MANUAL LSM - STARTER



Vergelijkbare documenten
Snel beginnen Starter System 3.2

MANUAL UPDATE NAAR LSM 3.2 STAND: FEBRUARI 2014

PRODUCTINFORMATIE LOCKING SYSTEM MANAGEMENT 3.3 SERVICE PACK 1 BASIC BASIC ONLINE BUSINESS PROFESSIONAL STAND: JUNI 2016

PRODUCTINFORMATIE LOCKING SYSTEM MANAGEMENT 3.2 SP2 STAND: OKTOBER 2014

HANDBOEK LSM BASISPRINCIPES LSM

PRODUCTINFORMATIE LOCKING SYSTEM MANAGEMENT 3.4 BASIC BASIC ONLINE BUSINESS PROFESSIONAL STAND: JANUARI 2018

PRODUCTMANUAL PROGRAMMEERTRANSPONDER Stand: Ontwerp 2012 v02 baseert op april 2007_V

HANDBOEK LSM UPDATE 3.0

USB CENTRALNODE WN.CN.U(X) Installatie. Versie: juni 2008

HANDBOEK LSM UPDATE BASIC. Versie: Mei 2011

Handboeak SMARTCD.G

PRODUCTINFORMATIE VERGRENDELINGSSYSTEEMBEHEER 3.4 SERVICE PACK 2 STATUS: MEI 2019

PTV MAP&GUIDE INTERNET V2 EENVOUDIG OVERSTAPPEN

HANDBOEK LSM TRANSPONDERTERMINAL

VRIJ PROGRAMMEERBAAR BEVOEGDHEDEN MET EEN MUISKLIK VERLENEN LSM BUSINESS/LSM PROFESSIONAL: OP DATABANK GEBASEERD MULTIUSER- EN CLIENTCOMPATIBEL

Start de applicatie op om naar het inlogscherm te gaan. Onthoudt mijn gegevens

Gebruikershandleiding V.W1.0

AirKey. Korte handleiding

Softphone Installatie Handleiding

Xesar. Eerste stappen

Handleiding ComfortTouch App voor Busch-ComfortTouch. Busch-ComfortTouch / / Busch-ComfortTouch / /12-825

Op basis van klanten-,product-,barcodegegevens wordt automatisch een barcode document aangemaakt

OPERTIS elock express Systeemmanagement

Inhoudsopgave web2work Pagina 1 van 16

Installatiehandleiding FWG 3.0/ Stand-alone / Netwerkversie. Nieuwe Installatie van FWG 3.0/ met een MS Access database

Installatie handleiding Reinder.NET.Optac

MWeb 4.0. Handleiding Basis Modules Versie 1.0

TOOL MJOB HANDLEIDING

Smart.Surveil. Manual

Create Your Locksystem

DE IDENTITEITSKAART EN MICROSOFT OUTLOOK

Invoegen... 8 Invulpunt... 9 Nieuwe bouwsteen maken... 9 Bouwsteen opslaan Wijze van werken in Outlook Informatie...

Gebruikers Toevoegen. EasySecure International B.V. +31(0) Support.EasySecure.nl. v

1. Laad de software voor de camera van op het menu

Factuur2King Multi User release notes

Elbo Technology BV Versie 1.1 Juni Gebruikershandleiding PassanSoft

Tool Calculeren voor Bouwkosten.nl en BeheerEnOnderhoudkosten.nl Handleiding

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

ZEKER WETEN-tool MJO-begroting Een uitgave van Reed Business bv

Installatiehandleiding Windows XP / Vista / Windows 7

How To Do Gebruikersbeheer remote service portaal mbconnect24

HANDBOEK PINCODE TERMINAL. Stand: mei 2012

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Handboek SmartCD.G

INSTALLATIE HANDLEIDING

Getting Started Guide

Update documentatie. KraamZorgCompleet versie 4.0. KraamzorgCompleet versie 4.0

Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

Handleiding Blink Studio

Handleiding applicatiebeheer BNG Bank

Installatie. Klik vervolgens op OK om verder te gaan met de installatie. Om verder te gaan met de installatie kunt op op Volgende klikken.

Cliënten handleiding PwC Client Portal

Smart-VPN app voor ios

Mobile Connect & Apple

HANDBOEK LSM VN-SERVER. Versie: juli 2010

Hoofdstuk 7 Brink Portal

Handleiding website SVNL voor evenementenverkeersregelaars

Webservice voor data-uitwisseling tussen FysioRoadmap en MRS Software


How To Do Gebruikersbeheer mbconnect24 V2

HANDLEIDING INFOGRAPHIC SOFTWARE Versie 2.3 / jan 2014

Voordat u gebruik kunt maken van ZorgMail in Intramed, zijn een aantal instellingen nodig:

HANDLEIDING VERSIE 1.6. AiconSoft UG (haftungsbeschränkt) Wilhelm-Stein-Weg Hamburg Tel: +49 (0)40 / info@aiconsoft.

Installatie SQL: Server 2008R2

Tool Calculeren. Handleiding

Van Dale Elektronisch groot woordenboek versie 4.5 activeren en licenties beheren

Nero AG SecurDisc Viewer

Tool Calculeren voor GWWkosten.nl. Handleiding

Calculatie tool. Handleiding. Datum Versie applicatie 01 Versie document

1 INTRODUCTIE SYSTEEMVEREISTEN Minimum Vereisten Aanbevolen Vereisten...7

Boekingen gemaakt in de Agenda zijn 1:1 zichtbaar in het Planbord, andersom zijn boekingen gemaakt in het Planbord direct beschikbaar in de Agenda.

secuentry/handleiding Android ConfigApp

Handleiding Klantbeheerder

Head Pilot v Gebruikershandleiding

HANDBOEK LSM NETWERK Versie: Juli 2010

Easy Business Tools - Multi-user module

Algemeen. Beschrijving LA5 Systeembeheer. Administratieve applicaties voor tankstation en oliehandel. versie 5.2

Central Station. CS website

Installatiehandleiding Easy-Car

AirKey. Eerste stappen

HANDBOEK LSM KAARTBEHEERKAARTBEHEER

Toebehoren SUNNY MATRIX ADMIN TOOL

Om de gegevens aan te bieden aan de NBC benchmark heeft u de volgende gegevens nodig:

Installatie Remote Backup

Rabo CORPORATE CONNECT. Certificaatvernieuwing

AirKey. Korte handleiding

Handleiding: MRJ Online Back-up versie 1.0

Table of contents 2 / 15

PARTIJOPGAVE NAKTUINBOUW

SnelStart. Stappenplan. SBR btw-aangifte met SnelStart 12. Datum: Versie: 0.5 Status: Definitief Auteur: Selfservice

Handleiding Certificaat RDW

Cloud Backup Handleiding

Access Point Management. DrayTek Vigor 2860 & 2925 Serie

Handleiding. Autotaal Easy-work

Kalender tool. Handleiding. Datum Versie applicatie 01 Versie document

Digitaal ZorgDossier - Inleiding

Wat is nieuw in deze handleiding: Dit is een nieuwe handleiding welke nieuwe functies beschrijft.

BAUR-software voor het beheer van meetgegevens ITS Lite

samaritan PAD, AED en PDU Gebruikershandleiding voor Saver EVO

Installatie-instructie AccountView 9.3 met les- en examenbestanden bij de NOI-methode voor BKB en computerboekhouden

Transcriptie:

STAND: MAART 2013

2 1.0 INTRODUCTIE... 5 1.1. BELANGRIJKE INFORMATIE...5 1.2. UITLEG...6 1.3. SYMBOLEN...7 2.0 BASISVOORWAARDEN LSM... 12 2.1. SYSTEEMVOORWAARDEN VANAF LSM 3.2 (AANPASSINGEN VOORBEHOUDEN)...12 3.0 INSTALLATIE EN CONFIGURATIE... 13 3.1. INSTALLATIE LSM STARTER...13 3.2. DATABASE INRICHTEN EN OPENEN...16 3.3. HET PROGRAMMEERAPPARAAT...17 3.4. DATABASE AANLEGGEN EN INRICHTEN...20 3.5. DATABANK OPSLAAN...21 3.6. DATABASE OPNIEUW LADEN...22 4.0 GEBRUIKERSADMINISTRATIE... 23 4.1. ALGEMEEN...23 4.2. GEBRUIKERS BIJ LSM STARTER...23 5.0 BEHEER SLUITSYSTEMEN... 24 5.1. SLUITSYSTEEM...24 5.2. TRANSPONDER...33 5.3. PERSONEN...44 5.4. SLUITELEMENT...47 6.0 ASSISTENTEN... 61 6.1. ASSISTENT DEUR (VOORBEELD: GEBRUIK G2-CILINDER)...62 6.2. ASSISTENT PERSOON...67 7.0 PROGRAMMEERHANDELINGEN... 74 7.1. ALGEMEEN...74 7.2. COMPONENTEN POSITIONEREN...74 7.3. PROGRAMMEREN...75 7.4. UITLEZEN...79

3 7.5. RESETTEN...85 8.0 ZOEKEN... 86 8.1. TE ZOEKEN OBJECTEN...87 9.0 BERICHTEN... 89 9.1. BERICHTEN OVER DE VOORBEREIDING VAN DE MONTAGE...89 10.0 TIJDSTURING... 91 10.1. ALGEMEEN...91 10.2. VRIJE DAGEN...92 10.3. LIJST MET VRIJE DAGEN...94 10.4. TIJDGROEPEN...96 10.5. TIJDZONEPLAN...98 10.6. GEBRUIK VAN HET TIJDBEHEER...100 11.0 OPTIES... 102 11.1. MATRIXWEERGAVE INRICHTEN...102 11.2. EXTRA KOLOMMEN IN DE BALK MET BESCHRIJVINGEN...103 11.3. WEERGAVE VAN DE COMPONENTEN IN DE MATRIX VERWISSELEN...105 11.4. AUTOMATISCHE NUMMERING...105 11.5. UITGEBREID...106 12.0 OVERIGE... 112 12.1. AFSCHEID VAN EEN MEDEWERKER WAARBIJ DE TRANSPONDER WORDT TERUGGEGEVEN...112 12.2. AFSCHEID VAN EEN MEDEWERKER WAARBIJ DE TRANSPONDER NIET WORDT TERUGGEGEVEN...112 12.3. RESERVETRANSPONDER AANMAKEN...112 12.4. HANDELWIJZE BIJ DEFECTE TRANSPONDERS...113 12.5. HANDELWIJZE BIJ HET VERVANGEN VAN EEN DEFECT SLUITELEMENT...114

4 TIP: Bij de toelichting op de verschillende functies van het systeem ligt het zwaartepunt op de bediening van de software. De omschrijving van de afzonderlijke productkenmerken, uitrustingen en functies is te vinden in de betreffende productmanuals. Voor de installatie en het gebruik van de producten moeten de productvrijgaves en de systeemvoorwaarden beslist in acht worden genomen. Bij een afwijkende manier van installatie of gebruik aanvaardt SimonsVoss geen aansprakelijkheid en kan geen support verstrekt worden. De SimonsVoss Technologies AG behoudt zich het recht voor productaanpassingen zonder aankondiging vooraf uit te voeren. Derhalve kunnen beschrijvingen en afbeeldingen in deze documentatie afwijken van de actueel gebruikte product- en softwareversies. Bij twijfel is in het algemeen de originele Duitse uitgave het referentiekader voor de inhoud. Vergissingen en spelfouten onder voorbehoud. Als basis voor deze documenten geldt de actuele collectie bij druklegging. De informatie die hier wordt verstrekt, kan zonder aankondiging vooraf veranderd worden en houdt geen enkele verplichting van de kant van de verkoper in. De aanduidingen voor software en hardware die in dit manual gebruikt worden, betreffend voornamelijk geregistreerde merken en vallen derhalve onder de wettelijke bepalingen van het auteursrecht. Zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming mag het manual, noch delen daaruit, met mechanische of elektronische middelen, door fotokopiëren of op enige andere wijze vermenigvuldigd of verspreid worden. De ondernemingen en overige gegevens die in de voorbeelden worden genoemd, zijn pure fantasie; mogelijke gelijkenissen met de werkelijkheid zijn dan ook puur toeval. De redactie van het LSM-manual heeft deze tekst met uiterste zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks zijn fouten niet geheel uit te sluiten. De LSM-redactie is niet aansprakelijk voor eventuele vak- of druktechnische fouten in dit manual. Met nadruk wordt erop gewezen dat de beschrijvingen in dit manual geen garantie met wettelijke gelding inhouden. Wanneer u correcties of suggesties voor verbeteringen voor dit manual hebt, kunt u ze ons bekendmaken via het e-mailadres info@simons-voss.de Wij danken u bij voorbaat voor uw medewerking. Meer informatie over de producten van SimonsVoss is op internet te vinden onder WWW.SIMONS-VOSS.DE Dit manual geldt zonder functionele beperkingen voor de software. Het kan derhalve voorkomen dat bepaalde functies of weergaven van de specifieke installatie bij de klant vanwege de vrijgeschakelde softwaremodule afwijkingen vertonen.

5 1.0 INTRODUCTIE Met het Locking System Management (LSM) heeft SimonsVoss een software die ondersteund wordt door een database ontwikkeld, waarmee u complexe sluitplannen efficiënt kunt aanleggen, beheren en bedienen. De onderhavige documentatie is bedoeld als richtlijn en hulp bij de structurering en inrichting van uw sluitplan, maar moet ook steun bieden bij de verdere werkzaamheden in de praktijk, bij de controle en bediening en dus bij een aangenaam Licht Sluitsysteem-Management. 1.1. BELANGRIJKE INFORMATIE Voor beschadiging als gevolg van foutieve montage of installatie aanvaardt SimonsVoss Technologies AG geen aansprakelijkheid. Door foutief geïnstalleerde en/of geprogrammeerde componenten kan de doorgang door een deur geblokkeerd zijn. Voor gevolgen van foutieve installatie, zoals een geblokkeerde toegang tot gewonden of personen in gevaar, materiële of andere schade, is SimonsVoss Technologies AG niet aansprakelijk.

6 1.2. UITLEG MENUPUNTEN De menupunten van de LSM worden in het manual door het symbool weergegeven. VOORBEELDEN Bewerken Bereik KOPJES EN CHECKBOXEN De kopjes en checkboxen die worden weergegeven in de screenshots zijn tussen aanhalingstekens geplaatst. VOORBEELDEN "Groepen gebruikers" "Bereiken" BUTTONS De buttons die worden weergegeven in de screenshots zijn gemarkeerd met een grijze achtergrond. VOORBEELDEN OK Overnemen TOETSCOMBINATIES De toetscombinatie die gebruikt kan worden om de gewenste functie te starten, is vet gemarkeerd. Strg+Shift+X PADSPECIFICATIES Bij een link naar een bepaalde inhoud op een server wordt het pad cursief aangegeven. BIJVOORBEELD C:\Programme\SimonsVoss\LockSysGui\ TIP De aanduiding [CDROM] is een variabele die de letter aangeeft van de CDROM-drive (bijv. D ) in de computer waarop de installatie moet worden uitgevoerd.

7 1.3. SYMBOLEN TIP de symbolen en vermeldingen in het menu worden pas actief als een bijbehorend object is gemarkeerd. met Shift of Ctrl kunnen meerdere vermeldingen in de tabel tegelijk gemarkeerd worden. met een dubbelklik in de tabel kan naar de eigenschappen van het object gesprongen worden.

8 SYMBOOLBALK STANDAARD Symbool actief Symbool inactief Functie Toetscombinatie Aanmelden Afmelden Nieuw sluitelement Nieuwe transponder Sluitelement uitlezen Transponder uitlezen Ctrl+Shift+K Ctrl+Shift+R Programmeren Uitknippen Kopiëren Plakken Matrix printen Verwijderen Overnemen Updaten Doorzoeken Info

9 WEERGAVE DEUREN/PERSONEN Autorisatie die werd verstrekt, maar nog niet in het sluitelement geprogrammeerd is Autorisatie die in het sluitelement geprogrammeerd is Autorisatie die verwijderd werd, maar nog niet in het sluitelement geregistreerd is Nog niet geprogrammeerde groepsrechten die afkomstig zijn uit de groepsweergave zijn gekenmerkt met een zwart driehoekje. Geprogrammeerde groepsrechten die afkomstig zijn uit de groepsweergave zijn gekenmerkt met een zwart driehoekje. Verwijderde autorisaties die afkomstig zijn uit de groepsweergave, maar nog niet geprogrammeerd zijn Autorisaties die niet afkomstig zijn uit de groepsweergave, bezitten alleen een kruis, maar geen zwart driehoekje (individuele autorisatie). Autorisaties die achteraf uitdrukkelijk tegen de groepsrechten in weer zijn ingetrokken, hebben het zwarte driehoekje, maar geen kruis meer. Wit (grijs omrand) hokje: hier kan een autorisatie worden vastgelegd. Gearceerd (grijs gevuld) hokje: dit veld behoort niet tot een sluitsysteem en er kunnen geen autorisaties in worden vastgelegd. U beschikt niet over de vereiste rechten of het sluitplan blokkeert dit hokje (bijv. bij een gedeactiveerde transponder).

10 AANVULLENDE INFORMATIE BIJ DE AUTORISATIEKRUISJES L 0 1 2 Lock Priority, de TransponderID is in het sluitelement geregistreerd als geblokkeerd. Virtueel netwerk: de aanpassing van de rechten werd als taak voor de VN-server voorbereid Virtueel netwerk: de aanpassing van de rechten werd als taak door de VN-server aanvaard Virtueel netwerk: de aanpassing van de rechten werd door de VNserver aan de Gateways doorgegeven Ressource Management: voor de autorisatie bestaat een bepaald tijdskader (van, tot) Ressource Management: voor deze transponder werd bij deze deur geen rekening gehouden met een bepaald tijdzoneplan van de tijdgroep

11 PROGRAMMEERBEHOEFTE Er kan om verschillende redenen een programmeerbehoefte ontstaan bij een transponder of een sluitelement. Om die verschillende redenen voor een programmeerbehoefte weer te geven, zijn de programmeerflitsen in verschillende kleuren aangegeven. WEERGAVE Eenmalige programmeerbehoefte bij de component (gele flits) Transponder (rode flits): Geldigheidsduur verstreken Gedeactiveerd Niet ingedeeld bij een sluitsysteem Sluitelement (rode flits): Niet ingedeeld bij een deur Niet ingedeeld bij een sluitsysteem Deur zonder sluitelement Alleen ingedeeld bij een gekleurd niveau BELANGRIJKE TOETSCOMBINATIES Functie Sluitelement uitlezen Transponder uitlezen G2-kaart uitlezen/resetten Compact Reader uitlezen/resetten Toetscombinatie Ctrl+Shift+K Ctrl+Shift+R Ctrl+Shift+F Ctrl+Shift+M

12 2.0 BASISVOORWAARDEN LSM 2.1. SYSTEEMVOORWAARDEN VANAF LSM 3.2 (AANPASSINGEN VOORBEHOUDEN) ALGEMEEN Lokale rechten als administrator voor de installatie Communicatie: TCP/IP (NetBios actief), LAN (aanbevolen: 100 MBit) Windows-domeinen Naamontbinding.NET Framework min. 2.0, aanbevolen 3.5 RS-232 en/of USB-poort HARDWARE EN BESTURINGSSYSTEEM Monitor min. 48 cm (19 ) (of groter voor de weergave van het Matrix-screen) Beeldschermresolutie min. 1024x768, aanbevolen 1280x1024 Processor: min. 2,66 GHz (of sneller) Min. 2 GB RAM (of meer) Harde schijf ca. 500 MB (tijdens de installatie ca. 1 GB), database afhankelijk van de hoeveelheid verwerkte gegevens (ca. 30 MB) MS Windows XP Prof. SP3 MS Windows Vista (Business, Ultimate), 32 of 64 Bit MS Windows 7 (Professional, Ultimate), 32 of 64 Bit MS Windows 8, 32 of 64 Bit 2.2. BIJZONDERHEDEN VAN DE LSM STARTER EDITION Om de LSM Starter Edition voor beginners uiterst aantrekkelijk te maken, zijn bepaalde functies in vergelijking met de LSM Basic Edition gereduceerd of beperkt. Er kan een sluitsysteem worden aangelegd In een sluitsysteem kunnen kaarten of transponders tot inzet komen, maar een gecombineerd gebruik van de twee is niet mogelijk Bovengeschikte niveaus worden niet ondersteund Er kunnen 20 sluitelementen (G2) en 100 transponders worden aangelegd

13 3.0 INSTALLATIE EN CONFIGURATIE 3.1. INSTALLATIE LSM STARTER HANDELWIJZE Installatie software (zie volgende procedure) Na de installatie de software starten INSTALLATIE SOFTWARE Bij het laden van de dvd met de software verschijnt de inhoud in de browser In het bereik Software vindt u de directe link naar de set-up U kunt de installatie ook direct oproepen [CDROM]:\Software\ LSM3x_STARTER\[Taal]\lsm_setup_starter_3_x_xx.exe Beginnen van de installatie Bewerken van de afzonderlijke stappen Bevestig de installatie van de driver met Installeren. Bevestig met Verder, om met de installatie te beginnen

14 Lees de voorwaarden van de licentie en accepteer ze. Selecteer vervolgens Verder. Voer de informatie over de user(s) in en selecteer daarna Verder. Kies de plek waarop de installatie wordt opgeslagen of handhaaf het ingestelde standaard pad en bevestig met Verder Bevestig vervolgens met Verder,

15 Bevestig met Installeren, Bevestig met Afsluiten, om de installatie af te sluiten.

16 3.2. DATABASE INRICHTEN EN OPENEN STARTSCREEN Aanmelden bij de database; de authentificatie gebeurt daarna door de gegevens van de gebruiker in te voeren Afmelden van de database Instellingen voor de verbinding met de database In de dialoog Set-up kunt u de verbinding naar de gewenste database instellen. De nodige informatie ontvangt u van de administrator van uw sluitsysteem. TIP De toegangsgegevens tot de software moeten volgens de geldige IT-richtlijnen veilig bewaard blijven en niet toegankelijk zijn voor onbevoegde personen.

17 3.3. HET PROGRAMMEERAPPARAAT 3.3.1 INBEDRIJFSTELLING VAN HET PROGRAMMEERAPPARAAT Op iedere computer met een user interface (GUI) bestaat de mogelijkheid om een programmeerapparaat aan te sluiten. De computer heeft daar een USB-poort voor nodig. Met het programmeerapparaat worden de instellingen en rechten die in de GUI zijn uitgevoerd overgedragen naar de componenten (cilinders, transponders, etc.). Voor reeds geprogrammeerde sluitelementen kan dit ook via de LSM Mobile Edition of het SimonsVoss netwerk WaveNet gebeuren. In de software wordt automatisch een SmartCD bij COM(*) als programmeerappraat aangelegd. Controleer of het programmeerapparaat juist functioneert. Hiervoor moet een project of een database aangelegd en geopend zijn (zie het volgende hoofdstuk). HANDELWIJZE Programmering Config Device testen Wanneer het programmeerapparaat met succes wordt herkend, dan krijgt u de volgende feedback De configuratie van uw programmeerapparaat kunt u als volgt bekijken Netwerk Lokale aansluitingen Kies met behulp van de cursors uw computer Markeer uw programmeerapparaat Testen U ontvangt dan tevens het bovenstaande overzicht met resultaten.

18 3.3.2 HANDMATIGE INBEDRIJFSTELLING VAN HET PROGRAMMEERAPPARAAT Een handmatige aanpassing is alleen onder bijzondere omstandigheden nodig HANDELWIJZE Netwerk Lokale aansluitingen Kies met behulp van de cursors uw computer Toevoegen SmartCD zoeken OK Beëindigen

19 "Naam" Aanduiding van de lokale aansluiting in de software "Naam computer" Aanduiding van de computer waarop de GUI is geïnstalleerd "IP Port" IP-poort die voor de communicatie wordt gebruikt "Beschrijving" Vrij veld voor de beschrijving van de aansluiting "Gebruiker" LSM-gebruiker "Vooringestelde config." "default" is het lokaal geïnstalleerde programmeerapparaat "Aansluitingen" Aansluitingen waarmee contact met de programmeerapparaten wordt opgenomen Ping Test de verbinding met LockSysGui.exe Config Bestanden Maakt de configuratiebestanden aan Testen Test de verbinding met het programmeerapparaat Bewerken De aansluiting kan bewerkt worden Toevoegen De aansluiting kan toegevoegd worden Verwijderen De aansluiting kan verwijderd worden 3.3.3 TESTEN VAN HET PROGRAMMEERAPPARAAT HANDELWIJZE of Netwerk Lokale aansluitingen Apparaat markeren Testen Programmering Config Device testen

20 3.4. DATABASE AANLEGGEN EN INRICHTEN HANDELWIJZE LSM starten Setup Nieuw Daarnaast kan ook het punt "Nieuw" in het menu "Bestand" worden gebruikt Nieuwe aliasnaam verstrekken Als voorinstelling gebruiken OK Start de software. In het startvenster van de LSM selecteert u Setup, om de verbinding met de database te configureren. Selecteer Nieuw en vul onder Alias een naam voor de database in. Met de button Als voorinstelling overnemen wordt deze database vastgelegd als standaard. Tip Index gegevens: C:\Dokumente und Einstellungen\All Users\Anwendungsdaten\SimonsVoss\Repository Index back-up: C:\Dokumente und Einstellungen\ All Users\Anwendungsdaten\SimonsVoss\Repository\Backup

21 3.5. DATABANK OPSLAAN HANDELWIJZE LSM starten Alle mobiele gegevensbestanden (LSM Mobile Edition) importeren Setup Project selecteren Uitgebreid Back-up OK Daarnaast kan ook het punt "Opslaan onder" in het menu "Bestand" worden gebruikt om een back-up van de database op een willekeurige plek op te slaan, bijv. op een USB-stick. Tip: De zekerstelling van de database valt in principe onder de verantwoordelijkheid van de IT-afdeling van de klant! Voor ontbrekende, incomplete of foutieve opslag aanvaardt SimonsVoss geen enkele aansprakelijkheid. Controleer regelmatig of de vervaardigde back-ups opnieuw geladen kunnen worden.

22 3.6. DATABASE OPNIEUW LADEN HANDELWIJZE LSM starten Setup Backup-bestand selecteren Nieuwe projectnaam controleren en eventueel een andere naam geven Opnieuw laden OK Daarnaast kan ook het punt "Openen" in het menu "Bestand" worden gebruikt om een back-up van de database vanaf een willekeurige plek opnieuw te laden, bijv. van een USB-stick.

23 4.0 GEBRUIKERSADMINISTRATIE 4.1. ALGEMEEN De LSM maakt het mogelijk om elke gebruiker van de software (user) op bijzonder flexibele wijze individuele rechten te geven. Na de aanmelding met gebruikersnaam en wachtwoord kan een aangelegde gebruiker alleen nog met zijn individuele autorisatie toegang krijgen tot de database. Voorgedefinieerde rechten worden verstrekt via gebruikersgroepen. Deze zijn gekenmerkt door een gemeenschappelijke "rol" (admin, beheerder sluitsysteem, transponder verstrekken, etc.), net als door rechten voor toegang tot bepaalde bereiken met sluitelementen of transpondergroepen. 4.2. GEBRUIKERS BIJ LSM STARTER De LSM Starter Edition ondersteunt, in tegenstelling tot de grotere versies, maar één gebruiker die alle toegangsrechten tot de database bezit. De gebruiker is voorgedefinieerd en kan niet veranderd worden. Het standaard wachtwoord moet na de eerste aanmelding veranderd worden in een individueel wachtwoord. Standaard login-gegevens: Gebruiker Admin Wachtwoord system3060

24 5.0 BEHEER SLUITSYSTEMEN 5.1. SLUITSYSTEEM Een sluitsysteem bestaat uit diverse bij elkaar behorende sluitelementen met de bijbehorende gegevens op de transponders. Deze worden elk voor zich in een matrix weergegeven. In de LSM Starter Software kan er maar één sluitsysteem in een sluitplan worden aangemaakt en beheerd. Benutzer Benutzerverwaltung Schließanlage 1 Schließanlage 2 Schließanlage n Gebäudeverwaltung Zeitzonenverwaltung Netzwerkverwaltung Personenverwaltung Schließplan Datenbank 5.1.1 EIGENSCHAPPEN SLUITSYSTEEM In de eigenschappen van het sluitsysteem kan alle desbetreffende informatie worden aangepast of weergegeven. Via de tabs boven in het venster is naar de afzonderlijke eigenschappen te navigeren. HANDELWIJZE Bewerken Eigenschappen sluitsysteem of Rechter muistoets op de navigatiebutton van het sluitsysteem in de hiërarchieboom Linker muistoets op Eigenschappen

25 SLUITSYSTEEM EIGENSCHAPPEN NAAM "Naam" Aanduiding van het sluitsysteem "ID sluitsysteem" Systeemnummer van het sluitsysteem "Extended SID" Extra onderscheidend kenmerk van het sluitsysteem "Beschrijving" Vrij veld voor de beschrijving van het sluitsysteem

26 SLUITSYSTEEM EIGENSCHAPPEN SLUITELEMENTEN "Sluitsysteem" Naam van het afgebeelde sluitsysteem "Niveau" Soort niveau van het sluitsysteem (in LSM Starter altijd Standaard) Tabel Overzicht van alle sluitelementen van het sluitsysteem "Batterijvervanging" De 'geplande' batterijvervanging wordt in de bewakingsmonitor en de actielijst van het betreffende sluitelement weergegeven. Bovendien bestaat de mogelijkheid om in de actielijst van de betreffende sluitelementen de geplande batterijvervanging van diverse sluitelementen tegelijk in te voeren. Onder "Laatste" kan voor één of meer sluitelementen een uitgevoerde batterijvervanging worden ingevoerd.

27 SLUITSYSTEEM EIGENSCHAPPEN DEUREN Tabel Overzicht van alle deuren van het sluitsysteem "Indeling in de structuur van het gebouw aanpassen" Zowel de standplaats, de indeling bij het gebouw of de verdieping van één of meer deuren kunnen tegelijk worden aangepast. De standplaatsen en gebouwen moeten van tevoren worden aangelegd (in LSM Starter niet meer aan te passen).

28 SLUITSYSTEEM EIGENSCHAPPEN TRANSPONDERS Tabel Overzicht van alle transponders van het sluitsysteem

29 SLUITSYSTEEM EIGENSCHAPPEN WACHTWOORD Hier is het wachtwoord van het sluitsysteem, dat voor de programmering van de componenten wordt gebruikt, aan te passen. TIP Let erop dat bij aanpassing van het wachtwoord van het sluitsysteem alle componenten (cilinders, SmartRelais, transponders,...) opnieuw geprogrammeerd moeten worden.

30 SLUITSYSTEEM EIGENSCHAPPEN SPECIALE TID'S Tabel links Overzicht van alle transponders die gedeactiveerd zijn. Tabel rechts Overzicht van alle sluitelementen waarvoor de transponders in de linker tabel bevoegd zijn. Activeren De gemarkeerde transponder kan weer geactiveerd worden. Afbeelding rechtsonder Informatie en opmerkingen over de gedeactiveerde transponder

31 SLUITSYSTEEM EIGENSCHAPPEN PIN-CODE TERMINAL De configuratie van de PIN-code terminal is te vinden in het betreffende manual.

32 SLUITSYSTEEM EIGENSCHAPPEN KAARTENMANAGEMENT G2 De informatie over het kaartenmanagement is te vinden in het "Manual LSMkaartenmanagement".

33 5.2. TRANSPONDER 5.2.1 ALGEMEEN SYMBOOL De transponders zijn de sleutels van de digitale sluitsystemen. Met de transponders kunt u de digitale sluitelementen bedienen. Op de transponder zijn de relevante gegevens van het sluitsysteem opgeslagen. Deze gegevens worden bij een passage gecontroleerd zodat alleen bevoegde transponders toegang krijgen. Onder het begrip transponder vallen bij SimonsVoss ook kaarten als passieve media. Bij bijzondere eigenschappen van een kaart wordt daar uitdrukkelijk op gewezen. In alle andere gevallen geldt de toelichting voor een transponder ook voor het medium kaart.

34 5.2.2 TRANSPONDER EIGENSCHAPPEN In de eigenschappen van de transponder kan alle desbetreffende informatie worden aangepast of weergegeven. Via de tabs boven in het venster is naar de afzonderlijke eigenschappen te navigeren. HANDELWIJZE Rechter muistoets op de persoon/transponder Linker muistoets op eigenschappen Dubbelklik met de linker muistoets op transponder Of via de zoekfunctie (symbool ) in het veld object "Transponder" selecteren In het zoekveld een begrip invullen of open laten om alle aangelegde transponders weer te geven Zoeken In de lijst met transponders de gewenste openen met een dubbelklik

35 TRANSPONDER NAAM "Serienummer" Serienummer van de transponder "M" verwijst naar de transponder in de matrix "Firmware" Firmwareversie van de geprogrammeerde transponder "Bezitter" Aangewezen persoon voor de transponder "..." verwijst naar de eigenschappen van de persoon "Type" Soort transponder "Beschrijving" Vrij veld voor de beschrijving van de transponder Deactiveren Button om een transponder te deactiveren Activeren Button om een transponder te activeren Transponderverstrekking Weergave van het formulier dat ondertekend moet worden "Aangewezen transpondergr. (doel)" Beoogde toestand van de transpondergroepen waarin de transponder zich bevindt "Aangewezen transpondergr. (is)" Actuele toestand (geprogrammeerd) van de transpondergroepen waarin de transponder zich bevindt. Software-Reset!! Alleen uitvoeren bij een fysiek defecte transponder want anders kunnen kopieën in omloop zijn!! Button voor het resetten van de actuele toestand in de software. Deze voorgang wordt geteld en links ernaast weergegeven.

36 TRANSPONDER DEUREN "Transponder" Serienummer van de transponder "Bezitter" Aangewezen persoon voor de transponder "Lijst met deuren" Lijst met de deuren en sluitelementen waarvoor de transponder bevoegd is "Bevoegde deuren" Te kiezen informatie voor de weergave in de tabel Beoogde toestand: Weergave van de beoogde rechten bij sluitelementen Beoogde toestand (uitzonderingen): Weergave van de individuele rechten die afwijken van de groepsrechten Actuele toestand Weergave van de geprogrammeerde rechten bij sluitelementen en transponders Programmeerbehoefte Weergave van de nog niet geprogrammeerde rechten en aanpassingen "Print preview" Transformatie van de tabel naar een optimale print preview

37 TRANSPONDER ACTIES "Transponder" Serienummer van de transponder "Bezitter" Aangewezen persoon voor de transponder Tabel met acties Overzicht van de uitgevoerde activiteiten met de transponder. Bepaalde gegevens worden automatisch ingevoerd, maar er kunnen ook extra acties ingevoerd en documenten opgeslagen worden Mogelijke acties Verstrekking Teruggave afgerond Teruggave gepland Laatste batterijvervanging Geplande batterijvervanging Toevoegen Via Toevoegen kunnen handmatig gegevens worden ingevoerd Verwijderen Via Verwijderen kunnen handmatig gegevens weer worden gewist

38 TRANSPONDER CONFIGURATIE "Transponder" Serienummer van de transponder "Bezitter" Aangewezen persoon voor de transponder "Beoogde toestand" Configuratie die geprogrammeerd moet worden "Actuele toestand" Actueel geprogrammeerde configuratie "Lang openen" Het sluitelement blijft hierdoor langer open "Geen akoestisch openingssignaal" Het sluitelement reageert zonder geluid op de transponder Dynamisch tijdvenster Hier worden de basisinstellingen van het sluitsysteem overgenomen, hoewel ze voor elke transponder individueel aangepast kunnen worden "Tijdvenster bij de Gateway niet aanpassen" De transponder die bij de Gateway boekt, is onbeperkt geldig "tot een bepaald tijdstip van de (volgende) dag" De transponder die bij de Gateway boekt, is tot een bepaalde tijd geldig "Aantal uur vanaf het laatste hele uur van de boeking" De geldigheid van de transponder die bij de Gateway boekt, wordt met het vastgelegde aantal uur verlengd Profile Release Interne teller voor het beheer van de programmeerstatus

39 Bij de selectie "Tijdvenster bij de Gateway niet aanpassen" zijn de volgende configuraties mogelijk. "Activeringsdatum" Datum en tijdstip vanaf wanneer de transponder geldig moet zijn "Afloopdatum" Datum en tijdstip vanaf wanneer de transponder niet meer geldig mag zijn

40 TRANSPONDER UITRUSTING "Transponder" Serienummer van de transponder "Bezitter" Aangewezen persoon voor de transponder Gegevens "Categorie apparatuur" Indeling van de geprogrammeerde component in een bepaalde groep hardware "PHI" Public Hardware Identifier, onderscheidend kenmerk van de hardware

41 TRANSPONDER PASSAGELIJST "Transponder" Serienummer van de transponder "Bezitter" Aangewezen persoon voor de transponder Tabel met passages Lijst met de deuren en sluitelementen waar de transponder doorheen is gegaan

42 TRANSPONDER AANLEGGEN HANDELWIJZE Symbool selecteren vervolgens Nieuw Bij het serienummer het nummer van de transponder invoeren of het reeds ingevulde nummer laten staan Persoon selecteren of nieuwe persoon aanleggen Transpondergroep selecteren Met Overnemen wordt de transponder opgeslagen en kunt u vervolgens een nieuwe transponder aanleggen, want de button Nieuw is al geactiveerd

43 TRANSPONDER BEWERKEN HANDELWIJZE of In de matrix de persoon selecteren die aangepast moet worden Klik op de rechter muistoets Linker muistoets "Eigenschappen" Rechter muistoets in de matrix op een willekeurige transponder Linker muistoets op "Zoeken" Object selecteren Eigenschap vastleggen (bijv. achternaam) Aanduiding of deel van de aanduiding invullen waarnaar gezocht moet worden Zoeken In de getoonde resultaten de gewenste gegevens markeren Bij "Navigatie naar weergave" eigenschappen selecteren Met Uitvoeren komt u in het transponderoverzicht vervolgens de gegevens aanpassen Overnemen

44 5.3. PERSONEN 5.3.1 PERSONEN ALGEMEEN De persoon is bestemd voor het beheer van de stamgegevens en extra informatie en is de aangewezen bezitter van een transponder. HANDELWIJZE In de matrix de persoon selecteren die aangepast moet worden Klik op de rechter muistoets Linker muistoets "Eigenschappen" Linker muistoets " " naast 'bezitter'

45 "Voornaam" Voornaam van de persoon "Achternaam" Achternaam van de persoon "Titel" Academische graad van de persoon "Adres" Adres van de persoon "Telefoon" Telefoonnummer van de persoon "E-mail" E-mail van de persoon "Personeelsnummer" Personeelsnummer (moet eensluidend zijn), kan worden aangepast "Usernaam" Selectie van de naam waarmee wordt aangemeld, als de persoon ook LSMgebruiker is "Afdeling" Afdeling van de persoon "Locatie/gebouw" Locatie/gebouw waar de persoon is te vinden "In dienst vanaf" Datum van het begin van het dienstverband "In dienst tot" Datum voor het einde van het dienstverband "Geboortedatum" Geboortedatum van de persoon "Kostenplaats" Kostenplaats van de persoon "Commentaar" Vrij veld om de persoon te beschrijven "Foto" Hier kan een foto van de persoon worden opgeslagen

46 5.3.2 PERSOON AANLEGGEN Personen worden automatisch aangelegd bij het aanmaken van een transponder en zijn er vast mee verbonden. 5.3.3 PERSONEN BEWERKEN HANDELWIJZE In de matrix de persoon selecteren die aangepast moet worden Klik op de rechter muistoets Eigenschappen Linker muistoets " " of Rechter muistoets in de matrix op een willekeurige persoon Zoeken Object selecteren Aanduiding of deel van de aanduiding invullen waarnaar gezocht moet worden Zoeken In de getoonde resultaten de gewenste gegevens markeren Bij "Navigatie naar weergave" eigenschappen selecteren Met Uitvoeren komt u in het personenoverzicht vervolgens de gegevens aanpassen Overnemen

47 5.4. SLUITELEMENT 5.4.1 SLUITELEMENT ALGEMEEN SYMBOOL Als sluitelement duidt SimonsVoss alle producten aan die door een transponder geactiveerd kunnen worden. Hiertoe behoren bijvoorbeeld SmartRelais, alarminstallaties en cilinders.

48 5.4.2 SLUITELEMENT EIGENSCHAPPEN In de eigenschappen van het sluitelement kan alle desbetreffende informatie worden aangepast of weergegeven. Via de tabs boven in het venster is naar de afzonderlijke groepen met eigenschappen te navigeren. HANDELWIJZE Rechter muistoets op deur/sluitelement Eigenschappen

49 SLUITELEMENT EIGENSCHAPPEN NAAM "Serienummer" Een nummer dat pas bij de eerste programmering van een sluitelement automatisch uit de gegevens van het sluitelement wordt samengesteld "M" Opent het sluitelement in de matrix "Deur" Deur die is toegekend aan het sluitelement "..." Laat in de eigenschappen de geselecteerde deur zien "Type" Soort sluitelement (bijv. cilinder)

50 SLUITELEMENT EIGENSCHAPPEN DEUR "Deuraanduiding" Naam van de deur "Locatie" Locatie waarop de deur zich bevindt (moet van tevoren zijn aangelegd) "Gebouw" Gebouw waarin de deur zich bevindt (moet van tevoren zijn aangelegd) "Etage" Verdieping waarop de deur zich bevindt (kan via het invoeren van een tekst worden aangelegd) "Ruimtenummer" Ruimtenummer van de deur (kan via het invoeren van een tekst worden aangelegd) "Deurcode" Identificatie van de deur (wordt automatisch toegekend bij het aanleggen, maar kan worden aangepast) "Beschrijving" Vrij veld voor een beschrijving van de deur "Sluitelementen" Sluitelementen die aan de deur zijn toegekend "Tijdzone" Tijdzone die aan de deur is toegekend "Deurattributen voor steekslot" Hier kunnen extra gegegevens van het steekslot worden aangegeven "Deurattributen voor cilinder" Hier kunnen extra gegegevens van de cilinder worden aangegeven

51 SLUITELEMENT EIGENSCHAPPEN TRANSPONDERS Tabel Overzicht van alle transponders die bevoegd zijn voor het sluitelement "Bevoegde transponders" Te kiezen informatie voor de weergave in de tabel Beoogde toestand: Weergave van de beoogde bevoegde transponders Actuele toestand (sluitelement) - G1): Weergave van de geprogrammeerde rechten G1 Actuele toestand (sluitelement + transponder) Weergave van de geprogrammeerde rechten voor transponders Programmeerbehoefte Weergave van de nog niet geprogrammeerde rechten en aanpassingen

52 SLUITELEMENT EIGENSCHAPPEN ACTIES "Sluitelement" Serienummer van het sluitelement "Deur" Indeling van het sluitelement bij de deur Toevoegen Via Toevoegen kunnen handmatig gegevens worden ingevoerd Tabel met acties Overzicht van de uitgevoerde activiteiten met het sluitelement. Bepaalde gegevens worden automatisch ingevoerd, maar er kunnen ook extra acties ingevoerd en documenten opgeslagen worden Mogelijke acties Gedemonteerd Vervangen Gemonteerd Laatste batterijvervanging Geplande batterijvervanging

53 SLUITELEMENT EIGENSCHAPPEN UITRUSTING "Sluitelement" Serienummer van het sluitelement "Deur" Indeling van het sluitelement bij de deur "Product" Productgroep "Serienummer" Bij de programmering uitgelezen serienummer Attributen voor cilinders Worden automatisch bij de eerste programmering van een sluitelement op de werkplek uitgelezen en ingevoerd Gegevens Categorie apparatuur Productklasse van het sluitelement PHI Public Hardware Identifier, identificatie van hardware Profile Release Interne teller voor het beheer van de programmeerprocessen

54 SLUITELEMENT EIGENSCHAPPEN CONFIGURATIES/GEGEVENS "Sluitelement" Serienummer van het sluitelement "Deur" Indeling van het sluitelement bij de deur "Doel" Gewenste configuratie van het sluitelement "Is" Configuratie van het geprogrammeerde sluitelement "SluitsysteemID" Interne ID van het sluitsysteem voor herkenning van de installatie "SluitelementID" Intern nummer van het sluitelement "Pulslengte" Duur van het signaal voor de activering van het sluitelement (max. 25 seconden) "Toegangscontrole" Mogelijkheid om de passages te protocolleren "Tijdzonesturing" Mogelijkheid om de passages voor transponders qua tijd aan te sturen "Protocolleren van onbevoegde toegangspogingen" Protocollering van onbevoegde toegangspogingen, alleen in combinatie met "toegangscontrole" "Gateway" Via dit sluitelement wordt bij het gebruik van het virtuele netwerk G2 informatie over passages en gegevens van de installatie op de transponder opgeslagen en uitgelezen "Flip Flop" Bij de activering verandert het sluitelement

55 "Geen akoestische batterijsignalen" de toestand van een bevoegde transponder Bij het activeren van deze functie worden geen akoestische signalen over de status van de batterij in de componenten afgegeven "Laatste verandering" Laatste, nog niet geprogrammeerde aanpassing van de instellingen voor Tijdzones Lijsten met vrije dagen Lijst met vrije dagen geldig tot Geldigheidslijst van de gebruikte lijst met vrije dagen "Laatste programmering" Laatste geprogrammeerde aanpassing van de instellingen voor Tijdzones Lijsten met vrije dagen Software-Reset Resetten van de actuele waardes in de software, zie 12.5 Handelwijze bij het ve vangen van een defect sluitelement r-

56 SLUITELEMENT EIGENSCHAPPEN STATUS (VOORBEELD CILINDER) "Sluitelement" Serienummer van het sluitelement "Deur" Indeling van het sluitelement bij de deur "Status" De laatste uitgelezen toestand van het sluitelement wordt aangegeven en bij het uitlezen ervan geactualiseerd. Voorbeeld cilinder: Noodvrijschakeling Gedeactiveerd Vrijgeschakeld Opslagmodus

57 SLUITELEMENT EIGENSCHAPPEN TOEGANGSLIJST "Sluitelement" Serienummer van het sluitelement "Deur" Indeling van het sluitelement bij de deur Tabel Overzicht van alle passages die bij het sluitelement werden uitgelezen Print preview Transformatie van de tabel naar een optimale print preview "Toegangslijsten wissen" Alle gegevens in de tabel worden gewist "Toegangslijst voor deur" Bij een geplaatst vinkje worden alle passages van de deur aangegeven, niet alleen die van de geselecteerde deur. Op die manier worden alle passages door de in de deur gemonteerde sluitelementen weergegeven

58 5.4.3 SLUITELEMENT AANLEGGEN HANDELWIJZE Symbool selecteren of Rechter muistoets op deur/sluitelement Linker muistoets Nieuw Sluitelement vervolgens gegevens van de deur en het bereik aangeven Overnemen "Serienummer" Vastlegging van het eensluidende nummer in het systeem na de vooraf ingestelde aanduiding; bij het programmeren wordt het productserienummer opgeslagen. "Auto" Als dit actief is, volgt een automatisch doorlopende nummering van het serienummer "Deur" Selectiemogelijkheid van een bestaande deur. Het veld is gedeactiveerd als "Deur invoegen" is geselecteerd. "..." Verwijst naar de eigenschappen van de

59 deur (indien reeds voorhanden) "Type" Selectie van het soort sluitelement "SluitelementID" Intern administratienummer van het sluitelement, in te voeren na het Overnemen Configuratie Configuratiegegevens van het nieuwe sluitelement Bijvoorbeeld: "Deur invoegen" Bij LSM Starter altijd ingesteld "Deur / locatie" Aanduiding van de in te voegen deur "Ruimtenummer" Kenmerkend nummer van de ruimte "Aan bereik toevoegen" Bij LSM Starter wordt het sluitelement altijd toegevoegd aan het systeembereik "Sluitsysteem" Selectie van het sluitsysteem "Bereik" Indeling bij een bestaand bereik

60 5.4.4 SLUITELEMENT BEWERKEN HANDELWIJZE Als sluitelement duidt SimonsVoss alle producten aan die door een transponder geactiveerd kunnen worden. Hiertoe behoren bijvoorbeeld SmartRelais, alarminstallaties en cilinders. HANDELWIJZE In de matrix het sluitelement selecteren dat aangepast moet worden Rechter muistoets op deur/sluitelement Eigenschappen Sluitelement of Rechter muistoets in de matrix op een willekeurig sluitelement Zoeken Object selecteren Aanduiding of deel van de aanduiding invullen waarnaar gezocht moet worden Zoeken In de getoonde resultaten de gewenste gegevens markeren Bij "Navigatie naar weergave" eigenschappen selecteren Met Uitvoeren komt u in het overzicht sluitelementen vervolgens de gegevens aanpassen Overnemen

61 6.0 ASSISTENTEN De assistent die in het systeem aanwezig is, begeleidt de gebruiker bij het proces om deuren met sluitelementen en personen met transponders aan te leggen. Bij het bewerken van de verschillende stappen wordt alle informatie opgevraagd die voor het systeem relevant is om te componenten correct aan te kunnen leggen. Hierdoor krijgen ongeoefende gebruikers een goede ondersteuning bij de inwerking in het systeem om de informatie die relevant is voor het systeem te leren kennen. Maar ook professionals beschikken daarmee over een tool waarmee ook onder tijdsdruk snel nieuwe componenten aangelegd kunnen worden zonder belangrijke informatie te vergeten. Een deur is de aangewezen plek voor de montage van één of meer sluitelementen. Hier kunnen extra parameters als slotbeschrijving, etage en gebouw worden opgeslagen. Bij de deuren worden de sluitelementen opgeslagen. Als sluitelement duidt SimonsVoss alle producten aan die door een transponder geactiveerd kunnen worden. Hiertoe behoren bijvoorbeeld SmartRelais, alarminstallaties en cilinders. Bij het gebruik van de assistent voor de deur kan ook het bijbehorende sluitelement worden aangelegd.

62 6.1. ASSISTENT DEUR (VOORBEELD: GEBRUIK G2-CILINDER) HANDELWIJZE Assistenten Deur STAP 1 "Deuraanduiding" Naam van de deur "Locatie" Locatie waarop het gebouw zich bevindt (moet van tevoren zijn aangelegd) "Gebouw" Gebouw waarin de deur zich bevindt (moet van tevoren zijn aangelegd) "Etage" Verdieping waarop de deur zich bevindt (kan via het invoeren van een tekst worden aangelegd) "Ruimtenummer" Ruimtenummer van de deur "Beschrijving" Vrij veld voor een beschrijving van de deur "Type sluitelement" Soort sluitelementen "Serienummer" Vastlegging van het eensluidende nummer in het systeem na de vooraf ingestelde aanduiding; bij het programmeren wordt het productserienummer opgeslagen. Verder

63 STAP 2 Uitrusting van de deur "Buitenmaat" Buitenmaat van de cilinder "Binnenmaat" Binnenmaat van de cilinder "FH-deur" Classificatie van de deur als FH-deur; in dergelijke deuren met een verbeterde reikwijdte moet de FH-cilinder gemonteerd worden "Buitenbereik" Wanneer de deur zich in het buitenbereik bevindt, is hiervoor een WP-cilinder nodig of moeten extra maatregelen worden genomen "Vrij draaiend" Er is een cilinder nodig die van beide kanten vrij draait Verder

64 STAP 3 Configuratie cilinder "Toegangscontrole" Activering van de protocollering van de passages "Tijdzonesturing" Tijdmatige aansturing van de passagemogelijkheid voor transponders "Protocolleren van onbevoegde toegangspogingen" Ook de niet bevoegde toegangspogingen worden opgeslagen "Gateway" De cilinder dient in het virtuele netwerk als gateway om gegevens op de transponder op te slaan "Flip-flop" Bij elke boeking van een transponder verandert het sluitelement zijn status "Geen akoestisch batterijsignaal" Een eventueel batterijalarm wordt niet akoestisch weergegeven bij de cilinder; de batterijstatus is alleen nog te verkrijgen bij het programmeren "Pulslengte" Duur van het schakelproces Verder

65 STAP 4 Verstrekking van rechten "Naam" Weergave van de bezitter van de transponder; door het vinkje anders te plaatsen kunnen de rechten voor de nieuwe deur worden aangepast "Serienummer" Serienummer van de transponder die aan de persoon is verstrekt "Sluitsysteem" Toegekend sluitsysteem "Transpondergroep" Aangewezen transpondergroep van de transponder "Tijdgroep" Aangewezen tijdgroep van de transponder Voltooien

66 STAP 6 AFSLUITING Afsluiten van de assistent Programmeren Het nieuw aangelegde sluitelement kan rechtstreeks vanuit de assistent worden geprogrammeerd "De geselecteerde configuratie voor de volgende deur gebruiken" Bij een nieuwe procedure met de assistent worden de algemeen geldende waardes van het vorige sluitelement overgenomen Herhalen of Beëindigen

67 6.2. ASSISTENT PERSOON HANDELWIJZE Assistenten Persoon STAP 1 "Voornaam" Voornaam van de nieuwe persoon "Achternaam" Achternaam van de nieuwe persoon "Titel" Titel van de nieuwe persoon "Personeelsnummer" Peroneelsnummer van de nieuwe persoon "Auto" Als dit aangevinkt is, verstrekt het systeem het personeelsnummer vanzelf "Afdeling" Afdeling van de nieuwe persoon "Adres" Adres van de nieuwe persoon "Telefoon" Telefoonnummer van de nieuwe persoon "Type transponder" Soort transponder dat aangelegd moet worden "Serienummer" Serienummer van de nieuwe transponder "Auto" Als dit aangevinkt is, verstrekt het systeem het serienummer vanzelf

68 Verder

69 STAP 2 "E-mail" E-mailadres van de nieuwe persoon "Locatie/gebouw" Werkplek van de nieuwe persoon "In dienst vanaf:" Datum waarop de nieuwe persoon in dienst trad "niet relevant" Als dit niet aangevinkt is, kan een datum worden opgeslagen via een selectie in de kalender "In dienst tot:" Datum waarop de nieuwe persoon niet meer in dienst is "niet relevant" Als dit niet aangevinkt is, kan een datum worden opgeslagen via een selectie in de kalender "Geboortedatum" Geboortedatum van de nieuwe persoon "Kostenplaats" Kostenplaats van de nieuwe persoon "Commentaar" Extra informatie over de nieuwe persoon Verder

70 STAP 3 CONFIGURATIE Configuratie Sluitsysteem Geselecteerd sluitsysteem Als bij stap 3 meerdere G2-sluitsystemen zijn geselecteerd, wordt deze stap net zo vaak uitgevoerd. "Lang openen" Het sluitelement blijft langer open "Geen akoestisch openingssignaal" Het sluitelement geeft bij het activeren geen akoestisch signaal Dynamisch tijdvenster In G2-installaties met een virtueel netwerk kan de geldigheid van de transponder bij de gateway worden aangepast "Tijdvenster bij de Gateway niet De geldigheid van de transponder wordt aanpassen" optioneel vastgelegd met een datum

71 Activeringsdatum Bij een tijdslimiet wordt hier de starttijd ingevoerd "per direct" De transponder is onmiddellijk na de programmering geldig "Datum" Invoeren van de datum bij een tijdslimiet "Tijdstip" Invoeren van het tijdstip bij een tijdslimiet Afloopdatum Bij een tijdslimiet wordt hier de eindtijd ingevoerd "Zonder afloopdatum" De transponder is ongelimiteerd geldig "Datum" Invoeren van de datum bij een tijdslimiet "Tijdstip" Invoeren van het tijdstip bij een tijdslimiet "tot een bepaald tijdstip van de (volgende) dag" De geldigheid van de transponder wordt bij de gateway tot een bepaald, toekomstig tijdstip verlengd. Wanneer de ingestelde tijd op de boekingsdag al is verstreken, wordt de transponder geldig tot het betreffende tijdstip op de volgende dag "Aantal uur vanaf het laatste hele uur van de boeking" De geldigheid van de transponder wordt bij de gateway met een bepaald aantal uren verlengd (max. 24 uur) Verder

72 STAP 4 RECHTEN Verstrekking van rechten "Naam" Weergave van de deur; door het vinkje anders te plaatsen kunnen de rechten voor de nieuwe transponder worden aangepast "Bereik" Bereik waarbinnen de aangegeven deur "Sluitsysteem" "Groep" zich bevindt Toegekend sluitsysteem Weergave of de transponder al rechten bezit vanwege zijn indeling bij een groep Verder

73 STAP EINDE Afsluiten van de assistent Programmeren Transponderverstrekking "De geselecteerde configuratie als voorinstelling voor de volgende persoon gebruiken" Verder De nieuw aangelegde transponder kan rechtstreeks vanuit de assistent worden geprogrammeerd Het formulier voor het verstrekken van transponders kan direct geprint worden (alleen als de module LSM Report beschikbaar is; niet beschikbaar in LSM Starter) Bij een nieuwe procedure in de assistent wordt de voordien gemaakte selectie opnieuw toegepast

74 7.0 PROGRAMMEERHANDELINGEN 7.1. ALGEMEEN Er ontstaat een programmeerbehoefte als een recht aangepast en de betreffende component nog niet geprogrammeerd werd of de software een verandering van de actuele status en de beoogde status (aanpassing van de configuratie) heeft vastgesteld. Voor de programmering moet gecontroleerd worden of de weergave werd geactualiseerd en de gegevens zijn opgeslagen. SYMBOLEN HANDELWIJZE (Om de programmeerbehoefte in de matrix te laten weergeven) Opties Extra kolommen Object selecteren Programmeerbehoefte 7.2. COMPONENTEN POSITIONEREN Om een optimaal resultaat en zo min mogelijk programmeerfouten te bereiken, moet een vaste afstand tussen het programmeerapparaat en de te programmeren component worden ingehouden. TIP Er kunnen fouten optreden bij te geringe en te grote afstand. Bij de programmering van de kaart wordt deze op de SmartCD.C of SmartCD.HF gelegd.

75 7.3. PROGRAMMEREN Om te zorgen dat de gegevens op de componenten kunnen worden opgeslagen, is een programmeerapparaat (Config-Device) nodig. De installatie en configuratie is te vinden in het manual "LSM - Administratie". 7.3.1 SLUITELEMENT PROGRAMMEREN Bij het programmeren van het sluitelement worden de gegevens van het sluitsysteem in het sluitelement geprogrammeerd. Dit kunnen gegevens over de rechten van de transponder zijn of welk tijdzoneplan aan het sluitelement werd toegekend. Bovendien worden configuratie-instellingen, ID's en wachtwoorden geprogrammeerd. SYMBOOL HANDELWIJZE Sluitelement positioneren Sluitelement in de matrix selecteren Programmering Sluitelement Programmeren of Sluitelement positioneren Sluitelement in de matrix selecteren Symbool activeren Programmeren of CTRL+Shift+L

76 "Sluitsysteem" Geselecteerd sluitsysteem "Deur / sluitelement" Programmeerapparaat Geselecteerd sluitelement met de bijbehorende deur en het serienummer "Type" Soort programmeerapparaat: (Config- Device, Lock-Node, WaveNet-knooppunt "Apparaat" Toegekend apparaat "Programmeeropties handmatig aanpassen" Aanpassing is alleen in het onderste bereik mogelijk als een vinkje is geplaatst; de benodigde actualiseringen zijn al gemarkeerd Programmeren "Configuratie" De configuratie van het sluitelement wordt geprogrammeerd "Wachtwoord" Het wachtwoord voor het sluitsysteem wordt geprogrammeerd "Sluit-ID & sluitsysteem-id" De ID van zowel het sluitelement als het sluitsysteem worden geprogrammeerd "Tijdzones" Het tijdzoneplan wordt nieuwe geprogrammeerd "Wachtwoord (Gr, Bl, R)" De wachtwoorden voor de bovengeschikte sluitniveaus worden elk voor zich geprogrammeerd "Uitgebreide configuratie" De uitgebreide configuratie, zoals bijv. de tijdomstelling wordt nieuw geprogrammeerd Rechten programmeren "Niet aanpassen" De rechten worden niet veranderd "Updaten" Alleen de aanpassingen worden

77 geprogrammeerd "Vernieuwen" Alle rechten worden nieuw geprogrammeerd 7.3.2 TRANSPONDER OF KAART PROGRAMMEREN Bij het programmeren wordt de transponder meegedeeld welke transponder-id hij geeft, tot welk sluitsysteem hij behoort, welk wachtwoord het sluitsysteem heeft en tot welke tijdgroep deze behoort. Er wordt eventueel ook nog een tijdslimiet bij geprogrammeerd. SYMBOOL HANDELWIJZE Transponder (of kaart) positioneren Transponder in de matrix selecteren Programmering Transponder Programmeren of Transponder (of kaart) positioneren Transponder in de matrix selecteren Symbool activeren Programmeren of CTRL+Shift+T

78 "Bezitter/transponder" De bezitter en het serienummer van de transponder worden weergegeven en kunnen geselecteerd worden "Programmeerapparaat" Het programmeerapparaat dat voor het medium nodig is, wordt automatisch geselecteerd. "Na de programmering naar de volgende transponder springen" Als dit is aangevinkt, springt de selectie in alfabetische volgorde naar de volgende ongeprogrammeerde transponder en het window blijft open "G1-gegevens uit externe sluitsystemen behouden" Als dit is aangevinkt, worden eventueel aanwezige G1-gegevens uit andere sluitsystemen niet overschreven en wordt er een extra set gegevens bij het programmeren van de transponder opgeslagen wanneer daarvoor nog genoeg ruimte is Programmeren De gegevens worden op de transponder geprogrammeerd

79 7.4. UITLEZEN 7.4.1 SLUITELEMENT UITLEZEN Een sluitelement waarvan het sluitsysteem de ID kent, kan direct worden uitgelezen. Een sluitelement waarvan de ID in het sluitsysteem niet of niet meer aanwezig is, geldt als een onbekend sluitelement. SYMBOOL HANDELWIJZE of of Sluitelement positioneren Symbool Programmering Sluitelement uitlezen / klok instellen Onbekend sluitelement uitlezen Met deze functie kan een willekeurig sluitelement worden uitgelezen, zelfs als deze niet behoort tot het beheerde sluitsysteem. TIP Afhankelijk van het uitgelezen sluitelement kunnen verschillende weergaven verschijnen.

80 SLUITELEMENT "Sluitsysteem" Naam van het sluitsysteem "Sluitelement" Naam en serienummer van het sluitelement "Softwareversie" Softwareversie van het sluitelement "Tijdzone" Toegekende tijdzone Geeft de eigenschappen van het sluitelement weer aan M Springt naar het sluitelement in de matrix Status "Batterijstatus" Toestand van de batterijen "Noodvrijschakeling" Actieve noodvrijschakeling "Gedeactiveerd" Sluitelement gedeactiveerd "Vrijgeschakeld" Sluitelement geactiveerd "Opslagmodus" Het sluitelement bevindt zich in de opslagmodus Gegevens "Categorie apparatuur" Klasse waartoe het uitgelezen sluitelement behoort "PHI" Public Hardware Identifier (PHI) voor duidelijke identificatie van G2-

81 componenten "Tijdstip" Actuele tijd van het sluitelement Rechten Weergave van de rechten Toegangslijst Uitlezen van de rechten Resetten Resetten van het sluitelement TIP Bij het uitlezen van een bekend sluitelement wordt deze tegelijk in het sluitplan gemarkeerd. TIP De toegangslijst is als functie alleen beschikbaar bij componenten met geïntegreerde toegangsprotocollering. Optioneel kunnen ook onbevoegde toegangspogingen worden beoordeeld. Dat moet in de eigenschappen van het sluitelement voorafgaand aan de programmering worden vastgelegd. (Sluitelement configuratie/ gegevens)