opbrengsten brandstoffen GCI Sociale innovatie Ruimte voor Human Talent! sleutelgebieden & branding! Concurrentiekracht, NL in de wereld

Vergelijkbare documenten
Jaarcongres KIVI NIRIA Presentatie Alexander Rinnooy Kan Lid Innovatieplatform

Topsectoren. Hoe & Waarom

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. 19 december 2006 ASEA/DIR/2006/46294

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen

Toespraak van commissaris van de koningin en SNNvoorzitter Max van den Berg, feestelijke start CCC2- programma, Groningen, 25 maart 2011

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017

Het creëren van een innovatieklimaat

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Topsectoren aanpak en de Nederlandse Defensie & Veiligheid gerelateerde industrie. Samen naar de top!

Het Bedrijfslevenbeleid

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Intentieverklaring Versie:

STRATAEGOS CONSULTING

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 20 december 2004 HO/prog/2004/55113

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB

Innovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

ondernemerschap die loopt van 2006 tot 2016, geïnitieerd door het Innovatieplatform en ondertekend door 26 partijen. 2

Samenstelling bestuur

In de tegenaanval; Investeren in mensen en kennis om sneller uit de crisis te komen

Agendabrief Topsectoren 2017 Verbinden om te vernieuwen

Bijlage 2. } De werkgroep Lange termijn keuzes. } De werkgroep Dynamisering van de kennisketen. } De werkgroep Dynamisering beroepsonderwijs

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Update Naar een veerkrachtige arbeidsmarkt

Factsheet innovatiebeleid

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

Theo Koot Ivo de Nooijer Raffi Balder

KENNISINVESTERINGSAGENDA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Samenvatting Twente Index 2016

KENNISINVESTERINGSAGENDA

Valorisatieagenda Kennis moet circuleren

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

NL.IN.BUSINESS Mondiale uitdagingen, Nederlandse oplossingen

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

Conclusies rapporten organiserend vermogen en snel groeiende bedrijven in Gelderland

Linco Nieuwenhuyzen Adviseur Strategie Brainport Development

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie

Urgenda ESCo-project. Peter Odermatt

We willen de Zeeuwse jongeren zo goed mogelijk toerusten voor hun latere rollen als werknemer, ondernemer, ouder, burger et cetera.

14 december 2011 Amandus Lundqvist voorzitter topteam HTSM

Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen

We werken al veel samen op het gebied waar het kan en meer geconcentreerd. zodat er meer geld beschikbaar komt opleidingen meer specialistisch zijn

Doel Doel van het programma VvW:

PARTICIPATIE: ÓÓK IN OOST-GRONINGEN!

BRAINPORT MONITOR SAMENVATTING - 9 E EDITIE BRAINPORT BLIJVEND SUCCES

REGIONAAL CONVENANT ARBEIDSMARKT ZUIDOOST BRABANT 2020

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Nextport International community Zwolle Region

De OMC peer review van België. Dr Patries Boekholt Managing Director Technopolis Group

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. FEZ/IR/2001/24182 van Rijn 13 juni 2001

Maak van Brabant een proeftuin voor de arbeidsmarktvernieuwing. Bied ruimte om op topniveau te presteren!

Talent in eigen hand. De positie van jonge wetenschappers in Nederland. december 2006

Kerngegevens Arbeidsmarktagenda oktober 2017 MEEST GESTELDE VRAGEN. Aan het werk. voor ouderen!

Convenant Metropoolregio Amsterdam, FNV Finance, kennisinstellingen en cluster Financiële en Zakelijke Dienstverlening

WESTHOEK BUSINESS DISTRICT. een regionaal contactpunt voor bedrijven d.m.v. een officieel samenwerkingsverband

HOLLAND HIGH TECH 22 SEPTEMBER 2015 PAUL DE KROM, VOORZITTER RAAD VAN BESTUUR TNO

Agendapunt 6: Op weg naar KP8

Verkiezingsprogramma D66 Maastricht Samen Sterker

STRATEGISCH BELEIDSPLAN MEERWEGEN SCHOLENGROEP

Monitoring. Uitwerking plan van aanpak monitoring project duurzame inzetbaarheid in de V&V. Oktober Uitvoerders: Disworks DISWORKS

Quickscan ICT 2012 samenvatting

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

Nieuwe kans op extra instroom

Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering. Berry Roelofs Principal Consultant

Als je te weinig van een kind verwacht, komt er niet uit wat er in zit. Onderwijsminister Marja van Bijsterveldt INTERVIEW

Holland High Tech High Tech Solutions for Global Challenges Topsector High Tech Systemen en Materialen

Een Werkende Arbeidsmarkt

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Economische scenario s West-Friesland

Bedrijven die investeren in sociale innovatie hebben minder last van de crisis

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IPvergaderingen

Nota inzake Economic Development Board

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Economie en arbeidsmarkt in Noord-Nederland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 09 september 2014 Betreft Aanbieding OESO-rapport Education at a Glance 2014 Onze referentie

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Inzet op innovatie en een koolstofarme economie

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.

De motor van de lerende organisatie

Hoe gebruiken we de Maritieme Strategie om maritieme innovatie te stimuleren?

Meedoen met MKB!dee Stappenplan voor een aanvraag 1. Meedoen met MKB!dee. Stappenplan voor een aanvraag

Aan de Statenleden van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe. Groningen 30 juni 2015 Behandeld door bestuurszaken SNN Telefoonnummer

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DOC en EZ-innovatiebeleid: dat moet (kunnen) passen. Luuk Klomp Plv directeur Innovatie en Kennis. 19 oktober 2016

Contextschets Techniek

Inhoud presentatie Cohesiebeleid Situatie Uitdaging EU2020

Transcriptie:

Kennis & Benutting Meer kennis, meer waarde! Ondernemerschap Meer ondernemerschap in NL! Maatschappelijke ambities Zorg, onderwijs, energie & water Uitdagende innovaties! Innovatieagenda Elk jaar een foto van Nederland met 68 toetspunten! Sociale innovatie Ruimte voor Human Talent! NL in de wereld Concurrentiekracht, sleutelgebieden & branding! GCI Global Competitiveness Index 1 2 3 4 3 5 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 brandstoffen 9 opbrengsten 2000 2002 2004 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2014 2016 >TOP 10 >TOP 5 >TOP 3

Het Innovatieplatform richt zich op het versterken van het innovatief vermogen en ondernemerschap van Nederland. Doel is om daarmee concurrentiekracht te verbeteren ten behoeve van welvaart en welzijn binnen Nederland in een snel veranderende wereld. Het IP bouwt voort op de Kennisinvesterings agenda 2006-2016, die als integrale innovatieagenda een breed draagvlak in de samenleving heeft. De sleutelgebiedenaanpak van het platform wordt gecontinueerd en waar mogelijk aangescherpt. Daarnaast is een aantal maatschappelijke ambities aangewezen - energie, water, zorg, onderwijs - waar innovatie niet alleen nodig is voor behoud van welzijn, maar ook kansen biedt voor bedrijfsleven en wetenschap in Nederland. Het Innovatieplatform is nu twee maanden aan de slag in zijn nieuwe samenstelling. Dit werkprogramma laat de ambities van het nieuwe Innovatieplatform zien. De komende periode zullen deze vorm krijgen in concrete doelen en projecten en zal het platform aangeven hoe die te realiseren zijn. Om de doelen en projecten zo scherp mogelijk te krijgen publiceert het Innovatieplan nu al zijn plannen en nodigen wij u graag om uw visie en bijdrage te leveren op: www.nederland-innoveert.nl. www.nederland-innoveert.nl

I 4

I: De basis 5 ONZE OPDRACHT Het Innovatieplatform bestaat uit sleutelspelers uit bedrijfsleven, wetenschap en overheid, die de rol vervullen van katalysator en cultuurveranderaar. Zij zijn bereid het functioneren van het kennis- en innovatiesysteem kritisch tegen het licht te houden en willen voor doorbraken zorgen. Het Innovatieplatform heeft tot taak de voorwaarden te scheppen, de verbindingen te leggen en de visie te ontwikkelen die nodig zijn om een impuls te geven aan innovatie en ondernemerschap in Nederland. Die zijn immers de motor van de productiviteitsgroei en de economische ontwikkeling, ten behoeve van welvaart en welzijn. I WAAROM WE DOORGAAN Het Innovatieplatform heeft in zijn eerste periode innovatie op de agenda gezet. Het platform heeft een aantal lijnen uitgezet excellentie in het onderwijs, kiezen voor sterkten, een breed ondersteunde Kennisinvesteringsagenda die het in de komende periode zal voortzetten: het werk is niet af. 1 De omslag naar een kenniseconomie komt alleen tot stand via langdurig commitment. Net zo goed als een zeilschip op gang moet komen, duurt het even voordat veranderingen zichtbaar zijn. Soms kost het jaren om iets wat al decennia zo is, te veranderen. In zijn eerste periode heeft het Innovatieplatform meer dan 200 initiatieven genomen die voor een groot deel overgenomen en uitgevoerd zijn. 2 Maar we zijn er nog niet. Nederland is teruggekomen in de top tien van internationale ranglijsten. Toch is nog veel innovatiekracht onzichtbaar. Er zijn tal van briljante onderzoekers, succesvolle starters of creatieve ondernemers in ons land, die nauwelijks bekendheid genieten. Dat is jammer, want zij kunnen andere mensen weer aanzetten tot nieuwe ideeën en onze economie vernieuwen en verbeteren. Het Innovatieplatform wil voor deze mensen een platform zijn. ONZE MISSIE EN VISIE Concurrentievoordeel opbouwen betekent dat we sterke posities uitbouwen om mondiaal te excelleren. De sleutelgebiedenaanpak laat zien dat het effectief is om economisch sterke posities binnen ons land te stimuleren en uit te dagen nog sterker te worden. Hiervoor is ruimte nodig om te ondernemen en een betere benutting van kennis. Verbeteren, vernieuwen en innoveren gedijt in een omgeving waar ruimte is voor excellentie, creativiteit en risico. Als er sprake is van belemmeringen van allerlei aard gaan we die aanpakken. Een gezonde basis is de brandstof voor de Nederlandse innovatiemotor. Focus, initiatieven, acties en keuzes zijn daarbij van belang. De sleutelgebieden aanpak wordt voortgezet. ONZE AANPAK Kennisinvesteringsagenda als rolling agenda Het eerste Innovatieplatform heeft met zijn Kennisinvesteringsagenda (KIA) een visie ontwikkeld voor de periode 2006-2016. Deze integrale, meerjarige agenda biedt een kader bij het nemen van beslissingen en vraagt betrokkenheid en inspanningen van zowel publieke als

I 6 private spelers 3. Deze innovatieagenda beslaat een periode van 10 jaar, waarin het belang van kennis voortdurend onderstreept wordt. De KIA schetst forse inspanningen op alle fronten (onderwijs, onderzoek, innovatie en ondernemerschap). De agenda biedt zo een referentie voor toekomstige publieke en private kennisinvesteringen. De agenda gaat echter niet alleen over investeringen. Zij presenteert ook institutionele maatregelen om het Nederlandse kennisen innovatiesysteem te vernieuwen. Uitgangspunten voor deze voorstellen zijn: ruimte voor talent, het belonen van prestaties, het stimuleren van samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs/onderzoek, alsmede vraagsturing en autonomie. De investeringsvoorstellen voor het onderwijs hebben een accent op de eerste fase (bijvoorbeeld het stimuleren van deelname aan voorschoolse educatie, verbeteren kwaliteit primair onderwijs en VMBO). De investeringen in onderzoek, innovatie en ondernemerschap zijn gericht op het structureel versterken van innovatienetwerken. Bijvoorbeeld door het verbeteren van de samenwerking tussen bedrijven, scholen, onderzoeksinstellingen en overheid, vooral binnen kansrijke economische sectoren (de sleutelgebieden). Maar ook door het ondersteunen van het MKB in de hele kennisketen met onder andere innovatievouchers en Innovatie Prestatie Contracten. En natuurlijk door meer te investeren in onderzoek, zowel bij onderzoeksinstellingen als bij bedrijven. Deze ambitieuze aanpak is gericht op de realisatie van concrete doelstellingen, zoals een zo goed mogelijk opgeleide beroepsbevolking, een uitstekende kennisbasis, een hoog innovatief vermogen en meer ondernemerschap. Het tweede Innovatieplatform neemt de KIA over als kader om de Nederlandse concurrentiekracht - en daarmee welvaart en welzijn - te vergroten. Het Innovatieplatform zal de komende periode de uitvoering van deze agenda stimuleren. Het Innovatieplatform gaat jaarlijks een röntgenfoto maken van de innovatieve ontwikkeling van Nederland en van de voortgang van de acties uit de KIA. We zullen meten, aanjagen en actiehouders aanspreken op resultaat. Het Innovatieplatform zal de komende periode de uitvoering van deze agenda stimuleren. Het kabinet heeft zijn inzet op het gebied van innovatie in het beleidsprogramma kenbaar gemaakt. Het Innovatieplatform gaat jaarlijks een röntgenfoto maken van de innovatieve ontwikkeling van Nederland en van de voortgang van de acties uit de KIA. We zullen meten, aanjagen en actiehouders aanspreken op resultaat. Sleutelgebiedenaanpak Het Innovatieplatform zal de komende periode zijn sleutelgebiedenaanpak voortzetten. Er zijn in de periode 2003-2006 zes gebieden naar voren gekomen als sleutelgebieden: Ω Flowers & food Ω High-tech systemen & materialen Ω Water Ω Creatieve Industrie Ω Chemie Ω Pensioenen & Sociale Verzekeringen ICT en energie spelen een belangrijke rol als innovatieas in alle sectoren van de economie. Hoewel de situatie nu anders is dan in 2003 blijven de sleutelgebieden onverminderd van belang. Het Innovatieplatform gelooft in een aanpak vanuit sterkte en van onderop. De sleutelgebieden zijn geselecteerd op ambitie, organiserend vermogen en commitment, economische kracht in relatie tot de Nederlandse concurrentiepositie en hoogwaardige kennis en technologie. Daar doen zich innovatieve kansen voor om onze internationale concurrentiepositie te versterken. Elk van de sleutelgebieden heeft een uitgewerkte, ambitieuze agenda, die wordt gedragen door de betrokken bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Het merendeel van de acties wordt niet uitgevoerd door het Innovatieplatform maar door de betrokken kennisinstellingen, bedrijven en overheden. Het ministerie van Economische Zaken coördineert de acties van de rijksoverheid en rapporteert de voortgang aan het Innovatieplatform. Het platform spreekt actiehouders aan op resultaat.

Maatschappelijke ambities 7 Het platform wil in lijn met het Coalitieakkoord van het kabinet innovatie ook inzetten voor publieke voorzieningen als zorg, onderwijs, energie en water. 4 Concurrentiekracht en welvaart staan niet los van maatschappelijke vraagstukken die zich aandienen. Innovatie kan juist ook op de agenda komen vanwege actuele maatschappelijke vraagstukken en mondiale trends als klimaatverandering en vergrijzing. Innovaties kunnen oplossingen creëren voor deze vraagstukken. Maatschappelijke ambities en economische kansen kunnen ertoe leiden dat het platform ook andere gebieden onder de loep zal nemen, dan de hieronder beschreven. ZORG De zorgsector is sterk in beweging door de stelselherziening, marktwerking en groeiend ondernemerschap. De toenemende zorgvraag, in relatie tot de demografische ontwikkeling van Nederland, biedt niet alleen een grote opgaven maar ook economische kansen in een (internationale) groeimarkt op de gebieden preventie, care en cure. Het platform ziet ruimte om de maatschappelijke ambities in de zorg, de komende jaren van een flinke impuls te voorzien. I ONDERWIJS In het onderwijs is nu reeds veel discussie over de vraag of deze sector levert waar samenleving en bedrijfsleven behoefte aan hebben. Bovendien zal deze sector in de toekomst aanlopen tegen een krappere arbeidsmarkt. Innovatie moet leiden tot versnelde groei van productiviteit en kwaliteit. Daarnaast moet deze sector de groeiende behoefte aan excellentie vorm geven. ENERGIE Vanwege toenemende winningkosten en klimaatmaatregelen zullen de prijzen van fossiele brandstoffen verder stijgen. Dit is zeker voor ons land met zijn energie-intensieve structuur een bedreiging. Een transitie naar een duurzame energiehuishouding is daarom van belang. Duurzame vormen van energie zijn nog relatief prijzig, maar vormen een onmiskenbare groeimarkt. De Nederlandse kennispositie op het gebied van enkele duurzame energievormen behoort tot de top van de wereld, maar de markt moet nog verder tot groei komen. WATER De komende jaren staat deze sector voor grote uitdagingen door de klimaatverandering, die weer leidt tot stijging van de zeespiegel en complexere waterproblemen in het binnenland. Innovatie is nodig om oplossingen te vinden voor de langere termijn. Daarnaast vormt water een mondiale groeimarkt, waarin Nederland met vraaggestuurde kennis enorme kansen heeft, juist door de integratie van verschillende kennisgebieden. 5 MEEDENKEN EN MEEDOEN Het Innovatieplatform zoekt inspiratie in de samenleving, daar waar ondernemers actief zijn en waar briljant onderzoek plaatsvindt dat zich vroeg of laat weer vertaalt in praktische toepassingen. Innovatie is werken aan de toekomst. We nodigen dan ook jongeren uit om mee te denken over oplossingen bij maatschappelijke vraagstukken, via bijvoorbeeld You-Tube video s op interactieve platforms.* Voor groepen als wetenschappers, ondernemers of docenten zullen interactieve platforms worden ingericht.** Specifieke sectoren of regio s zullen worden benaderd *www.detoekomstishier.nl **www.nederland-innoveert.nl

8 via projecten en of acties. De leden van het platform, ambassadeurs van innovatie, leveren graag een bijdrage aan het denken en doen over innovatie. Hierbij valt te denken aan columns, lezingen, interviews of artikelen. Een open Innovatiehub I Het IP heeft zich ontwikkeld tot een interface met bedrijfsleven, wetenschap en anderen. Het IP wil zijn open innovatiemethode voor samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en overheden niet alleen gebruiken voor zijn eigen projecten. Daarom richt het Innovatieplatform een open innovatiehub in, waar anderen en het IP zelf gebruik van maken. Deze open innovatiehub zal een innovatieve omgeving zijn voor ontmoetingen en onverwachte verbindingen. De open innovatiehub nodigt bedrijven, wetenschappers en anderen uit om kennis en middelen in te zetten voor het oplossen van publieke vragen. Iedereen met goede ideeën is daar welkom! De hub zal gebruik maken van de nieuwste netwerktechnologieën, waardoor het een echte innovatie-community wordt. De eerste stappen tot deze community worden al gezet door relaties van het IP en anderen uit te nodigen om mee te denken via de websites over innovatiedoelstellingen en prioriteiten. De hub is ook een podium om ideeën te presenteren. Het platform zal daaruit lessen, adviezen en acties destilleren. We zullen samenwerking verder faciliteren door opnieuw een aantal events te organiseren. Dat zullen we doen in verschillende regio s in samenwerking met partnerorganisaties. Regionale successen en voorbeelden willen we via deze events graag een platform bieden. Internationale inspiratie Het Innovatieplatform zoekt zijn inspiratie ook in de internationale samenleving. Innovatie gebeurt in het perspectief van een veranderende wereld. Daarbij hoort een internationale oriëntatie. Verbetering van internationale concurrentiekracht is niet een unieke Nederlandse doelstelling. Zowel uit concurrentieoogpunt als om te leren van andere landen en regio s zal het platform de innovatieagenda s en aanpak van deze landen vergelijken en lering trekken. In de vorige periode zijn daartoe al substantiële relaties opgebouwd met partijen die een rol spelen in netwerken binnen innovatiesystemen buiten Nederland, zoals de US Council on Competitiveness en Bayern Innovativ. EINDNOTEN 1 Zie analyse en aanbevelingen OESO, Economic Survey of the Netherlands 2005-2006. 2 Zie voor een eerste analyse van acties en realisaties onder meer Cap Gemini, Midterm review Innovatieplatform, 2005/2006. 3 Een groot aantal organisaties onderschrijft de KIA, zie manifest aan het einde van deel I. 4 Het platform zoekt daarbij de samenwerking op met projecten binnen de Rijksoverheid, zoals het project Nederland Ondernemend Innovatieland. 5 Water is dus zowel sleutelgebied als maatschappelijke ambitie. Het behoort nu al tot onze economische sterkten, maar staat tevens voor een grote opgave. De projectgroep zal deze twee kanten verder verkennen.

Een groot aantal organisaties onderschrijft de doelstellingen van de KIA. Zij hebben dit kenbaar gemaakt door het KIA-manifest te ondertekenen. 9 I

10 II DE WERKWIJZE Ω Ω Ω Ω IN DIRECT CONTACT met mensen die innoveren. Door naar hen te luisteren, door het bij elkaar brengen en enthousiasmeren van personen en organisaties die gezamenlijk tot nieuwe innovaties kunnen komen. Het Innovatieplatform wordt een netwerk. Aanjagen door oog voor EXPERIMENTEN, PILOTS EN AANSPREKENDE VERHALEN, PERSONEN EN SUCCESSEN. Door innovatieve successen op te schalen en te verbreden en door ruimte te maken voor pilots en experimenten. KRITISCH OP HET SYSTEEM. Daar waar er hardnekkige problemen zijn zal het platform deze beetpakken. Het platform is door zijn samenstelling ook een natuurlijke speler om een kritisch te zijn op het innovatief vermogen van de overheid. DURVEN KIEZEN. Als klein land wint Nederland door het maken van keuzen. Het platform kiest, zoals via zijn sleutelgebiedenaanpak.

11 II: Projecten Kennis en ondernemerschap zijn drivers van een kenniseconomie. Zij vormen de basis voor concurrentiekracht, innovatie in sleutelgebieden en maatschappelijke ambities, alsmede van veel menselijk talent. Toetssteen en ambitie daartussen vormt de innovatieagenda van het platform. Het Innovatieplatform gaat van start met de volgende projecten: Ω Innovatieagenda: De integrale agenda van het IP (KIA). Ω Kennis & benutting: Ontwikkeling en benutting van kennis. Ω Ondernemerschap: Bevorderen van (een cultuur van) ondernemerschap. Ω Nederland in de wereld: Concurrentiekracht, sleutelgebieden en branding. Ω Sociale Innovatie: Ruimte voor Human Talent. Ω Maatschappelijke ambities: Zorg, onderwijs, energie en water. II DE INNOVATIEAGENDA Ambitie: De ambities van de innovatieagenda van het IP liggen kort samengevat in: een zo goed mogelijk opgeleide beroepsbevolking, een versterking van de kennisbasis en een betere benutting daarvan, en tenslotte in het versterken van het innovatief vermogen en ondernemerschap. Deze ambities worden doorvertaald in een aantal, hieronder gedefinieerde, projecten. Het project Innovatieagenda vormt de verbinding tussen deze projecten. Doel: Het IP wil innovatie bevorderen. Dit betekent de uitrol van eerdere en nieuwe acties bewaken en nagaan waar we meer moeten doen, kunnen inspireren en kunnen versterken. Inhoud: De Kennisinvesteringsagenda (2006) en zijn meetbare doelstellingen zijn vertrekpunt. Elk jaar meten we de voortgang, door een foto te maken van de stand van zaken. Nieuwe kansen en initiatieven zullen worden geïdentificeerd en toegevoegd aan de agenda. Aanjagen: Een jaarlijkse foto van de stand van zaken zal inzicht geven in waar we staan. Een werkgroep van het IP zal, samen met het netwerk van innovatoren, deze foto voorbereiden. Daar waar we niet op schema liggen zal de werkgroep aansporen om knelpunten op te lossen. De werkgroep zal knelpunten voorleggen aan de ondertekenaars van de Kennisinvesteringsagenda, aan het netwerk van innovatoren en aan het kabinet. Het kabinet zal deze analyse en adviezen gebruiken voor zijn langetermijnstrategie.

12 KENNIS & BENUTTING Ambitie: Onze ambitie is op een aantal speerpunten in de wetenschap tot de wereldtop te (blijven) behoren en onze kennis beter te benutten. De doelstellingen voor 2016 uit de KIA zijn: - Nederland handhaaft zich in de wereldtop voor output en citatie. - Drie Nederlandse universiteiten gaan tot de top 50 behoren. - Het omzetaandeel van de industrie uit innovatie gaat naar 30% (nu 21%). - Het omzetaandeel van diensten uit innovatie gaat naar 20% (nu 9%). II Doel: Vruchtbare participatie in een globaliserende kennissamenleving vereist voortdurende investeringen in een eigen publieke kennisbasis. Het is van belang dat de huidige kennisbasis beter wordt benut. Kennisinstellingen moeten daarvoor zowel onderling als met bedrijven en maatschappelijke actoren willen en kunnen samenwerken. Een versterking van de kennisbasis gaat niet zonder een hoogwaardige onderzoeksinfrastructuur en ruimte voor jong talent. Nederland moet een land zijn, dat aantrekkelijk is voor (buitenlandse) onderzoekers in Nederland. De investeringen in publieke R&D gaan naar een vast percentage van het BBP (1%). Inhoud: Nederland kent een uitstekende publieke kennisbasis ( hoogvlakte ) en moet dat zien te handhaven. De beste onderzoeksgroepen moeten daarbij extra beloond kunnen worden om tot internationaal toonaangevende centers of excellence te kunnen uitgroeien. Om tot de top te (blijven) horen is inzet op de volgende factoren nodig: - meer (internationale) samenwerking - concentratie van (middelen voor) onderzoek - ontwikkeling van dynamische publiek-private onderzoeksnetwerken Door valorisatie te stimuleren wordt kennis omgezet in economische en maatschappelijke waarde voor de maatschappij. Aanjagen: Het IP heeft in de KIA en in het valorisatiemanifest met een groot aantal partners een visie geformuleerd die aangeeft hoe Nederland tot meer en beter benutte kennis kan komen. Het IP zal met deze partners en zijn netwerk van innovatoren deze visie en zijn concrete doelstellingen verder gaan aanjagen. (Partners in valorisatiemanifest: HBO Raad, VNO-NCW, MKB-Nederland, NWO), STW, Platform Bèta Techniek, TNO en de Associatie van Grote Technologische Instituten (GTI s)).

13 ONDERNEMERSCHAP Ambitie: Onze ambitie is meer en innovatiever ondernemerschap in Nederland. Doel: Het beter benutten van de potentie van ondernemerschap, met als doelstellingen voor 2016: aantal snelgroeiende bedrijven naar 12% (nu 8%) 50% meer innovatieve starters (nu 3100) houding ten opzichte van ondernemerschap 45% positief (nu 33%) 25% van MKB-toepassers en -volgers heeft ervaring met kennisinstellingen (nu 15%) Inhoud: Het stimuleren van ondernemerschap en een cultuur van ondernemerschap blijft in Nederland een belangrijk issue. Internationaal gezien loopt Nederland niet voorop. Tegelijk is de potentie voor ondernemerschap in ruime mate aanwezig. Het Innovatieplatform heeft een stevig profiel opgebouwd rondom MKB en valorisatie. De werkgroep ondernemerschap zal met nieuwe voorstellen komen. Aanjagen: Naast een aantal randvoorwaardelijke barrières waarop het IP zich zal richten, is een investering in de cultuur van ondernemerschap nodig. Samen met ondernemers en anderen gaat het IP werken aan concrete voorbeeldacties en campagnes. Daarbij zal het IP ook aandacht besteden aan ondernemerschap van mensen met wortels in andere culturen en internationaal ondernemen. II NEDERLAND IN DE WERELD: CONCURRENTIEKRACHT, SLEUTELGEBIEDEN EN BRANDING Ambitie: Onze ambitie is om Nederland tot de top 5 van de meest concurrerende kenniseconomieën te laten behoren. Doel: Versterking van concurrentiekracht door middel van effectieve verbindingen en stroomlijning, in aansluiting op de sleutelgebiedenaanpak. Analyseren waar onze sterktes/kansrijke gebieden zitten in bedrijfsleven en wetenschap en hoe en waar we ons concurrerend vermogen verder kunnen versterken. Inhoud: Globalisering leidt tot het verdwijnen van zekerheden, maar ook tot nieuwe kansen. Dit project zal nieuwe kansen in kaart brengen en aangeven hoe we huidige posities kunnen aanpassen. Nederland kent een groot aantal hotspots die internationaal meetellen, ook in de wetenschap. Aanjagen: Het IP wil in beeld brengen hoe het stellen van prioriteiten toegevoegde waarde heeft voor wetenschap en bedrijfsleven, met vragen als (a) wat zijn sterke posities van Nederland? (b) wat is nodig om de concurrentiekracht van Nederland te versterken? en (c) is het brand Nederland en haar hotspots beter te positioneren?

14 SOCIALE INNOVATIE: RUIMTE VOOR HUMAN TALENT Ambitie: Onze ambitie is om Nederland tot een van de meest toonaangevende landen te maken op het vlak van talentontwikkeling en de vernieuwing van de arbeidsmarkt. Doel: Een betere benutting van human talent. Dat vraagt om de introductie van nieuwe wijzen van talentontwikkeling en een andere inrichting van de arbeidsmarkt. II Inhoud: Het ontwikkelen van nieuwe managementvaardigheden (dynamisch managen), het hanteren van innovatieve organisatieprincipes (flexibel organiseren) en het realiseren van hoogwaardige arbeidsvormen (slimmer werken en talentontplooiing) zijn inherent onderdeel van een samenleving die vernieuwt. Zeker in een economie die veel verdient in de dienstensector. Geen kennissamenleving zonder human talent ontwikkeling. Tegelijkertijd staan veel mensen geheel of gedeeltelijk buiten het arbeidsproces of werken ze in sectoren waar werkgelegenheid minder wordt. Bovendien zullen bedrijven steeds meer hun best moeten doen om schaars talent te vinden en aan zich te binden. Dat vraagt om een nieuwe kijk op de arbeidsmarkt, op het benutten van talent in organisaties en om andere organisatieen managementprincipes. Deze nieuwe kijk draagt bij aan het wegnemen van problemen rond de krapper wordende arbeidsmarkt en kan tot meer cohesie leiden tussen groepen op en buiten de arbeidsmarkt. Aanjagen: Het Innovatieplatform heeft sociale innovatie op de kaart gezet, onder meer met het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie (NCSI). Talentontwikkeling vraagt om blijvende aandacht. Te veel goede voorbeeldprojecten blijven onzichtbaar. Het Innovatieplatform gaat samen met het NCSI deze voorbeelden opschalen en aanjagen. Bovendien start het Innovatieplatform in samenwerking met het NCSI een actieprogramma om bedrijven te stimuleren om aantrekkelijk te zijn voor andere typen werknemers (allochtonen, werknemer 2.0 ) en arbeidsmobiliteit (ook tussen sectoren) te verbeteren.

15 MAATSCHAPPELIJKE AMBITIES Ambitie: Onze ambitie is om de innovatiekracht te versterken in de zorg, onderwijs, energie en water. Daartoe zullen knelpunten moeten worden opgelost en nieuwe kansen worden gecreëerd en benut. Doel: Innovatie dient een goed leven, met een hoog niveau van welvaart en welzijn. Daarvoor is het nodig dat we als maatschappij goed inspelen op globale trends als klimaatverandering, vergrijzing en globalisering. Dit leidt tot een verbetering van de dienstverlening en verhoging van de productiviteit in de publieke sector. Inhoud: Het IP start in het eerste jaar met zorg, onderwijs, energie en water. In een samenspel tussen bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties enerzijds en de publieke sector anderzijds. Later kunnen andere publieke sectoren volgen. Aanjagen: Via een scherpe analyse van bestaande rapporten, het benutten van ons eigen netwerk en een open oproep aan innovatoren gaan we inventariseren welke belemmeringen worden ervaren en welke kansen worden gezien. Vervolgens zal het IP de tien belangrijkste belemmeringen identificeren. Deze inventarisaties zullen duidelijk maken waar we veranderingen of investeringen op gang moeten brengen. Die kunnen uitmonden in maatschappelijke business cases. Deze cases maken potentie zichtbaar, waar anderen weer mee aan de slag kunnen. II

16 III 0 2 4 6 8 10 12 14 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016

17 III: Analyse en ambities A) FOTO» Een eerste foto van het Nederlands innovatiesysteem, op basis van cijfermateriaal uit 2006 van de Kennisinvesteringsagenda (2006). Deze analyse zullen we de komende periode ieder jaar actualiseren. - - - - - - - - Bij een groot aantal kinderen is sprake van een taalachterstand op het moment dat zij naar het primair onderwijs gaan. Deze achterstand wordt maar ten dele weggewerkt. In groep 8 bedraagt hun achterstand in taal op autochtone leerlingen zonder achterstand tussen de 1 en 2 leerjaren. De voortijdige schooluitval is omvangrijk. Jaarlijks verlaten 38.000 jongeren het onderwijs alvorens een startkwalificatie te behalen en nog eens 19.000 jongeren schakelen tussentijds om naar een andere studierichting. Dit duidt op een gebrekkige aansluiting tussen het voortgezet onderwijs en het vervolgonderwijs. In internationaal perspectief heeft Nederland relatief veel jongeren zonder startkwalificatie. De aansluiting tussen het voortgezet onderwijs en het vervolgonderwijs schiet tekort, waardoor sprake is van onvoldoende doorstroom (bijna 17.000 leerlingen (ca. 5%) stroomde in 2005 ongediplomeerd uit naar de arbeidsmarkt), en veel omschakelingen en een hoge uitval (30-50%) in de beginfase van het Hoger Onderwijs en MBO. In totaal gaat het om 57.000 jongeren (2005), waarvan er 19.000 omschakelen naar een andere studierichting en 38.000 afhaken. Afhankelijk van de gehanteerde lijst hoort geen enkele of slechts één universiteit tot de top 50 van beste universiteiten in de wereld. Nederland heeft met 24 procent van de beroepsbevolking relatief weinig hoger opgeleiden. Ook de groei in het aandeel hoger opgeleiden blijft achter. De uitval is aanzienlijk: slechts tweederde haalt binnen 6 (HBO) of 7 jaar (WO) een diploma. De deelname aan scholing loopt in internationaal perspectief achter, met name bij die van de Scandinavische landen. De achterblijvende deelname is geconcentreerd bij ouderen, laagopgeleiden, niet-werkenden en vrouwen. Veel mensen staan buiten het arbeidsproces en/of beschikken over onvoldoende basisvaardigheden om volwaardig te kunnen functioneren in onze samenleving (1,5 miljoen mensen). De aanmelding voor de lerarenopleidingen schiet zodanig tekort dat voor het voortgezet onderwijs, MBO en HBO de voorzienbare uitstroom van grote aantallen oudere docenten niet wordt gecompenseerd. Dit kan in de komende vijf jaar leiden tot grote tekorten op de onderwijsarbeidsmarkt en verlies aan kwaliteit. De publieke kennis sluit onvoldoende aan op de behoefte van het Nederlandse bedrijfsleven ( kennisparadox ). De private R&D loopt achter bij de top 3 van investeerders in Europa. In 2002 bedroeg dit verschil 1,5 procent van het BBP. De helft van dit verschil kan wel worden verklaard door de sectorstructuur van Nederland. Er is sprake van een relatief gering aantal afgestudeerden in de bèta- en techniekrichtingen. - Er is sprake van gebrekkige integratie van ondernemerschapvaardigheden in het onderwijs. - Een relatief klein deel van de omzet van het bedrijfsleven bestaat uit nieuwe en verbeterde producten. - Hoewel de productiviteit in Nederland een hoog niveau heeft, is de afgelopen tien jaar de productiviteitsgroei op een relatief laag niveau terechtgekomen. III

18 + Nederlandse leerlingen scoren redelijk tot goed op internationale toetsen. Van de 25 landen die toetsen in het primair onderwijs lieten uitvoeren, kwam Nederland voor rekenen op de zesde en voor natuuronderwijs op de tiende plaats. Ook in het voortgezet onderwijs zijn de prestaties redelijk tot goed. + Nederland kent internationaal bezien een relatief lage jeugdwerkloosheid: jongeren vinden na school vaak een baan. + Het aantal en de kwaliteit van wetenschappelijke publicaties is goed. Nederlands onderzoek wordt veelvuldig geciteerd en de productiviteit van de Nederlandse onderzoekers in de publieke sector nam toe tussen 1994 en 2001 (de toename is bovendien sterker dan in veel andere landen). + Bedrijven innoveren en octrooieren veel. B) ANALYSE» Analyse van het Nederlands innovatiesysteem, op basis van de voorgaande foto (2006). ANALYSE III Lage publieke en private investeringen in kennis. Nederland investeert afhankelijk van de berekeningen rond de 12 miljard per jaar minder dan de top 3 van investeerders in Europa. Vergeleken met het gemiddelde van de OESO bedraagt de achterstand 1,8 procent van het BBP (ongeveer 8 miljard). Weinig ruimte voor vernieuwing. Binnen de Nederlandse samenleving is er vaak weinig ruimte voor uitdagers en worden vooral gevestigde belangen beschermd. Instituties op velerlei markten beschermen nog teveel de gevestigde belangen, zodat vernieuwing wordt belemmerd. De drempels om toe te treden tot sommige markten zijn onnodig hoog. Vernieuwend ondernemerschap wordt zo onvoldoende gestimuleerd. En ook de instroom van jong (buitenlands) talent tot wetenschap en bedrijfsleven wordt nog teveel belemmerd. Geen recht doen aan verschillen. Het egalitaire denken is nog teveel gemeengoed. Zo is in het onderwijsaanbod, op alle niveaus, nog teveel sprake van eenvormigheid (geen differentiatie). Dat belemmert talentontwikkeling op alle niveaus. Ook het belonen van verschillen in prestaties gebeurt onvoldoende. Goede prestaties op de werkvloer, bijvoorbeeld van onderzoekers, zouden beloond moeten worden. Verbindingen in het kennis- en innovatiesysteem kunnen beter en er is gebrek aan vertrouwen. Voor meer dynamiek in het systeem moeten verbindingen tussen publieke en private spelers geïntensiveerd worden. Daarvoor zijn de wil en het vermogen om samen te werken nodig, evenals wederzijds vertrouwen. Dat is een voorwaarde voor succesvolle uitvoering van publiek-private onderzoeksprogramma s, voor samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijfsleven en om synergie te bereiken in de uitvoering van het kennis- en innovatiebeleid. Het ontbreken van een integrale strategie voor kennis en innovatie.

19 C) AMBITIES» Het IP beschouwt de KIA als referentiekader. Het IP zal de ambities van de KIA in de komende periode verder operationaliseren. AMBITIE 2016 Een zo goed mogelijke beroepsbevolking Vroeg en voorschoolse educatie (VVE) Primair onderwijs Voortgezet en middelbaar (beroeps) onderwijs Alle achterstandsleerlingen van 2-4 jaar nemen deel aan VVE Nederlandse basisonderwijs behoort tot het beste van de wereld (top 5) Nederlandse voortgezet onderwijs behoort tot het beste van de wereld (top 5) Bijna 100% van de jongeren haalt een startkwalificatie. Uitval tot bijna 0% teruggebracht HUIDIGE POSITIE 52% neemt deel 6e rekenen en 10 e natuuronderwijs 7e wiskunde, 8 e natuuronderwijs 85,5% haalt startkwalificatie 14% uitval Hoger onderwijs Leven lang leren Drie Nederlandse universiteiten in de top 50 in de wereld De doorstroom naar van MBO naar HBO naar 60% De helft van de Nederlandse beroepsbevolking (25-44) is hoger opgeleid Een stijging van de uitstroom bèta-technici met 25% 35% van de Nederlandse beroepsbevolking neemt deel aan scholing 1 universiteit 50% 35% is hoger opgeleid t.o.v. 2000 17% neemt deel Een versterking van de kennisbasis en een betere benutting Publieke kennisbasis Handhaven in de wereldtop (top 5) m.b.t. output en citatie Investeringen in publieke R&D naar een vast percentage van het BBP (1%) Meer focus en massa in het wetenschappelijk onderzoek 50% van de innovatieve bedrijven heeft samenwerkingsverbanden Wereldtop 0,7% BBP 36% Versterken innovatief vermogen en ondernemerschap Innovatie inspanningen MKB en ondernemerschap Nederland staat in de top 5 van de Global Competitiveness Index Omzetaandeel industrie uit innovatie naar 30% Omzetaandeel diensten uit innovatie naar 20% Twee bedrijven sluiten zich aan bij het investeringsniveau van de grote 7 Investeringen bij bedrijven in onderzoek en ontwikkeling richting 2% Aantal snelgroeiende bedrijven naar 12% 50% meer innovatieve starters Houding ten opzichte van ondernemerschap naar EU top 3 (45% positief) 25% van de MKB-toepassers en volgers heeft ervaring met samenwerking met kennisinstellingen Nederland nr. 11 Omzetaandeel is 21% Omzetaandeel is 9% 1,0% BBP 8% 3100 innovatieve starters 33% 15% III

20 Sinds september 2003 is innovatie op de maatschappelijke en politieke agenda gekomen. Dat heeft geleid tot meer overheidsinvesteringen in kennis en innovatie. De sleutelgebiedenaanpak is totstandgekomen. Er zijn tal van netwerken ontstaan van samenwerkende ondernemers, kennisinstellingen en overheden. Vaak met een sectorale en/of regionale component, zoals Food Valley en Energy Valley of de Brainport Zuidoost Brabant, Task Force Innovatie Utrecht, en het Twents Innovatieplatform. Het IP heeft 15 rapporten uitgebracht met in totaal zo n 200 actievoorstellen. Het grootste daarvan is daadwerkelijk in uitvoering genomen, dikwijls met betrokkenheid van kennisinstellingen en bedrijven. Een selectie uit de resultaten staat op de volgende pagina.

Bijsluiter: De eerste vier jaar Innovatieplatform 21 ACTIE Er is de afgelopen jaren extra geïnvesteerd in innovatie. Innovatievouchers Bonnen waarmee MKB-bedrijven kennis kunnen inkopen bij een publieke kennisinstelling. Doel is bedrijven te stimuleren gebruik te maken van kennis die bij de kennisinstelling op de plank ligt en die het bedrijf helpt te vernieuwen. STAND VAN ZAKEN Structureel: 1,22 miljard aan extra investeringen in onderzoek en onderwijs. Eenmalig: 2,67 miljard ten behoeve van: toponderzoek, praktijklokalen in het beroepsonderwijs, leerwerktrajecten, bevorderen van ondernemerschap en bèta/techniek in het onderwijs. Er zijn 10.000 vouchers uitgereikt. Wordt gecontinueerd in 2007 met 6000 vouchers per jaar. InnovatiePrestatieContracten InnovatiePrestatieContracten zetten groepen MKB-bedrijven aan tot het uitvoeren van een innovatieplan. Daarin gaan groepen van maximaal 35 bedrijven voor drie jaar een samenwerkingsverband aan. De deelnemende bedrijven krijgen 50% subsidie met een maximum van 50.000 per bedrijf. Er zijn zes contracten afgesloten en enkele in voorbereiding. Kennismigranten De toegang van kennismigranten is vereenvoudigd. Sleutelgebiedenaanpak Sinds 1 januari 2005 is aan ca. 7000 kennismigranten een vergunning verleend. Inmiddels zijn ± 2000 bedrijven en instellingen tot de regeling toegelaten. Het ministerie van EZ heeft zijn innovatiebeleid herijkt en naast het generieke innovatiebeleid het programmatische innovatiebeleid gefocussed op sleutelgebieden. Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie (NCSI) Rijksoverheid en innovatieve manieren van werken Via concrete innovatieprogramma s op sleutelgebieden wordt bijvoorbeeld geïnvesteerd in Food en Nutrition (63,5 mln) en Point One, Nanoelectronica en Embedded Systems (50 mln) en High Tech Automotive Systems (42,5 miljoen). Het NCSI is in 2006 opgericht: in samenwerking met werkgevers en vakbeweging wordt gewerkt aan verbetering van arbeidsproductiviteit, door slimmer werken en het realiseren van innovaties in management en organisatie. De introductie van een Nederlandse versie van de SBIR-regeling waarbij departementen aan mkbbedrijven innovatieve overheidsopdrachten verlenen.

22 LEDEN INNOVATIEPLATFORM Jan Peter Balkenende Ronald Plasterk Maria van der Hoeven Hans de Boer Piet Borst Robbert Dijkgraaf Wiebe Draijer Suzanne Hulscher Gerard Kleisterlee Marjan Oudeman Alexander Rinnooy Kan Feike Sijbesma René Smit Kees Tetteroo Melek Usta Bas Verhart Claudia Zuiderwijk-Jacobs DEN HAAG, 29JUNI 2007