BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Vergelijkbare documenten
BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm. NMa, Mededingingswet

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Transcriptie:

Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 5178/14 Betreft zaak: 5178/KVV - NZR I. MELDING 1. Op 30 augustus 2005 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat de Stichting Katholieke Verplegings- en Verzorgingsinstellingen Rotterdam en de Stichting Netwerk Zorgaanbieders Rijnmond voornemens zijn te fuseren, in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 171 van 5 september 2005. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II. PARTIJEN 2. Stichting Katholieke Verplegings- en Verzorgingsinstellingen Rotterdam (hierna: KVV) is een stichting naar Nederlands recht. KVV is actief op het gebied van intramurale zorg in het kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ) alsmede op het gebied van extramurale AWBZ-zorg. 3. Stichting Netwerk Zorgaanbieders Rijnmond (hierna: NZR) is een stichting naar Nederlands recht. NRZ is actief op het gebied van intramurale AWBZ-zorg alsmede op het gebied van extramurale AWBZ-zorg. 4. Tussen partijen bestaat een tweetal samenwerkingsverbanden, in de vorm van Stichting MaasAnker (hierna: MaasAnker), een woningcorporatie voor ouderen, en Stichting Uw Compagnon (hierna: Uw Compagnon), een aanbieder van private welzijnsdiensten voor 55- plussers. III. DE GEMELDE OPERATIE 5. De gemelde operatie behelst de totstandkoming van een juridische fusie ex artikel 2:309 van het Burgerlijk Wetboek. Het voornemen van partijen om te fuseren is vastgelegd in een getekende Intentieverklaring Fusie NZR en KVV per 1 januari 2006 d.d. 10 februari 2005. Als gevolg van de voorgenomen fusie houdt NZR op te bestaan en verkrijgt KVV het gehele vermogen van NZR onder de algemene titel. 1 Openbare versie

6. Partijen hebben het voornemen om per 1 januari 2006 een personele unie op het niveau van Raad van Toezicht en Raad van Bestuur te vormen met MaasAnker en Uw Compagnon. Momenteel bestaat het bestuur van MaasAnker uit twee bestuurders, waarvan één afkomstig van KVV en één van NZR. De Raad van Toezicht wordt gevormd door drie leden vanuit de Raad van Toezicht van KVV en drie leden van de Raad van Toezicht van NZR, aangevuld met een vertegenwoordiger namens de huurders van de woningen die MaasAnker verhuurt. Partijen verkrijgen als gevolg van de in het vorige punt beschreven transactie zes van de zeven zetels in de Raad van Toezicht van MaasAnker. Strategische besluiten (zoals beleidsplannen, begroting en een wijziging van het werkgebied en zorgaanbod) zijn aan de goedkeuring van de Raad van Toezicht onderworpen. De Raad van Toezicht besluit in deze bij gewone meerderheid van stemmen. Daarnaast benoemt, schorst en ontslaat de Raad van Toezicht de leden van de Raad van Bestuur. Hiervoor is een meerderheid vereist van tenminste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen 1. Het bestuur van Uw Compagnon wordt eveneens gevormd door twee bestuurders, waarvan één afkomstig van KVV en één van NZR. 2 Uw Compagnon heeft geen Raad van Toezicht. Partijen verkrijgen als gevolg van de in het vorige punt beschreven transactie uitsluitende zeggenschap over zowel MaasAnker als Uw Compagnon. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 5, omschreven transactie leidt er toe dat KVV en NZR fuseren. 8. Betrokken ondernemingen zijn KVV, NZR, Maasanker en Uw Compagnon. 9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. 1 In een vergadering waarin tenminste drie/vierde van het aantal in functie zijnde leden van de Raad van Toezicht tegenwoordig of vertegenwoordigd zijn. 2 Uw Compagnon is 5 december 2002 opgericht door partijen en Zorggroep Rijnmond. Deze laatste is sinds 1 januari 2005 geen partij meer in het samenwerkingsverband. 2 Openbare versie

V. BEOORDELING A. RELEVANTE MARKTEN Relevante productmarkten 10. De activiteiten van KVV en NZR overlappen op het gebied van intramurale AWBZ-zorg alsmede op het gebied van extramurale AWBZ-zorg. Evenals in eerdere besluiten 3 zal in onderhavige zaak worden uitgegaan van een onderscheid tussen intramurale AWBZ-zorg en extramurale AWBZ-zorg. Intramurale AWBZ-zorg 11. Partijen zijn beide actief op zowel het gebied van verzorgingshuiszorg, als het gebied van verpleeghuiszorg. In een recent besluit 4 is uitgegaan van afzonderlijke markten voor verzorgingshuiszorg en verpleeghuiszorg, aangezien het niet aannemelijk is dat deze twee activiteiten op basis van aanbodsubstitutie tot dezelfde markt behoren. Evenals in genoemd besluit zal in onderhavige zaak worden uitgegaan van afzonderlijke markten voor verzorgingshuiszorg en verpleeghuiszorg. Extramurale AWBZ-zorg 12. Partijen zijn beide actief op het gebied van thuiszorg. Thuiszorg omvat de volgende in de AWBZ omschreven functies: verpleging thuis, persoonlijke verzorging thuis, en huishoudelijke verzorging thuis. 5 In een recent besluit 6 is uitgegaan van afzonderlijke markten voor persoonlijke verzorging en verpleging enerzijds en huishoudelijke verzorging anderzijds, aangezien op het gebied van huishoudelijke verzorging afwijkende concurrentieverhoudingen gelden ten opzichte van persoonlijke verzorging en verpleging thuis 7 en de mogelijkheden voor aanbodsubstitutie beperkt blijken. Evenals in genoemd besluit zal in onderhavige zaak worden uitgegaan van afzonderlijke markten voor persoonlijke verzorging en verpleging enerzijds en huishoudelijke verzorging anderzijds. 3 Zie bijvoorbeeld het besluit van 27 juni 2005 in zaak 4220/Vierstroom De ZorgRing, punt 12, het besluit van 13 mei 2005 in zaak 4267/Zorg en Welzijngroep Thuiszorg Nieuwe Waterweg Noord Maatzorg De Werven Kraamzorg Delfland, punt 15, en het besluit van 31 december in zaak 4295/Stichting Icare Sensire Thuiszorg Groningen, punt 13. 4 Zie het besluit van 11 augustus 2005 in zaak 4198/Proteion TML LvGG, punt 23. 5 Zie beleidsregel II-624/III-803, Definities extramurale zorg, www.ctg-zaio.nl. 6 Zie het besluit van 18 augustus 2005 in zaak 4988/Oosterlengte TZG - Sensire, punt 21. 7 Het is de verwachting dat deze concurrentieverhoudingen na de invoer van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning nog verder uiteen zullen gaan lopen. 3 Openbare versie

Niet-AWBZ-gefinancierde dienstverlening 13. KVV is in het kader van extramurale zorgverlening tevens actief op het gebied van advies, informatie en voorlichting (AIV) over ziekte, gebruik van hulpmiddelen en aanpassingen aan huis. Aangezien NZR niet actief is op dit gebied zal in het hierna volgende niet nader worden ingegaan op genoemde activiteiten. 14. Partijen zijn in beperkte mate actief op het gebied van niet-awbz-dienstverlening aan cliënten die reeds zorg afnemen van KVV en NZR. 8 Beide partijen bieden deze dienstverlening uitsluitend aan in het kader van hun intramurale zorgverlening en concurreren derhalve niet op één of meerdere mogelijke markten voor niet-awbz-gefinancierde dienstverlening. Op deze activiteiten zal daarom in het navolgende niet verder worden ingegaan. Woningverhuur 15. In punt 6 is vermeld dat partijen ten gevolge van de voorgenomen fusie uitsluitende zeggenschap verwerven over MaasAnker. MaasAnker verhuurt als woningcorporatie voor ouderen woningen aan zowel ouderen die een (AWBZ-)zorgindicatie 9 hebben als ouderen die geen (AWBZ-)zorgindicatie hebben. In een eerder besluit 10 is uitgegaan van een markt voor het aanbieden van huurwoningen die mogelijk nader dient te worden onderverdeeld in drie huurprijscategorieën, te weten (i) goedkope, (ii) betaalbare en (iii) dure huurwoningen. 11 Voor de mogelijke markten voor goedkope en betaalbare huurwoningen is in genoemde besluiten in het midden gelaten of het aanbod van particuliere aanbieders van huurwoningen tot dezelfde markt behoort als het aanbod van woningcorporaties. 12 Voor de mogelijke markt voor dure huurwoningen wordt uitgegaan van één markt voor huurwoningen van zowel woningcorporaties als particuliere aanbieders. Ook in onderhavige zaak kunnen bovenstaande mogelijke onderscheiden in het midden worden gelaten, aangezien de uiteindelijke materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 38 tot en met 40). 16. Uit onderzoek in onderhavige zaak is gebleken dat er in toenemende mate zogenaamde woon/zorg-combinaties worden opgezet, vaak door middel van een samenwerkingsverband 8 Het betreft hier de exploitatie van ouderenrestaurants, winkels, een parkeergarage bij een verpleeghuis en aanvullende dienstverlening in de intramurale instellingen zoals de verhuur van tv s, wasserij etc. 9 Om in aanmerking te komen voor voorzieningen uit de AWBZ is een indicatiebesluit van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), voorheen Regionaal Indicatie Orgaan (RIO), nodig. Het CIZ geeft een indicatie af voor de zorg waar de cliënt recht op heeft. Alleen de zorg waarvoor een indicatie is afgegeven wordt door de zorgverzekeraar vergoed. 10 Zie het besluit van 6 oktober 2004 in zaak 4062/De Woonplaats Volion, punt 24. 11 Vanaf juli 2003 geldt de volgende indeling: goedkoop: woningen met een huurprijs < EUR 317,03; betaalbaar: EUR 317,03 tot EUR 486,30; en duur: > EUR 486,30. 12 Op grond van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) zijn woningcorporaties primair actief als verhuurder aan woningzoekenden met een laag inkomen of verkerend in een kwetsbare sociale positie. 4 Openbare versie

tussen een woningstichting en een zorgaanbieder. In de praktijk betekent dit dat wanneer men een woning huurt van een bepaalde woningstichting, of in een bepaald woningencomplex, men mogelijk uitsluitend (thuis)zorg af kan nemen van de gelieerde thuiszorgaanbieder. Er is derhalve mogelijk sprake van een verticale relatie tussen activiteiten op het gebied van woningverhuur en thuiszorgactiviteiten. Deze mogelijke verticale relatie zal worden meegenomen bij de beoordeling in onderhavige zaak (zie punt 41). Private welzijnsdiensten 17. In punt 6 is vermeld dat partijen ten gevolge van de voorgenomen fusie uitsluitende zeggenschap verwerven over Uw Compagnon. Uw Compagnon is actief op het gebied van private welzijnsdiensten voor zelfstandig wonende ouderen in de vorm van klusdiensten, maaltijden bezorgen, boodschappendiensten, huishoudelijke hulp etc. 13 Dit type dienstverlening behelst een variëteit van diensten, die elk niet alleen door andere zorgaanbieders, maar ook door andere aanbieders worden aangeboden, zoals reparatiebedrijven, schoonmaakbedrijven, supermarkten 14 etc. 18. Zorgaanbieders hebben aangegeven dat deze diensten voornamelijk worden geleverd in het kader van klantenbinding. Vrijwel alle grote en middelgrote zorgaanbieders in Rotterdam leveren dergelijke welzijnsdiensten. Uw Compagnon biedt haar diensten aan verspreid over heel Rotterdam en behaalt hiermee een omzet van minder dan EUR 0,5 mln. Aangezien het om een activiteit van beperkte omvang gaat en er vele andere aanbieders van één of meer van deze diensten actief zijn zal hier in het navolgende niet nader op worden ingegaan. Relevante geografische markten Intramurale AWBZ-zorg 19. KVV is zowel op het gebied van verzorgingshuiszorg als op het gebied van verpleeghuiszorg actief in de gemeente Rotterdam 15, gelegen in zorgkantoorregio Rotterdam 16. Zij heeft zeven zogenaamde woonzorgcentra verspreid over Rotterdam. In deze woonzorgcentra zijn naast cliënten met een verzorgingshuisindicatie in mindere mate ook cliënten met een verpleeghuisindicatie woonachtig. Daarnaast heeft zij drie verpleeghuizen in Rotterdam. 20. NZR is op het gebied van verzorgingshuiszorg actief in Rotterdam en in Barendrecht, dat binnen de zorgkantoorregio Zuid-Hollandse Eilanden valt. NZR heeft zeven woonzorgcentra: vijf 13 Het betreft andere diensten dan de niet-awbz-gefinancierde diensten die in punten 13 en 14 worden besproken. 14 Sommige supermarkten hebben een eigen bezorgservice, zoals Albert van Albert Heijn. 15 Hierna ook wel aangeduid als Rotterdam. 16 Zorgkantoorregio Rotterdam omvat de gemeente Rotterdam, alsmede de deelgemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel. 5 Openbare versie

in Rotterdam en twee in Barendrecht. In de woonzorgcentra van NZR zijn zowel cliënten met een verzorgingshuisindicatie als cliënten met een verpleeghuisindicatie woonachtig. 21. In eerdere besluiten 17 is uitgegaan van geografische markten voor verpleeghuiszorg en verzorgingshuiszorg die in elk geval niet groter zijn dan de zorgkantoorregio waarin partijen actief zijn. Vanuit de vraagzijde bezien geldt dat marktpartijen hebben aangegeven dat cliënten doorgaans kiezen voor een verpleeghuis of verzorgingshuis in de buurt van hun (oorspronkelijke) woonomgeving, maar dat naast afstand ook de stand van de wachtlijsten, de mate van gespecialiseerde zorgbehoefte 18 en levensovertuiging 19 in sommige gevallen belangrijke keuzefactoren voor cliënten vormen. Volgens marktpartijen maakt het stedelijke karakter van Rotterdam dat cliënten doorgaans een sterke voorkeur hebben om in of juist buiten de stad te wonen en is er dientengevolge sprake van beperkte cliëntstromen van en naar de stad op het gebied van intramurale zorg. 22. Vanuit de aanbodzijde bezien geldt dat concurrenten van partijen en zorgkantoor Rotterdam hebben bevestigd dat het erg moeilijk is verpleeg- of verzorgingshuiszorg in een andere zorgkantoorregio te gaan aanbieden. Het blijkt vaak niet of moeilijk mogelijk een toelating (om zorg te kunnen verlenen in die regio) van het desbetreffende zorgkantoor te krijgen. Andere factoren zijn de huidige financiële krapte waarmee de zorgkantoren zich geconfronteerd zien 20 en de door de overheid ondersteunde trend om mensen zo lang mogelijk thuis te (laten) verzorgen, hetgeen resulteert in een afnemende vraag naar intramurale zorg 21 in met name de stedelijke gebieden. Er bestaan, vanuit de aanbodzijde bezien, derhalve aanzienlijke drempels om op het gebied van verpleeg- of verzorgingshuiszorg actief te worden in andere zorgkantoorregio s. 23. Volgens enkele marktpartijen kan de rivier de Maas een fysieke barrière vormen voor cliënten binnen Rotterdam waardoor zij niet bereid zouden zijn om bijvoorbeeld vanuit Rotterdam-Noord naar Rotterdam-Zuid te reizen/verhuizen. Vanuit de aanbodzijde bezien geldt dat de grote en middelgrote marktpartijen in Rotterdam op het gebied van verpleeghuiszorg en verzorgingshuiszorg vrijwel allemaal verspreid over heel Rotterdam actief zijn. Er zijn geen 17 Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 4988/Oosterlengte Thuiszorg Groningen Sensire, reeds aangehaald, punt 24, het besluit in zaak 4198/Proteion TML LvGG, reeds aangehaald, punten 32 tot en met 34, en het besluit van 15 november in zaak 4177/Evean De Weeren, punt 30. 18 Niet alle verpleeghuizen bieden bijvoorbeeld zorg voor coma-patiënten of andere specifieke zorg aan. 19 KVV, bijvoorbeeld, is een van oorsprong katholiek georiënteerde organisatie. 20 Het totale AWBZ-budget is gemaximeerd, hetgeen voor elke zorgkantoorregio tot gevolg heeft dat het desbetreffende zorgkantoor een vast budget ter beschikking heeft. Indien een zorginstelling buiten de regio van statutaire vestiging zorg verleent, komt dit ten laste van het beschikbare budget van het zorgkantoor dat verantwoordelijk is voor de verpleeg- en verzorgingshuiszorg in de regio van statutaire vestiging. Een zorgkantoor heeft derhalve reden om het aanbieden van intramurale zorg buiten de regio van statutaire vestiging te ontmoedigen, of in ieder geval niet te stimuleren. 21 Het betreft met name verzorgingshuiszorg. 6 Openbare versie

aanwijzingen om van een nauwer geografisch gebied uit te gaan in onderhavige zaak, bijvoorbeeld een onderverdeling naar Rotterdam-Zuid en Rotterdam-Noord, of een onderverdeling op wijkniveau. Marktpartijen hebben desgevraagd aangegeven geen reden te zien om uit te gaan van dergelijke nauwere geografische gebieden. 24. Uit punten 19 en 20 blijkt dat de activiteiten van partijen op zowel het gebied van verpleeghuiszorg en als het gebied van verzorgingshuiszorg alleen overlap vertonen in de gemeente Rotterdam. Gelet op het gestelde in punten 21 en 22 zal in onderhavige zaak worden uitgegaan van een geografische markt voor zowel verpleeg- als verzorgingshuiszorg die de gemeente Rotterdam omvat. Extramurale AWBZ-zorg 25. KVV is zowel op het gebied van huishoudelijke verzorging als op het gebied van persoonlijke verpleging en verzorging actief in de gehele gemeente Rotterdam. 26. NZR is zowel op het gebied van huishoudelijke verzorging als op het gebied van persoonlijke verpleging en verzorging actief in de gehele gemeente Rotterdam. NZR is daarnaast zowel op het gebied van huishoudelijke verzorging als op het gebied van persoonlijke verpleging en verzorging actief in Barendrecht (dat zoals reeds aangegeven in punt 20 tot zorgkantoorregio Zuid-Hollandse Eilanden behoort). 27. In eerdere besluiten 22 is uitgegaan van geografische markten voor huishoudelijke verzorging en persoonlijke verpleging en verzorging die niet groter zijn dan de zorgkantoorregio waarin partijen actief zijn. Onderzoek in het kader van onderhavige zaak heeft aangetoond dat er in Rotterdam en omliggende zorgkantoorregio s wel enige thuiszorg over de (zorgkantoorregio)grens wordt geboden. 23 De financieringssystematiek blijft echter een sterk beperkende factor (zie voetnoot 20), waardoor ook in onderhavige zaak niet kan worden uitgegaan van een geografische markt die groter is dan de zorgkantoorregio Rotterdam. 28. In onderhavige zaak is tevens onderzocht of de geografische markt wellicht kleiner dan de zorgkantoorregio Rotterdam is. Hiervoor zijn echter geen aanwijzingen gevonden. Partijen en concurrenten van partijen zijn veelal verspreid over heel Rotterdam actief en marktpartijen geven desgevraagd aan geen reden te zien om uit te gaan van nauwere gebieden zoals bijvoorbeeld Rotterdam-Noord en Rotterdam-Zuid, of specifieke wijken. 22 Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 4988/Oosterlengte Thuiszorg Groningen Sensire, reeds aangehaald, punt 28 en het besluit van 17 januari 2005 in zaak 4161/De Runne Kruiswerk Mark en Maas Thebe, punt 26. 23 Rotterdamse thuiszorgaanbieders zijn in beperkte mate actief in omliggende zorgkantoorregio s en omgekeerd wordt er in Rotterdam in beperkte mate thuiszorg aangeboden door spelers uit omliggende zorgkantoorregio s. 7 Openbare versie

29. Evenals in genoemde besluiten zal, gelet op het feit dat de activiteiten van partijen overlappen in Rotterdam, worden uitgegaan van een geografische markt voor zowel huishoudelijke verzorging als persoonlijke verpleging en verzorging die de gemeente Rotterdam omvat. Woningverhuur 30. MaasAnker is voornamelijk actief in de gemeente Rotterdam, waar 98% van de door haar verhuurde woningen gelegen is. Evenals in voorgaande besluiten 24, kan de exacte omvang van de relevante geografische markt(en) voor het aanbieden van huurwoningen, mogelijk nader te onderscheiden naar huurprijscategorie (zie punt 15), in het midden worden gelaten, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 38 tot en met 40). B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE Intramurale AWBZ-zorg 31. In 2004 werd er door Zorgkantoor Rotterdam circa EUR 61 mln. aan intramurale verpleeghuiszorg in de gemeente Rotterdam gefinancierd. 25 Partijen behaalden op de markt voor verpleeghuiszorg in Rotterdam een gezamenlijk marktaandeel van circa 32%. 26 32. In 2004 werd er door Zorgkantoor Rotterdam circa EUR 30 mln. aan verzorgingshuiszorg in de gemeente Rotterdam gefinancierd. Partijen behaalden op de markt voor verzorgingshuiszorg in Rotterdam een gezamenlijk marktaandeel van circa 34%. 27 33. Naast partijen is in Rotterdam een aantal grote en middelgrote aanbieders actief op zowel het gebied van verpleeghuiszorg als het gebied van verzorgingshuiszorg, te weten De Stromen, Humanitas, ZorgCompas en Zorggroep Rijnmond. Daarnaast is op beide markten een aantal kleinere spelers actief. Desgevraagd heeft Zorgkantoor Rotterdam aangegeven dat er na de voorgenomen concentratie nog voldoende keuzemogelijkheden overblijven voor cliënten en dat er op beide markten voldoende concurrentie blijft bestaan. 24 Zie onder meer het besluit het besluit in zaak 4062/De Woonplaats Volion, reeds aangehaald, punt 37, en het besluit van 11 november 2003 in zaak 3683/Com-wonen Woningpartners De Combinatie, punt 13. 25 Op basis van inwoneraantallen kan worden vastgesteld dat de gemeente Rotterdam 85% van de omvang van de zorgkantoorregio Rotterdam uitmaakt (www.gemeenterotterdam.nl). De genoemde markttotalen voor de gemeente Rotterdam in punten 31, 32, 35 en 36 zijn geschat door uit te gaan van 85% van de door het Zorgkantoor Rotterdam verstrekte gegevens voor de gehele zorgkantoorregio. 26 Opgave Zorgkantoor Rotterdam. 27 Opgave Zorgkantoor Rotterdam. 8 Openbare versie

34. Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie op het gebied van verpleeghuiszorg of op het gebied van verzorgingshuiszorg kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. Extramurale AWBZ-zorg 35. In 2004 werd er door Zorgkantoor Rotterdam circa EUR 44 mln. aan huishoudelijke verzorging in de gemeente Rotterdam gefinancierd. KVV en NZR behalen op deze markt een gezamenlijk marktaandeel van circa 4%. 28 36. In 2004 werd er door Zorgkantoor Rotterdam circa 74 mln. euro aan persoonlijke verpleging en verzorging in de gemeente Rotterdam gefinancierd. KVV en NZR behalen op de markt voor persoonlijke verpleging en verzorging in Rotterdam een gezamenlijk marktaandeel van circa 9%. 29 37. Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie op de markt voor huishoudelijke verzorging of op de markt voor persoonlijke verzorging en verpleging kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. Woningverhuur 38. MaasAnker heeft met circa 1.700 woningen circa 1% van het totaal aantal woningen van woningcorporaties in de gemeente Rotterdam in bezit. 30 Wanneer onderscheid wordt gemaakt naar huurpijscategorie, dan bedraagt het marktaandeel van MaasAnker maximaal 3%. 31 39. Wanneer naast het aanbod van woningcorporaties ook het aanbod van particuliere aanbieders van huurwoningen wordt meegenomen, is het marktaandeel van MaasAnker geringer dan aangegeven in het vorige punt. Wanneer een groter gebied dan Rotterdam wordt beschouwd, is het marktaandeel van MaasAnker eveneens geringer, aangezien ruim 98% van de woningen van MaasAnker in Rotterdam gelegen is. 28 Opgave Zorgkantoor Rotterdam. 29 Opgave Zorgkantoor Rotterdam. 30 Gebaseerd op gegevens van het Centraal Fonds Volkshuisvesting. 31 In het hypothetische geval dat alle 1.700 woningen tot eender welke van de drie genoemde huurprijscategorieën zouden moeten worden toegerekend. 9 Openbare versie

40. Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt op het gebied van woningverhuur door woningcorporaties die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 41. Zoals opgemerkt in punt 16 is er mogelijk sprake van een verticale relatie tussen woningverhuur en thuiszorgactiviteiten. Gelet op de positie van partijen op deze markten (zie punten 35, 36 en 38), is er geen reden om aan te nemen dat de onderhavige concentratie marktafsluitende effecten tot gevolg zal hebben. VI. CONCLUSIE 42. Na onderzoek van deze melding is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 43. Gelet op het bovenstaande deelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 21 oktober 2005 De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze: w.g. Mr. J. Schönau Directeur Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam 10 Openbare versie