Programmaboekje. Symposium Evidence beest, wat een feest! Ontwikkelingen in Evidence Based Logopedie



Vergelijkbare documenten
Van Logopedische praktijk naar Logopediewetenschap! Prof dr Ellen Gerrits Symposium promotie dr Joost Hurkmans 12 februari 2016

Wat is een specifieke taalontwikkelingsstoornis? dr Ellen Gerrits, logopedist Congres TaalStaal 9 november 2012 Koninklijke Auris Groep

Kenmerken van peuters met een taalontwikkelingsstoornis

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Dr. Hilde Verbeek 15 april Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

Innovaties in de chronische ziekenzorg 3e voorbeeld van zorginnovatie. Dr. J.J.W. (Hanneke) Molema, Prof. Dr. H.J.M.

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Function Focused Care in het ziekenhuis Ontwikkeling en eerste ervaringen pilot

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Mentaal Weerbaar Blauw

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Lieke van der Scheer, Department of Philosophy Lieke van der Scheer ISOQOL

EVIDENCE-BASED ALLIED HEALTH CARE. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

Systematische review als middel tot synthese van bestaande kennis

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Paramedisch OnderzoekCentrum

Kosten en baten van lokale gezondheidspromotie

MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

De Invloed van Familie op

De opleider als rolmodel

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

Het Asterix project: methodologie van onderzoek bij zeldzame ziekten. Charlotte Gaasterland, Hanneke van der Lee PGO support meeting, 20 maart 2017

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:

Summary 124

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

Logopedie en apps. Apps binnen de logopedische therapie bij kinderen. Kennis in Bedrijf 27 november Ilse Hoeben

Ius Commune Training Programme Amsterdam Masterclass 16 June 2016

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Inhoud. predictie predictie afasie predictiemodel ontwikkeling predictiemodel afasie predictiemodel afasie conclusies aanbeveling

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Evidence-Based Nursing. Bart Geurden, RN, MScN

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager.

Vragenlijsten kwaliteit van leven

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers.

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education

University of Groningen. Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Healthy people want everything, sick people want only one thing. would love to see a Hospital Teacher

Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

Project DigiTaal. Taal leren met tabletgames. Siméacongres Johanna Schulting Marjan ter Harmsel

INHOUD WORKSHOP. Introductie Korte informatie over interventies. Interactieve discussie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Aantekeningen naar aanleiding van de workshop van Ellen Gerrits tijdens het congres TOS in Utrecht op 18 mei 2017

GEFELICITEERD! Evidence-based logopedie. Evidence-based logopedie: 10 jaar! Taakverdeling. Wat ben

Interventie aan de keukentafel

JoTondeur (VUB), Koen Aesaert & Johan van Braak (UGent)

University of Groningen. Quantitative CT myocardial perfusion Pelgrim, Gert

Is valpreventie kosteneffectief?

Het Effect op Compliance Gedrag van de Invoering van de Vooringevulde Aangifte. J.M. Trooster

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

Digitale testing van Languages for Specific Purposes

Richtlijn IC. Over het toevoegen van waarde voor de patiënt. PHJ van der Voort. Prof. Health Care; intensivist OLVG Topics in IC 2015

Evidence-based - Wat een feest! Ellen Gerrits Alle Taal Centraal 2014

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

Een kwaliteitsfunctionaris faciliteert practice development

De nieuwe artsopleiding aan de Universiteit Gent

Handhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen

University of Groningen. Who cares? Kamstra, Aafke

Ben ik Lid van de Groep? Ervaren inclusie als Moderator van de Relatie tussen Procedurele Rechtvaardigheid en Organizational Citizenship Behavior.

Transcriptie:

Programmaboekje Symposium Evidence beest, wat een feest! Ontwikkelingen in Evidence Based Logopedie 7 september 2015

Programma WIFI netwerk Leeuwenbergh, code 11aa22bb33 9.00 Ontvangst en registratie 9.30 Welkom en opening. Theo de Koning MBA (Bestuursvoorzitter NVLF) 9:45 Key-note: Public health approaches to the young child with slow language development: What we know and what we need to find out. Prof. dr James Law (Newcastle University) 10.30 Met stapjes of met sprongen vooruit: wat beïnvloedt het effect van taaltherapie? Gerda Bruinsma MSc (Hogeschool Utrecht) 11.00 PAUZE 11.30 Praktijkgericht onderzoek bij Auris: leren van woorden en zinnen door kinderen met TOS. Dr. Rob Zwitserlood en dr. Maartje Kouwenberg (Koninklijke Auris Groep) 12.00 Dysfagie op de intensive care: een optimale samenwerking tussen de logopedist en de verpleegkundige. Isil Düdükcü BSc, Carlijn de Hilster BSc en Hélène Leijtens BSc 12.30 LUNCHPAUZE 13.15 Key-note: Involving people with aphasia: building relationships in research and practice. Dr. Carole Pound (Centre for Qualitative Research at Bournemouth University) 14.00 Bruikbaarheid en haalbaarheid van een communicatie revalidatie interventie voor mensen met een afasie na een beroerte. Maren van Rijssen MSc 14.30 PAUZE 14.50 Onderwijs in evidence-based logopedie: van student naar praktijk. Dr. Bea Spek (AMC-UVA) 15.20 Afsluiting symposium. Prof. dr. Frank Wijnen (Universiteit Utrecht) 15.30 Vertrek naar Academiegebouw Universiteit Utrecht, Domplein 29, Utrecht Oratie dr. Ellen Gerrits Locatie: Academiegebouw Universiteit Utrecht, Domplein 29, Utrecht 16.15 Van Logopedische Praktijk naar Logopediewetenschap Dr. Ellen Gerrits (hoogleraar Logopediewetenschap, faculteit Geesteswetenschappen, Universiteit Utrecht) 17.00 Receptie 2

Public health approaches to the young child with slow language development: What we know and what we need to find out. Prof. dr. James Law (Newcastle University) In this talk we will be looking at the evidence underpinning a "public health" approach to providing services for young children (0-3 years) with Speech Language and Communication Needs (SLCN) drawing on population data and particularly the gap between more and less disadvantaged groups. Indeed the pattern in terms of prevalence and social disparities is similar to obesity a topic which more conventionally falls under the remit of public health. We will be looking at the evidence underpinning intervention in this area and then reporting on a survey of practice in the UK about this model of delivery which has just been completed. The paper will make reference to a number of independent sector or charitable organisations in the UK which in some cases has a specific remit for addressing he needs of children with SLCN (The Communication Trust) and in others have a role in drawing together the best evidence in a variety of fields to inform the work of policy makers and service commissioners (The Education Endowment Fund and the Early Intervention Foundation). This is clearly a direction of travel favoured by many but there are those who counsel against it and it tests the nature of those providing services for children with SLCN. Met stapjes of met sprongen vooruit: wat beïnvloedt het effect van taaltherapie? Gerda Bruinsma MSc (Hogeschool Utrecht) Uit verschillende studies blijkt dat logopedie effectief kan zijn bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) (o.a. Law et al, 2004; Broomfield en Dodd, 2011). Dat betekent niet dat bij alle kinderen die logopedie krijgen de achterstand in de taalontwikkeling verdwijnt. Sommige kinderen laten veel vooruitgang in hun taalvaardigheid zien en andere kinderen nauwelijks. Er zijn ook kinderen die hun 3

achterstand inhalen zonder logopedie. Het effect van logopedie bij kinderen met een TOS is dus wisselend en het is onduidelijk welke factoren daarbij een rol spelen. In een onderzoek onder 220 kleuters die extra onderwijsondersteuning krijgen op basis van hun taalontwikkelingsstoornis wordt gekeken naar factoren die van invloed zouden kunnen zijn op de vooruitgang in taalvaardigheid. Daarbij worden kind-, school- en therapiefactoren onderscheiden, zoals ernst van de taalontwikkelingsstoornis, nietverbaal IQ, één- of meertalige achtergrond, frequentie van de logopedie, ouderbetrokkenheid en de extra ondersteuning die het kind krijgt binnen het onderwijs. In de presentatie wordt ingegaan op de factor niet-verbale intelligentie. Uit onderzoek blijkt dat kinderen met een TOS een lagere niet-verbale intelligentie hebben dan zich normaal ontwikkelende kinderen (Gallinat & Spaulding, 2014). De kinderen in het huidige onderzoek voldoen aan de indicatiecriteria die in Nederland zijn gesteld om extra onderwijsondersteuning te krijgen. Dat betekent dat zij een ernstige TOS hebben, die niet wordt veroorzaakt door een cognitieve achterstand en dat zij op grond van hun stoornis beperkingen ondervinden in het volgen van onderwijs. Deze groep zou kunnen verschillen van de kinderen met een TOS in internationale onderzoeken. De gegevens van de niet-verbale intelligentie van de onderzoeksgroep worden gepresenteerd en vergeleken met de resultaten uit andere onderzoeken. Er wordt een onderscheid gemaakt in kinderen met een receptiefexpressieve TOS en kinderen met alleen een expressieve TOS. Daarnaast wordt de relatie gelegd tussen niet-verbale intelligentie en taalvaardigheid. Uit onderzoek naar deze relatie bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en bij zich normaal ontwikkelende kinderen komt geen eenduidig beeld naar voren. De relatie lijkt afhankelijk van de gebruikte testen. In de presentatie zullen we stilstaan bij de relaties tussen scores op testen die in Nederland veel worden gebruikt, de SON 2½ -7 voor nietverbale intelligentie enerzijds en de Peabody en de Schlichting testen anderzijds. Het doel van de presentatie is om logopedisten en andere professionals inzicht te geven in de cognitieve en talige kenmerken van de populatie in het onderwijs voor kinderen met een communicatieve beperking in Nederland. 4

Praktijkgericht onderzoek bij Auris: leren van woorden en zinnen door kinderen met TOS. Dr. Rob Zwitserlood en dr. Maartje Kouwenberg (Koninklijke Auris Groep) Auris maakt zoveel mogelijk gebruik van evidence-based aanpakken en strategieën. Daarom doet Auris praktijkgericht onderzoek. Tijdens dit symposium presenteert Maartje Kouwenberg recent onderzoek naar de woordenschatdidactiek Met Woorden in de Weer. De didactiek is in 2011 ingevoerd in de zorg en het speciaal basisonderwijs. Sindsdien zijn er een aantal onderzoeken uitgevoerd om te kijken wat de resultaten zijn en of deze methodiek verder geoptimaliseerd kan worden. Kinderen met TOS ervaren niet alleen problemen met woordleren, maar nog in grotere mate met de verwerving van grammaticale regels. Rob Zwitserlood vertelt over twee studies naar MetaTaal, een metalinguïstische en multimodale aanpak voor het expliciet aanleren van samengestelde zinnen. Dysfagie op de intensive care: een optimale samenwerking tussen de logopedist en de verpleegkundige. Hélène Leijtens BSc, Isil Düdükcü BSc, Carlijn de Hilster BSc Doel: In dit project wordt onderzoek gedaan naar logopedie op de intensive care van het Diakonessenhuis. Er werd bekeken hoe de vroegtijdige signalering van dysfagie door de verpleging kon worden gefaciliteerd, zodat de logopedist op het juiste moment in consult wordt gevraagd. Het doel was om een goede samenwerking tussen verpleegkundigen en logopedisten te creëren, waardoor het zorgtraject rondom dysfagie werd geoptimaliseerd. Om dit doel te bereiken is een screeningsinstrument ontwikkeld waarmee de verpleging kan bepalen of de logopedist in consult dient te komen. Ten slotte is onderzocht wat de beste manier van implementeren was. 5

Methode: De inhoud en vormgeving van het screeningsinstrument werden (deels) bepaald op basis van een literatuurstudie. Tevens werd een kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de wensen en eisen van de verpleegkundigen en de huidige gang van zaken rondom dysfagie, middels semigestructureerde interviews en participerende observatie. Veertien verpleegkundigen werden doelgericht geïncludeerd voor de interviews. Deze interviews werden geanalyseerd in drie stappen: data opdelen, categoriseren en verbanden leggen. Resultaten: Uit de data kwam naar voren dat het instrument kort, simpel, praktisch en digitaal moest zijn. Op basis hiervan bleek een beslisboom de beste vorm. Thema s die naar voren kwamen waren de behoefte aan een eenduidig beleid en het opvolgen van logopedische adviezen in het weekend. Conclusie: Er bestond een grote behoefte aan een screeningsinstrument voor dysfagie op de intensive care. Door de combinatie van wetenschappelijke literatuur en kwalitatief onderzoek is een evidence-based en gebruiksvriendelijke beslisboom ontwikkeld. Involving people with aphasia: building relationships in research and practice. Dr. Carole Pound (Centre for Qualitative Research at Bournemouth University) People living with aphasia consistently highlight changes in the nature of their social relationships as a source of long-term challenge and difficulty. Yet both rehabilitation services and research studies focused on recovery, and the doing of communicative activities can struggle to prioritise the changing social world of the people we work with. In this talk I will explore the meaning of social relationships and social support after stroke and aphasia. In particular the presentation will focus on the friendship experiences of working aged people with aphasia. I will introduce and revisit some theoretical frameworks underpinning the role and importance of social relationships to identity and wellbeing. 6

Drawing on data from a participatory action research study the presentation will highlight the views of the research group regarding what sustains and what ruptures friendship. We will discuss practical ways that service providers can support people with aphasia and their friends and families to maintain and nurture social relationships. I will also describe the ways in which people with aphasia were involved as participants and decision-makers in this research. We will examine the added benefits of relational, participatory research methods to help explore complex relational matters of being, becoming and belonging for adults living with communication disability. Bruikbaarheid en haalbaarheid van een Communicatie Revalidatie Programma voor Patiënten met Afasie na een Beroerte. Maren van Rijssen MSc Achtergrond: Afasie na een beroerte is een gezondheidsprobleem met ernstige gevolgen. De intensiteit van afasietherapie in Nederland is beduidend lager dan wordt aanbevolen in de Richtlijn Beroerte (2008). Om afasiepatiënten meer afasietherapie te bieden, werd een Communicatie Revalidatie Programma (CR-programma) ontwikkeld die door verpleegkundigen kan worden toegepast. Onderzoeksvraag: De onderzoeksvraag van dit onderzoek luidde: wat is de bruikbaarheid en haalbaarheid van een Communicatie Revalidatie Programma die wordt toegepast door verpleegkundigen op de Neurologie afdeling van een Universitair Medisch Centrum? Methode: Er werd een mixed-methoden bruikbaarheid en haalbaarheid studie uitgevoerd. De bruikbaarheid en haalbaarheid van het CR-programma werden geëvalueerd aan de hand van compliance met het programma en aan de hand van de mening van verpleegkundigen over het programma. Verpleegkundigen vulden twee kwantitatieve vragenlijsten in: een vragenlijst voor knelpunten- en behoeften bij implementatie en een bruikbaarheid/haalbaarheid vragenlijst. Zes verpleegkundigen namen daarna deel aan een focus groep discussie. Resultaten: Veertien uit de achttien verpleegkundigen gaven toestemming voor deelname. De uitkomsten van de vragenlijsten en de focus groep discussie lieten zien dat 7

verpleegkundigen het CR-programma bruikbaar en haalbaar vonden, ondanks de tijdsdruk op hun afdeling. Het programma was volgens de meeste verpleegkundigen houdbaar in hun organisatie en twaalf van de dertien verpleegkundigen gaven aan het programma in de toekomst te blijven gebruiken. Compliance met het CR-programma verbeterde gedurende implementatie. Conclusie: Het CR-programma was volgens verpleegkundigen bruikbaar en haalbaar op de Neurologie afdeling. Aanbevelingen: Vervolgonderzoek moet zich richten op het continu verbeteren en evalueren van communicatie interventies voor afasiepatiënten, zoals het CR-programma. Het CR-programma zal geëvalueerd moeten worden in andere contexten, zoals in revalidatiecentra. Daarna zou het effect van het CR-programma voor afasiepatiënten beoordeeld moeten worden. Onderwijs in evidence-based logopedie: van student naar praktijk. Dr. Bea Spek (AMC-UVA) Wereldwijd wordt evidence-based handelen gezien als een middel om de kwaliteit van zorg te optimaliseren. Het vereist de integratie van klinische expertise, wensen en mogelijkheden van de patiënt met wetenschappelijk bewijs. De opleidingen logopedie in Nederland hebben allen evidence-based handelen opgenomen in hun curriculum, waarbij de focus ligt op het verwerven van kennis en het oefenen van vaardigheden. Logopediestudenten wordt geleerd dat zij hun professionele beslissingen, waar mogelijk, nemen op basis van wetenschappelijke evidentie. Dit betekent opnemen van de stappen van evidence-based handelen in het professionele gedrag. Uit de literatuur is bekend dat bij de ontwikkeling van professioneel handelen rolmodellen uit het werkveld een belangrijke rol spelen. Gedurende de stages zullen de logopedisten in het werkveld deze rol, ook met betrekking tot evidence-based handelen, vervullen. In deze presentatie ga ik u iets vertellen over de uitkomsten van een deel van mijn promotieonderzoek: namelijk hoe ervaren logopediestudenten evidence-based handelen op hun stageplek en hoe 8

denken zij dat deze ervaring hun eigen professioneel handelen beïnvloedt. Het blijkt dat logopediestudenten geen helder idee hebben over hoe evidence-based handelen er in de dagelijkse logopedische praktijk uit ziet. Zij hebben veelal hoge verwachtingen van wetenschappelijk bewijs, die zij in de praktijk niet waargemaakt zien worden. Deze teleurstelling kan leiden tot ofwel afwijzing van de handelswijze op de stageplek, ofwel een afwijzing van evidence-based handelen zelf. Oratie: Van logopedische praktijk naar logopediewetenschap Ellen Gerrits (Universiteit Utrecht, Hogeschool Utrecht) In haar oratie pleit Ellen Gerrits voor meer wetenschappelijk onderzoek naar de evidentie van logopedische interventies. Het fundament onder de logopedie moet steviger, aldus Gerrits. Goed gebruik van kennis Volgens Gerrits kan de basis van de logopedie alleen worden versterkt als er meer logopedisten worden opgeleid in de klinische epidemiologie. Er moeten meer logopediewetenschappers komen, die ervoor zorgen dat wetenschappelijk onderzoek onlosmakelijk verbonden is met patiëntenzorg en met nieuwe klinisch relevante kennis. Daarnaast is volgens Gerrits een kritische reflectie nodig op de aanname dat gerandomiseerde klinische trials (RCT s), die bovenaan staan in de hiërarchie van medische paradigma, het beste bewijs leveren voor klinische besluitvorming in de logopedie. Logopedische behandeling bestaat namelijk uit gedragsveranderende therapieen bij heterogene groepen patiënten. In tegenstelling tot veel medische behandelingen betekent dit onder meer dat de kwaliteit van de therapeut medebepalend is voor de effectiviteit van de behandeling. Volgens Gerrits is de toepassing van de systematiek voor ontwikkeling en evaluatie van complexe interventies (Medical Research Council, Craig e.a. 2008) hier veelbelovend. 9

Evidence-based medicine in de logopedie Een logopedist kan de gevolgen van bijvoorbeeld afasie (verlies van taalvermogen na hersenletsel, bijvoorbeeld na een beroerte) positief beïnvloeden. Het is belangrijk voor patiënten dat de behandelend logopedist een weloverwogen therapiekeuze maakt. De therapiekeuze moet gebaseerd zijn op het beste bewijs voor effectiviteit volgens valide en relevant wetenschappelijk onderzoek, op de expertise van de logopedist, en op de hulpvraag, wensen en mogelijkheden van de patiënt. Deze manier van klinische besluitvorming over individuele patiënten wordt evidence-based medicine genoemd en heeft zijn oorsprong in de geneeskunde. Evidence-based medicine werd al snel omarmd door de paramedisch disciplines en vond als evidence-based practice zijn weg naar de logopedie. Logopedisten worden nu opgeleid om bij het diagnosticeren en behandelen een verantwoorde afweging te maken van wetenschappelijke bewijzen die beschikbaar zijn. Helaas is dit bewijs vaak nog schaars, en binnen sommige logopedische domeinen zelfs nauwelijks beschikbaar. In haar oratie zal Gerrits ook aandacht besteden aan evidence-based logopedische behandeling bij kinderen met taalontwikkelingsstoornissen. Routekaartje van Leeuwenbergh naar Academiegebouw A: Leeuwenbergh, Servaasbolwerk 1a, Utrecht B: Academiegebouw Universiteit Utrecht, Domplein 29, Utrecht 10