een positieve bijdrage aan docentprofessionaliteit. De samenhang tussen onderwijsbeleid en docentprofessionaliteit is nog zwak ontwikkeld. De onderwijsstrategie en de onderwijsvisie van de afzonderlijke universiteiten zijn weinig expliciet. Strategieën, visies en speerpunten komen alle profilerings- en concurrentiedrang ten spijt in hoge mate overeen. Het expliciteren van docentkwaliteiten, passend bij de instellingsstrategie en visie, staat nog in de kinderschoenen. Op dit punt zou het WO wellicht kunnen leren van het HBO, waar instellingen een meer directe relatie leggen tussen onderwijsvisie en docentprofielen. Verder zouden WO en HBO ervaringen kunnen uitwisselen over voor- en nadelen van differentiatie in docentrollen. Universiteiten besteden tijd en geld aan grote en kleine onderwijsinnovaties. Instellingen benutten deze innovaties niet of nauwelijks als gelegenheden om onderwijsontwikkeling en docentontwikkeling hand in hand te laten gaan. Zij zouden dit on the job leren van docenten verder kunnen stimuleren door tijd en middelen te begroten voor expert-inbreng en professionalisering binnen innovatieprojecten. Zo is te voorkomen dat met te weinig tijd voor onderwijs en te weinig tijd voor professionalisering de docenten en de docent-professionaliteit in de knel komen. De samenhang tussen personeelsbeleid en docentprofessionaliteit is eveneens voor verbetering vatbaar. Professionaliteit van het docentschap is gebaat bij een goede mix van salaris, ontwikkelings- en loopbaanmogelijkheden, en mogelijkheden om te excelleren (onderwijsbeurzen, onderwijsprijzen e.d.). Professionaliteit begint echter al bij professionali-tijd. De onderwijstaaklast (sic!) van docenten wordt nu veelal eenzijdig gebaseerd op directe onderwijsuitvoering. Het verdisconteren van docenttijd voor onderwijsontwikkeling en onderwijsevaluatie vormt een eerste stap naar professionaliteit. Kijkend naar ontwikkelings- en loopbaanmogelijkheden voor docenten zijn, in het verlengde van de BKO, drie vervolgstappen aan de orde: de invoering van de BKO voor zittende stafleden, en het ontwikkelen van een seniorkwalificatie onderwijs. De derde stap is het voeren van een discussie over onderwijs-hoogleraren. Waar instellingen feitelijk al meerdere onderwijsleerstoelen hebben gevestigd, lijkt er nog steeds een taboe te rusten op een open discussie hierover. De tijd lijkt rijp dat universiteiten over deze drie vervolgstappen op de BKO onderling en met de beroepsgroep in gesprek gaan. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van ervaringen die enkele vooroplopende instellingen al hebben opgedaan. Onderzoek naar hoger onderwijs Uit de inventarisatie blijkt verder dat onderzoek van het hoger onderwijs in Nederland een marginaal verschijnsel is. Er vindt nauwelijks grootschalig wetenschappelijk onderzoek naar hoger onderwijs plaats, dat de effectiviteit en theoretische onderwijskundige onderbouwing van onderwijs betreft. Er is sprake van tekort aan middelen, researchgroepen, NWO-aandachtsgebieden en dergelijke. In vergelijking met het buitenland is onderwijsonderzoek door docenten uitermate zeldzaam. De individuele docent wordt niet erg gestimuleerd om op de onderwijspraktijk te reflecteren en door te groeien in de richting van praktijkgericht onderwijsonderzoek. Verder valt op dat vakdidactisch onderzoek buiten de lerarenopleidingen uitermate zeldzaam is. Zowel grootschaliger wetenschappelijk onderzoek naar het HO, als kleinschaliger praktijkonderzoek door de docent als reflective practitioner zouden verder gestimuleerd kunnen worden. Internationale voorbeelden en voorbeelden binnen het HBO en binnen enkele universiteiten bieden zicht op mogelijkheden hiertoe. 4

Naar een professionele infrastructuur voor docenten HO Kijkend naar inspirerende, internationale voorbeelden en naar voorbeeldpraktijken binnen Nederlandse universiteiten en het HBO, zou een professionele infrastructuur voor docenten hoger onderwijs idealiter de volgende functies dienen te bevatten: 1. Instellingen die onderwijs erkennen als kerntaak en docenten waarderen en faciliteren met tijd en status en onderwijsbeleid en personeelsbeleid in samenhang ontwikkelen. 2. Een platform van, voor en door docenten. 3. Zogeheten subject centers per HOOP-gebied, waarin innovatie van- en praktijkonderzoek naar hoger onderwijs in de eigen wetenschapsdiscipline centraal staan. Docenten zelf vormen de drijvende kracht achter deze subject centers. 4. Een gremium dat wetenschappelijk (beleids)onderzoek naar hoger onderwijs stimuleert, financiert en regisseert. 5. Een netwerk van onderwijskundige adviseurs, dat aansluit op de behoeften van de docenten hoger onderwijs. Voor de Nederlandse situatie zouden het tot ontwikkeling brengen van een platform voor en door docenten, meerdere subject centers en een onderzoeksgremium relevante aanvullingen zijn. Samen met een meer integrale aandacht voor docentprofessionaliteit en -waardering binnen de instellingen, ontstaat zo een samenhangende infrastructuur voor docent-professionaliteit die ten goede komt aan de kwaliteit van docenten en daarmee ook de kwaliteit van het hoger onderwijs. 5