Groep 7 woordenschat thema 4 les 1 De geluidsinstallatie In een band spelen Het trio De drummer Het drumstel Het gehoor Het samenspel De straatmuzikant De toehoorder Een stel apparaten, zoals versterkers en boxen, die ervoor zorgen dat de muziek overal in de zaal goed te horen is. De geluidsinstallatie zorgt ervoor dat de muziek goed te horen is. Muziek maken met een vast groepje muzikanten. Ik wil erg graag in een band spelen. Drie mensen die samen spelen. Het trio speelt mooie muziek. Iemand die op een drumstel speelt. Een drummer speelt op een drumstel. Een instrument dat gemaakt is van verschillende trommels en bekkens. De drummer heeft een mooi drumstel. De mensen die in de zaal naar de muziek staan te luisteren, ander woord voor publiek. Het gehoor luistert naar het optreden van de band. Samen muziek spelen. De band heeft een mooi samenspel. Een muzikant die op straat speelt. De straatmuzikant speelt iedere week op dezelfde plaats in de stad. Eén persoon die luistert naar de muziek. De toehoorder luistert naar het concert van het popidool.
Groep 7 woordenschat thema 4 les 2 De plicht Het recht Het woord nemen Zijn mening geven Het nieuwsbericht Rubriceren De rubriek Voor zijn mening uitkomen Iets wat je moet. Wij hebben allemaal plichten. Iets wat je mag. Kinderen hebben recht op onderwijs. Het gesprek overnemen, praten. De vrouw met de bril begint te praten: ze neemt het woord. Hij zegt wat hij er van vindt, hoe hij erover denkt. Hij geeft altijd zijn mening over de kleding van een ander. Een bericht met nieuws. Veel mensen luisteren naar het nieuwsbericht. Bepalen in welke rubriek iets hoort. Een man verdeelt de nieuwsberichten over de verschillende rubrieken. Een gedeelte in een krant dat altijd over hetzelfde onderwerp gaat. Ik vind de sportrubriek altijd het leukst om te lezen. Hij zegt wat hij er van vindt, hoe hij erover denkt. De mensen van de redactie hebben afgesproken dat iedereen voor zijn mening mag uitkomen.
Groep 7 woordenschat thema 4 les 3 Boosaardig Het karakter Reageren Het weerwoord Gevoelig Het gevoel Gewelddadig Het geweld Humeurig Het humeur Gemeen. Als je een boosaardig karakter hebt, heb je vaak slechte bedoelingen. Je karakter geeft aan wat voor mens je bent, hoe je in elkaar zit. Lisa heeft een vriendelijk karakter. Iets zeggen of doen als antwoord op iets anders. De mensen reageren allemaal verschillend op de diefstal. Een weerwoord is een antwoord op iets waar je het niet mee eens bent, om jezelf te verdedigen of om iets uit te leggen. Het meisje heeft een duidelijk weerwoord. Gevoelig komt van gevoel. Een jongetje moet huilen, hij is gevoelig. Hoe je je voelt. Muziek geeft mij altijd een fijn gevoel. Gewelddadig komt van geweld. Hij wil de dieven met geweld laten voelen dat ze iets verkeerds hebben gedaan. Acties die verwonding of schade bij mensen, dieren, of voorwerpen veroorzaken of bedoeld zijn om die te veroorzaken. Hij heeft mij veel geweld aangedaan. Humeurig komt van humeur. Iemand met chagrijnig humeur. Die jongen is soms erg humeurig. Hoe iemand zich voelt. Deze man heeft een slecht humeur.
Groep 7 woordenschat thema 4 les 4 In verband met De luidspreker De notaris Samenhangen Contracteren Een contract opstellen Met uitzondering van Uitgezonderd Ze hebben te maken met. In verband met de buurbewoner staan in het contract afspraken over de sterkte van het geluid. Een apparaat dat geluiden, bijvoorbeeld muziek, harder laat klinken. De luidsprekers staan erg hard. Een notaris schrijft voor zijn beroep afspraken op. De notaris schrijft op hoe de bandleden met elkaar samenwerken en hoe ze het geld verdienen. Ze hebben te maken met. De afspraken hangen samen met de plaats waar de band speelt. Een contract afspreken. Het muzieklabel contracteert een band. Afspraken die op papier staan. Er wordt een contract opgesteld. Behalve. Er wordt een bepaalde geluidssterkte afgesproken, met uitzondering van optredens in de tuin. Behalve. Iedereen mag naar binnen, uitgezonderd voor huisdieren.
Groep 7 woordenschat thema 4 les 5 De baspartij De boventoon voeren De geluidstest Het mengpaneel De testapparatuur Zich in stilzwijgen hullen De gehoortest Het hoogste woord hebben Lage tonen van het muziekstuk. De fluitist speelt de hoge tonen en de man met de contrabas de lage tonen van het muziekstuk. De meeste aandacht krijgen. Sandra voert altijd de boventoon bij een verjaardagsfeest. Controle of het geluid goed is. De muzikanten doen nog een geluidstest. Een apparaat waarmee je geluiden kunt veranderen. De geluidstechnici passen met het mengpaneel de klank een beetje aan. Apparaten om een test mee te kunnen doen. Voor de gehoortest is speciale testapparatuur nodig. Niet praten. Het hoogste woord hebben is het tegenstelde van zich in stilzwijgen hullen. Een test om iemands gehoor te controleren. De kinderen krijgen bij de dokter een gehoortest. Steeds aan het woord zijn. Sommige mensen hebben altijd het hoogste woord.
Groep 7 woordenschat thema 4 les 6 De frequentie De radiozender De volumeknop Geluidloos De geluidsgolf De geluidshinder De geluidssterkte Het voorval Voorvallen Elke radiozender heeft een eigen frequentie. Om naar een andere zender te luisteren moet je je radio afstellen op de goede frequentie. Een bedrijf dat radioprogramma s uitzendt. Op de radio kun je luisteren naar verschillende radiozenders. Een knop om het geluid harder en zachter te zetten. Op de radio zit een volumeknop. Zonder geluid. De kinderen liepen geluidloos op de gang. Een trilling van de lucht. Uitzenden van radioprogramma s gaat via geluidsgolven. Als iemand last heeft van het geluid. Als de geluidssterkte te hoog is, zorg je voor geluidshinder. Een ander woord voor volume. De geluidsterkte van de muziek stond goed. Een gebeurtenis. Die tasjesroof was een vervelend voorval. Gebeurtenissen. De nieuwsleer op de radio vertelt wat er is voorgevallen.