1" GEMEENTE ZEEWOLĠĒ~ \ ermelo Aan de raad van de gemeente Zeewolde Postbus 1 3891 ER ZEEWOLDE Raadhuisplein 2 Postbus 500 3850 AM Ermelo t 0341 56 73 21 f 0341 56 73 69 e gemeente@ermelo.nl i www.ermelo.nl NL92 BNCH 0285 0024 49 datum 24 maart 2016 onderwerp Motie RNV 3.0 onze ref. el 60011717 casenr. 16e0002153 behandeld door mevrouw mr. A.H, van der Maat-Bosma afdeling stafeenheid strategie en control telefoon direct 0341 56 73 51 Geachte heer of mevrouw, Tijdens de raadsvergadering van 1 7 maart 2016 heeft de gemeenteraad van Ermelo unaniem een motie aangenomen over RNV 3.0. Daarin spreekt zij uit voluit in te stemmen met de strategische samenwerking RNV 3.0. De raad van Ermelo verwijst in deze motie naar de notitie van het college van B&W d.d. 1 7 november 201 5, waarin de bestuurlijke visie van Ermelo op het vraagstuk van de regionale samenwerking is weergegeven. Deze notitie is bij de motie bijgevoegd en sturen wij conform de opdracht van de raad naar u toe. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Het college van burgemeester en wethouders van Ermelo, A M. Weststrate, A.A.J. Baars, secretaris, burgemeester, bijlage(n) -
Ua!UM(İZA (A íuv^ea^íyua. BurgerBelangen Ermelo ROGRESSIEF ÛRMELO ChrístenUnie Ermelo ERMELO Motie RNV 3.0 De gemeenteraad van Ermelo, in vergadering bijeen op donderdag 17 maart 2016, Constaterende dat: versterking van de strategische samenwerking tussen de gemeenten op de Noord-Veluwe, gezien de gemeenschappelijke opgaven, van groot belang is; het daarbij nu meer dan ooit gaat om de promotie van het "merk Veluwe als geheel en om partnership met relevante maatschappelijke spelers, om de relatie met de economische regio's rond Amersfoort, Lelystad, Zwolle en Apeldoorn, om de connecties met Arnhem, Den Haag en Brussel, kortom om allianties en netwerken; deze ambitie door de huidige RNV onvoldoende wordt/kan worden gerealiseerd; de gemeente Ermelo zich reeds enkele járen beijvert voor de versterking van de strategische samenwerking op de Noord-Veluwe, inclusief aangrenzende gemeenten; Van mening zijnde dat: de RNV nog teveel functioneert als een in hoofdzaak uitvoerende organisatie, hiervoor andere, bewezen constructies op kleinere schaal, zoals bijvoorbeeld de SDV en Meerinzicht, wenselijk en denkbaar zijn; bundeling van de RNV met de Strategische Alliantie Noord-Veluwe en transformatie naar het tussen de betrokken colleges van B&W overeengekomen concept RNV 3.0 (inclusief cafetariamodel voor uitvoeringstaken) nu spoedig en voortvárend geëffectueerd moet worden; 1. Spreekt uit: voluit in te stemmen met de strategische samenwerking RNV 3.0; 2. Draagt het college op: de notitie van het college van B&W van Ermelo d.d. 1 7 november 201 5, gericht aan de burgemeesters van de gemeenten Elburg, Hattem, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten ter informatie toe te sturen aan de gemeenteraden en de colleges van B&W van die gemeenten en van de gemeenten Heerde en Zeewolde; 3. Verzoekt het college: CDA Iŷmelo Jan Brand Progressief Ermelo René Arts Burgerbelangen Ermel WouterVoaetsSncj SCP Frans Snoek Dėsirée Meij: O- ChfjstenUnie ud van Eijle
Toelichting: De notitie van 1 7 november 201 5 maakt als bijlage deel uit van de motie.
Memo Van: het college van B&W van de gemeente Ermelo Aan: de burgemeesters van de gemeenten Elburg, Ermelo, Hattem, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten Datum: 17 november 2015 Onderwerp: Regionale samenwerking Onze visie op samenwerking Het college van Ermelo heeft uitvoerig stilgestaan bij de door u opgestelde vragen over de lokale samenwerkingskoers van Ermelo voor strategie, beleid en uitvoering op korte en langere termijn. Voordat wij in deze memo overgaan tot beantwoording van uw vragen, willen wij eerst in algemene zin onze visie op samenwerking weergeven. Deze visie is namelijk bij de beantwoording van uw vragen ons vertrekpunt geweest. Ons doel: Ermelo bestuurskrachtig Ermelo is gelukkig een gezonde en bestuurskrachtige gemeente: de dagelijkse dienstverlening aan onze inwoners verloopt goed, we hebben onze toekomstige opgaven goed in beeld, het lukt ons goed om die te realiseren, we hebben een eigentijdse ambtelijke organisatie, we zijn financieel gezond, we hebben een stevige gemeenteraad, ons college bereikt mooie resultaten, kortom we zijn "bij de tijd" en in control. En dat willen we ook zo houden. Daarbij staat voorop, dat wij - net als onze gemeenteraad - willen dat Ermelo autonoom blijft: een gemeente met een herkenbaar eigen gezicht, die zelfstandig het beleid bepaalt, stevig regie heeft op de uitvoering, en waar de menselijke maat de boventoon voert. Dat is ons doel. Het middel: samenwerking Naarmate het takenpakket van gemeenten omvangrijker én complexer wordt en de netwerksamenleving zich verder ontwikkelt, groeit ook het belang om te investeren in samenwerking met buurgemeenten en met andere maatschappelijke partners. Samenwerking zien wij als een belangrijk middel dat bijdraagt aan het beoogde doel. Daarom zetten wij ondubbelzinnig in op een versterking van de samenwerking met andere gemeenten. De cultuur van samenwerking Voor het welslagen van samenwerking achten wij de samenwerkingscultuur van meer belang dan de -structuur. Bij het aangaan van een samenwerking(sverband) moet openheid en onderling vertrouwen tussen samenwerkingspartners voorop staan. Daarnaast is commitment over de te behalen doelen, resultaten en voortgang/tijdspad van cruciaal belang. Wij hebben geen zin meer in eindeloos gepalaver over macht en structuur. Wij willen samenwerken vanuit relatie, niet vanuit positie. 1
Samenwerken vanuit Ínhoud Voor ons zijn institutionele belangen van bestaande samenwerkingsverbanden niet leidend bij het vormgeven van samenwerkingsrelaties, maar staat de Ínhoud van de samenwerking (met de daarbij te behalen doelen en resultaten) voorop. Samenwerking moet ook effectief zijn. Voortdurende discussies over de structuur van samenwerking zijn niet effectief. Het moet gaan om een serieuze inhoudelijke agenda die wat voorstelt; die aansluit bij de vraagstukken van deze tijd en die kansen biedt voor de toekomst. Of het nu gaat over strategie, uitvoering of bedrijfsvoering: wij willen dat het echt ergens over gaat en wij willen ook concrete resultaten bereiken. De structuur van de samenwerking volgt de ínhoud Wij zijn van oordeel, dat het niet aangaat om elkaar anno 2015 te gijzelen binnen een gemeenschappelijke regeling die bij de oprichting in 1972 passend was voor de toenmalige samenwerkingstaken, maar 43 jaar later het midden houdt "tussen tafellaken en servet". Wat bedoelen we daarmee? De RNV is in 1972 opgericht om bepaalde wettelijke taken op regioniveau uit te voeren, zoals onder andere de regionale brandweer, de centrale post ambulance vervoer, en de GGD. Deze klassieke wettelijke taken zijn inmiddels allang uit de samenwerkingsregeling verdwenen en opgeschaald naar andere, grotere regionale samenwerkingsverbanden (VNOG, GGD). Ook voor de omgevingsdienst (inclusief Hattem, Heerde en de provincie) was de RNV niet het geschikte voertuig. Recent heeft de provincie zelfde stekker uit het regiocontract getrokken, waardoor de RNV aan het einde van 2015 ook op dit dossier geen taak meer heeft. Al met al is er nog maar een beperkt aantal taken bij de RNV achtergebleven sinds 1972. Kortom, de inhoudelijke basis onder de huidige RNV-structuur is de afgelopen járen sterk gewijzigd en daarmee is de basis aan de samenwerking in deze vorm ontvallen. Tegelijkertijd is het belang van en de behoefte aan strategische samenwerking de afgelopen járen evident toegenomen. De slagkracht van de RNV is in dat opzicht pover te noemen. Strategische samenwerking gaat anno 2015 verder dan alleen het gebied rond de oude Zuiderzeestraatweg van weleer. Het gaat nu meer dan ooit om promotie van het "merk Veluwe" als geheel en om partnership met relevante maatschappelijke spelers, om de relatie met de economische regio's rond Amersfoort, Lelystad, Zwolle en Apeldoorn, om connecties met Arnhem, Den Haag en Brussel, kortom, om allianties en netwerken. Een volgende relevante omstandigheid is tenslotte het ontstaan van kleinere intergemeentelijke clusters voor operationele taken (beleidsuitvoering en interne bedrijfsvoering), zoals H20, de SDV en Meerinzicht en nu ook NEO. Hoewel wij ons reeds in de vorige collegeperiode (2010-2014) aanvankelijk actief hebben ingezet om deze operationele samenwerking op grotere schaal te organiseren, moeten we vaststellen dat elke gemeente daarin zijn eigen keuzes maakt. Die keuzes zijn legitiem en ook begrijpelijk vanuit de wens om operationele taken "dichtbij" te houden met ruimte voor lokale inkleuring en maatwerk en terwille van voldoende grip en directe sturing. 2
Wij accepteren de vorming van kleinere clusters voor operationele taken inmiddels dan ook als een onomkeerbaar gegeven en willen dat ook niet meer ter discussie stellen. Hoewel dus de ínhoud van de samenwerking, maar ook de dynamiek in de samenleving en de rol van de overheid sterk gewijzigd zijn, werken wij echter nog wel steeds met een achterhaalde structuur van 43 jaar geleden. Wij zijn daarom van oordeel, dat de huidige structuur i.c. het huidige voertuig RNV onvoldoende aansluit op wat wij in deze tijd nodig hebben en daarom dringend aanpassing behoeft. We moeten dat met elkaar onder ogen durven en wíllen zien en daar op zorgvuldige wijze de noodzakelijke consequenties aan verbinden. Differentiatie qua schaalniveau Bij de vraag op welk niveau en met wie wij samenwerken maken wij onderscheid tussen regionale samenwerking op ruimere schaal en intergemeentelijke samenwerking met de directe buur gemeenten. De schaalgrootte en daarmee de keuze van de samenwerkingspartners laten wij afhangen van het type samenwerking: gaat het om gebiedsgerelateerde strategie en beleidsafstemmingz-voorbereiding of gaat het om operationele uitvoering die onze inwoners aangaat of om interne bedrijfsvoering? Regionale samenwerking De regio Noord-Veluwe is nu de kleinste regio van Gelderland en is te beperkt. Strategische samenwerking moet zich niet beperken tot het gebied van de Noord-Veluwe, maar moet ruimte bieden voor relevante, slimme en effectieve allianties, gebaseerd op een inhoudelijke agenda. De samenwerking zal vanuit die inhoudelijke benadering vorm krijgen met verschillende en - afhankelijk van het thema - wisselende netwerkpartners vanuit overheid en samenleving (triple helix) en steeds via een open relatie met de regio's Amersfoort, Lelystad, Zwolle en Apeldoorn. De ínhoud van de gebiedsagenda en het ruimere belang van de Veluwe als geheel moeten daarbij dus voorop staan en de vorm van de samenwerking zal daarop flexibel moeten inspelen. Terwille van slagkracht en effectiviteit moeten de platform- en ontwikkelfunctie van de RNV en de taken van de strategische alliantie uiteraard gebundeld worden. De strategische samenwerking moet niet alleen georganiseerd worden in een flexibel netwerk, maar moet tegelijkertijd robuust en efficiënt zijn en daarom niet worden vermengd met uitvoeringstaken c.q. de "waan van de dag". Om te bereiken dat de stem van ons gebied elders beter gehoord en verstaan wordt dan nu het geval is, is naar onze stellige overtuiging een geheel vernieuwde regionale samenwerkingsformule broodnodig. Daarbij moeten wij niet (behoud c.q. verbetering van) het in het verleden gecreëerde construct als uitgangspunt van denken nemen, maar de gebiedsopgaven van het heden en de toekomst. Intergemeentelijke samenwerking Operationele samenwerking (uitvoering en interne bedrijfsvoering) willen wij "dichter bij huis" en dus op kleinere intergemeentelijke schaal organiseren. Dat betekent dat wij op termijn bij de organisatie RNV 3.0 geen operationele taken meer belegd zien. 3
Op het gebied van interne bedrijfsvoering werken wij met Harderwijk en Zeewolde samen binnen Meerinzicht. Meerinzicht geeft uitvoering aan de zogenaamde PIOFACH-taken. Fase 1 (ICT, DIV,HRM, inkoop, gebouwenbeheer en belastingen) is intussen sinds 2014 een feit; fase 2 (Financiën, juridische zaken en communicatie) wordt in 2016 gerealiseerd. Bij de voorbereiding van deze bedrijfsvoeringssamenwerking waren - op basis van een gezamenlijke intentieverklaring van 6 gemeenten - aanvankelijk ook Putten, Elburg en Nunspeet betrokken. Om hen moverende redenen zijn deze drie gemeenten helaas afgehaakt. Wij beschouwen dat als een feítelijk gegeven en gaan voor bedrijfsvoering binnen Meerinzicht nu samen met Harderwijk en Zeewolde verder. Dat geldt ook voor de uitvoeringstaken in het sociale domein. Met Harderwijk en Zeewolde hebben wij immers ook al jarenlang de intergemeentelijke Sociale Dienst Veluwerand. Met deze beide buurgemeenten zijn wij momenteel volop bezig om deze dienst te verbreden naar een integrale uitvoerings(!)organisatie voor het gehele sociaal domein (inclusief WMO en Jeugd). Dat betekent dat wij uitvoeringstaken binnen het sociale domein die nu nog (tijdelijk) bij de RNV liggen, zoals sociale recherche, leerplicht en het account jeugdzaken, willen integreren binnen het cluster SDV/EHZ. Waar wij in het sociaal domein (gedwongen) moeten acteren op een andere schaalgrootte, zoals het geval is bij het OOGO (op overeenstemming gericht overleg, inclusief Epe, Nijkerk en Zeewolde) en de arbeidsmarktregio (met Zeewolde (en zonder Oldebroek) en Stedendriehoek), achten wij de RNV daarvoor nauwelijks relevant. Overigens gaat het bij zowel de bedrijfsvoeringssamenwerking in Meerinzicht als bij de SDV/EHZsamenwerking in het sociale domein om uitvoering; het beleid wordt lokaal bepaald. Daarbij gaat het niet alleen om samenwerking voor, maar ook om samenwerking van en dóór onze drie gemeenten; we organiseren de samenwerking niet van ons vandaan, maar richten ons juist op nabijheid. Naast het eigenaarschap is daarbij het lokale opdrachtgeverschap en de eigen identiteit van de gemeente als bronorganisatie essentieel. Lokaal niveau Uitgangspunt bij samenwerking is voor ons altijd, dat de dienstverlening aan de burger vanuit onze front-office blijft verlopen. Ook de bevoegdheid tot vaststelling van het te voeren beleid blijft exclusief bij het autonome lokale gemeentebestuur. Onze beantwoording van uw vragen Tegen deze achtergrond willen wij hieronder vervolgens ingaan op uw vragen: (Volgt beantwoording vragen.) 4