Venlo, Juni 2012 Gemeente Venlo Afd. Maatschappelijke Ontwikkeling



Vergelijkbare documenten
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2010

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Gemeente Roosendaal. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over Concept. 11 augustus 2014

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Te besluiten om:

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Gemeente Woerden. Klanttevredenheid Wmo over juli 2014

1. Inleiding Methode van onderzoek Responsverantwoording Leeswijzer 2

Adviesnota Bestuur datum: 28 augustus 2014

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Heerhugowaard

Klanttevredenheidsonderzoek WMO over 2013

Gemeente Montfoort. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over augustus 2015

Jaarverslag Zorg 2013: Individuele voorzieningen Wmo 2013

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 Gemeente Nijkerk

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

1 Inleiding Onderzoeksgroep en dataverzameling Informatie De aanvraag Procedure Wachttijd...

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Leiden

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO 2013

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Gemeente Landsmeer. Wmo-klanttevredenheid over juni 2014

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Wmo-klanttevredenheidsonderzoek. over 2009

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO 2013

Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo

Benchmarkrapportage Wmo Jaar 2013

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 en klanttevredenheid dienstverlening Gemeente Boskoop

I n f o r m a t I e f o l d e r

Wet maatschappelijke ondersteuning

Adviesnota Bestuur datum: 19 augustus 2015

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen ROGplus Nieuwe Waterweg Noord

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Klanttevredenheid Wmo-verstrekkingen 2011

Hll lllllllllllllllllllllllllllllllilllllll /10/2012

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Brief op maat benchmark Wmo 2010: Individuele Voorzieningen ROGplus

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011 Cliënten Wmo-voorzieningen Mantelzorgers. Gemeente Zoetermeer

Samenvatting basisbenchmark en cliënttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen Wmo

Gemeente Alphen-Chaam

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO 2009

WMO MONITOR KWARTAAL : Samenvatting belangrijkste bevindingen

Gemeente IJsselstein. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over juli 2015

Gemeente Nunspeet. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Meting over 2012

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Westland

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Lelystad

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen


Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Houten

TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Woonvoorzieningen Aanvragen totaal Aanvragen verhuiskostenvergoeding 8 6 4

Gemeente Beuningen. Wmo klanttevredenheidsonderzoek over Concept. 3 april 2014

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Bloemendaal

Gemeente Lopik. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Meting over 2010

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Rapportage uitvoering Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen Tweede kwartaal 2007

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Rapportage uitvoering Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen Derde en vierde kwartaal 2007

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo - de kanteling. Gemeente Groesbeek Juni 2014

Raadsinformatiebrief GEMEENTEBESTUUR. 3 juli Stad van Actieve Mensen R. Testroote. Informatie voor de raad (voor kennisgeving)

Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

WMO MONITOR 2013 Samenvatting belangrijkste bevindingen

Gemeente Zeist. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over juli 2015

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

De Wmo en de inkomensondersteuning. mei 2012

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Meedoen, ook als u lichamelijke beperkingen heeft! Individuele voorzieningen in de Wmo

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Zwolle

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO 2011

In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend.

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Cliëntenonderzoek. Gemeente Zutphen

AANVRAAGFORMULIER Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2018

Samenvatting Benchmark Wmo 2012

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Velsen

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

De Wmo. en de woonvoorzieningen gehandicapten. januari 2013

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Transcriptie:

Venlo, Juni 2012 Gemeente Venlo Afd. Maatschappelijke Ontwikkeling

1

Inhoudsopgave: 1. Inleiding. 2. De Bevolkingsontwikkeling. 3. De Vergrijzing. 4. De Individuele Wmo voorzieningen. a. Hulp in de Huishouding Financiën b. Het aantal klanten met hulp in de huishouding c. Kosten en aantallen scootmobielen en rolstoelen d. Vervoer e. De woningaanpassingen. f. Dagvoorzieningen g. Mantelzorg h. Overige onderwerpen uit klanttevredenheidsonderzoek i. Verbeterpunten op basis van klanttevredenheidsonderzoek Bijlagen: 1. Samenvatting Ronde Tafelgesprekken met Wmo klanten. 2. Gegevens mantelzorg en zelfredzaamheid, vragen uit de Stadspeiling 2011. 2

3

1. Inleiding Voor u ligt de tweede Wmo 1 monitor Juni 2012. Met de gemeenteraad is afgesproken tweemaal per jaar een Wmo monitor uit te brengen, om zicht te geven op de ontwikkelingen in de Wmo, met name op het terrein van de Wmo smal voorzieningen, prestatieveld 6. In deze monitor wordt inzicht gegeven in de demografische ontwikkelingen van Venlo die relevant zijn voor de Wmo (hoofdstuk 2 en 3). In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de diverse individuele voorzieningen. Het accent hierbij ligt op hoeveelheden, euro s en klanttevredenheidsgegevens. Als bijlagen zijn bij deze monitor toegevoegd: Bevindingen uit Rondetafelgesprekken die met cliënten van een individuele voorziening hebben plaatsgevonden in Juni 2011 naar stadsdeel. Dit is gebeurd in samenspraak met het Wmo-forum. Resultaten op vragen over onder andere participatie van burgers als vrijwilliger of mantelzorger in wijken, rondom wonen, welzijn en zorg meegenomen in de stadspeiling 2011. (Deze komt 1 keer per jaar uit). 1 Wmo=Wet Maatschappelijke Ondersteuning 4

2. Bevolking gemeente Venlo De bevolking in Stadsdeel Blerick is licht gegroeid in de periode 2000 2010, in 2011 is echter een eerste daling opgetreden. In de Stadsdelen Venlo en Tegelen/Belfeld is de bevolking in de periode 2000-2005 licht gegroeid, maar vervolgens heeft zich een daling ingezet. De kernen Arcen/Velden/Lomm hebben vanaf 2000 al een lichte daling (zie tabel 2.1). In de categorie van 65 jaar en ouder is over de periode 1995 t/m 2011 een stijging te zien van 3 %. Landelijk gezien ( op basis van CBS gegevens) is dit overigens 2,1% (zie tabel 2.2 en grafiek 2.1). De totale bevolking per stadsdeel jaren 2000, 2005, 2010 en 2011 Tabel 2.1 per 1-1 2000 per 1-1 2005 per 1-1 2010 per 1-1 2011 Stadsdeel Venlo 37.711 39.198 38.876 38.780 Stadsdeel Blerick 27.155 27.342 27.650 27.585 Stadsdeel Tegelen/Belfeld 24.735 25.720 25.100 24.790 Stadsdeel Arcen/Velden/Lomm 9.115 8.895 8.675 8.630 Totaal bevolking 98.716 101.155 100.301 99.785 Bron CBS statline / CBS statistiek bevolking Tabel 2.2 Bevolking Venlo jonger dan 65 jr en 65 jr en ouder Jonger dan 65 jr in procenten 65 jaar en ouder in procenten bevolking < 65 jr > 65 jr Totaal 1995 85.375 86% 13.417 14% 98.792 2000 84.200 85% 14.516 15% 98.716 2005 85.644 85% 15.511 15% 101.155 2010 83.344 83% 16.957 17% 100.301 2011 82.545 83% 17.240 17% 99.785 Bron CBS statline / CBS statistiek bevolking Grafiek 2.1 Jonger dan 65 jaar en 65 jaar en ouder in procenten jonger dan 65 jaar in proc. 65 jaar en ouder in proc. 87,00% 86,00% 85,00% 20,00% 15,00% 84,00% 83,00% 10,00% 82,00% 81,00% 5,00% 80,00% 1995 2000 2005 2010 2011 0,00% 1995 2000 2005 2010 2011 5

3. De Vergrijzing en Ontgroening in de gemeente Venlo De Groene druk is de verhouding tussen het aantal personen van 0 tot 20 jaar ten opzichte van de personen in de zogenaamde 'productieve' leeftijdsgroep van 20 tot 65 jaar. De groene druk is dalend. (zie tabel en grafiek 3.1) De Grijze druk is de verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar of ouder ten opzichte van de personen in de zogenaamde 'productieve' leeftijdsgroep van 20 tot 65 jaar. De grijze druk is stijgend. (zie tabel en grafiek 3.1) De bevolking in Nederland groeit niet alleen maar wordt ook steeds ouder. Op dit moment is de grijze druk landelijk 22 procent, voor Venlo is dit 28 procent. Dit betekent dat op elke honderd potentiële arbeidskrachten achtentwintig 65-plussers zijn. Vijftig jaar geleden waren dit er nog veertien. Vanaf 2010 is een versnelling in de toename van het aantal ouderen ingezet. Vanaf dat jaar bereiken de eerste babyboomers van de naoorlogse geboortegeneratie de leeftijd van 65 jaar. Tabel 3.1 De Groene, grijze druk en gemiddelde leeftijd in Venlo naar jaren. Groene druk (-19 t.o.v. 20-64 jaar) Grijze druk (65+ t.o.v. 20-64 jaar) Gemiddelde leeftijd 2000 37,9 23,8 39,3 2005 37,6 24,9 40,2 2010 36,1 27,7 41,7 2011 35,7 28,4 42,0 Bron CBS statline Grafiek 3.1 De ontwikkeling grijze en groene druk in jaren in Venlo. 45 40 35 30 25 Groene druk (- 19 t.o.v. 20-64 jaar) Grijze druk (65+ t.o.v. 20-64 jaar) Gemiddelde leeftijd 20 2000 2005 2010 2011 6

4. De individuele Wmo voorzieningen A. Hulp in het huishouden Uitkomsten klanttevredenheidsonderzoek 2011 2 Ruim driekwart van de respondenten had in 2010 hulp bij het huishouden, in 2011 is dit al bijna negen van de tien (zie tabel 4.1). Het grootste deel heeft gemiddeld 2 tot 4 uur per week hulp bij het huishouden (zie tabel 4.2). Het meest tevreden zijn mensen over de telefonische bereikbaarheid van de organisatie en de informatievoorziening, en het minst tevreden zijn de mensen over vervanging/wisselingen van medewerkers (zie tabel 4.3). Over het functioneren van de medewerkers zijn de cliënten erg tevreden (zie tabel 4.4). Gemiddeld geven de cliënten dan ook een 7,8 voor hulp bij het huishouden. Dit rapportcijfer is gelijk gebleven in vergelijking met 2010 (zie tabel 4.5) Met betrekking tot tevredenheid over functioneren van de organisatie en medewerker zijn er geen significante afwijkingen ten opzichte van voorgaand jaar (zie tabel 4.3 en 4.4). Wat wel opvallend is, is dat de tevredenheid over organisatie en medewerkers (tabellen 4.3 en 4.4) door de jaren heen marginaal stijgt terwijl het rapportcijfer (tabel 4.5) marginaal daalt. Uit tabel 4.1 valt op te maken dat significant meer mensen gebruik maken van HBH. Deze stijgende lijn uit het klanttevredenheidsonderzoek komt overeen met de gegevens in tabel 4.7. Ten aanzien van het aantal uren HBH zijn de verschillen ten opzichte van 2010 klein. Tabel 4.1 Percentage respondenten dat hbh krijgt 2007 2008 2009 2010 2011 80% 75% 74% 78% 87% Tabel 4.2 Aantal uren HBH uren 2007 2008 2009 2010 2011 1-2 uur 10% 12% 13% 10% 11% 2-4 uur 59% 68% 63% 68% 70% 4-7 uur 28% 18% 21% 19% 17% 7-10 uur 2% 2% 2% 2% 1% 10-13 uur 0% 0% 1% 1% 0% >13 uur 1% 0% 1% 1% 0% Tabel 4.3 Tevredenheid over functioneren van organisatie Onderwerp 2007 2008 2009 2010 2011 Keuzemogelijkheden organisaties 91% 89% 96% 95% 95% Telefonische bereikbaarheid 90% 85% 91% 93% 93% Informatievoorziening 89% 86% 88% 91% 93% Vervanging bij ziekte 78% 68% 87% 82% 85% Vervanging bij vakantie 78% 81% 83% Wisseling van medewerkers 77% 73% 76% 82% 83% 2 Het Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2011 is digitaal beschikbaar 7

Tabel 4.4 Tevredenheid over functioneren van medewerker Onderwerp 2007 2008 2009 2010 2011 Behandeling met respect 98% 98% 99% 98% 99% Aandacht/interesse medewerker 97% 96% 98% 98% 98% Inzet van medewerker 97% 95% 94% 97% 97% Kwaliteit van de schoonmaak 94% 94% 94% Tabel 4.5 Rapportcijfer hulp bij huishouden 2007 2008 2009 2010 2011 8,2 8 7,9 7,8 7,8 De uitgaven voor de Hulp in de Huishouding zijn in Venlo in 2009 aanzienlijk gestegen. Vanaf 2010 gaan deze geleidelijk omhoog. Dit is een gevolg van de AWBZ pakketmaatregelen 2009. In 2009 heeft herindicatie plaatsgevonden van mensen die een indicatie hadden voor de (oude) functie begeleiding. Daardoor konden minder mensen aanspraak maken op hulp. De gevolgen van deze pakketmaatregel was dat de burgers een beroep deden (doen) op compenserende voorzieningen vanuit de Wmo in 2009. In onderstaande tabel (4.6) zijn de uitgaven en aantallen door de gemeente Venlo voor individuele hulp in de huishouding van 2008 t/m 2011 uitgewerkt. Tabel 4.6Uitgaven van 2008 t/m 2011 voor Hulp in de Huishouding Incl. PGB 2008 2009 2010 2011 8.677.832 9.292.245 12.329.708 13.168.125 Bron WIZ, bewerking MO B. Het aantal geïndiceerden en klanten dat in de jaren 2008 t/m 2011 Hulp in de huishouding heeft gehad. Definities Hulp bij het huishouden 1 (HH1); dit betreft alleen schoonmaakwerkzaamheden. Hulp bij het huishouden 2 (HH2); schoonmaakwerkzaamheden met andere (lichte) ondersteuning in de organisatie van het huishouden (bijvoorbeeld: wassen, strijken en boodschappen). Hulp bij het huishouden 3 (HH3); schoonmaakwerkzaamheden met ondersteuning binnen een ontregelde huishouding. Daarnaast kan de hulp bij het huishouden op 2 manieren worden verstrekt: in natura; de hulp bij het huishouden wordt geleverd door een Zorgaanbieder van uw keuze waarmee de gemeente een contract heeft afgesloten. via een Persoonsgebonden budget (PGB); de cliënt regelt zelf de hulp bij het huishouden. In onderstaande tabel is het aantal geïndiceerde klanten naar aard van huishoudelijke hulp en naar jaar op een rij gezet. De reden dat het aantal klanten lager is dan het aantal voorzieningen, is dat sommige mensen tijdens een jaar een ander type huishoudelijke hulp krijgen. Hierdoor stijgt het aantal cliënten niet maar worden ze wel in 2 groepen huishoudelijke hulp gepresenteerd. Gezien het relatief lage verschil, is niet ingezoomd op de vraag vanuit welke groep de verschuiving heeft plaats gevonden. Uit onderstaande cijfers blijkt nog steeds een stijgende trend in het aantal HBH klanten. 8

Tabel 4.7 Aantal geïndiceerde klanten verdeeld naar aard HH naar jaar. 2008 2009 2010 2011 HH 1 PGB 365 371 395 380 HH 2 PGB 2 10 22 20 HH 3 PGB 1 HH 1 natura 2762 2986 3291 3422 HH 2 natura 1492 225 270 306 HH 3 16 15 11 Totaal 4637 3607 3990 4128 Aantal klanten 3390 3458 3825 3989 Bron WIZ, bewerking MO C. Scootmobielen en Rolstoelen Uitkomsten klanttevredenheidsonderzoek Over het algemeen zijn de mensen (zeer) tevreden over deze hulpmiddelen. Gemiddeld geven ze dan ook een 7,5 als rapportcijfer voor de Wmo-hulpmiddelen (zie tabel 4.8). Tabel 4.8 rapportcijfer voor Wmo hulpmiddel Jaar 2007 2008 2009 2010 2011 Cijfer 7,1 7,4 7,3 7,5 7,5 Scootmobielen Het hebben van een beperking kan betekenen dat de gewone vervoermiddelen, zoals de fiets, de auto of het openbaar vervoer onbruikbaar worden. De cliënt kan dan een Wmovervoersvoorziening aanvragen. In het geval van het afleggen van kortere afstanden kan bijvoorbeeld een scootmobiel een goede oplossing bieden. Bijna een kwart van de respondenten heeft een scootmobiel. Dit aandeel ligt wat lager dan in 2010. Bijna alle scootmobielgebruikers zijn (zeer) tevreden met de instructies die ze hebben gekregen en met de dienstverlening van de leverancier van de scootmobiel. Daarnaast is 87% (zeer) tevreden met de kwaliteit van de scootmobiel en is 70% (zeer) tevreden over de keuzemogelijkheden uit het assortiment van scootmobielen. In vergelijking met voorgaande jaren is de tevredenheid ongeveer gelijk gebleven. Tabel 4.9 Tevredenheid over scootmobiel Onderwerp 2009 2010 2011 Instructies 94% 95% Dienstverlening leverancier 93% 93% 94% Kwaliteit scootmobiel 87% 86% 87% Keuzemogelijkheid uit assortiment 71% 70% 72% Rolstoelen Van de respondenten heeft ongeveer een op de vijf een rolstoel. In vergelijking met voorgaande jaren is het aandeel mensen met een rolstoel wat afgenomen. Over het algemeen zijn de rolstoelgebruikers wel tevreden over alle gevraagde aspecten. Te zien is dat bijna alle rolstoelgebruikers (zeer) tevreden zijn over de dienstverlening van de 9

leverancier, bijna negen van de tien (zeer) tevreden zijn over de kwaliteit van de rolstoel en acht van de tien zijn (zeer) tevreden over de keuzemogelijkheden uit het assortiment van rolstoelen. De tevredenheid over deze aspecten is vergelijkbaar met 2010 (zie tabel 4.10). Tabel 4.10 Tevredenheid over rolstoel Onderwerp 2009 2010 2011 Dienstverlening leverancier 92% 94% 93% Kwaliteit scootmobiel 87% 88% 88% Keuzemogelijkheid uit assortiment 75% 79% 80% Uitgaven en aantallen scootmobielen De uitgaven voor scootmobielen zijn in 2011 t.o.v. 2010 gedaald (zie tabel 4.11).Het aantal uitgegeven scootmobielen is in 2011 ook lager dan in 2010 (zie tabel 4.12). De kosten nemen toe door de verhoging van de (onderhouds-)tarieven gekoppeld aan cao's waaraan bijv. Ligtvoet en Handicare zich moeten houden en het gemiddeld duurder worden van de hulpmiddelen zelf. De scootmobielen, die via een PGB zijn geleverd, zijn duurder doordat hierbij de onderhoudskosten voor 7 jaar in een keer betaald worden. Vanaf 2012 gebeurt dit niet meer. Tabel 4.11 De uitgaven voor scootmobielen 2008 t/m 2011 2008 2009 2010 2011 Scootmobiel 1.088.614 805.962 1.009.097 808.159 Scootmobiel via 17.492 54.564 121.239 116.726 PGB Totaal 1.106.106 860.526 1.130.336 924.885 Bron WIZ, bewerking MO Tabel 4.12 Aantallen verstrekte scootmobielen 2008 t/m 2011 2008 2009 2010 2011 Scootmobiel 305 226 263 193 Scootmobiel PGB 2 8 19 18 Totaal 297 231 276 207 Bron WIZ, bewerking MO Uitgaven en aantallen rolstoelen De uitgaven voor rolstoelen zijn ook in 2011 t.o.v. 2010 gedaald. Ook het aantal uitgegeven rolstoelen zijn in 2011 beduidend lager dan in 2010. Tabel 4.13 Uitgaven voor rolstoelen naar model en jaren 2008 t/m 2011 Rolstoelen in geld 2008 2009 2010 2011 Electrische rolstoel 321.584 388.809 448.987 215.791 Elektrische rolstoel PGB 50.796 884 14.636 Handbewogen rolstoel 536.644 338.150 373.239 231.247 Herverstrekkingskosten 28.060 3.804 26.074 22.149 rolstoelen Handbewogen rolstoel PGB 4.239 19.548 2.212 3.900 Overige rolstoelen PGB 155 2.786 Rolstoelen jeugd 38.545 20.286 53.609 14.691 Sportrolstoel 10.200 15.507 7.857 5.306 Sportrolstoel PGB 5.169 2.619 2.653 Totaal 939.427 842.069 918.267 510.373 Bron WIZ, bewerking MO 10

Tabel 4.13 Aantallen rolstoelen naar model en jaren 2008 t/m 2011 Aantallen Rolstoelen 2008 2009 2010 2011 Electrische rolstoel 40 38 44 47 Elektrische rolstoel PGB 3 2 1 Handbewogen rolstoel 384 264 328 187 Herverstr ekking rolstoelen 219 171 179 163 Handbewogen rolstoel PGB 3 3 2 1 Overige rolstoelen PGB 1 5 Rolstoelen jeugd 6 6 3 3 Sportrolstoel 4 6 3 2 Sportrolstoel PGB 2 1 1 Totaal 657 493 567 380 Bron WIZ, bewerking MO D. Vervoer Uitkomsten klanttevredenheidsonderzoek Veel mensen met (lichamelijke) beperkingen maken gebruik van een vervoersvoorziening, bijvoorbeeld de Regiotaxi, omdat ze door hun beperking geen gebruik meer kunnen maken van het reguliere openbaar vervoer. Om gebruik te kunnen maken van de korting voor de regiotaxi of gratis openbaar vervoer, moet cliënt beschikken over een Wmo-vervoerspas. Bijna twee derde van de cliënten heeft een Wmo-vervoerspas, en iets meer dan de helft van alle cliënten maakt gebruik van een vervoersvoorziening zoals regiotaxi of gratis OV (zie tabel 4.14). Het meest tevreden zijn mensen over de ritprijs en het gemak van bestellen van de regiotaxi. De tevredenheid over de meeste genoemde aspecten zijn de laatste jaren sterk toegenomen. Met name de tevredenheid over wachttijden voor het ophalen is significant toegenomen het afgelopen jaar (van 60% naar 69%). Het minst tevreden zijn de mensen nog altijd over de omrijtijden, 55% is hier tevreden over. Ook dit percentage is gestegen ten opzichte van 2010 (zie tabel 4.15). Gemiddeld geven de mensen dan ook een hoger rapportcijfer (7,1) dan in 2010 (6,9). Zie tabel 4.16. Tabel 4.14 Percentage van respondenten dat gebruik maat van vervoersvoorzieningen Wmo 2007 2008 2009 2010 2011 65% 56% 46% 53% 55% Tabel 4.15 Hoe tevreden is men over collectief vervoer? Onderwerp 2007 2008 2009 2010 2011 Ritprijs 83% 90% 92% 97% 96% Gemak bestellen 76% 83% 93% 91% 95% Contact centrale 88% 88% 91% 94% Behulpzaamheid chauffeur 88% 85% 91% 90% 91% Te bereizen afstand 66% 77% 72% 78% 84% Wachttijden ophalen 52% 56% 61% 60% 69% Omrijtijden 47% 49% 51% 50% 55% Tabel 4.16 Rapportcijfer collectief vervoer Jaar 2008 2009 2010 2011 Rapportcijfer 6,5 6,8 6,9 7,1 11

E. De woningaanpassingen Uitkomsten klanttevredenheidsonderzoek Woonvoorziening Een woonvoorziening is een Wmo-hulpmiddel dat los zit van het huis. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een douche- of toiletstoel. Van de respondenten heeft 52% een woonvoorziening. De meeste cliënten met een woonvoorziening hebben een kleine aanpassing aan of in het huis en/of hulpmiddelen voor in huis. Woningaanpassing Als de cliënt vanwege een (lichamelijke) beperking wordt belemmerd in het wonen, kan de cliënt vragen om een woningaanpassing. Hierbij kan gedacht worden aan het verbreden van deuren en weghalen van drempels. Soms is een ingrijpender aanpassing nodig, zoals een aangepaste keuken. Het verschil met een woonvoorziening is dat die los zit van het huis. Ongeveer een derde (34%) van de respondenten heeft een woningaanpassing. Verstrekkingen in euro s en aantallen Er is een daling te zien bij het aantal woningaanpassingen (en de uitgaven) in 2011 t.o.v. 2009 en 2010 (zie tabel 4.17 en 4.18). Naar verwachting zal deze lijn verder worden doorgezet in 2012 e.v., omdat in maart 2012 de Wmo verordening is aangepast. Daarbij is de lijst met algemeen gebruikelijke voorzieningen uitgebreid, hetgeen betekent dat burgers voor meer voorzieningen zelf verantwoordelijk zijn. Het gaat dan o.a. m douche/toiletstoelen en de kleine woningaanpassingen, zoals beugels, thermostaatkranen. De gevolgen van deze beperking van kosten vergoedingen zijn al bij prorap 2012-1 vertaald. Tabel 4.17 De Woningaanpassingen naar aard en jaren 2008 t/m 2011 2008 2009 2010 2011 Badliften 4.447 2.475 8.759 5.400 Douche/toiletstoel 30.189 47.952 32.395 28.989 Herverstrek. woonv. in natura 2.266 1.349 6.932 1.064 Onderh-/reparatiekst traplift 71.460 102.720 77.108 71.573 Onderh/rep.kstn ov. woonvoorz. 63.206 149.881 64.999 65.287 Overige woonv. PGB 834 1.895 --- 1.416 Overige woonvoorzieningen 9.931 24.688 33.730 21.874 Patiëntenliften 48.058 39.530 41.959 69.539 Toiletstoel in eigendom 3.075 5.291 4.917 4.923 Trapliften 310.260 355.775 317.054 310.911 Verhuiskosten 131.801 191.076 149.315 211.657 Woningaanpassing < 900 euro 65.896 60.798 66.575 71.386 Woningaanpassing 900-6800 euro 367.877 547.011 457.752 443.907 Woningaanp. 6800-20420 euro 108.769 124.190 86.287 100.070 Woningaanpassing >20420 euro 25.394 190.797 420.844 143.761 Woonvoorz. in natura jeugd 1.024 1.337 4.215 2.055 Woonvoorz. van niet bouwk.aard 182 137 318 77 Bouwkundige woonv. PGB --- --- 4.163 --- Overige woonvoorzieningen --- 13.233 27.865 36.997 Totaal 1.244.669 1.860.135 1.805.187 1.454.026 Bron WIZ bewerking MO 12

Tabel 4.18 Het aantal Woningaanpassingen naar aard en jaren 2008 t/m 2011 2008 2009 2010 2011 Badliften 9 4 3 4 Douche/toiletstoel 40 23 26 24 Herverstrek. woonv. in natura 18 10 10 8 Onderh-/reparatiekst traplift 264 269 165 184 Onderh/rep.kstn ov. woonvoorz. 189 240 66 62 Overige woonv. PGB 1 3 2 Overige woonvoorzieningen 51 10 15 9 Patiëntenliften 18 15 15 13 Toiletstoel in eigendom 20 23 26 22 Trapliften 72 81 87 118 Verhuiskosten 53 77 57 80 Woningaanpassing < E. 900 148 136 151 157 Woningaanpassing E. 900-6800 140 187 166 163 Woningaanpassing E. 6800-20420 11 11 10 9 Woningaanpassing > E. 20420 1 6 8 3 Woonvoorz. in natura jeugd 4 1 6 3 Woonvoorz. van niet bouwk.aard 2 1 1 1 Bouwkundige woonv. PGB 1 Overige woonvoorzieningen 44 54 41 Bron WIZ bewerking MO F. Dagvoorziening Een dagvoorziening is een locatie waar mensen bij elkaar kunnen komen om deel te nemen aan bepaalde activiteiten of om anderen te ontmoeten. Voorbeelden van dagvoorzieningen zijn: soos, gemeenschapshuis of buurthuis. Om eenzaamheid, van met name ouderen, tegen te gaan zijn er verdeeld over de stad een aantal van deze dagvoorzieningen. Uitkomsten klanttevredenheidsonderzoek Aan de cliënten is gevraagd of ze naar een dagvoorziening gaan en wat daarvan de voornaamste reden is. Wanneer ze geen gebruik maken van een dagvoorziening is gevraagd wat daarvan de voornaamste reden is. Ongeveer een vijfde van de cliënten gaat wel eens naar een dagvoorziening. De redenen hiervoor zijn vaak om sociale contacten te onderhouden, onder de mensen te zijn of er even uit te zijn. De voornaamste reden om niet naar een dagvoorziening te gaan is voor driekwart dat ze er (nog) geen behoefte aan hebben. G. Mantelzorg Mantelzorg is een van de belangrijkste pijlers van de Wmo. In de toekomst is het de bedoeling dat steeds meer hulp en ondersteuning komt uit de naaste omgeving van de cliënten in plaats van uit professionele ondersteuning. Mantelzorgers zijn mensen uit de naaste omgeving die iemand vrijwillig helpen met persoonlijke of huishoudelijke verzorging en/of met het bijwerken van de administratie e.d.. Uit het klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat het aandeel mensen dat aangeeft mantelzorg te ontvangen ongeveer gelijk is gebleven in vergelijking met 2010. 13

Mantelzorg wordt het meest gegeven in de vorm van huishoudelijke hulp en/of administratieve hulp (zie tabel 4.19). Deze hulp wordt veelal gegeven door niet inwonende familieleden. Dat de hulp grotendeels wordt gegeven door uitwonende familieleden hangt samen met het feit dat bijna tweederde van de respondenten alleenstaand is, en er dus geen partner is die hen kan bijstaan. Van alle Wmo-aanvragers in 2011 geeft 28% aan (nog) geen mantelzorg nodig te hebben. Verder blijkt dat persoonlijke verzorging veel minder door mantelzorgers wordt gegeven (31%). En als dat wel het geval is, wordt dit in de meeste gevallen gedaan door de huisgenoten, te weten; de partner. Wel is dit aandeel wat afgenomen sinds 2010. Dit hangt waarschijnlijk samen met het feit dat het aandeel alleenstaanden ook is toegenomen. Het aandeel dat persoonlijke verzorging krijgt van niet inwonende familie is daarentegen toegenomen met 7% (zie tabel 4.20). Tabel 4.19 Welke soort mantelzorg? Hulp bij huishouden Adminstratie hulp 78% 77% Pers oonlijke verzorging 31% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 2010 2011 Tabel 4.20 Van wie krijgt u persoonlijke verzorging? Inwonende gezins leden/huisgenoten 45% Anders Familie (niet inwonend) 26% 31% Kennis sen/vrienden (niet inwonend) Buren (geen familie) 3% 1% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 2010 2011 14

H. Overige onderwerpen uit klanttevredenheidsonderzoek Zelfredzaamheid en meedoen in de maatschappij Negen van de tien mensen geeft aan dat de huidige ondersteuning bijdraagt aan het zelfstandig kunnen blijven wonen. Daarnaast geldt voor 81% dat de ondersteuning een bijdrage levert aan het meedoen in de maatschappij. In vergelijking met 2010 is dit ongeveer gelijk gebleven. WegWijzerloket Bijna twee vijfde heeft wel eens gehoord van het wegwijzerloket. Dit aandeel is iets toegenomen t.o.v. 2010. Hiervan heeft een op de tien ook wel eens contact opgenomen met het wegwijzerloket. Bij dit contact heeft 90% ook (gedeeltelijk) de informatie gekregen die men zocht. Wmo-forum en informatie van de gemeente De afgelopen jaren is het aandeel mensen dat wel eens gehoord heeft van het Wmo-forum gedaald van een derde naar een vijfde. In 2011 is deze daling gestopt en zelf weer significant toegenomen. In 2011 heeft bijna een kwart wel eens gehoord van het Wmo-forum. Mensen die wel bekend zijn met het Wmo-forum zijn over het algemeen ook tevreden over de adviezen die ze uitbrengen. Wel is deze tevredenheid het afgelopen jaar wat afgenomen. Het meest gebruikte kanaal dat mensen gebruiken om zichzelf op de hoogte te houden van informatie van de gemeente is het E3 Journaal. Ook wordt nog wel gebruik gemaakt van de gemeentegids en lokale radio/tv. Vooral ouderen (65+) maken hier (nog) gebruik van. Mensen jonger dan 65 jaar gebruiken wat vaker internet als informatiebron dan oudere mensen. I. Verbeterpunten op basis van klanttevredenheidsonderzoek Over het algemeen kunnen we stellen dat de mensen erg tevreden zijn over de Wmo. De tevredenheid over verschillende aspecten ligt vaak boven de 90%. Een aantal onderwerpen scoort nog steeds heel hoog maar onder de 90% (afgerond op tientallen): De wachttijd tussen de aanvraag en de hulp (83% tevreden) Aantal verschillende medewerkers (83% tevreden) Vervanging van medewerkers bij ziekte/vakantie (83% tevreden) Keuzemogelijkheid assortiment scootmobielen (72% tevreden) Keuzemogelijkheid assortiment rolstoelen (80% tevreden) Vervoersvoorziening: te bereizen afstand (84% tevreden) Een tweetal onderwerpen scoort in vergelijking met alle andere punten erg laag. Deze punten hebben betrekking op de dienstverlening rondom de vervoersvoorziening. Eerder werd al geconstateerd dat de vervoersvoorziening de laagste beoordeling kreeg: 7,1. Dit lijkt vooral te komen door de volgende aspecten: De wachttijden voor ophalen (69% tevreden) De omrijtijden (55% tevreden) 15

Bijlage 1 De Ronde tafel gesprekken In samenspraak met het Wmo Forum heeft de Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Ronde tafel gesprekken georganiseerd (groepsdiscussies). Hiervoor zijn mensen uitgenodigd die een individuele Wmo-voorziening hebben. Het doel van het onderzoek is (meer diepgaand) inzicht te krijgen in de mening en waardering van de inwoners van de gemeente Venlo die een Wmo-voorziening hebben. Dit is uitgevoerd door het onderzoek bureau Right Marktonderzoek en Advies. In totaal zijn er zes groepsdiscussies gehouden verdeeld over drie dagen: Dinsdag 14 juni: in Tegelen en Blerick 8 en 7 deelnemers Donderdag 16 juni: in Venlo en Lomm 7 en 12 deelnemers Dinsdag 21 juni: in Venlo en Blerick 3 en 3 deelnemers Tijdens de discussies is gebruikgemaakt van een vooraf vastgestelde lijst met onderwerpen en vragen. Deze zogenaamde gespreksrichtlijn is in overleg met de Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling en het Wmo Forum ontwikkeld. Conclusies uit de gesprekken De inwoners van Venlo die gebruikmaken van de Wmo zijn tevreden, maar minder tevreden dan uit het kwantitatieve onderzoek geconcludeerd zou kunnen worden. Veel onvrede of ontevredenheid komt voort uit onbegrip o de telefonische indicatie is voor mensen vaak niet te begrijpen o MO Zaak (CIZ die de indicatie doen) wordt als bureaucratisch ervaren (dossier niet bekend, telkens opnieuw verhaal doen) o er bestaat het idee dat mensen hulp en voorzieningen krijgen die niet nodig zijn Vooral huishoudelijke hulp is voor veel mensen onmisbaar o men is zeer tevreden over hun hulp in de huishouding Men is ontevreden over het aantal uren hulp in de huishouding en de vakantiekrachten voor de hulp in de huishouding Taxivervoer is voor veel mensen onmisbaar, zeker als openbaar vervoer niet meer mogelijk is o het omrijden van de taxi en het afstemmen van ophaaltijden levert wel vaak irritatie op Mantelzorg komt vrijwel alleen voor door inwonende kinderen of een partner. Kinderen worden zelden gevraagd om structureel bij te dragen in de verzorging o mensen voelen zich bezwaard het te vragen en een beroep te doen op hun (drukke) kinderen Bezuinigingen worden vooral gezocht in het beter verdelen van hulp en voorzieningen en het selectiever uitgeven van scootmobielen. 16

Bijlage 2 Informatie mantelzorg uit de stadspeiling 2011 Mantelzorg en ondersteuning uit de stadspeiling 2011 Tabel1 Tabel2 Weet u wat mantelzorg inhoudt? Aantal antwoorden % ja 3415 89% nee 402 11% Totaal 3817 100% Missing 33 Totaal 3850 Verleent u mantelzorg? Aantal antwoorden % Ja 575 15% Beperkt 442 11% Nee 2773 74% Totaal 3790 100% Missing 60 Totaal 3850 De meeste Venlonaren weten wat mantelzorg is en zo n 26 % verleent ook mantelzorg. De bereidheid om mantelzorg te geven in de naaste omgeving is ruim 75 % van de Venlonaren. Zo n 70 % denkt wel mantelzorg te krijgen bij ziekte of hulpbehoevendheid. Tabel 3 Tabel 4 Zou u mantelzorg kunnen krijgen? Aantal antwoorden % ja, zeker wel 983 27% ja, waarschijnlijk wel 1655 44% Nee, waarschijnlijk niet 646 16% nee, zeker niet 175 5% weet niet, geen mening 340 8% Totaal 3799 100% Missing 51 Totaal 3850 Zou u bereidt zijn mantelzorg te geven? Aantal antwoorden % ja, zeker wel 914 33% ja, waarschijnlijk wel 1204 45% Nee, waarschijnlijk niet 264 10% nee, zeker niet 88 3% weet niet, geen mening 258 9% Totaal 2728 100% Hoeven hier niet te antwoorden 1017 Missing 105 17

Zelfredzaamheid en is mijn woning levensloop bestendig De meeste Venlonaren zijn het eens met de stelling: Ik kan alles goed aan. Zo n 50 % vindt zijn/haar woning levensloop bestendig. Tabel 5 Stelling zelfredzaamheid: Ik kan alles goed aan Aantal antwoorden % helemaal mee eens 1954 52% grotendeels mee eens 1438 40% grotendeels mee oneens 161 4% Helemaal mee oneens 63 2% weet niet, geen mening 82 2% Totaal 3698 100% Missing 152 Totaal 3850 Tabel 6 Stelling: Mijn woning is levensloopbestendig Aantal antwoorden % helemaal mee eens 691 18% mee eens 1160 32% niet eens/ niet oneens 639 18% mee oneens 661 18% helemaal mee oneens 263 8% Weet niet, geen mening 250 7% Total 3664 100% Missing 186 Totaal 3850 18