Ambitie Plantgezondheid 2030 GEZONDE TEELT, GEZONDE TOEKOMST

Vergelijkbare documenten
15 april 2019, Ommeren. Arne Bac, Sectorspecialist Tuinbouw

Duurzame kennis door publiek-private samenwerking. Annet Zweep Directie Agrokennis

Duurzaam en helder naar de toekomst

25 jaar NAV NAV-visie op de Nederlandse akkerbouw tot 2030

PlantgezondheidEvent. 23 maart 2017

Boeren hebben. oplossing! een. Meerjarenplan 2020 van ZLTO

Toekomstvisie gewasbescherming 2030, naar weerbare planten en teeltsystemen. Gewasbescherming in maatschappelijke context

Van gewasbescherming naar integrale aanpak plantgezondheid

Duurzaam middelengebruik: een gezamenlijke opgave. Ernst van den Ende Algemeen Directeur Plant Sciences Group Wageningen UR

Productschap Tuinbouw Met Minder Meer. Helma Verberkt 26 juni 2012 Landelijke dag Roos

DUURZAAM BODEMBEHEER IN DE LANDBOUW

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water

Vergroening van de landbouw: hoe maken we stappen/ hoe maken we sprongen? Jolanda Wijsmuller, BCS

Innovatieagenda Melkveehouderij

Duurzame wereldvoedselvoorziening. hoe ziet dit vraagstuk eruit en in welke richting liggen de oplossingen?

Tuinbouwakkoord. Preambule

Boeren hebben. oplossing! een. Meerjarenplan 2020 van ZLTO

De principes van geïntegreerde gewasbescherming (IPM) met aardappel als voorbeeld

Samen werken aan gezonde gewassen en veilige voeding. Verantwoorde gewasbescherming Agrifirm Better Together

De nieuwe stap. 20 februari 2019

LNV pilots Toekomstbestendige landbouw in het nieuwe GLB

Ambitie: Op naar een Vitale Teelt in 2030

Uitgangssituatie. Uitgangssituatie. Waterkwaliteit is verbeterd, maar doelstelling nog niet voltooid.

SAMEN VOOR BIODIVERSITEIT. Wat betekent het Deltaplan Biodiversiteitsherstel voor boeren en tuinders? December 2018

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW

Studiedag boomkwekerij 2015 vrijdag 20 februari Hannes Buyle

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Ministerie van Landbouw, Natuur en voedselkwaliteit. Nationale Bijenstrategie Bed & Breakfast for Bees

FUNCTIEPROFIEL. LTO Noord Manager Programma s & Ontwikkeling (nieuwe functie) Standplaats: Zwolle. 1. LTO Noord

Inhoud. Voorwoord 5. Inhoud

Gezonde planten. voor een. gezonde toekomst

Voedsel. 13 juni 2019, Pieter Rijzebol.

Partners in de praktijk: hoe kun je aansluiten bij het Deltaplan? Hank Bartelink, directeur LandschappenNL en partner van het Deltaplan 22 mei 2019

Samen Ondernemen met de Natuur

Transformatie naar een slimme, datagedreven tuinbouw

Interactie consument en producent Op weg naar gezonde groei, duurzame oogst. Ronald Hiel 11 juni 2015

LNV bodemstrategie. Gerrie Haenen. Ministerie LNV Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit. 15 november 2018

GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER

Green Deal groene gewasbescherming

Eén. contract. Eén. opdracht. Eén. missie. Meer dan 100 partners Meer dan 1000 professionals

LTO visie gemaakt door 24 melkveehouders Samen naar een nieuwe Wij

Mineral Valley Twente: Toonaangevend voor bodem en mestverwerking

Deelsessie Werkroute Landbouw Alex Datema & Ben Haarman 22 mei 2019

Meerwaarde(n) Voorwaarde(n) De visie van ZLTO op de ontwikkeling van de groene sector tot 2020

Even voorstellen. Workshop: Bedreigingen aanpakken door goed hygiënebeleid maart 2016, Dirk Bakker en Daan van Empel

Samenvatting. economy.

Mastermind groep. Business Development. Leiderschap in het creëren van een sterke business

Adviesdienst Gewasbescherming. PCS Studiedag Kamerplanten, 23 juni 2019, PCS (Destelbergen)

UNITING THE ORGANIC WORLD

ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW

Memorandum of Understanding inzake de totstandkoming binnen Nederland van een Expert Centre voor Speciality Crops

Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

Functieprofiel Directeur LTO Nederland

SMAAK EN CONSUMENTEN PARTNER VOOR PUBLIEK EN PRIVAAT ONDERZOEK

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 25 april 2019 Betreft Nationaal programma landbouwbodems

KRINGLOOPLANDBOUW BIOLOGISCHE SECTOR

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Milieukeur/ On the way to PlanetProof Bloembollen en Bolboemen

PROVINCIE FLEVOLAND. 1 8 JULI 2018 Onderwerp. Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffie mevrouw A. Kost INTERN

Jaarplan Plantgezondheid Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag

Werkplan Centrum XL 2015/2016

IPM Integrated Pest Management: hoe voldoen aan wettelijke verplichtingen? Bart Debussche Vlaamse Overheid Departement Landbouw en Visserij

Wageningen University & Research. Zijn robotisering en automatisering oplossingen voor een duurzame akkerbouw?

Productschap Tuinbouw kennisknooppunt platform overheid op maat van de tuinbouw

Wat is natuurinclusieve landbouw?

BioDuurzaam - EKO. Bavo van den Idsert - Bionext

Grote opgaven voor een duurzame economie: welke oplossing heb jij?

Topsectoren. Hoe & Waarom

Inspirerend Management. in de zorg. Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap

Houtskoolschets Asten april 2017

Voorproefje Cosun MVO-verslag 2011

Laat de natuur voor je werken

Meerjarenprogramma Ambitiedocument

LANDBOUW EN BIODIVERSITEIT. Ledenbijeenkomst 2 februari 2018

Van gewasbescherming naar plantgezondheid

Zuivelperspectief 2030: samen duurzaam en economisch gezond. Toekomstvisie van de Nederlandse Zuivel Organisatie

Presentatie advies Ruimte voor duurzame landbouw Den Haag, 20 maart Henry Meijdam. voorzitter Raad voor de leefomgeving en infrastructuur

Pilots natuurinclusieve landbouw in het nieuwe GLB

Natuurinclusieve landbouw

AMBITIE NUTRIËNTEN 2018

De nul ongevallen visie: een commitment strategie voor veiligheid

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

De transitie van stad en platteland Een nieuwe koers

Tweede Kamer der Staten-Generaal

5 Vijfjarenplan BIOFORUM VLAANDEREN

Missie en visie Landschap Overijssel

Manifest van Salentein. Ketenpartners, kennisinstellingen en overheden in FoodValley werken aan toekomstgericht ondernemerschap agrariërs

Intentieverklaring Versie:

Bron voor Groene Economie

Kaderbrief 2018: Sterker in dialoog

1. AGRARISCHE ONDERNEMER

Natuur inclusieve (precisie)landbouw High Tech meets Nature. Corné Kempenaar Abbenes, 26 januari 2018

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

Duurzaamheid, Energie en Milieu

Deelsessie werkroute Natuur Kirsten Haanraads & Hank Bartelink 22 mei 2019

Nota inzake Economic Development Board

Rapport enquête en workshop (Bio Vak Zwolle 2012) Locale rassen; het juiste ras locatie teler concept Bertus Buizer & Kitty de Jager, december 2012

Transcriptie:

Ambitie Plantgezondheid 2030 GEZONDE TEELT, GEZONDE TOEKOMST

Ambitie Plantgezondheid 2030 GEZONDE TEELT, GEZONDE TOEKOMST In 2030 is de Nederlandse voedsel- en sierteelt wereldwijd koploper in kwaliteit en volhoudbaarheid. Die positie heeft de sector verworven op basis van: Gezonde planten, die tegen een stootje kunnen en geteeld worden in een systeem dat nauwelijks meer bijsturing behoeft Gezonde leefomgeving, waaraan plantaardige productie een positieve bijdrage levert voor mens, dier en milieu Gezonde markt, met het Nederlands plantaardig product nationaal en internationaal erkend als sterk merk www.lto.nl/gezondeteeltgezondetoekomst 2 Ambitie Plantgezondheid 2030 LTO Nederland

Wereldtop Nederlandse boeren en tuinders blinken uit in het telen van gezonde en veilige voedsel- en sierteeltproducten. Mede dankzij hun vakmanschap ervaren we dagelijks de luxe van gezond en veilig voedsel en krijgt onze leefomgeving kleur. Producten van Nederlandse bodem worden wereldwijd gewaardeerd: Nederland is de tweede agrarisch exporteur ter wereld met sierteelt, groenten en fruit als belangrijke exportproducten. Daarmee vervult onze land- en tuinbouw een belangrijke rol in grote uitdagingen, zoals het terugdringen van honger en armoede en het beperken van de gevolgen van klimaatverandering. Kwetsbaarheid De plantaardige sector heeft in de loop der jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt dankzij onder meer de introductie van nieuwe rassen, technologieën en teeltsystemen. Hierdoor loopt zij nu internationaal voorop in efficiëntie en productiviteit. Tegelijkertijd is daarmee de kwetsbaarheid van de productiesystemen toegenomen. Veranderingen als meer homogeniteit en grotere vruchten maken een gewas aantrekkelijker voor teler en consument, maar ook voor ziekten en plagen. Ook zijn gewassen daarmee gevoeliger geworden voor extreme weersomstandigheden en dus voor de verwachte veranderingen in het klimaat. Dit vergroot de noodzaak tot bijsturen, met (vaak) negatieve bijwerkingen op de omgeving. De huidige wijze van plantaardige productie wordt daarom op termijn ecologisch niet houdbaar geacht. Transitie De Nederlandse land- en tuinbouw staat voor de opgave om plantaardige productie zo in te richten dat niet alleen de plant, maar ook de omgeving gezond blijft. Dat is niet eenvoudig in een markt met hoge productiekosten en scherpe internationale prijsconcurrentie. Die opgave is dan ook niet alleen een technisch vraagstuk; er liggen ook uitdagingen in de markt en maatschappij. Een transitie is nodig die resulteert in Plantgezondheid als Unique Selling Point van de Nederlandse land- en tuinbouw. Gezonde planten, een gezonde leefomgeving en een gezonde markt vormen hiervoor de basis. Het telen van een gezond gewas zit in de genen van iedere boer of tuinder. Zorgen voor een gezonde omgeving is daarbij een randvoorwaarde, een licence to produce. De kritische succesfactor is een gezonde markt, waarin de waarde van een product mede bepaald wordt door de productiewijze. Ambitie Plantgezondheid 2030 LTO Nederland 3

De zes elementen van een weerbaar systeem Weerbaar gewas: Slim en groen ingrijpen: Weerbare rassen brede resistentie tegen, of tolerantie voor ziekten en plagen Tijdspecifiek vroege signalering door optimale beschikbaarheid en benutting van data en informatie Weerbare planten hoge weerstand en een natuurlijk schild van microbiële helpers Plaatsspecifiek lokale, zo nauwkeurig mogelijke beheersing van ziekten en plagen Weerbaar teeltsysteem bodem, klimaat en omgeving houden ziekten en plagen op afstand Minimale verstoring gebruik van producten en methoden die de natuurlijke balans in stand houden 4 Ambitie Plantgezondheid 2030 LTO Nederland

Gezonde planten Streefbeeld In 2030 is plantgezondheid gebaseerd op weerbaarheid: gewassen kunnen tegen een stootje en zijn grotendeels zelfregulerend. Ziekten en plagen krijgen daardoor veel minder kans, zodat de noodzaak om in te grijpen tot een minimum beperkt blijft. Waar nodig wordt slim bijgestuurd: tijd- en plaatsspecifiek en zo groen mogelijk. Deze robuuste productiesystemen leiden tot meer continuïteit in opbrengst en kwaliteit, en daarmee ook tot meer stabiliteit in de markt. Opgave Plantgezondheid op basis van weerbaarheid is een principieel andere denk- en werkwijze dan de traditionele bestrijding van ziekten en plagen. Dit vraagt dus ook om een omslag in het denken en handelen van de boeren en tuinders. Een weerbaar systeem bestaat uit weerbare planten die van nature minder vatbaar zijn voor aandoeningen, versterkt door een natuurlijk schild van microbiële helpers, in een omgeving die onaantrekkelijk is voor ziekten en plagen (zie pagina 4: De zes elementen van een weerbaar systeem). Ook in een weerbaar systeem blijft de kans op ziekten en plagen aanwezig. Van belang is om dan snel en slim in te grijpen met zo min mogelijk verstoring van het systeem. Door verdere doorontwikkeling en toepassing van o.a. precisietechnologie, kunstmatige intelligentie, nieuwe veredelingstechnieken en groene middelen kunnen de komende jaren grote stappen gezet worden. Mijlpalen 2020: De sector beschikt over een weerbaarheidswijzer die ondernemers ondersteunt bij het weerbaar inrichten van hun systeem. De wijzer wordt erkend en ondersteund wordt door partners in keten en maatschappij. Er lopen diverse pilots waarin ondernemers de weerbaarheidswijzer toetsen in de praktijk. 2025: Ten minste 50% van alle ondernemers kiest voor het gebruik van de weerbaarheidswijzer als ondersteuning bij het bepalen van hun plantgezondheid strategie. Monitoring en verantwoording van inspanningen van ondernemers ten behoeve van plantgezondheid is gebaseerd op de principes in de weerbaarheidswijzer. De mate van toepassing van principes in de weerbaarheidswijzer in de praktijk is in kaart gebracht. 2030: De weerbaarheidswijzer is een algemeen geaccepteerd en geïntegreerd instrument ter ondersteuning en verantwoording van de teelt van een gezond gewas. Toepassing van principes in de weerbaarheidswijzer is toegenomen ten opzichte van 2025. Ambitie Plantgezondheid 2030 LTO Nederland 5

6 Ambitie Plantgezondheid 2030 LTO Nederland

Gezonde leefomgeving Streefbeeld In 2030 produceert de Nederlandse land- en tuinbouw emissieloos en natuurrijk: milieubelastende gewasbeschermingsmiddelen worden niet meer teruggevonden in de omgeving, en plantaardige productie levert een positieve bijdrage aan de kwaliteit van de leefomgeving voor mens en dier. Mede hierdoor vormt plantaardige productie een integraal en gewaardeerd onderdeel van de maatschappij. Burgers hebben vertrouwen in de kwaliteit en onderliggende waarden van Nederlands plantaardig product. Opgave Maximale controle over (potentiële) emissieroutes vergt verdere optimalisering en gebruik van toedienings-, opvang- en zuiveringstechnieken. Ook de inrichting van teeltsystemen vraagt aandacht zodat deze ruimte bieden of zelfs bijdragen aan andere behoeften als bestuiving, recreatie en waterbuffering. Biodiversiteit vervult daarin een spilfunctie, zowel boven- als ondergronds, en in zowel soortenrijkdom als biomassa. De uitdaging hierbij is om biodiversiteit zodanig in te vullen dat deze zowel bijdraagt aan de omgevingskwaliteit als de gezondheid van het gewas. Dat vereist een gebiedsgerichte aanpak waarin ook aandacht is voor regionale samenwerking, gezamenlijke verantwoordelijkheden en wederzijds vertrouwen tussen betrokken partijen. 2025: Emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar grond- en oppervlaktewater door plantaardige productie is met 75% gedaald ten opzichte van 2016. Ten minste 50% van alle telers draagt jaarlijks actief bij aan informatie-uitwisseling met burgers over gewas en omgeving. Het aantal ondernemers dat aantoonbaar investeert in verbetering van de biodiversiteit is met 25% toegenomen t.o.v. 2020. 2030: Plantaardige productie vindt plaats zonder emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar grond- en oppervlaktewater. Elke teler draagt jaarlijks bij aan informatie-uitwisseling met burgers over gewas en omgeving. Plantaardige productie levert aantoonbaar een positieve bijdrage aan de biodiversiteit. Het aandeel telers dat in biodiversiteit invest eert is met 50% toegenomen t.o.v. 2020. Mijlpalen 2020: Emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar grond- en oppervlaktewater door plantaardige productie is met 50% gedaald ten opzichte van 2016. Er is een communicatieplan voor boeren en tuinders bestaande uit diverse activiteiten om informatie-uitwisseling met burgers over gewas en omgeving te stimuleren. Het effect van plantaardige productie op de biodiversiteit, en het aantal telers dat hierin aantoonbaar investeert, is in kaart gebracht op basis van een breed gedragen systematiek. Ambitie Plantgezondheid 2030 LTO Nederland 7

8 Ambitie Plantgezondheid 2030 LTO Nederland

Gezonde markt Streefbeeld Het Nederlands product staat in 2030 internationaal bekend als een sterk merk: residuvrij en geproduceerd met zorg voor milieu en maatschappij. Handel en consumenten kiezen daarom bewust voor producten van Nederlandse herkomst. Nederlandse boeren en tuinders hebben een sterkere positie in de keten en ontvangen een eerlijke prijs voor hun product. Ook de verdiencapaciteit van het totale agrocomplex neemt toe; primaire productie vormt immers de spil in de Nederlandse exportpositie. Opgave Het Nederlands plantaardig product vereist strategische (her-)positionering, die aansluit bij een groeiende vraag naar kwalitatief goed én volhoudbaar geproduceerd product. Primaire voorwaarde is dan dat ondernemers zich kunnen onderscheiden in de markt. Dat vereist transparantie over de wijze waarop het product geproduceerd is. De focus ligt daarbij niet (alleen) op individuele maatregelen zoals het gebruik van specifieke middelen; weerbaarheid gaat immers ook over zaken als rassenkeuze, preventie en verantwoord bodembeheer. Een andere voorwaarde is herkenbaarheid, zodat ketenpartijen én consumenten het kaf van het koren kunnen scheiden. Een derde voorwaarde is branding ; Nederlands product moet een eigen identiteit krijgen, die niet (uitsluitend) bepaald wordt door prijs. 2025: Ten minste 20% van de ondernemers in de Nederlandse land- en tuinbouw kiest ervoor zich in de markt te onderscheiden op basis van aantoonbaar volhoudbare productie. Een aantoonbaar volhoudbare productiewijze versterkt de positie van de teler in de keten, wat blijkt uit onder andere prijs en afzet ten opzichte van overig aanbod. 2030: De Nederlandse land- en tuinbouw kiest ervoor zich internationaal te onderscheiden op basis van een aantoonbaar volhoudbare productie, in aanvulling op kwaliteit. De Nederlandse land- en tuinbouw heeft hiermee haar positie in de internationale markt verstevigd ten opzichte van 2017, wat blijkt uit onder andere prijs en marktaandeel ten opzichte van andere producenten. Mijlpalen 2020: Stimulering en verantwoording van een volhoudbare productiewijze vormt het uitgangspunt voor het stellen van bovenwettelijke eisen. Specifieke eisen m.b.t. een volhoudbare productiewijze zijn gebaseerd op toepassing van de elementen uit de weerbaarheidswijzer en het totale effect daarvan op de kwaliteit van de leefomgeving. Ambitie Plantgezondheid 2030 LTO Nederland 9

BOUWSTENEN De mijlpalen worden gerealiseerd aan de hand van een vijftal bouwstenen: Systeemaanpak, Waardecreatie, Bestuur & beleid, Draagvlak & communicatie, en Monitoring. 10 Ambitie Plantgezondheid 2030 LTO Nederland

Systeemaanpak Plantaardige sectoren hebben de afgelopen jaren enorme stappen gezet in het toepassen en verder ontwikkelen van geïntegreerde gewasbescherming (Integrated Pest Management; IPM). Om plantgezondheid nu naar een hoger niveau te tillen is een systeemaanpak nodig. In een systeemaanpak worden alle elementen van plantgezondheid integraal benaderd. Elementen als weerbare rassen, planten en teeltsystemen, monitoringsmethoden en technieken precisietechnologie, en innovatieve gewasbeschermingsproducten, horen daar vanzelfsprekend in thuis. Optimale benutting van beschikbare kennis en technieken kan alleen als hiervoor ook de juiste randvoorwaarden aanwezig zijn. Dat vereist onder meer aanpassing van bestaande procedures en kaders en ruimte voor maatwerk en flexibiliteit, zonder concessies te doen aan de borging van kwaliteit en veiligheid. Ondernemers hebben daarnaast meer experimenteerruimte nodig om nieuwe wegen te verkennen en vertrouwen. Plantgezondheid is per definitie maatwerk; de systeemaanpak biedt daarvoor de ruimte. Waardecreatie Nederland moet zich de komende jaren gaan onderscheiden op het gebied van plantgezondheid en daarmee een aantrekkelijke positie verwerven op de markt. Dat vraagt om een nieuw keten verdienmodel toe dat geënt is op robuustheid: in termen van aanbod, kwaliteit, rentabiliteit en maatschappelijk draagvlak, met plantgezondheid als een belangrijk fundament. Zoals eerder benoemd vereist dat transparantie en identiteit. Keurmerken of andere certificeringssystemen kunnen hier een rol in spelen. De inzet en opschaling daarvan brengt uitdagingen met zich mee zoals de (inter-) nationale erkenning ervan, het behoud van toegevoegde waarde naarmate het aantal deelnemers groeit, en een profilering die aansluit bij wensen en behoeften in de maatschappij. Naast productverwaarding zijn er ook kansen voor verwaarding in de maatschappij. Boeren en tuinders leveren in toenemende mate ecologische en maatschappelijke diensten. Deze verdienen een plek in het verdienmodel van de ondernemer. Bestuur & beleid Innovatie vereist een bestuurlijk klimaat dat zekerheid biedt, op korte en lange termijn. Om de gestelde doelen te halen zijn nú doorbraken nodig op beleidsdossiers zoals toelating van groene en laag-risicomiddelen en nieuwe veredelingstechnieken (o.a. Crispr-Cas). Een breed gedragen visie die consistent is over al deze thema s helpt daarbij. Tegelijkertijd blijft er aandacht nodig voor het handelingsperspectief van telers anno nu. Dat geldt bijvoorbeeld voor het maatregelen- en middelenpakket: het moet te allen tijde mogelijk blijven om een gezond en rendabel gewas te produceren. Ook op gebied van kosten en baten ontstaan soms spanningen, in de tijd of tussen belanghebbenden. Voorbeelden zien we onder andere op het gebied van bodembeheer en de omschakeling naar nieuwe teeltsystemen. Met de ontwikkeling en effectieve inzet van het juiste instrumentarium kunnen drempels worden verlaagd en durven ondernemers stappen te zetten. Draagvlak en communicatie Moderne plantaardige productie staat los van de maatschappij. Mede daardoor is bij veel burgers weerstand ontstaan tegen technieken die gebruikt worden en de gevolgen ervan voor de inrichting van het landschap. Ook veel boeren en tuinders hebben gevestigde beelden over good practices, die niet altijd stroken met de huidige praktijk en stand der techniek. Gevolg is dat boer en burger van elkaar vervreemd zijn. Om het gat te dichten is objectieve en begrijpelijke communicatie en informatievoorziening belangrijk, maar niet voldoende. Wederzijds draagvlak vergt een dialoog die zich richt op verbinding op basis van gemeenschappelijke doelen in plaats van vervreemding door verschillende belangen. Dit pleit voor uitbreiding van de bestaande gouden driehoek van bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen met de maatschappij als vierde partij. Daarmee zijn ook de maatschappelijke belangen ten aanzien van plantgezondheid geborgd. Monitoring LTO Nederland vindt het belangrijk om de voortgang in het realiseren van de ambities naar 2030 objectief en onafhankelijk te laten monitoren. Aan de hand van te selecteren indicatoren worden zowel het proces als (tussentijdse) resultaten regelmatig in kaart gebracht en geëvalueerd. Dat gebeurt zowel voor de totale land- en tuinbouw als geheel, als ook op sectorniveau. Hiermee krijgt de land- en tuinbouw inzicht in de voortgang en efficiëntie van het proces. Op basis hiervan kan de sector zelf bijsturen en het gesprek aangaan met andere belanghebbende of (mede-)verantwoordelijke partijen. Daarmee versterkt het vertrouwen in de sector en de commitment van partners om samen op te trekken. Ambitie Plantgezondheid 2030 LTO Nederland 11

SAMENWERKING LTO Nederland wil zich maximaal inspannen om het geschetste streefbeeld te verwezenlijken. Dat lukt niet zonder de hulp van andere partijen. LTO zoekt daarom actief de samenwerking op met partners die bereid zijn om samen de transitie in plantgezondheid tot een succes te maken. 12 Ambitie Plantgezondheid 2030 LTO Nederland

In het bijzonder vraagt LTO de inzet van: Ketenpartijen; plantgezondheid is een ketenverantwoordelijkheid; zowel toeleveranciers als afnemers spelen een belangrijke denk bij zaken als rassenkeuze, fytosanitaire eisen en consumentengedrag. Ook voor profilering van het Nederlands product hebben we elkaar nodig; gezamenlijk kunnen we nieuwe, robuuste marktsystemen tot stand brengen die leiden tot versterking van het totale Nederlandse agrocomplex. Maatschappelijke organisaties; sector en maatschappij vinden elkaar in hun gezamenlijke ambitie om de kwaliteit van de leefomgeving van mens en dier te verbeteren. Wij vragen NGO s, collectieven en individuele burgers zich samen met de primaire sector in te zetten om plantgezondheid om te buigen van een bedreiging naar een kans, met respect voor elkaars belangen en zienswijzen. Gewasbeschermingsindustrie: de inzet van chemie blijft ook in de toekomst soms noodzakelijk. Wij vragen de industrie zich maximaal in te zetten voor de ontwikkeling en toelating van laag-risico producten in grote en kleine teelten. Ook willen we samen met industrie en techniekontwikkelaars zoeken naar innovatieve producten en toepassingswijzen om gewasbescherming zo effectief en efficiënt mogelijk in te passen in het systeem. Erfbetreders: de land- en tuinbouw moet de komende jaren flinke stappen zetten op gebied van gewasbescherming. Erfbetreders zoals voorlichters, toeleveranciers en handhavers vervullen daarbij een belangrijke rol, zowel in het begeleiden van individuele ondernemers in het transitieproces, als in de doorstroom van kennis over nieuwe methoden en technieken. Samen met voorlichters en toeleveranciers willen we ondernemers helpen weerbaarheid op hun bedrijf rendabel invulling te geven, en knelpunten waar zij tegenaan lopen op te lossen. Overheid: Middels kaderstelling en handhaving is de overheid sterk bepalend voor de transitie naar plantgezondheid. Wij vragen de overheid om die ambitie te faciliteren en ondersteunen met beleid dat consistent is, over verschillende beleidsthema s (o.a. gewasbescherming, biotechnologie, GLB) én over verschillende schaalniveaus (van Europees tot regionaal). Dat beleid moet voorlopers stimuleren én volgers de kans geven om aan te haken. De sector is zo sterk als haar zwakste schakel; effectieve handhaving op moedwillig onverantwoord handelen is mede bepalend voor het realiseren van onze ambitie. Kennisinstanties en R&D: Ontwikkelingen in plantwetenschappen (o.a. veredeling, microbioom) maar ook in aanpalende domeinen als humane- en diergezondheid, robotisering en datamanagement bieden enorme kansen voor plantgezondheid. Omgekeerd hebben ondernemers veel praktijkervaring en oog voor praktische haalbaarheid. Door kruisbestuiving in realistische praktijkomstandigheden ( living labs ) maken we innovaties nog sneller praktijkrijp en optimaal inzetbaar. Ambitie Plantgezondheid 2030 LTO Nederland 13

SECTOREN De ambitie is een gezamenlijk product van en voor de verschillende plantaardige sectoren. Elke sector committeert zich aan de vastgestelde mijlpalen tussen nu en 2030 en stelt en actieplan op om deze mijlpalen te bereiken. De actieplannen bevatten een sectorspecifieke uitwerking van de opgaven gezonde planten, gezonde omgeving en gezonde markt. Bouwstenen zijn vertaald in concrete acties, rekening houdend met kansen en omstandigheden in de betreffende sector. De sectoren zijn zelf verantwoordelijk voor de inhoud en uitvoering van de actieplannen; waar mogelijk en wenselijk worden uitdagingen intersectoraal aangepakt. 14 Ambitie Plantgezondheid 2030 LTO Nederland

LTO Glaskracht Nederland LTO Nederland bomen en vaste planten En de volgende vakgroepen van LTO Nederland: Akkerbouw Vollegrondsgroenteteelt Biologische land- en tuinbouw Paddenstoelen Colofon Redactie en tekst: LTO Nederland Ontwerp en vormgeving: Familie Fraipont LTO Nederland Kantoor Den Haag Bezuidenhoutseweg 105-113 2594 AC Den Haag T +31 (0)70 338 2700 www.lto.nl Kantoor Brussel 59-61, Rue de Trèves B-1040 Brussel België Trierstraat 59-61 B-1040 Brussel België T +31 (0)88 888 66 54 www.lto.nl Ambitie Plantgezondheid 2030 LTO Nederland 15

Ambitie Plantgezondheid 2030 GEZONDE TEELT, GEZONDE TOEKOMST