v VOOR- EN DANKWOORD Hinderlagen liggen daar, voor hinden klaar Jotie T Hooft, Le Plat Payé Dit boek heeft veel te danken aan de oorspronkelijke tekst van Aimé De Caluwé, die ik reeds geactualiseerd had in het kader van de reeks Concurrence et pratiques du marché bij Larcier met de publicatie in 2008 van het boek La Procédure. Toen in 2010 de nieuwe wet betreffende de marktpraktijken en de consumentenbescherming (WMPC) uitkwam, moest dit uiteraard herwerkt worden. Deze nieuwe wetgeving behelst twee nieuwe wetten, de WMPC en de procedureregels die hierop van toepassing zijn (of de RPWMPC) en heeft een aantal wijzigingen aangebracht op het vlak van de procedure. Ze heeft de belangrijkste verworvenheden van de procedureregels van de vordering tot staking behouden, meer bepaald de bescherming van de intellectuele eigendomsrechten. Ze getuigt ook van de evolutie die, gesteund door de Europese wetgever, de consumentenbescherming meer en meer ingang doet vinden in het economisch recht. De belangrijkste wijzigingen van de WMPC op het vlak van de procedure zijn de volgende: de invoering van het begrip onderneming en de eenvormige definitie van het begrip consument ; een specifieke regeling voor een vordering tot staking tegen de agent (art. 111); de mogelijkheid van het toekennen van een termijn om een einde te maken aan de overtreding (art. 112); het vastleggen van een bedrag dat verschuldigd is ingeval een publicatiemaatregel die uitgevoerd werd, in beroep wordt hervormd (art. 116); de invoering van een verjaringstermijn van 1 jaar na beëindiging van de feiten waarop men zich beroept (art. 117); de afschaffing van de mogelijkheid om de procedure in te stellen bij verzoekschrift (niet meer hernomen in het huidig art. 118). het strafrechtelijk sanctioneren van het negeren van een stakingsbevel geldt enkel voor beslissingen genomen in toepassing van artikel 2 RPWMPC (art. 126). Het boek wenst ook, zoveel als mogelijk, praktijkgericht te zijn. Aldus worden de verschillende stappen van de procedure overlopen en wordt aandacht besteed aan een reeks courante verweermiddelen.
vi VOOR- EN DANKWOORD Ik wens Mr. Rebecca De Meulder, die mij heeft bijgestaan in het opzoekingswerk, alsmede Mr. Sophie Cuykens, die de tekst met betrekking tot de strafsancties voor een groot deel voor haar rekening nam, te danken. Ten slotte ook een oprechte dank aan Mr. Stephanie Audoore die de ganse tekst heeft nagelezen. Alex TALLON 28 februari 2012
INHOUDSTAFEL vii INHOUDSTAFEL De Bibliotheek Handelsrecht Larcier.................................. Voorwoord bij de Reeks Mededinging, Handelspraktijken en Intellectuele Rechten........................................................ Voor- en dankwoord.............................................. i iii v DEEL I. DE VORDERING TOT STAKING......................... 1 HOOFDSTUK I. HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE VORDERINGEN TUSSEN CONCURRENTEN................................... 3 Afdeling 1. 1934 en voordien...................................... 3 Afdeling 2. Van 1971 tot 1991..................................... 5 Afdeling 3. Van 1991 tot de wijzigingen van 2007...................... 6 Afdeling 4. De nieuwe wet op de marktpraktijken van 2010............... 8 HOOFDSTUK II. TOEPASSINGSGEBIED................................. 10 Afdeling 1. Evolutie van 1934 tot 1971.............................. 10 Afdeling 2. De voorbereidende werken en de wet van 14 juli 1971.......... 10 Afdeling 3. Evolutie tussen 1971 en 1991............................. 12 Afdeling 4. De voorbereidende werken van de wet van 14 juli 1991......... 14 1. Het vraagstuk van de algemene norm............................. 14 2. Enkele andere ontwikkelingen.................................. 14 Afdeling 5. De periode tussen 1991 en 2010........................... 16 Afdeling 6. Daden die vatbaar zijn voor staking........................ 21 1. Algemeen.................................................. 21 2. Bescherming van intellectuele eigendomsrechten door middel van de vordering tot staking......................................... 25 A. Historiek van de uitsluiting van daden van namaak............... 25 B. Historische reden van de uitsluiting........................... 26 C. Verwerping van de uitsluiting en wetswijzigingen................ 27 D. Concrete evolutie per type intellectueel eigendomsrecht............ 31 1. Historiek............................................ 31 2. Toestand sinds de wetswijziging van 2007, hernomen door de RPWMPC........................................... 34 E. Afwezigheid van specifieke bescherming de reflexwerking........ 36 Afdeling 7. Daden die niet vatbaar zijn voor de vordering tot staking........ 38 1. Algemeen.................................................. 38
viii INHOUDSTAFEL 2. Contractuele inbreuken....................................... 39 A. Algemeen............................................... 39 B. Historiek............................................... 40 C. Oorsprong van de uitsluiting................................ 41 D. Evolutie................................................ 42 1. Algemeen: de samenloop van contractuele en aquiliaanse aansprakelijkheid..................................... 45 2. Toepassing op de vordering tot staking..................... 46 3. Conclusie........................................... 50 HOOFDSTUK III. ACTOREN VAN DE VORDERING TOT STAKING.............. 52 Afdeling 1. Wie mag ze instellen.................................... 52 1. Algemeen.................................................. 52 2. De belanghebbenden......................................... 53 A. Begrip................................................. 53 B. Aard van het belang....................................... 54 C. Voorbeelden............................................ 55 1. De consument........................................ 55 2. Een buitenlandse onderneming........................... 56 3. Religieuze instellingen.................................. 57 4. Quality control e.a..................................... 57 5. Zelfstandige vertegenwoordiger.......................... 57 6. Curatoren........................................... 57 7. Vzw s en Stichtingen................................... 58 D. Synthese................................................ 59 3. Beroeps- en interprofessionele verenigingen........................ 60 4. De ministers................................................ 62 5. De consumentenverenigingen................................... 64 6. Titularissen van intellectuele eigendomsrechten..................... 67 Afdeling 2. Tegen wie dient de vordering te worden gericht?.............. 67 HOOFDSTUK IV. BEVOEGDHEID..................................... 75 Afdeling 1. Territoriale bevoegdheid................................. 75 Afdeling 2. Materiële bevoegdheid.................................. 78 1. Daden die het voorwerp kunnen zijn van de vordering tot staking....... 78 2. Beslissingsmacht van de voorzitter zetelend zoals in kort geding........ 79 A. Kenmerken en draagwijdte van de beslissing.................... 79 1. Algemeen........................................... 79 2. Uitvoeringstermijn en geldigheid van het bevel in de tijd........ 80 3. Gebonden beslissingen declaratoire of preventieve beslissingen. 81 4. Formulering van het stakingsbevel........................ 82 B. Nieuwe bevoegdheid inzake intellectuele eigendomsrechten........ 85 C. Openbaarmaking van de beslissing (aanplakking en bekendmaking).. 85 D. Behandeling van meervoudige en samenhangende vorderingen...... 92
INHOUDSTAFEL ix Afdeling 3. Verloop van de procedure................................ 93 1. Inleiding van de vordering..................................... 93 A. Dagvaarding............................................ 93 1. Algemeen........................................... 93 2. Dagvaardingstermijn................................... 94 3. Inschrijving op de rol.................................. 94 B. Afschaffing van het verzoekschrift in staking.................... 95 C. Eenzijdig verzoekschrift.................................... 95 D. Vrijwillige verschijning.................................... 96 E. Conclusie............................................... 96 F. Tussenkomst van het Openbaar Ministerie..................... 96 2. Excepties en verweermiddelen.................................. 96 A. Voorafgaandelijke ingebrekestelling.......................... 96 B. Tussenkomst en vrijwaring................................. 97 C. Stopzetting voor iedere vordering beoordeling van de beëindigde daad en het herhalingsrisico................................. 98 D. Goede trouw............................................ 101 E. Afwezigheid van urgentie................................... 101 F. Verloop van tijd en verjaring................................ 102 G. Wederzijdse schendingen of tekortkomingen.................... 103 H. Andermans daad......................................... 103 I. Afwezigheid van schade.................................... 104 J. Bestaan van een contractuele band........................... 104 K. Discriminatie............................................ 104 L. Daad van strafrechtelijke aard............................... 104 M. Vordering ingesteld voor de Raad voor de Mededinging........... 105 3. Tegenvordering............................................. 105 4. Onderzoeksmaatregelen en bewijsvoering......................... 106 A. Algemeen............................................... 106 B. De bewijslast............................................ 107 C. De vaststellingen door een gerechtsdeurwaarder en door privédetectives........................................... 108 5. De instaatstelling............................................ 109 6. Het verstek................................................. 110 7. Uitvoeringstermijnen......................................... 110 8. Opschorting................................................ 110 9. De voorlopige uitvoering...................................... 111 10. De dwangsom............................................... 112 A. Het belang van de dwangsom............................... 112 B. Formulering van de dwangsom en interpretatie ervan............. 112 C. Schorsing en vermindering van de dwangsom................... 113 D. Kort overzicht van rechtspraak.............................. 113 11. Kennisgeving aan de minister................................... 114 Afdeling 4. Verhaalsmogelijkheden.................................. 114
x INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK V. DE VORDERING BETREFFENDE EEN BENAMING VAN OORSPRONG 116 Afdeling 1. Algemeen............................................ 116 Afdeling 2. Beschermingsomvang................................... 116 HOOFDSTUK VI. DE COLLECTIEVE CONSUMENTENOVEREENKOMSTEN........ 119 DEEL II. DE STRAFVORDERING............................... 121 HOOFDSTUK I. ALGEMENE BESCHOUWINGEN.......................... 123 Afdeling 1. Vóór de wetswijziging van juni 2007....................... 123 Afdeling 2. Na de wetswijziging van juni 2007......................... 124 HOOFDSTUK II. ANALYSE VAN DE WET............................... 126 Afdeling 1. De strafrechtelijke bepalingen............................. 126 1. De misdrijven............................................... 126 A. Artikel 124 WMPC....................................... 126 1. Inlichting van de consument (124, 1 en 3 )................. 126 2. Benaming, samenstelling en etikettering van producten en diensten (124, 2 )............................................ 127 3. Het afgeven van documenten met betrekking tot de verkoop van producten en diensten (124, 11 en 7 )..................... 127 4. Aankondiging van prijsverlagingen en van -vergelijkingen (124, 4 )................................................ 128 5. Uitverkopen (124, 5 ).................................. 128 6. Solden Waardebonnen: sperperiodes (124, 6 ).............. 129 7. Openbare verkopen (124, 10 )........................... 129 8. Verkoop op afstand (124, 8 )............................ 129 9. Afgedwongen aankopen (124, 14 )........................ 129 10. Verkopen aan consumenten, gesloten buiten de onderneming van de verkoper (124, 9 ).................................. 130 11. Oneerlijke handelspraktijken ten aanzien van consumenten (124, 13 )............................................... 130 B. Artikel 125 WMPC....................................... 131 1. Het ontstaan en de betekenis van de tekst................... 131 2. De draagwijdte van de oude tekst......................... 132 3. De WHPC en de WMPC voeren een restcategorie in van inbreuken gepleegd te kwader trouw............................... 133 4. De kwade trouw...................................... 134 C. Artikel 127 WMPC....................................... 140 D. Artikel 126 WMPC....................................... 142 2. Bepalingen van algemeen strafrecht.............................. 143 A. Bijzondere sancties........................................ 143 B. Bijzondere herhaling...................................... 144 C. Toepassing van de eerste honderd artikelen van de Strafwet........ 144
INHOUDSTAFEL xi Afdeling 2. De procedurele bepalingen............................... 145 1. De burgerlijke aansprakelijkheid van vennootschappen............... 145 2. Le commercial tient le criminel en état.......................... 146 DEEL III. DE GEMEENRECHTELIJKE VORDERING................... 149 HOOFDSTUK I. AARD EN GRONDSLAG............................... 151 HOOFDSTUK II. DE BEVOEGDHEID.................................. 152 Afdeling 1. Materiële bevoegdheid.................................. 152 Afdeling 2. Territoriale bevoegdheid................................. 153 HOOFDSTUK III. ACTOREN........................................ 154 Afdeling 1. Wie mag de vordering instellen?........................... 154 Afdeling 2. Tegen wie kan de vordering ingesteld worden?................ 155 HOOFDSTUK IV. VOORWERP VAN DE VORDERING....................... 157 Afdeling 1. De schadevergoeding................................... 157 Afdeling 2. Aankondiging en aanplakking............................. 159 Afdeling 3. Injunctierecht......................................... 161 Afdeling 4. De dwangsom......................................... 161 HOOFDSTUK V. DE PROCEDURE.................................... 162 Afdeling 1. De vrijwaring......................................... 162 Afdeling 2. Bewijs............................................... 162 Afdeling 3. Verjaring............................................. 162 HOOFDSTUK VI. VORDERING IN KORT GEDING......................... 163 HOOFDSTUK VII. BURGERLIJKE VORDERING OP BASIS VAN DE STRAFVORDERING. 164 DEEL IV. DE WAARSCHUWINGSPROCEDURE...................... 165 HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN.............................. 167 Afdeling 1. Definitie............................................. 167 Afdeling 2. Doelstelling........................................... 167 Afdeling 3. Praktische overwegingen................................. 167 Afdeling 4. Toepassingsgebied...................................... 168 Afdeling 5. Modaliteiten.......................................... 168 1. Termijn................................................... 168 2. Kennisgeving............................................... 169 3. Vorm..................................................... 169
xii INHOUDSTAFEL A. De vrijwillige waarschuwing................................ 169 B. De noodzakelijke waarschuwing............................. 170 C. Onmogelijkheid van de waarschuwing........................ 170 4. Verhaalmogelijkheden........................................ 170 Afdeling 6. Algemene beoordeling................................... 171 HOOFDSTUK II. VOORVERPAKTE PRODUCTEN.......................... 174 Afdeling 1. Toepasselijke bepalingen................................. 174 Afdeling 2. De procedure......................................... 174 Afdeling 3. Toepasbaarheid van de procedure.......................... 174 Afdeling 4. Gevolgen van de waarschuwing........................... 175 HOOFDSTUK III. DE GRONDWETTELIJKHEID VAN DE ARTIKELEN 123, 133 EN 136 WMPC.......................................... 176 DEEL V. OPSPORING EN VASTSTELLING VAN DE INBREUKEN......... 179 HOOFDSTUK I. BEVOEGDE AMBTENAREN............................. 181 HOOFDSTUK II. BEVOEGDHEDEN................................... 182 HOOFDSTUK III. BIJSTAND EN TOEZICHT.............................. 183 HOOFDSTUK IV. WAARSCHUWINGSPROCEDURE......................... 184 HOOFDSTUK V. VORDERINGEN OP INITIATIEF VAN DE MINISTER............ 185 HOOFDSTUK VI. BESLAG.......................................... 186 HOOFDSTUK VII. VOORSTEL TOT MINNELIJKE SCHIKKING.................. 187 BIJLAGE I: Coördinerende tabel WMPC/RPWMPC WHPC.............. 189 BIJLAGE 2..................................................... 195