RISICO-INVENTARISATIE EN -EVALUATIE NATUURSTEENBEDRIJF

Vergelijkbare documenten
Fysieke belasting. Te nemen maatregelen:

NATUURSTEEN. Hoe stoffig zijn de longen van uw werknemers? Arbouw voor gezond en veilig werken

Chauffeur. De belangrijkste risico's voor de chauffeur zijn: Lawaai Onveiligheid Trillingen

Metaalbewerker / bankwerker

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

Checklist: Gezondheidsklachten door fijnstof

Checklist: Gezondheidsklachten door fijnstof

Voorbeeld-RI&E, met Plan van Aanpak (met dank aan ArboUnie Noordwest Nederland)

KOZIJNEN STELLEN. Stelt u de gezondheid. Arbouw voor gezond en veilig werken

Betonstorter / gietbouwer

Module: 01 Arbobeleid

Toetsingsrapportage RI&E

V&G-deelplan uitvoeringsfase Nummer : Versie : 1. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSGEVAREN Status : invulform

GELUID. Knelpunten. De brancheafspraken. Sector Bos en Natuur

Machinist - torenkraan

Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E.

Toelichting en gebruik V&G-deelplan.

Toelichting Arbochecklist Algemeen

Het betrekken van medewerkers bij de uitvoering van de RI&E

taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vast te leggen voor de bij hem in dienst zijnde werknemers;

Branchetoetsdocument: Arbo en veiligheid

Persoonlijke Risico Inventarisatie & Maatwerk Aanpak (PRIMA basislijst)

De Arbeidsinspectie in het kort. Blootstelling aan trillingen heftrucks

Arbobeleid. Titus Terwisscha van Scheltinga

arboregelgeving Informatiebron Arbo-aspecten bij het gebruiken van biomassa voor energie-opwekking arbowet

Arbobeleidskader Lucas

Betonboorder. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig betonboren. Informatie voor de werknemer

Bureau KAM/Arbo Waternet Deel RI&E Bodem- en Milieu Technologie

LAWAAI. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Tuinzaadbedrijven

Plafond- en wandmonteur

Kitverwerker (kitter/purder)

VGM-deelplan Onderaannemers

GELUID. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Hoveniers en Groenvoorziening

Helger Siegert. Agenda

Kozijnenmonteur. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig kozijnen stellen. Informatie voor de werknemer

Checklist: Gezondheidsklachten door fijnstof

Arbeidsomstandigheden

TRILLINGEN EN SCHOKKEN

Voorbeeld-RI&E, met Plan van Aanpak (met dank aan ArboUnie Noordwest Nederland)

1. Arbowet: plichten van de werkgever

BEDRIJFS RISICIO INVENTARISATIE EN EVALUATIE HERENBOUW

Terrazzowerker. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig terrazzowerk. Informatie voor de werknemer

GELUID. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Mechanisch loonwerk

Straatmaker. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig straten. Informatie voor de werknemer

Kwartsstof te lijf. Lees de folder goed en bescherm uw werknemers! Informatie voor de werkgever

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden

Baggeraar. De belangrijkste risico's voor de baggeraar zijn: Gevaarlijke stoffen Lawaai Onveiligheid

Sessie 2 RI&E en Plan van aanpak. Wendy Roescher

Antares Veiligheid Advies

VERONTREINIGDE GROND EN (GROND)WATER

GELUID. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Paardenhouderij

DieselMotorEmissie. Kijk op voor meer informatie

Themamiddag Arbo Hoofdsector S&A

MACHINEVEILIGHEID ALGEMEEN

Blokkensteller ruwbouw

Veilig en gezond werken in de bloemendetailhandel

Toetsing Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) BS De Klimop

ARBO BELEID. Krammer HE Brielle /

Korte functieomschrijving (mag ook als bijlage worden toegevoegd):

Risico-inventarisatie en evaluatie Arbeidsomstandigheden Plan van Aanpak

Molenstraat HP Steenwijk Tel/fax Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool

Veilig en gezond werken in het MKB

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

Gipsblokkensteller. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over het gezond en veilig stellen van gipsblokken

Kwartstof in de lucht (mg/m2) Tot ca. 15 (= 200 x teveel!)

Kwartsstof te lijf. Lees de folder goed en bescherm uw werknemers! Informatie voor de werkgever

Beleidsplan Arbeidsomstandigheden

Branchetoetsdocument: Arbo en kwaliteit

Protocol voor het handelen bij ongevallen

Vakjargon uit Arbowet en arbocatalogus. FNV Woordenlijst

Kansen pakken met RI&E; hoe veilig is uw bedrijf?

Claim! Amerikaanse toestanden

V & G Plan ZeeBraBouw BV

Vlijen van klinkers en tegels

Arbochecklist Productie/Technisch/Logistiek

Arbochecklist Productie/technisch/logistiek

Vloerenlegger. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig vloeren leggen. Informatie voor de werknemer

Melden van (bijna )ongevallen en gevaarlijke situaties

Arbodocument/ Aanvraag-uitzenddocument

Betreft: Huisreglement INLEIDING

Schadelijke producten algemeen

thyssenkrupp Materials Nederland B.V. Arbobeleid

Stafpersoneel / leidinggevenden / technici

Stafpersoneel/ leidinggevenden/ technici

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S

MACHINEVEILIGHEID ALGEMEEN

Checklist Gezondheidsklachten door fijnstof

Bouwplaats opgeruimd (laten) houden Dragen veiligheidsschoenen verplicht. Dragen autogordel verplicht Handsfree bellen

Checklijst Werkplek kankervrij: Dieselrook

DieselMotorEmissie (DME)

Aan de slag met de branche afspraken. Marcel Balm en Fieke Horsten vhp

Rapport Inspectie Arbeidsomstandigheden

Toolbox. Gevaarlijke stoffen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430)

VOORLICHTING, ONDERRICHT

Checklist gezondheidsrisico s. Voor werkgevers met personeel voor maximaal 40 uur per week

DE ARBOCATALOGUS. Veilig en gezond werken in de installatie en isolatiebranches

FNV Bondgenoten. Checklist Beleid chemische stoffen, zwangerschap en voortplanting in bedrijven

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

Tegelzetter. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig tegelzetten. Informatie voor de werknemer

Transcriptie:

RISICO-INVENTARISATIE EN -EVALUATIE NATUURSTEENBEDRIJF Bedrijf: Datum: Auteurs: S.J. Veenstra, Arboburo Veenstra Projectbegeleiding : W.H.C. van Rooij, Centrum Natuursteen J.C. van Duivenbooden, Arbouw Bestelcode: 05-70 ISBN: 90-77286365 Februari 2005

Dit rapport is gemaakt in samenwerking met: 2

INHOUDSOPGAVE INTRODUCTIE... 5 1 ALGEMENE BEDRIJFSGEGEVENS... 7 2 GEGEVENS BEDRIJF EN PERSONEEL... 8 3 ORGANISATIE VAN ARBOZORG EN VERZUIMBELEID... 12 4 OPDRACHTVERWERVING, SAMENWERKING EN OVERLEG, WERKVOORBEREIDING... 19 5 ALGEMENE VOORZIENINGEN EN HYGIËNE... 21 6 KANTOOR EN WERKPLAATS... 23 7 WERK OP LOCATIE (IN DE BOUW, OP DE BEGRAAFPLAATS).. 26 8 WELZIJN, WERKINHOUD, WERKDRUK... 28 9 VEILIGHEID EN ARBEIDSMIDDELEN... 29 10 LICHAMELIJKE BELASTING... 31 11 TRILLINGEN... 32 12 GELUID... 34 13 GEVAARLIJKE STOFFEN; KWARTSSTOF... 37 14 GEVAARLIJKE STOFFEN (M.U.V. KWARTSTOF)... 41 15 LEGIONELLA... 45 16 OVERIGE ARBOASPECTEN... 46 17 PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (PBM)... 47 3

Bijlagen: Bijlage 1: Plan van aanpak... 50 Bijlage 2: Checklist beeldschermwerk... 52 Bijlage 3 Inventarisatie van stoffen/hulpstoffen... 58 Bijlage 4 Blootstelling aan trillingen... 59 Bijlage 5 Blootstelling aan geluid... 61 4

INTRODUCTIE Een goed arbobeleid betekent onder meer dat u weet waar voor uw medewerkers de risico s op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn liggen, zodat u waar nodig maatregelen kunt treffen om er wat aan te doen. Daarom heeft de wetgever in de Arbowet bepaald dat alle bedrijven verplicht zijn een risico-inventarisatie en -evaluatie uit te voeren. Op basis van deze risico-inventarisatie en -evaluatie moet in een plan van aanpak worden vastgelegd wat er aan deze risico s gedaan gaat worden en wanneer u van plan bent om dat te gaan doen. Concreet betekent dit dat u schriftelijk moet vastleggen: Wat de gevaren in uw bedrijf zijn. Hoe groot de gevaren zijn en wie er schade door kunnen oplopen. Welke maatregelen u al heeft genomen om de risico s te beperken/elimineren. Welke maatregelen u nog gaat treffen (in het plan van aanpak). Verder geldt dat deze stukken moeten worden getoetst door de arbodienst. Tijdens het opstellen van deze RI&E was sprake van ontwikkelingen die kunnen leiden tot wijzigingen in de toetsingsprocedure. Voor de meest recente stand van zaken adviseren wij u contact op te nemen met het Centrum Natuursteen. Deze RI&E bestaat uit een vragenlijst en een aantal bijlagen, waaronder een model voor een Plan van Aanpak. Bij het doornemen van de vragen zal duidelijk worden of bepaalde risico s in uw bedrijf aanwezig zijn of dat sprake is van punten die voor verbetering in aanmerking komen. Een overzicht van deze punten gerangschikt op volgorde van prioriteit vormt de basis voor het op te stellen Plan van Aanpak. Leg in het plan van aanpak vast welke maatregelen u gaat nemen en wanneer u de verbeteringen doorgevoerd wil hebben. Niet alles hoeft in één keer te worden verbeterd, maar het is belangrijk een begin te maken. Betrek uw medewerkers bij het invullen/uitwerken van de RI&E en het Plan van Aanpak. Zij weten veel en moeten bovendien straks de maatregelen (meehelpen) 5

uitvoeren. Het betrekken van het personeel bij de RI&E en het Plan van Aanpak is ook op grond van de Arbowet verplicht. Als onderdeel van uw arbostukken dient een RI&E (inclusief een Plan van Aanpak en een overzicht van ongevallen) aanwezig te zijn die u bij eventueel bezoek van de arbeidsinspectie moet kunnen tonen. Deze stukken moeten op verzoek ook ter inzage zijn van het personeel. De RI&E is opgesteld voor het gemiddelde natuursteenbedrijf. Het is mogelijk dat in uw bedrijf situaties voorkomen die niet in de RI&E zijn genoemd. U zult die situaties dan zelf aan moeten vullen. Bij natuursteenbewerking is sprake van diverse risico s. De belangrijkste daarvan zijn fysieke belasting en blootstelling aan kwartsstof. Door het Centrum Natuursteen en Arbouw is actie ondernomen om een verbetering van de arbeidsomstandigheden in de natuursteensector te realiseren. Als een onderdeel daarvan is een zogenaamd A-blad Natuursteen opgesteld. Daarin staan de afspraken en maatregelen waarmee de sector een verbetering van de arbeidsomstandigheden wil realiseren. Verder is door het Centrum Natuursteen een (herziene versie van de) Arbokrant opgesteld. Die krant bevat een gedetailleerd overzicht van de oplossingen die er voor de natuursteenbedrijven mogelijk zijn om de arbeidsomstandigheden met name wat betreft de risico s fysieke belasting en kwartsstof te verbeteren. Het is belangrijk bij het opstellen van de RI&E en het Plan van Aanpak gebruik te maken van de informatie in het A-blad Natuursteen en de Arbokrant. 6

1 ALGEMENE BEDRIJFSGEGEVENS 1.1 Bedrijfsgegevens - Naam bedrijf - Straat Postcode/plaats - Postbus Postcode/plaats - Telefoon Telefax - E-mailadres/internetsite - Directeur 1.2 Nevenvestigingen - Zijn er nevenvestigingen * - Indien ja, wat is het adres - Stel ingeval van nevenvestigingen per vestiging een RIE op 1.3 Contactpersonen - Naam Functie - Arbo-coördinator: - Ingevuld door: Functie - Invuldatum 1.4 Arbodienst - Aangesloten bij arbodienst:.. - Adres Postcode/plaats - Contactpersoon arbodienst * Doorhalen wat niet van toepassing is. 7

2 GEGEVENS BEDRIJF EN PERSONEEL 2.1 Welk type werkzaamheden wordt uitgevoerd? - Grafwerk - Bouw (type:.. ) - Overige (type.... ) 2.2 Welke voor de arbeidsomstandigheden van belang zijnde onderdelen zijn er te onderscheiden? - Kantoor/administratie - Werkplaats - Showroom - Opslag gevaarlijke stoffen - Opslag natuursteen (buiten) - Overige (omschrijven.. ) 2.3 Is er een organisatieschema? (bijvoegen bij RIE) 2.4 Werknemers vallen onder de CAO (meerdere antwoorden mogelijk) - Natuursteenbedrijf - STS - Bouwbedrijf - UTA - Anders (omschrijven.. ) 2.5 Wat is de onderverdeling van het personeel naar leeftijd? Leeftijdsgroep aantal mannen aantal vrouwen - 15 t/m 17. - 18 t/m 45. - 46 t/m 65. 8

2.6 Hoeveel personen kunnen tot één van de volgende risicogroepen worden gerekend? - Onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal.. personen - Gedeeltelijk arbeidsongeschikt: ziektewet.. personen WAO.. personen - WAGW ers.. personen - Scholieren/stagiaires.. personen - Jeugdigen (t/m 17 jaar).. personen - Uitzendkrachten/inleenkrachten.. personen - Anders (toelichten.).. personen 2.7 Welke functies komen in uw bedrijf voor? Werkplaats - aankomend natuursteenbewerker.. personen - logistiek medewerker.. personen - onderhoudsmedewerker.. personen - vloerenschuurder.. personen - afwerker.. personen - polijster.. personen - machine operator.. personen- zager.. personen - zager/polijster.. personen - steenhouwer.. personen - beletteraar.. personen - grafwerksteller.. personen - controleur.. personen - chef werkplaats.. personen-..... personen 9

Stellers - grafwerksteller.. personen - bouwwerksteller (incl. tegelzetter of restauratie).. personen - voorman.. personen - chauffeur.. personen-..... personen Werkvoorbereding/Verkoop - verkoper grafwerk.. personen - werkvoorbereider.. personen - verkoper binnendienst.. personen - calculator.. personen - tekenaar.. personen - projectleider.. personen - inkoper.. personen-..... personen Kantoor/directie - schoonmaker.. personen - telefoniste / receptioniste.. personen - administratief medewerk(st)er.. personen - administrateur.. personen - boekhouder/controller.. personen - bedrijfsleider.. personen - directeur.. personen -..... personen 2.8 Heeft het personeelsbestand de afgelopen drie jaar (aanzienlijke) veranderingen ondergaan? Zo ja, geef dan aan (globaal) met hoeveel procent. - een toename per jaar met:.. % - een afname per jaar met:.. % - een groot verloop, per jaar met:.. % 2.9 Worden aanzienlijke veranderingen in het personeelsbestand verwacht? 10

Zo ja, geef dan aan (globaal) met hoeveel procent. - een toename per jaar met:.. % - een afname per jaar met:.. % - een groot verloop, per jaar met:.. % 11

3 ORGANISATIE VAN ARBOZORG EN VERZUIMBELEID 3.1 Zijn de doelstellingen van het arbo- en verzuimbeleid vastgelegd? De werkgever moet aan kunnen tonen dat er een arbobeleid samenhangend met het ondernemingsbeleid wordt gevoerd. Dit kan worden vastgelegd in de vorm van een intentieverklaring en/of een arbobeleidsplan. 3.2 Is er binnen het arbobeleid speciale aandacht voor risicogroepen? De werkgever moet binnen het arbobeleid extra aandacht geven aan risicogroepen; voorbeelden van risicogroepen zijn: jongeren (t/m 17 jaar); ouderen; stagiaires; leerlingen; werknemers die het Nederlands onvoldoende beheersen; zwangeren; nieuwe medewerkers; uitzendkrachten. 3.3 Agressie, discriminatie, (seksuele) intimidatie. - Is er binnen het arbobeleid speciale aandacht voor agressie/discriminatie/ intimidatie? - Is er een meldingsprocedure voor agressie/discriminatie/ intimidatie? - Wordt in geval van klachten actie ondernomen - Is er een vertrouwenspersoon aangesteld? 12

De werkgever moet binnen het arbobeleid aandacht geven aan het voorkomen van agressie (b.v. pesten), (seksuele) intimidatie en discriminatie. Dat moet o.a. blijken uit een meldings-/registratie procedure. Werknemers moeten weten bij wie ze in geval van klachten terecht kunnen (onafhankelijk vertrouwenspersoon). Dit mag iemand zijn uit het bedrijf, maar om de drempel laag te houden en waar nodig geheimhouding te garanderen een persoon van buiten het bedrijf is vaak beter, b.v. een bedrijfsarts van de arbodienst. Klachten moeten direct worden aangepakt door toezicht, voorlichting, sancties, e.d. (opnemen in het jaarplan) 3.4 Zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot arbeidsomstandigheden vastgelegd? Vastleggen (per functie) is noodzakelijk; opstellen van een arboorganisatieschema wordt aanbevolen; het beleid moet worden geconcretiseerd door de betrokkenen de daarvoor noodzakelijke middelen (tijd, bevoegdheden, opleiding, geld, etc.) ter beschikking te stellen 3.5 Is er een arbocoördinator aangesteld? Aanstellen wordt aanbevolen om meer kwaliteit en aandacht voor arbo te realiseren 3.6 RIE - Is er al eerder een RIE opgesteld? (Zo ja, wanneer?...) - Is de RIE ter inzage van het personeel? 13

Periodiek herhalen van de RIE (circa 1 keer per 4 jaar) wordt aanbevolen; herhalen is verplicht indien zich binnen het bedrijf wijzigingen voordoen (verbouwing; ander type werkzaamheden; e.d.) waardoor de arbeidsomstandigheden veranderd zijn. De RIE moet ter inzage zijn van het personeel; dit moet bij het personeel bekend zijn 3.7 Jaarplan - Is er een jaarplan opgesteld? - Wordt het plan opgesteld in overleg met het personeel? Jaarlijks moet een plan worden opgesteld met maatregelen om de risico s volgend uit de RIE op te lossen of te verminderen, met vermelding van de termijn waarop ze moeten zijn gerealiseerd. Het jaarplan moet jaarlijks in overleg met (een vertegenwoordiging van) het personeel schriftelijk worden geëvalueerd; het resultaat daarvan dient als basis voor het plan voor het komende jaar. Voor een voorbeeld van een jaarplan, zie de bijlage. 3.8 Zijn er afspraken over de ondersteuning door de arbodienst? - Verzuimbegeleiding - Arbospreekuur (bedoeld voor gezondheidsklachten die samenhangen met het werk of de arbeidsomstandigheden) - Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO) - Overige deskundige ondersteuning - Zijn deze afspraken bekend bij het personeel? Afspraken over ondersteuning zijn noodzakelijk; deze afspraken moeten bij het personeel bekend zijn; het personeel heeft recht op deelname aan arbospreekuur en PAGO, deelname is echter niet verplicht. Het personeel moet weten aan welk type onderzoek ze deel kunnen nemen en hoe / bij welke dienst ze daarvoor een afspraak kunnen maken 14

3.9 Verzuimbeleid - Wordt het verzuim geregistreerd - Wat was het verzuimpercentage de afgelopen 2 jaar? - vorig jaar (20. ):.. % - het jaar daarvoor (20. ):.. % - Heeft het bedrijf een ziekmeldingsprocedure? - Is er een plan voor begeleiding van zieke werknemers? De werkgever moet een verzuimbeleid voeren en dat met het personeel bespreken. Er moet een plan/protocol zijn waarin is vastgelegd wat er bij verzuim, door wie en op welk tijdstip moet gebeuren (bij wie melden; telefonisch contact; bezoek; terugkeergesprek; etc.). Het verzuim moet worden geregistreerd en geanalyseerd. 3.10 Roken - Is vastgelegd waar in het bedrijf wel/niet mag worden gerookt? - Zijn deze afspraken bij de werknemers bekend? 3.11 Wordt het arbobeleid met de werknemers besproken Bespreken met het personeel (of een vertegenwoordiging daarvan) is noodzakelijk. Zet overleg met het personeel over arboaspecten periodiek (1 tot 2 keer per jaar) op de agenda van een personeelsbijeenkomst en maak hiervan een verslag. 3.12 Werkoverleg - Vindt werkoverleg plaats? - Met welke frequentie:. - Vormt arbo een onderdeel van dit overleg - Wordt er een verslag opgesteld? - Vindt voorafgaand aan (grotere) projecten overleg plaats? 15

Aandacht voor arbo bij werkoverleg is noodzakelijk; inventariseer knelpunten (kunnen een bron zijn van actiepunten t.b.v. het jaarplan); leg vast wat er wordt besproken en afgesproken en kom daar bij volgend overleg op terug Bespreek bij projecten voor de aanvang van het werk de werkzaamheden; de risico s; afspraken over inzet hulpmiddelen/materieel; (arbo)maatregelen. Stel vast hoe dit gebeurt en wie verantwoordelijk is 3.13 Toezicht/sancties. - Is er toezicht op veilig werken / naleven arbovoorschriften? - Door wie wordt toezicht uitgeoefend:.... - Is er een sanctiebeleid bij niet opvolgen van procedures, voorschriften? Toezicht op het naleven van voorschriften m.b.t. veilige werkmethodes, gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, e.d. is vereist; er moet duidelijk zijn (vastgelegd) wie toezicht uitoefenen en wat de procedure is en wat de consequenties zijn als voorschriften niet worden nageleefd (sanctiebeleid) 3.14 Wordt aan de werknemers voorlichting en/of onderricht gegeven inzake de arbeidsomstandigheden? Voorlichting/onderricht zijn vereist om werknemers te informeren omtrent de risico s waaraan ze bij hun werk blootstaan en de werkmethode/maatregelen (b.v. persoonlijke beschermingsmiddelen) die ze moeten hanteren om de risico s zoveel mogelijk te beperken. Extra voorlichting kan nodig zijn voor specifieke groepen (jongeren, stagiaires, nieuwe werknemers; uitzendkrachten; etc.). Periodiek herhalen van voorlichting is noodzakelijk om werknemers gemotiveerd te houden en indien nodig gedragsverandering te realiseren. 3.15 Ongevallen 16

- Worden ongevallen geregistreerd - Is er een procedure voor melding/registratie van ongevallen - Is in de procedure rekening gehouden met het melden van ernstige ongevallen aan de Arbeidsinspectie? 3.16 Hoeveel ongevallen zijn er de laatste drie jaar aan de Arbeidsinspectie gemeld:.. ongevallen 3.17 Hoeveel ongevallen zijn er de afgelopen drie kalenderjaren geregistreerd? - jaar 200.. ongevallen - jaar 200.. ongevallen - jaar 200.. ongevallen 3.18 Worden ongevallen geanalyseerd teneinde maatregelen te treffen om herhaling te voorkomen? Ongevallen moeten worden geregistreerd en periodiek worden geanalyseerd zodat er lering uit kan worden getrokken Stel vast wie de registratie bijhoudt en op welke wijze (registratieformulier) Een overzicht van de ongevallen (aard en datum van het ongeval) die de laatste jaren hebben plaatsgevonden moet worden bijgehouden als onderdeel van de RIE en ter inzage zijn voor het personeel Door maatregelen (technisch/organisatorisch) (opnemen in plan van aanpak) moet de kans op ongevallen worden verkleind Ernstige ongevallen (dodelijke afloop; leidend tot ziekenhuisopname binnen 24 uur; leidend tot blijvend lichamelijk of geestelijk letsel (binnen twee jaar)) moeten aan de Arbeidsinspectie worden gemeld. 17

3.19 Bedrijfshulpverlening (BHV) / EHBO - Is er een op schrift gesteld bedrijfshulpverleningsplan? - Is er een op schrift gesteld ontruimingsplan? - Wordt er jaarlijks een ontruimingsoefening gehouden? - Zijn er BHV ers in het bedrijf? (zo ja hoeveel..) - Hebben BHV ers de vereiste opleiding? - Wordt periodiek nascholing gevolgd? - Is vervanging van de BHV er (vakantie, ziekte) geregeld? Binnen enkele minuten na brand of een ongeval moet hulp kunnen worden geboden en er moet zijn vastgelegd hoe dit is geregeld (BHVplan). Ook moet duidelijk zijn welke externe organisaties indien nodig worden ingeschakeld en door wie ze worden bijgestaan. Ingeval van calamiteiten moet er een ontruimingsplan zijn dat periodiek moet worden geoefend. Er moet minimaal 1 goed opgeleide BHV er aanwezig zijn (type opleiding en frequentie bijscholing registreren). Indien er met ploegen op locatie wordt gewerkt heeft het de voorkeur per ploeg een EHBO er te hebben. Indien dat niet mogelijk is moeten afspraken over adequate hulpverlening worden gemaakt. Breng alarmnummers aan op vaste en mobiele telefoons. 18

4 OPDRACHTVERWERVING, SAMENWERKING EN OVERLEG, WERKVOORBEREIDING 4.1 Wordt met de opdrachtgever / aannemer overlegd over de maatregelen die moeten worden getroffen om het werk veilig/gezond uit te voeren? Afspraken kunnen worden gemaakt over bereikbaarheid werkplek, gezamenlijk gebruik van hulpmiddelen, gebruik van schaft- en sanitaire voorzieningen, bedrijfshulpverlening, tochtdicht maken van ruimten, opslag en transport van materialen, etc. 4.2 Samenwerking: - Voert u projecten uit waarbij moet worden samengewerkt met andere aannemers of zelfstandigen? (indien nee ga verder met onderdeel 4.3) - Wordt er overleg gevoerd (vindt er afstemming plaats) over veilig/gezond werken met andere aannemers of zelfstandigen? - Worden deze afspraken schriftelijk vastgelegd? Indien op een bouwplaats door meerdere aannemers en/of zelfstandigen wordt gewerkt is samenwerking en overleg noodzakelijk teneinde het werk op een gezonde/veilige wijze te kunnen verrichten. B.v. verstrekken van informatie over risico s door het werk voor werknemers van andere aannemers, gezamenlijk gebruik van hulpmiddelen/voorzieningen, plaats van uitvoeren van hinderlijke (stof, lawaai) werkzaamheden, opgeruimd achterlaten van de werkplek, toegankelijkheid/begaanbaarheid van de bouwplaats, etc. 19

4.3 Wordt er waar nodig een V&G-plan opgesteld? /n.v.t. Natuursteenbedrijven werkzaam in de bouw kunnen bij grotere projecten of projecten met bijzondere risico s door de opdrachtgever/aannemer worden gevraagd een V&G deelplan aan te leveren 4.4 Wordt er bij de werkvoorbereiding rekening gehouden met arboaspecten? Door een goede werkvoorbereiding kunnen veel knelpunten in de uitvoering worden vermeden, b.v. materialen op maat aanleveren om bewerking op de werkplek te vermijden; zorgen voor aanwezig zijn van hulpmiddelen om het werk lichter te maken en stofvorming tegen te gaan; zorgen voor een veilige en goed bereikbare werkplek; etc. Raadpleeg voor de te treffen maatregelen het A-blad Natuursteen en de Arbokrant van het Centrum Natuursteen 20

5 ALGEMENE VOORZIENINGEN EN HYGIËNE 5.1 Is er een eetgelegenheid, schaftruimte of ruimte om koffie te drinken? 5.2 Indien ja, voldoet deze aan de vereisten (schoon, warm, droog, geventileerd, verlicht, afgestemd op het aantal gebruikers)? 5.3 Is er een ruimte waar men kan omkleden en douchen? 5.4 Indien ja, voldoet deze aan de vereisten (schoon, warm, droog mogelijkheid voor natte kleding, geventileerd, afgestemd op het aantal gebruikers, indien van toepassing, voor mannen en vrouwen gescheiden)? 5.5 Heeft men de beschikking over een afsluitbare bergplaats voor kleding? 5.6 Sanitaire voorzieningen - Zijn er voldoende sanitaire voorzieningen? - Voldoen ze aan de vereisten (schoon, warm, droog, geventileerd)? Tot 10 werknemers tenminste 1 toilet; bij 10 of meer werknemers naar seksen gescheiden toiletten en voor iedere 15 (of minder) werknemers van hetzelfde geslacht tenminste 1 toilet 5.7 Worden de werkplekken/voorzieningen regelmatig schoongehouden? 5.8 BHV/EHBO - Is er in de werkplaats een EHBO-/verbandtrommel type A? - Is er per ploeg/auto een EHBO-/verbandtrommel type B? - Worden de trommels periodiek (maandelijks) gecontroleerd/ aangevuld? - Is vastgelegd wie dat moet doen? - Zijn er voldoende brandblusmiddelen in het kantoor/ de werkplaats zo ja welk type: - Zijn er poederblussers in de auto s aanwezig? - Worden de blusmiddelen periodiek gekeurd? - Zijn de blusmiddelen op de juiste plaats en op de juiste wijze 21

bevestigd? - Zijn er voldoende nooduitgangen? - Zijn deze gemakkelijk te openen (van binnen naar buiten)? - Worden vluchtroutes vrijgehouden? - Zijn vluchtroutes en blusmiddelen op de juiste wijze gemarkeerd? - Zijn nooduitgangen die bij uitvallen van de verlichting slecht zichtbaar zijn, voorzien van noodverlichting? - Is er in de werkplaats een eerste hulppost aanwezig - Is op deze post een duidelijk zichtbare instructie aanwezig wat er moet worden gedaan in geval van calamiteiten - Is op deze post een duidelijk leesbaar nummer aanwezig i.v.m. calamiteiten - Is de post voorzien van de noodzakelijke eerste hulp uitrustin - Is de post voorzien van de vereiste signalering Nooduitgangen en blusmiddelen moeten op afstand zichtbaar zijn (gemarkeerd) en goed bereikbaar zijn. Blusmiddelen moeten periodiek worden gekeurd. Brandblussers in werkplaats/kantoor moeten door ophangen worden bevestigd. 5.9 Zijn verbindingswegen waarlangs intern transport plaatsvindt duidelijk gemarkeerd en gescheiden van werkplekken /n.v.t. 5.10 Deuren/doorgangen - Zijn deuren zodanig uitgevoerd dat transport/passeren zonder gevaar plaats kan vinden? - Zijn er deuren die hoofdzakelijk door voertuigen worden gebruikt? - Indien ja, is er indien nodig een aparte (veilige) doorgang voor voetgangers? 22

6 KANTOOR EN WERKPLAATS 6.1 Hebben de werknemers voldoende (werk)ruimte? 6.2 Is de onderhoudstoestand van de (werk)ruimten voldoende? 6.3 Stoelen/meubilair: - Hebben werknemers beschikking over stoelen van goede kwaliteit? - Zijn stoelen instelbaar op de lengte van werknemers? - Zijn bureaus instelbaar op de lengte van werknemers? - Kunnen werknemers indien nodig beschikken over een voetensteun? Stoelen volgens NEN 1812, met o.a. instelbare hoge rugleuning, instelbare zitdiepte en korte instelbare armsteunen. 6.4 Beeldschermwerk - Zijn er werknemers die meer dan 2 uur per dag aan een beeldscherm werken? Indien ja, vul dan per beeldschermwerkplek de vragenlijst beeldschermwerk in (zie bijlage) - Worden werknemers die meer dan 2 uur per dag aan een beeldscherm werken in de gelegenheid gesteld hun gezichtsvermogen te laten onderzoeken? - Zijn er werknemers die langer dan (de maximaal toegestane) 6 uur per dag aan een beeldscherm werken? - Worden werknemers die aan een beeldscherm werken regelmatig in de gelegenheid gesteld een korte pauze te nemen, ofwel het werk af te wisselen met andere werkzaamheden? - Zijn er klachten over beeldschermwerk? 23

Werknemers die beeldschermwerk verrichten (meer dan 2 uur) moeten periodiek in de gelegenheid worden gesteld hun gezichtsvermogen te laten onderzoek. Een oogonderzoek dient ook plaats te vinden bij werknemers die beeldschermwerk gaan uitvoeren.. 6.5 Printer/kopieermachine: - Is er een printer en/of kopieermachine die intensief wordt gebruikt - Indien ja, zijn er klachten over hinder (geluid, geur) - Indien ja, is het apparaat in een afzonderlijke ruimte geplaatst? 6.6 Licht/verlichting: - Komt er voldoende daglicht binnen (ramen en lichtkoepels)? - Worden ramen, lichtkoepels en armaturen regelmatig schoongemaakt? - Is er gelijkmatig en voldoende licht op de werkplekken? - Is er hinder van spiegeling, glans of lichtinval? - Kunnen werkplekken/-ruimtes afdoende worden afgeschermd tegen de zon (zonwering, bijvoorkeur aan de buitenkant van het raam)? - Worden defecte of oude lampen (geven lagere lichtopbrengst) regelmatig vervangen? In werkruimten dient het oppervlak van de daglichtopeningen tenminste 5% van het vloeroppervlak te bedragen. Voor het uitvoeren van taken is de hoeveelheid licht die nodig is om details scherp te kunnen waarnemen, onder andere afhankelijk van de grootte van de details en de leeftijd. Het oog van een 50-jarige heeft 2x zoveel licht nodig als dat van een 40-jarige; een 60-jarige 5 maal zo veel. Te grote contrasten in lichtniveau en reflecties hinderen de taakwaarneming. Daarom moet bijvoorbeeld een beeldscherm niet voor een raam of met het scherm naar het raam worden opgesteld, maar met de schermrichting loodrecht op het raam worden geplaatst. 6.7 Klimaat: - Zijn er klachten over tocht? 24

- Ondervindt men hinder van te grote temperatuursverschillen - Kunnen de werkplekken/-ruimtes in voldoende mate worden verwarmd? - Zijn er voldoende ventilatiemogelijkheden? Per werknemer minimaal 30 m 3 per uur; tenminste 50 m 3 per uur is gewenst; in kantoren is kunstmatige ventilatie meestal niet noodzakelijk, de vereiste luchtverversing kan vaak ook met natuurlijke ventilatie worden gerealiseerd. 6.8 Vloeren: - Zijn de vloeren voldoende vlak en stroef - Zijn vloeren/looppaden vrij/opgeruimd - Zijn er obstakels aanwezig (materialen, snoeren, e.d.)? - Zijn kabels weggewerkt om struikelen te voorkomen? - Is er een goede afvoer van water op de vloer? - Zijn er voorzieningen waardoor men niet permanent in het water hoeft te staan (bijvoorbeeld een rubberen ringenmat)? 25

7 WERK OP LOCATIE (IN DE BOUW, OP DE BEGRAAFPLAATS) 7.1 Komt werk op locatie in uw bedrijf voor? Indien ja, op welk type locatie? - begraafplaats - bouw - anders (graag toelichten.) Indien werk op locatie in uw bedrijf niet voorkomt, dan hoeft u de resterende vragen in dit hoofdstuk niet in te vullen. 7.2 Wordt de werklocatie vooraf beoordeeld op bereikbaarheid, toegankelijkheid en begaanbaarheid? 7.3 Worden er bij werk in steden, waar parkeren en opslag van materialen buiten problemen kan opleveren, van te voren afspraken gemaakt of maatregelen getroffen om dit knelpunt op te lossen (b.v. plaatsen van een container)? 7.4 Wordt van te voren afgewogen welk type materieel of hulpmiddelen moet worden ingezet om de fysieke belasting te beperken (voor oplossingen zie het A-blad)? 7.5 Wordt van te voren afgewogen wat moet worden gedaan om de blootstelling aan kwartsstof te beperken (voor oplossingen zie het A-blad)? 7.6 Wordt van te voren afgewogen of blootstelling aan andere belastende factoren (b.v. gevaarlijke stoffen, geluid, trillingen, e.d..; zie ook het A-blad) te verwachten is en wat moet worden gedaan om dat te beperken? 7.7 Wordt van te voren afgewogen welke maatregelen noodzakelijk zijn om een goede veiligheid op de werkplek te realiseren? 7.8 Wordt voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gecontroleerd of de 26

veiligheidssituatie voldoet aan de te stellen eisen (b.v. een gekeurde steiger)? 7.9 Wordt (waar nodig) gezorgd voor het aanwezig zijn van adequate verlichting? 7.10 Wordt gezorgd voor het aanwezig zijn van de noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen? 7.11 Wordt (waar nodig) gezorgd voor het aanwezig zijn van een schaftruimte en sanitaire voorzieningen? 27

8 WELZIJN, WERKINHOUD, WERKDRUK 8.1 Is er (in het algemeen) een goede sfeer in het bedrijf? 8.2 Wordt vaak onder een te hoge werkdruk gewerkt? 8.3 Wordt structureel overgewerkt? 8.4 Worden de werknemers voldoende geïnformeerd over lopende en geplande activiteiten in/rond het bedrijf? 8.5 Hebben de werknemers voldoende afwisseling in hun werk? 8.6 Hebben zij zelf invloed op de wijze waarop zij hun werk uitvoeren? 8.7 Hebben de werknemers invloed op de inrichting van hun eigen werkplek? 8.8 Hebben de werknemers vaak te maken met moeilijke klanten of agressie? 8.9 Weten de werknemers voldoende wat hun taken zijn en welke eisen aan hen worden gesteld? 8.10 Wordt voldoende rekening gehouden met suggesties van de werknemers en wordt hun vakkennis voldoende benut? 8.11 Mogen de werknemers zich periodiek laten bijscholen en worden zij daarin gestimuleerd? 8.12 Vinden er structureel individuele functioneringsgesprekken plaats? 28

9 VEILIGHEID EN ARBEIDSMIDDELEN 9.1 Wordt de veiligheid en onderhoudstoestand van werkruimtes en werkplekken regelmatig gecontroleerd? Indien ja, met welke frequentie:. 9.2 Wordt daarvoor gebruik gemaakt van een inspectielijst 9.3 Worden de tijdens inspecties geconstateerde knelpunten zo spoedig mogelijk verholpen? Een goede veiligheidssituatie is alleen te bereiken door regelmatig inspecties uit te voeren en de daarbij aangetroffen knelpunten te verhelpen. Bij de inspectie is aandacht nodig voor een groot aantal punten die hier niet in detail worden opgesomd. Voorbeelden van punten zijn: beveiligingen op machines/gereedschappen; afscherming van draaiende delen; elektrische veiligheid (beschadigde kabels, stekkers, etc.); veilige opslag (voldoende stabiel, constructie afgestemd op de belasting); gebruik van gekeurd gereedschap en materieel; conditie hijsmiddelen en vermelding maximale last; veiligheid van heftrucks; veilige werkmethoden 9.4 Worden arbeidsmiddelen (gereedschappen en machines) periodiek gekeurd? 9.5 Worden arbeidsmiddelen vallend in een veiligheidsklasse met een relatief laag risico binnen het bedrijf zelf gekeurd? 9.6 Worden de keuringen die het bedrijf zelf doet, uitgevoerd door een werknemer die een daarvoor noodzakelijke opleiding heeft gevolgd? 9.7 Is de keuringsdatum op de arbeidsmiddelen vermeld? 29

Keuring van arbeidsmiddelen is verplicht. Keuring van middelen vallend in de veiligheidsklasse 0 en 1 mag worden uitgevoerd door daartoe opgeleid personeel. Dat geldt ook voor klasse 2, met als extra voorwaarde dat de keuringsfunctionaris een onafhankelijke positie dient te hebben t.o.v. degenen die belang hebben bij de uitkomsten van het onderzoek. Voor arbeidsmiddelen van veiligheidsklasse 3 en hoger zal in het algemeen een externe keuringsinstantie moeten worden ingeschakeld. Voor keuring van middelen in veiligheidsklasse 0 t/m 2 kan gebruik worden gemaakt van het Handboek Arbeidsmiddelen van Arbouw. 9.8 Is duidelijk vastgelegd en bij het personeel bekend wie welke arbeidsmiddelen mag bedienen? Arbeidsmiddelen met specifieke risico s (b.v. heftrucks) mogen alleen worden bediend door daarin geschoold personeel. Verder mogen jeugdigen (t/m 17 jaar) niet werken met middelen of in situaties die schadelijk kunnen zijn voor de veiligheid/gezondheid (b.v. hoge geluidsniveaus, gevaarlijke stoffen, e.d.) 9.9 Wordt er gebruik gemaakt van heftrucks met dieselaandrijving? De uitlaatgassen van heftrucks met dieselaandrijving zijn kankerverwekkend. Bij gebruik in werkplaatsen kunnen voor de gezondheid schadelijke concentraties ontstaan. De uitlaatgassen kunnen worden gezuiverd (katalysator of filter) maar beter is voor binnenwerk gebruik te maken van een elektrisch aangedreven heftruck 30

10 LICHAMELIJKE BELASTING 10.1 Bij natuursteenbewerking is regelmatig sprake van een (te) zware lichamelijke belasting door tillen of dragen van zware materialen en door ongunstige werkhoudingen. Worden door uw bedrijf, de in het A-blad en de Arbokrant aanbevolen maatregelen uitgevoerd, om deze belasting te beperken of te verbeteren? 10.2 Worden de in het A-blad opgenomen afspraken ter verbetering/ beperking van de lichamelijke belasting nagekomen? 10.3 Welke knelpunten resteren er m.b.t. lichamelijke belasting in uw bedrijf? - Werk in een ongunstige lichaamshouding - Werkhoogte niet afgestemd op de taak en/of de werknemer - Tillen van zware voorwerpen - Dragen van zware voorwerpen - Duwen en trekken (o.a. bij positioneren) van zware voorwerpen - Langdurig innemen van dezelfde (ongunstige) houding - Langdurig staand werken (gebruik sta-steun overwegen) - Langdurig uitoefenen van kracht - Ver reiken - Andere (indien ja, toelichten..) De zware lichamelijke belasting is een belangrijk knelpunt bij natuursteenbewerking. Om daarin verbetering aan te brengen is er door de branche een A-blad Natuursteen ontwikkeld waarin afspraken staan die door natuursteenbedrijven zullen worden nageleefd om de belasting te verbeteren/beperken. Verder is er in het A-blad (uitgegeven door Arbouw) en in de Arbokrant (gepubliceerd door het Centrum Natuursteen) een overzicht opgenomen van maatregelen/hulpmiddelen waarmee de lichamelijke belasting kan worden verbeterd of beperkt. 31

11 TRILLINGEN Werknemers rijdend op heftrucks of ander materieel worden blootgesteld aan lichaamstrillingen. De trillingsbelasting is afhankelijk van het type materieel, de onderhoudstoestand, de rijsnelheid, de ondergrond. Een te hoge en langdurige belasting kan gezondheidsklachten veroorzaken. Aanvullende informatie over trillingsbelasting en het vaststellen of lichaamstrillingen in uw bedrijf een gezondheidsrisico vormen is opgenomen in bijlage 4. 11.1 Zijn er in uw bedrijf werknemers die langer dan 1 uur per dag op een heftruck of ander materieel rijden? 11.2 Indien ja, worden maatregelen genomen om de blootstelling aan Lichaamstrillingen te beperken, zoals: - Periodiek onderhoud - Goede stoel - Vlakke ondergrond - Beperken rijsnelheid - Afwisselen van de werkzaamheden Veel elektrisch of pneumatisch handgereedschap produceert trillingen zoals boor-, schuur- en polijstgereedschappen; modelleren en boucharderen met pneumatische apparatuur. Langdurige blootstelling aan een te hoge trillingsbelasting kan gezondheidsklachten veroorzaken zoals gewrichtsklachten of zogenaamde dode of witte vingers. Aanvullende informatie over trillingsbelasting en het vaststellen of handarmtrillingen in uw bedrijf een gezondheidsrisico vormen is opgenomen in bijlage 4. 32

11.3 Zijn er in uw bedrijf werknemers die langer dan 1,5 uur per dag met aangedreven handgereedschap werken? (hierbij gaat het om de totale tijd dat het gereedschap belast wordt gebruikt, b.v. 1,5 uur aaneengesloten of steeds korte perioden van 10 minuten per uur) 11.4 Indien ja, hoeveel werknemers worden langer dan 1uur blootgesteld: personen Bij welke bewerkingen wordt men blootgesteld: - Polijsten - Schuren/slijpen - Hakken - Overige (welke werkzaamheden?..) 11.5 Indien ja, worden maatregelen genomen om de blootstelling aan hand-arm trillingen te beperken, zoals: - Periodiek onderhoud - Afwisselen van de werkzaamheden 11.6 Wordt bij de aanschaf van gereedschap rekening gehouden met de trillingsbelasting? De leverancier moet informatie over de trillingsbelasting verstrekken. Er is trillingsarm handgereedschap (o.a. hakhamers) verkrijgbaar dat tot een lagere blootstelling aan hand-arm trillingen leidt. 33

12 GELUID 12.1 Worden werknemers in uw bedrijf blootgesteld aan hoge geluidsniveaus? Bij veel vormen van natuursteenbewerking is sprake van een voor het gehoor schadelijk geluidsniveau, b.v. bij zagen, doorslijpen, stralen en hakken, waarbij de grenswaarde voor geluid (85 db(a)) wordt overschreden. Jarenlange blootstelling aan dergelijke geluidsniveaus zonder gehoorbescherming te gebruiken leidt tot lawaaidoofheid. U moet er vanuit gaan dat ook in uw bedrijf sprake is van plaatsen/bewerkingen met te hoge geluidsniveaus, tenzij u door metingen aan kunt tonen dat dit niet het geval is of indien deze bewerkingen in uw bedrijf niet worden uitgevoerd. Aanvullende informatie over geluidsniveaus bij natuursteenbewerking en het vaststellen of de blootstelling aan geluid in uw bedrijf een gezondheidsrisico vormt is opgenomen in bijlage 5. 12.2 Hoeveel werknemers worden er blootgesteld aan hoge geluidsniveaus:. 12.3 Wat zijn de belangrijkste geluidbronnen: - Hakken - Stralen - Zagen - Anders (welke ) 12.4 Zijn de geluidsniveaus in uw bedrijf door metingen vastgesteld? 12.5 Is er een (schriftelijk) plan om het geluidsniveau terug te dringen? 12.6 Worden er maatregelen getroffen om de blootstelling aan geluid te verlagen, zoals: - Maatregelen aan de apparatuur 34

- Plaatsen van belangrijke lawaaibronnen in een aparte (geïsoleerde) ruimte - Afschermen/scheiden van lawaaiige werkzaamheden van niet lawaaiige bewerkingen Bij overschrijding van de grenswaarde (85 db(a)) moeten maatregelen worden getroffen om de geluidsniveaus te verlagen. Dat moet bijvoorkeur aan de bron (b.v. een minder lawaaiige vorm van bewerking of gebruik van geluidgedempte zaagbladen). Ook het opstellen van de lawaaibron in een aparte ruimte of (af)scheiden van lawaaiige en niet lawaaiige werkzaamheden kan een goede maatregel zijn om de blootstelling te verlagen. Als met deze maatregelen het niveau onvoldoende kan worden verlaagd, zal gehoorbescherming moeten worden gebruikt. 12.7 Worden werknemers gewaarschuwd voor plaatsen/bewerkingen met een te hoog geluidsniveau door: - Afbakenen van plaatsen met een geluidsniveau hoger dan de grenswaarde (85 db(a) - Waarschuwingssticker op gereedschap dat bij gebruik leidt tot een te hoge blootstelling aan geluid Markering is verplicht op plaatsen waar de grenswaarde wordt overschreden. 12.8 Wordt bij de aanschaf van machines en gereedschap rekening gehouden met de geluidsbelasting? 12.9 Zijn er voor werknemers gehoorbeschermingsmiddelen aanwezig met een keuzemogelijkheid voor de werknemers wat betreft het type bescherming? De werkgever moet aan werknemers die worden blootgesteld aan voor het gehoor schadelijke geluidsniveaus (80 db(a) of hoger gemiddeld over een werkdag) gehoorbescherming verstrekken. De werknemers zijn verplicht gehoorbescherming te gebruiken bij geluidsniveaus hoger dan 35

de grenswaarde (85 db(a)). 12.10 Wordt de bescherming ook gebruikt? nooit/soms/vaak/altijd 12.11 Is het type gehoorbescherming dat wordt gebruikt, afgestemd op het geluidsniveau? Bij een aantal vormen van natuursteenbewerking, o.a. zagen, hakken, stralen, is het geluidsniveau vaak dermate hoog dat watten of proppen onvoldoende bescherming bieden. Er zal dan gebruik moeten worden gemaakt van een gehoorkap of van otoplastieken. 12.12 Worden werknemers in de gelegenheid gesteld en gestimuleerd hun gehoor periodiek door de arbodienst te laten controleren? Werknemers die worden blootgesteld aan voor het gehoor schadelijke geluidsniveaus (80 db(a) of hoger gemiddeld over een werkdag) moeten in de gelegenheid worden gesteld hun gehoor periodiek te laten onderzoeken. 12.13 Krijgen werknemers voorlichting en instructie over risico's van geluid en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's)? Voorlichting/instructie is verplicht voor werknemers die worden blootgesteld aan voor het gehoor schadelijke geluidsniveaus (80 db(a) of hoger gemiddeld over een werkdag). 36

13 GEVAARLIJKE STOFFEN; KWARTSSTOF 13.1 Wordt er kwartsbevattende natuursteen of composiet bewerkt, of steensoorten waarvan onbekend is of er kwarts inzit? Langdurige blootstelling aan te hoge concentraties kwartsstof kan longaandoeningen veroorzaken en is een belangrijk knelpunt bij natuursteenbewerking. Om daarin verbetering aan te brengen is er door de branche een A-blad Natuursteen ontwikkeld waarin afspraken staan die door natuursteenbedrijven zullen worden nageleefd om de blootstelling aan kwartsstof te beperken. Verder is er in het A-blad (uitgegeven door Arbouw) en in de Arbokrant (gepubliceerd door het Centrum Natuursteen) een overzicht opgenomen van maatregelen waarmee de stofconcentraties kunnen worden verlaagd. 13.2 Indien ja, vermeldt hieronder de steensoorten en het kwartsgehalte steensoort kwartsgehalte (%).. %.. %.. %.. %.. %.. %.. %.. % Van steensoorten waarvan het kwartsgehalte onbekend is, moet het kwartsgehalte door meting worden bepaald, of anders moet worden verondersteld dat de steensoort kwartsbevattend is. Informeer voor het kwartsgehalte bij de leverancier en/of raadpleeg de lijst opgesteld door het Centrum Natuursteen. 37

13.3 Worden indien door uw bedrijf kwartshoudende steensoorten worden bewerkt de in het A-blad en de Arbokrant aanbevolen maatregelen uitgevoerd om de blootstelling aan kwartshoudend stof te beperken? 13.4 Worden de in het A-blad opgenomen afspraken ter verlaging van de blootstelling aan kwartshoudend stof nagekomen? 13.5 Welke werkzaamheden/bewerkingen met blootstelling aan kwartshoudend stof zijn er in uw bedrijf? Vermeld alleen de bewerkingen waarbij sprake kan zijn van een overschrijding van de grenswaarde voor respirabel kwartsstof en waarbij volgens het A-blad gebruik van ademhalingsbescherming noodzakelijk is. bewerking..... type ademhalingsbescherming 13.6 Worden de vereiste ademhalingsbeschermingsmiddelen aan de werknemers verstrekt? 13.7 Worden de voorgeschreven ademhalingsbeschermingsmiddelen door de werknemers gebruikt? 13.8 Is volgens de gegevens in het A-blad, toepassing van kunstmatige ventilatie vereist? Indien ja: - Wat is de vereiste luchthoeveelheid:. m 3 /uur. 38

- Is ruimteventilatie met deze vereiste luchthoeveelheid aanwezig? 39

13.9 Krijgen de werknemers voorlichting en instructie over de risico's van kwartstof en de maatregelen die ze moeten treffen om de concentratie zo laag mogelijk te houden en zich er tegen te beschermen? 13.10 Worden werksituaties waarbij sprake is van blootstelling aan hoge concentraties kwartsstof geregistreerd? Kwartsstofconcentraties boven de grenswaarde kunnen (na jarenlange blootstelling zonder gebruik te maken van ademhalingsbescherming) leiden tot het ontstaan van longkanker. Indien werknemers aan kankerverwekkende stoffen worden blootgesteld is de werkgever verplicht een registratie bij te houden. Daarin moet worden vastgelegd welke werknemers er worden blootgesteld, hoe vaak dat gebeurt, bij welke bewerkingen dat gebeurt en bij welk type materiaal. Dus werksituaties waarin een concentratie kwartsstof hoger dan de grenswaarde wordt verwacht moeten worden geregistreerd. Dat zijn werksituaties of bewerkingen waarbij volgens het A-blad Natuursteen ademhalingsbescherming moet worden gebruikt. 40

14 GEVAARLIJKE STOFFEN (M.U.V. KWARTSTOF) Toxische of gevaarlijke stoffen zijn stoffen die gevaar opleveren indien men er via de ogen, de luchtwegen, of de huid mee in aanraking komt, of die bij gebruik tot ongevallen kunnen leiden (bijvoorbeeld explosie). Veel van deze stoffen zijn ook slecht voor het milieu. Bij verpakte stoffen moeten eventuele gevaren op het etiket zijn aangegeven in de vorm van een gevarensymbool en/of zogenaamde R-zinnen. De natuursteenbewerker krijgt in zijn werk o.a. te maken met kwartshoudend stof, lijmen, oplosmiddelen en verdunningsmiddelen. 14.1 Is er een stoffen register aanwezig? Door het registreren van de grondstoffen en hulpstoffen die worden verwerkt (inclusief de gevaarsaspecten) krijgt men een beter inzicht in eventuele gevaren t een. Voor een voorbeeld van een register en de gegevens die daarin moeten worden opgenomen wordt verwezen naar de bijlage. 14.2 Geef hieronder de producten aan die u regelmatig gebruikt en waarop een gevarensymbool en/of zogenaamde R-zinnen aanwezig zijn; vermeld het symbool (C, E, Xi, F+, N, F, O, Xn, T) en de R-zinnen (b.v. R40): product gevarensymbool/ R-zinnen 14.3 Zijn er product- of veiligheidsinformatiebladen aanwezig van de in gebruik zijnde stoffen? 14.4 Zijn er informatiebladen aanwezig ten behoeve van de werknemers? 41

Informatie over de eigenschappen van producten moet door de leverancier worden verstrekt in de vorm van product- of veiligheidsinformatiebladen. Voor de werknemer moet er op de werkplek een informatieblad aanwezig zijn waarop is aangegeven wat de risico s zijn van het product, welke voorzorgsmaatregelen moeten worden getroffen bij verwerking en wat hij moet doen bij calamiteiten. U kunt productinformatiebladen laten opstellen (b.v. door een arbodienst) maar u kunt ze ook zelf opstellen door gebruik te maken van het door Arbouw ontwikkelde systeem PISA (zie bijlage). 14.5 Wordt er gewerkt met producten die kankerverwekkend zijn of schade aan het erfelijk materiaal kunnen toebrengen (o.a. herkenbaar aan de R-zinnen 45, 46 en 49)? Indien blootstelling optreedt aan stoffen die kankerverwekkend zijn of schade aan het erfelijk materiaal kunnen veroorzaken, moeten extra voorzorgsmaatregelen worden getroffen. Verder is de werkgever verplicht een registratie bij te houden. Daarin moet worden vastgelegd welke werknemers er worden blootgesteld, hoe vaak dat gebeurt, bij welke bewerkingen dat gebeurt en bij welk type materiaal. Waar mogelijk moeten stoffen met kankerverwekkende eigenschappen worden vervangen door andere (niet kankerverwekkende) stoffen. 14.6 Is de blootstelling aan gevaarlijke stoffen gemeten? 14.7 Indien ja: - Worden er grenswaarden overschreden? - Zijn maatregelen om de blootstelling te verlagen noodzakelijk? - Is vervolgonderzoek noodzakelijk? 14.8 Zijn er maatregelen getroffen om de blootstelling aan gevaarlijke stoffen te verminderen (zie voor een overzicht van de mogelijke maatregelen het A-blad)? 14.9 Indien ja, welke maatregelen heeft u getroffen? -.. -.. 42

-.. -.. -.. -.. -.. 14.10 rijgen de werknemers voorlichting en instructie over de risico's van de stoffen waarmee ze werken en de maatregelen die ze in acht moeten nemen om zich daartegen te beschermen? 14.11 Is er in de werkruimtes alleen een dagvoorraad gevaarlijke stoffen aanwezig? 14.12 Worden verpakkingen/flessen na gebruik afgesloten? 14.13 Opslag: - Is er een geventileerde opslagruimte die voldoet aan de voorschriften? - Is deze ruimte afsluitbaar? - Is er iemand verantwoordelijk voor het onderhoud van de opslagruimte? - Zijn de verpakkingen afgesloten? - Worden lekkende verpakkingen verwijderd? 43

Gedetailleerd richtlijnen waaraan opslagruimten moeten voldoen zijn opgenomen in de zogenaamde CPR-richtlijnen (CPR 15-1). De voorschriften waaraan moet worden voldaan zijn afhankelijk van de grootte van de voorraad en de aard van de producten. Hoeveelheden tot 150 liter/kg mogen in een losse kast. Voor een bouwkundige kast is het maximum 250 liter/kg en voor een kluis 500 tot 2500 liter/kg. Verder zijn er (afhankelijk van de grootte van de opslag) voorschriften voor ventilatie (natuurlijk of kunstmatig), opvang (lekbakken), compartimentering (producten die bij mengen/contact tot gevaarlijke situaties leiden moeten worden gescheiden (aparte lekbak)) en brandpreventie (explosieveilige elektrische installatie, brandblusser) 14.14 Vindt afvoer/verwijderen van resten van gevaarlijke stoffen en lege verpakkingen plaats volgens de daarvoor geldende voorschriften? 14.15 Worden werknemers (af en toe) blootgesteld aan gevaarlijke stoffen waarvoor specifieke regelgeving geldt, zoals asbest? 44

15 LEGIONELLA Legionellabacteriën kunnen in de lucht komen door verneveling, zoals bij gebruik van een douche of bij het nat slijpen van natuursteen. Inademen van damp/nevel met legionellabacteriën kan de zogenaamde veteranenziekte veroorzaken. De regelgeving schrijft voor dat bedrijven waar sprake kan zijn van verneveling van water een beheersplan op moeten stellen (en in stand houden) waarin de maatregelen zijn vastgelegd om de groei en de verspreiding van de legionellabacterie zoveel mogelijk te beperken (zie ook het A-blad Natuursteen.) 15.1 Zijn er plaatsen in het bedrijf waar water wordt verneveld (douche, natuursteen- bewerking? (ook incidentele vormen van verneveling vermelden, omdat daarbij door langdurig stilstaan van water sprake kan zijn van bacteriegroei) 15.2 Zijn er maatregelen getroffen om de groei en verspreiding van legionellabacteriën zoveel mogelijk te beperken (zie het A-blad voor de te treffen maatregelen) 15.3 Is er een beheersplan opgesteld? 15.4 Wordt er door het bedrijf gebruik gemaakt van water anders dan leidingwater (b.v. oppervlaktewater, grondwater) Indien ja, welk type water:. 15.5 Wordt er in het bedrijf gebruik gemaakt van waterrecirculatie? - Indien ja, wordt dit water voor hergebruik gefilterd/gezuiverd? - Indien ja, wordt er aan het water een ontsmettingsmiddel toegevoegd om bacteriegroei te remmen? - Indien ja, wordt periodiek met metingen vastgesteld of concentratie legionellabacteriën in het water onder de daarvoor geldende grenzen ligt? 45

16 OVERIGE ARBOASPECTEN Onderstaande risico s zullen op de meeste natuursteenbedrijven niet van toepassing zijn, volledigheidshalve zijn er toch een aantal vragen over opgenomen 16.1 Kunnen werknemers worden blootgesteld aan ioniserende straling? 16.2 Worden werknemers blootgesteld aan UV-straling (door b.v. lassen)? 16.3 Kunnen werknemers worden blootgesteld aan andere soorten straling (b.v. in de omgeving van zendmasten) of elektro magnetische velden? Indien ja, welk type:. 16.4 Wordt er (af en toe) gewerkt in besloten ruimten?( b.v. in grafkelders) 16.5 Indien ja, worden dan de voor dergelijke werkzaamheden geldende voorschriften in acht genomen? 46

17 PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (PBM) 17.1 Welke PBM's worden door het bedrijf aan werknemers verstrekt? - Kleding (b.v. winterpak) - Bescherming tegen UV-straling bij buitenwerk (bril, crème) - Gehoorbescherming (welk type..) - Hoofdbescherming - Gelaatsbescherming (veiligheidsbril, gelaatsscherm) - Kniebescherming (bij geknield werken) - Veiligheidsschoenen / veiligheidslaarzen - Werkhandschoenen - Handschoenen voor werken met gevaarlijke stoffen - Ademhalingsbeschermingsmiddelen indien ja, welk type:. - Andere beschermingsmiddelen, namelijk Voor een toelichting op de keuze en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen wordt ook verwezen naar het A-blad Natuursteen. 17.2 Worden de persoonlijke beschermingsmiddelen ook gebruikt/ gedragen? 17.3 Wordt er toezicht uitgeoefend op het gebruik? 17.4 Verkeren de PBM in een goede onderhoudstoestand? 17.5 Wordt een register van de beschermingsmiddelen bijgehouden? 17.6 Is vastgelegd aan welke werknemers welke types PBM moeten worden verstrekt? 17.7 Is vastgelegd wie voor verstrekking van PBM verantwoordelijk is? 17.8 Is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor beheer, onderhoud, 47

vervanging van de PBM? 17.9 Wordt voorlichting/instructie gegeven over het belang van en de wijze van gebruik van PBM? Voor persoonlijke beschermingsmiddelen geldt een aanvullende inventarisatie verplichting. Dat houdt in dat de werkgever aan moet kunnen tonen dat op een verantwoorde wijze met persoonlijke beschermingsmiddelen wordt omgegaan. Kies daarom in overleg met het personeel op een zorgvuldige wijze per type risico één of meerder geschikte soorten bescherming. Verstrek voorlichting/instructie om de werknemers te motiveren tot gebruik en ze te trainen in een juist gebruik. Ontwikkel een sanctiebeleid om indien nodig het gebruik van PBM dwingend voor te kunnen schrijven. Leg ook vast wie verantwoordelijk is voor inkoop, verstrekken, onderhoud, vervangen, e.d.. Leg de afspraken op schrift vast. Regel dat ook nieuwkomers, stagiaires e.d. de juiste beschermingsmiddelen en waar nodig instructie ontvangen. Voor een toelichting op de keuze en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen wordt verwezen naar het A-blad Natuursteen en naar de brochures die door Arbouw met betrekking tot PBM/ademhalingsbeschermingsmiddelen zijn gepubliceerd. 48