T.a.v. Karolien Van Kerckhove Vlaams Administratief Centrum Lange Kievitstraat bus Antwerpen

Vergelijkbare documenten
Advies betreffende de inplanting van 10 windturbines in de haven van Antwerpen

Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de wildbeheereenheid Klein Brabant Rupelstreek

Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen

Water en natuur: complexe uitdaging in een versnipperd landschap. Koen Martens, VMM AOW met input van vele collega s

Berekening van het gemiddelde aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Memo. 1 Inleiding. 2 Eindprotocol

Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart van enkele percelen in Lommel

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Met vriendelijke groet,

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Aanvullend advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Advies over het ontwerp plan-mer voor het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet - Lillo Liefkenshoek

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Invloed van klimaatverandering op hydrologische extremen (hoog- en laagwater langs rivieren in het Vlaamse binnenland)

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)

T.a.v. Bert Verbist ANB Centrale Diensten Cel Fauna en Flora Beleid Koning Albert II-laan 20 bus Brussel.

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

Aanvullende nota bij het plan-mer ruilverkaveling Schelde-Leie

TOELICHTING OP DE AANVULLING VAN HET MER SMILDEGERVEEN 22 JUNI 2016, ARCADIS

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

Remediëring door vasthouden, infiltreren en hergebruik van hemelwater. Ingeborg Barrez - VMM

Advies over een voorstel tot monitoring en beoordelingskader voor de bouw en exploitatie van vier windturbines in Zonhoven

Advies over de depositiesnelheid van vermestende/verzurende depositie

29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

SIGNAALGEBIED INDUSTRIEGEBIED E17 DEERLIJK ANALYSE MOGELIJKE COMPENSATIE SEPTEMBER 2015 IN OPDRACHT VAN INTERCOMMUNALE LEIEDAL

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.

Stromingsbeeld Rotterdam

1 Inleiding en projectinformatie

Integrale Gebiedsontwikkeling Wijnaerden. Hydrologie VKA. Voorkeursalternatief (VKA)

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Grondwater in stedelijk gebied

Advies betreffende de jacht op houtduiven in het Vlaamse gewest

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Toetsing effecten Theemswegtracé op grondwaterverontreinigingen

Milieutechnische randvoorwaarden

dossier VETO Hfst. 2 grondwerken T 1 HOOFDSTUK 02 - GRONDWERKEN EN BIJZONDERE FUNDERINGEN

Advies over ontsnipperingsmaatregelen

MEMO. 1. Aanleiding. Datum: 22-oktober Aan: Joep de Koning (WSK) Van: Martijn Tilma en Mia Süss (B&O-WH)

RUP SION. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. bijlage 5: aanvullende watertoets. stad Lier. 04 mei 2011

Advies over de impact op avifauna van werken aan wachtboezems in de Antwerpse haven

Grondwatersysteemanalyse en effectberekening van de ringweg rond Tongeren in de omgeving van het natuurgebied De Kevie

Bijlage 13-1: Stedelijke wateropgave Bargermeer noord

BETREFT: plan MER screening

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Richtlijn versus maatwerkberekening

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

1. Aankoop grond in Reukens

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7

Toepassing van instrumenten uit handboek op NATURA2000-gebied Boetelerveld

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014

Documentnummer AMMD

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure)

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

te leveren producten\t4.2 Controlled - extern\w11a0031.e01.27sept2011.docx

Grondwaterstudie Fryslân

Advies over de kennisgevingsnota van het strategische MER voor een windturbinepark in het havengebied op de rechteroever van de Schelde in Antwerpen

Onderwerp: Hydrologische effecten aanleg bevaarbaar water langs Rondweg Van der Gootplantsoen Beulakerpolder te Giethoorn. K.J.

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

1. Algemene meteorologische situatie

Is de balans zoek? C. van den Akker 1. Inleiding

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 23 september 2013 Nummer

Wateroverlast voorkomen? De watertoets!

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied

Update Geohydrologisch onderzoek wegenproject N381 Drachten Drentse grens

Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl

Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker. Lezing Geohydrologie

Nota Infiltratie: aanvullend op rapport Algemene nota regenwaterafvoer Groot Molenveld dd. 05/12/2017

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

Tussen Theis en Hantush

Presentatie tekst Velddag. Verdrogingsbestrijding Groote Peel. Peilopzet in combinatie met peilgesturde drainage

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier.

Notitie. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

Rapport grondmechanisch onderzoek. Wegen- en rioleringswerken, Molenstraat - De Haan 15/376

voorontwerp bestemmingsplan locatie Zuilenstein

Samenvatting rapport Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal

Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford

HUISSENSCHE WAARDEN AANVULLENDE GRONDWATERBEREKENING

Advies over de bodemkwaliteit van een baggergrond ter hoogte van de Scheldekop in Oudenaarde

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg hoogspanningsleiding Zandvliet-Lillo.

Verkennend hydrologisch onderzoek van de Halve Maan site in Oostende

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Rapport. Waterhuishoudingsplan Drielanden te Harderwijk. Opdrachtgever. Gemeente Harderwijk Postbus AC HARDERWIJK

Factsheet: NLGWSC0004

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober : Ir. L.J.A.M.

Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen

CONCREET VOORBEELD. Ga vervolgens naar stap 2

Memo Ter kennisname. Registratienummer: VV-commissie Voldoende Water

Transcriptie:

Advies over voortoets/passende beoordeling en verscherpte natuurtoets voor een project met mogelijke gevolgen voor het Vogelrichtlijngebied Blokkersdijk Adviesnummer: INBO.A.3540 Datum advisering: 2 maart 2017 Auteur(s): Contact: Toon Van Daele Lode De Beck (lode.debeck@inbo.be) Kenmerk aanvraag: e-mail van 10 februari 2017 Geadresseerden: Agentschap voor Natuur en Bos T.a.v. Karolien Van Kerckhove Vlaams Administratief Centrum Lange Kievitstraat 111-113 bus 63 2018 Antwerpen karolien.vankerckhove@lne.vlaanderen.be www.inbo.be INBO.A.3540 1

Aanleiding Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) vraagt advies met betrekking tot een voortoets/passende beoordeling en verscherpte natuurtoets opgemaakt door de NV BOVA ENVIRO+. Deze beoordeling en natuurtoets werden opgemaakt voor een project van Mexico Natie voor de bouw en exploitatie van bijkomend opslag- en overslagmagazijn in de Canadastraat te Zwijndrecht. Dit project kan gevolgen hebben op het nabij gelegen Vogelrichtlijndeelgebied Blokkersdijk. Het gebied is tevens aangeduid als Grote Eenheid Natuur (GEN), onderdeel van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). Het project omvat het aanleggen van een verharding in het infiltratiegebied van deze waterplas. Er werd in het verleden ook reeds een passende beoordeling gemaakt door Enviro+. Voor de effecten van de bemaling tijdens de werken op de grondwatertafel te begroten werd daarbij gebruikt gemaakt van de formule van Dupuit-Thieme. In de nieuwe beoordeling en toets wordt gebruik gemaakt van een andere formule voor het bepalen van de grondwaterdaling. De parameterwaarden zijn eveneens gewijzigd in de nieuwe beoordeling in vergelijking met de vorige passende beoordeling. De impactbespreking van de passende beoordeling en verscherpte natuurtoets geeft aan dat het waterpeil met 0.02m tot 0.06m zal dalen en dat dit aanvaardbaar is vermits dit binnen de seizoenschommelingen valt. ANB geeft aan dat gezien de beperkte waterhoogte in de plas hier toch enige onzekerheid rest. Vragen 1) Zijn de uitgevoerde berekeningen aangaande grondwaterdaling correct uitgevoerd? 2 Zijn de gebruikte formules correct of is het aangewezen om toch eerder de formule van Dupuit-Thiem terug te gebruiken? 3) Zijn de parameterwaarden correct? 4) Werd de impactbeoordeling (aangaande impact grondwaterkwantiteit/-kwaliteit ter hoogte van het vogelrichtlijngebied Blokkersdijk) correct uitgevoerd? 5) Is het bijhorende grondwateradvies correct? 6) Werden er zaken over het hoofd gezien m.b.t. de grondwaterkwaliteit en kwantiteit? Toelichting 1 Effect van verharding op het waterpeil van Blokkersdijk 1.1 Inschatting op basis van een eenvoudige waterbalans De aanleg van ondoorlatende verharding in het infiltratiegebied leidt tot een verminderde toevoer van grondwater naar Blokkersdijk. Figuur 1 geeft op eenvoudige wijze de belangrijkste componenten van de waterbalans voor Blokkersdijk weer. Voor de waterbalans worden cijfers uit Louette et al. (2008) gebruikt, aangevuld met cijfers uit Batelaan et al. (2007). 2 INBO.A.3540 www.inbo.be

De omvang van het infiltratiegebied wordt geschat op 60 ha (Louette et al., 2008). Blokkersdijk zelf heeft een oppervlakte van 48ha. De toevoercomponenten zijn rechtstreekse neerslag (776 mm/j, Louette et al., 2008) en de toevoer van grondwater uit het infiltratiegebied (240 mm/j, Louette et al., 2008). Rekening houdend met de respectievelijke oppervlakten geeft dit jaarlijks ongeveer 373 000 m³ neerslag (D) en 144 000 m³ grondwateraanvoer (C = A - B). De afvoercomponenten zijn de evaporatie van het wateroppervlak (650 mm/j, Batelaan et al., 2007) en de afvoer via het oppervlaktewatersysteem en/of wegzijging. De evaporatie voor de 48 ha grote plas wordt geschat op 312 000 m³. Het volume water dat afgevoerd wordt via het oppervlaktewater of grondwater is niet gekend. Er is een afvoerbuis naar de Palingbeek. Deze voert water af in de winter en staat in de zomer meestal droog. Het volume dat via deze buis wordt afgevoerd is niet bekend, maar is beperkt (mondelinge mededeling van de beheerder). De netto jaarlijks beschikbare hoeveelheid water voor aanvulling wordt geschat op 205 000m³ (373 000 + 144 000 312 000). Zonder wijziging in de berging (stijging of daling van het waterpeil) wordt dit volume jaarlijks uit de waterplas afgevoerd door wegzijging of via de afvoergracht. Figuur 1: Vereenvoudigde waterbalans voor Blokkersdijk. Alle componenten in m³/jaar. A = Neerslag op infiltratiegebied, B = evaptranspiratie infiltratiegebied, C = grondwatervoeding infiltratiegebied, D = neerslag waterplas, E = evaporatie waterplas, F = afvoer via grond- of oppervlaktewater (= C + D E). De verminderde toevoer als gevolg van de aanleg van 9.5 ha ondoorlatende verharding wordt geschat op 23 000 m³/j/ (240 mm/j op 9.5ha). Dit water wordt via riolering integraal buiten het gebied afgevoerd. Het volume komt overeen met ongeveer 11% van de jaarlijkse toevoer (23 000 m³/j / 205 000 m³/j). Voor de impact op het waterpeil is het belangrijk een onderscheid te maken tussen de winter- en de zomerperiode (respectievelijk periodes met neerslagoverschot en een licht neerslagtekort). In de winterperiode is de verdamping uit de plas zeer gering. Als we ervan uitgaan dat het neerslagoverschot in de winter jaarlijkse volstaat om het tekort in de zomerperiode volledig te herstellen, dan wordt de maximale extra verlaging in het najaar bereikt. Dat is het moment waarop ook nu al het waterpeil het laagste is. Een verminderde toevoer van 23 000 m³/j komt dan overeen met een maximale verlaging van 0.05m in de waterplas van 48 ha. De verminderde aanvoer zal gecompenseerd worden door een verminderde afvoer van water in de winter wanneer het waterpeil het hoogst is. www.inbo.be INBO.A.3540 3

Louette et al. (2008) geeft aan dat de amplitude van het waterpeil in een gemiddeld jaar ongeveer 0.2 m bedraagt en dat daarbij ongeveer 5 % van de plas droog valt. De oevers zijn vrij vlak, maar door de ronde vorm van de plas (hoge verhouding tussen volume en lengte oever) is het bij een extra verlaging van maximaal 0.05 m niet te verwachten dat een eventuele droogvalperiode van de plas in belangrijke mate toeneemt. 1.2 Berekening in de passende beoordeling In de passende beoordeling worden twee benaderingen gebruikt die als een minimale en een maximale schatting kunnen worden beschouwd. Bij de berekening van de maximale verlaging wordt gebruikt gemaakt van de benadering van een waterbalans (analoog aan 1.1), maar met licht verschillende cijfers. De berekening komt uit op een maximale verlaging van 0.06m bij 300 mm/j netto grondwatervoeding. Een aantal assumpties in deze berekening worden zodanig gekozen dat de schatting van de daling van het waterpeil als een worst-case kan worden beschouwd: Voor de aanvulling van het grondwater wordt 300 mm/jaar gebruikt. Dit is vrij veel. Batelaan et al. (2007) berekende een gemiddelde grondwateraanvoer voor Vlaanderen van slechts 220 mm/j. Louete et al. (2008) gebruikt 240 mm/j. Het is aannemelijk dat de werkelijke grondwateraanvulling minder dan 300 mm/j is. In de delen van het terrein waar infiltratie mogelijk blijft, maar waar de vegetatie wordt weggenomen is er potentieel voor extra infiltratie naar het grondwater. De berekening gaat er vanuit dat de grondwateraanvulling integraal naar Blokkersdijk stroomt. Allicht is dit in werkelijkheid minder dan 100%. Gezien al deze assumpties kunnen we de schatting van de daling van 0,06m effectief beschouwen als een worst case scenario. De waterbalans is echter niet volledig. Er is geen informatie over de afvoer van het water uit Blokkersdijk. Impliciet wordt in de berekening aangenomen dat het neerslagoverschot in de winterperiode jaarlijks volstaat om het waterpeil volledig naar de oorspronkelijke staat te herstellen. De amplitude van de seizoenschommeling van het waterpeil in Blokkersdijk is vrij gering, ongeveer 0.2 m (Louette et al., 2008). Ook in zeer droge jaren blijft het peil van de plas vrij hoog. Voor een oppervlakte van 48 ha komt 0.2 m overeen met ongeveer 96 000 m³ water. In de passende beoordeling wordt de berekende verlaging vergeleken met de seizoenschommelingen van het waterpeil. Deze vergelijking is geen goede toets om te oordelen of de verlaging al dan niet een effect heeft. Een peilverlaging kleiner dan de natuurlijke peilschommeling (tussen de jaren of binnen één jaar) is niet noodzakelijk zonder effect en vice-versa. De minimale benadering maakt gebruik van de kennis over de grondwaterstroming op het terrein (uit metingen van de peilbuizen) en de wet van Darcy. Voor zover kon worden nagegaan gaat de berekening uit van hetzelfde verschil in grondwaterstand (delta h) voor de uitgangsituatie (specifiek debiet) en na de aanleg (gereduceerd debiet). Dit is niet noodzakelijk het geval en zelfs niet waarschijnlijk. Zonder (schematische) illustratie is het moeilijk om de berekeningswijze te interpreteren. Het is positief dat de informatie over de grondwaterstroming en doorlatendheid op het terrein gebruikt wordt voor de inschatting van de effecten. In de huidige vorm is de berekeningswijze echter niet geschikt om de verlaging van het peil in Blokkersdijk betrouwbaar in te schatten. 4 INBO.A.3540 www.inbo.be

2 Effect van de werken tijdens de aanlegfase op het waterpeil van Blokkersdijk Het grondwateradvies handelt over de effecten van de bemaling in de aanlegfase, met name de kans op de verspreiding van de verontreiniging op het terrein en van de naburige terreinen (site 3M). Alle elementen die in het advies aan bod komen worden degelijk toegelicht, uitgewerkt en besproken. De conclusies en aanbevelingen van het grondwateradvies zijn overgenomen in de passende beoordeling. Het grondwateradvies adviseert een retourbemaling voor het verontreinigde grondwater in een infiltratiegracht nabij de zuidelijke perceelgrens tussen Mexico Natie en 3M. Het grondwateradvies geeft ook aan dat met OVAM moet overeengekomen worden of een waterzuiveringsinstallatie vereist is. Een waterzuiveringsinstallatie zou een beperkt positieve invloed kunnen hebben op de waterkwaliteit van Blokkersdijk. Met de retourbemaling kan het effect op het waterpeil van Blokkersdijk tot een minimum worden beperkt. Wanneer er geen waterzuiveringsinstallatie wordt voorzien moet erop worden toegezien dat de positie van de infiltratiegracht er niet leidt tot een versnelde afvoer van het opgepompte (verontreinigde) water naar Blokkersdijk. Conclusies 1) Zijn de uitgevoerde berekeningen aangaande grondwaterdaling correct uitgevoerd? a) Berekening van de daling tijdens de aanlegfase Er wordt gewerkt met een retourbemaling. Het effect op het waterpeil van de waterplas Blokkersdijk is verwaarloosbaar. Er moet over worden gewaakt dat de retourbemaling lokaal in het natuurgebied niet tot wateroverlast leidt. b) Berekening van de daling na realisatie Er werden twee berekeningen gemaakt die resulteren in een minimum en een maximum daling van de waterstand. De minimum daling van de waterstand (0.02 m) werd berekend aan de hand van de geschatte grondwaterstroming. In de passende beoordeling is er geen (schematische) illustratie van die berekening. Zo is het moeilijk om de berekeningswijze te interpreteren. Het is positief dat de informatie over de grondwaterstroming en doorlatendheid op het terrein gebruikt wordt voor de inschatting van de effecten. In de huidige vorm is de berekeningswijze echter niet geschikt om de minimum verlaging van het peil in Blokkersdijk betrouwbaar in te schatten. Hat maximum (0.06 m) werd berekend met een waterbalansbenadering. Een aantal assumpties in de berekening werden zodanig gekozen dat de schatting van de daling van het waterpeil als een worst-case kan worden beschouwd. Impliciet wordt in de berekening aangenomen dat het neerslagoverschot in de winterperiode jaarlijks volstaat om het waterpeil volledig in de oorspronkelijke staat te herstellen. Een eigen berekening met waterbalans komt uit op 0.05 m maximale verlaging. Deze extra verlaging zal plaatsvinden op het einde van de zomer wanneer het gecumuleerd neerslagtekort het grootst is en het waterpeil het laagst is. Men kan www.inbo.be INBO.A.3540 5

verwachten dat door de verminderde grondwateraanvoer de invloed van neerslagwater toeneemt. Deze verschuiving blijft beperkt en heeft geen negatieve invloed op de waterkwaliteit van Blokkersdijk. 2) De formules worden correct gebruikt. De wet van Darcy beschrijft de stroming van grondwater. De formule van deze wet wordt in de passende beoordeling gebruikt om de grondwaterstroming naar Blokkersdijk te berekenen in de exploitatiefase. Voor een ruwe benadering is deze benadering geschikt. De uitwerking van de berekening is echter niet helemaal duidelijk (zie hoger). De formule van Thiem-Dupuit (of Dupuit-Thiem) (Thiem, 1906; Bot, 2011) beschrijft de stroming van grondwater naar een pompput. In de voorgaande passende beoordeling werd deze formule gebruikt voor het inschatten van het te bemalen volume grondwater in de aanlegfase. De voorliggende passende beoordeling schat het te bemalen volume in de aanlegfase op basis van het reëel bemalen volume in fase 1 van de werken. 3) De parameterwaarden zijn correct voor zover dit kon worden geverifieerd. Een herrekening van de formules met de opgegeven parameterwaarden gaf dezelfde resultaten als opgegeven in de passende beoordeling. 4) De impactbeoordeling is verwaarloosbaar tot licht negatief. Deze beoordeling ligt in lijn met de berekeningen en de bevindingen in de tekst van de passende beoordeling. 5) Alle elementen die in het grondwateradvies aan bod komen worden degelijk toegelicht, uitgewerkt en besproken. De conclusies en aanbevelingen van het grondwateradvies zijn overgenomen in de passende beoordeling. Het grondwateradvies adviseert een retourbemaling omwille van de verontreiniging van het grondwater op het perceel en in de naburige percelen. Het grondwateradvies geeft aan dat met OVAM moet overeengekomen worden of een waterzuiveringsinstallatie vereist is. Een waterzuiveringsinstallatie zou een beperkt positieve invloed kunnen hebben op de waterkwaliteit van Blokkersdijk. Wanneer er geen waterzuiveringsinstallatie wordt voorzien moet erop worden toegezien dat de positie van de infiltratiegracht er niet toe leidt dat het opgepompte water versneld in Blokkersdijk wordt afgevoerd. 6) Er zijn enkele methodologische tekortkomingen in de passende beoordeling, maar deze hebben geen invloed op het finale oordeel over de effecten van de ingreep. 1) De waterbalans is niet volledig: er werd geen rekening gehouden met de evaporatie uit de waterplas en er werd geen schatting gemaakt van de afvoer uit de plas. 2) De passende beoordeling geeft geen informatie over de duur en de timing van de verwachte extra verlaging van het waterpeil. 3) De mogelijke effecten op de waterkwaliteit in de exploitatiefase worden niet vermeld. Referenties Batelaan O., Meyus Y. & De Smedt F. (2007). De grondwatervoeding van Vlaanderen. Congres watersysteemkennis 2006/2007: recente ontwikkelingen in het grondwateronderzoek in Vlaanderen. Water: Tijdschrift over Integraal Waterbeleid 28, 64-71. Bot B. (2011). Grondwaterzakboekje. Bot Raadgevend Ingenieur, Rotterdam, NL. Louette G., Van Wichelen J., Packet J., De Smedt S. & Denys L. (2008). Bepalen van het maximaal en het goed ecologisch potentieel, alsook de huidige toestand voor de zeventien Vlaamse (gewestelijke) waterlichamen die vergelijkbaar zijn met de categorie meren 6 INBO.A.3540 www.inbo.be

tweede deel, partim Blokkersdijk. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2008 (48). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. Thiem G. (1906). Hydrologische Methoden. Gebhardt, Leipzig. www.inbo.be INBO.A.3540 7