Beslissing op bezwaar

Vergelijkbare documenten
gelet op de artikelen 2.61 tot en met 2.69 van de Mediawet 2008; gezien het advies van de gemeenteraad van Rotterdam van 29 november 2012;

gezien de aanvraag tot aanwijzing van Stichting MEDIA036 als lokale publieke mediainstelling

gezien het advies van Provinciale Staten van Groningen van 24 april 2013;

gezien de aanvraag tot aanwijzing van Stichting PopUpTv als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Schiedam, bij brief van 4 mei 2016;

Besluit. A. Gevolgde procedure. Kenmerk: /703258

gelet op de artikelen 2.61 tot en met 2.69 van de Mediawet 2008; gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb);

gezien de aanvraag tot aanwijzing van SLOAD als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Aalten, bij brief van 15 augustus 2016;

gezien de adviezen van de raden van de gemeenten Boxmeer, Grave, Sint Anthonis en Cuijk, van respectievelijk 30 juni, 5 juli, 7 juli en 11 juli;

4. Nadere gegevens met betrekking tot de aanvraag van ZOO heeft het Commissariaat ontvangen bij bericht van 26 februari 2015.

gezien de aanvraag tot aanwijzing van GennepNews als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Gennep, bij van 31 maart 2017;

gezien het advies van de raad van de gemeente Rozendaal, van 15 september 2015;

Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),

Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),

gezien de adviezen van de gemeenteraden van Alblasserdam, Hardinxveld-Giessendam, Molenwaard en Sliedrecht;

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

-8 FEB Gem. STEENBERGEN COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, Gemeente Steenbergen Postbus AA STEENBERGEN NB ii.

2 4 AUG 2010 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA. Gemeente Tynaario T.a.v. de raadsgriffier Postbus AA VRIES. Geachte raadsgriffier,

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer

strekking van de regeling

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

tremmie SARIAAT VEER DE MEDIA

Kenmerk: 29580/ Betreft: toestemming voor het verzorgen van een commerciële televisieomroepdienst

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

5. Met van 12 maart 2014 is door KPN nog een overzicht verstrekt met het huidige zenderaanbod van Digitenne.

gezien het daartegen bij brief van 28 april 2014 ingediende bezwaarschrift,

Beslissing op bezwaar

Economisch hart van de Kempen *R *

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Advies hernieuwde aanvraag zendtijdtoewijzing Heusdense Televisie en Radio Stichting

Omroepen **** ** **** Onderwerp Besluit op bezwaar inzake Filmotech. Geachte directie,

Beslissing op bezwaar

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 0419 ZKZ ho H.F. Ottenhoff (035)

Voorstel tot het vaststellen van aanvullende criteria beoordeling lokale publieke mediainstelling.

Beslissing op bezwaar

gezien het daartegen op 24 september 2012 ingediende pro forma bezwaarschrift, aangevuld bij brief van 11 september 2013,

Beslissing op bezwaar

Onderwerp : Advies aanvraag Commissariaat voor de Media

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer DGP/IG/ b /614669

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer ZKZ za Mevr. Z.S.A. Aleksic (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 27959/ mr. drs. Ronald van den Broek +31 (0)

Besluit om: 1. Het Commissariaat voor de Media positief te adviseren over zendtijdtoewijzing aan Stichting Stadsomroep Tiel

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Bij van 23 oktober 2013 heeft de NPO om goedkeuring verzocht voor de nevenactiviteit Het uitgeven van het Top 2000 magazine (editie 2013).

Raadsvoorstel. Neerijnen

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

*Z015B66BD5F* documentnr.: INT/C/16/24320 zaaknr.: Z/C/16/28706

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa rw Mevr. mr. R. Westerhof (035)

18 december 2007 Uitspraak Raad van State 31 oktober 2007; nieuwe beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer ZKZ za Mevr. Z.S.A. Aleksic (035)

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Raadsmededeling - Openbaar

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa/nevenactiviteiten/ BIS

Memo Toelichting keuze lokale omroep voor Rheden en Rozendaal

Bij van 14 maart 2013 heeft de NTR om goedkeuring verzocht voor de nevenactiviteit Licentieverlening van Koninginnedagconcerten aan BravaNL.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /618794

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ivs Mevr. mr. N. van den Brink (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa/Nevenactiviteiten/ Huur /617605

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /616593

Beslissing op bezwaar

Aan: de gemeenteraad Vergadering: 09 februari 2015

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer DGP/ /

Kenmerk: 29454/ Betreft: het niet op orde hebben van de administratieve organisatie van de Stichting Organisatie voor Hindoe Media

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.

Beslissing op bezwaar

Beschikking op handhavingsverzoek

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.

1. Wat is een lokale omroep? Een lokale omroep is een lokale media-instelling die op lokaal (gemeentelijk) niveau mediaaanbod

Kenmerk: 29313/ Betreft: verkoop boeken via Filosofie Magazine en

zaaknummer: blad: 1/6 datum nota:

Transcriptie:

Beslissing op bezwaar Kenmerk: 612254/613225 Betreft: aanwijzing publieke lokale media-instelling voor de gemeente Rotterdam Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 26 februari 2013 met kenmerk 28005/2013001823, waarbij het Commissariaat voor de Media de Stichting OPEN Rotterdam voor de periode van 26 februari 2013 tot 26 februari 2018 heeft aangewezen voor de verzorging van de publieke mediadiensten voor de gemeente Rotterdam en waarbij hij de aanvraag van o.a. de Stichting Mediaproducties Rotterdam daartoe heeft afgewezen; gezien het op 8 april 2013 tegen dit besluit ingediende bezwaarschrift; gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, gelet op het bepaalde in de artikelen 2.61, 2.62, 2.63 en 2.65 van de Mediawet 2008, overweegt als volgt: A. De gevolgde procedure 1. Bij brieven van 6 juni (ontvangen op 6 juni), 10 juli (ontvangen op 11 juli), 1 augustus (ontvangen op 7 augustus) en 9 augustus (ontvangen op 10 augustus) 2012 hebben respectievelijk de Stichting RTV President (hierna: RTV President), de Stichting Lokale Omroep Rotterdam (hierna: SLOR), de Stichting Mediaproducties Rotterdam (hierna: SMR) en de Stichting OPEN Rotterdam (hierna: OPEN Rotterdam) een aanvraag tot aanwijzing als lokale publieke media-instelling ingediend voor de gemeente Rotterdam. 2. Op grond van het bepaalde in artikel 2.62, eerste lid, van de Mediawet 2008 heeft het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) de aanwijzingsaanvragen van de hierbij betrokkenen media-instellingen toegezonden aan burgemeester en wethouders van Rotterdam met het verzoek de gemeenteraad een advies uit te doen brengen over de vraag of de instellingen voldoen aan de eisen die de Mediawet 2008 stelt. 3. Burgemeester en wethouders van Rotterdam hebben, op verzoek van de raadscommissie Jeugd, Onderwijs, Cultuur en Sport, ter voorbereiding van het raadsvoorstel aan het Commissariaat, de Tijdelijke adviescommissie lokale omroepconcessie 2013-2017 (hierna: adviescommissie) ingesteld. Deze adviescommissie heeft haar advies, bij brief van 10 oktober 2012, uitgebracht aan burgemeester en wethouders van Rotterdam. 4. In het raadsvoorstel van 30 oktober 2012 hebben burgemeester en wethouders van Rotterdam de gemeenteraad voorgesteld het advies van de adviescommissie geheel

over te nemen. Burgemeester en wethouders van Rotterdam hebben het Commissariaat bij brief van 30 november 2012 (ontvangen op 3 december 2012) het besluit van 29 november 2012 van de gemeenteraad van Rotterdam doen toekomen. 5. Op grond van artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft het Commissariaat SLOR, SMR, OPEN Rotterdam en de gemeente Rotterdam op 17 januari 2013 gehoord. RTV President heeft bij brief van 17 december 2012 (ontvangen op 27 december 2012) aangegeven niet bij de hoorzitting aanwezig te zullen zijn. 6. Bij besluit van 26 februari 2013, verzonden op 28 februari 2013, heeft het Commissariaat OPEN Rotterdam aangewezen als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Rotterdam en de aanvraag van SMR daartoe afgewezen. 7. Bij brief van 2 april 2013, ontvangen door het Commissariaat op 8 april 2013, heeft SMR bezwaar ingediend tegen het besluit van het Commissariaat van 26 februari 2013 (hierna: het bestreden besluit). 8. Ingevolge het bepaalde in artikel 7:2 van de Awb heeft het Commissariaat SMR, OPEN Rotterdam, RTV President en het gemeentebestuur van Rotterdam 30 mei 2013 gehoord. Het verslag van de hoorzitting is bijgevoegd. B. Ontvankelijkheid 9. Het Commissariaat constateert dat SMR, voor wat betreft de algemene bepalingen, zoals bedoeld in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), in haar bezwaar kan worden ontvangen. C. Wettelijk kader 10. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage. D. Bezwaren SMR 11. Het Commissariaat heeft kennis genomen van de bezwaren van SMR, zoals verwoord in haar brief van 2 april 2013 en nader toegelicht tijdens de hoorzitting van 30 mei 2013. 12. De bezwaren kunnen als volgt worden samengevat. Zorgvuldigheidsbeginsel 13. SMR stelt dat het advies van de gemeenteraad van Rotterdam gebaseerd is op een ondeugdelijke beoordeling van het programmabeleidbepalend orgaan (hierna: het pbo) van SMR. SMR wijst erop dat de adviescommissie in de opmerkingen aan het begin van haar advies vermeldt, dat zij graag de gelegenheid had gehad te kunnen spreken met de pbo-leden, maar volgens deze commissie was dit vanwege de planning niet haalbaar. SMR geeft aan dat de adviescommissie geen van de pbo- - 2 -

leden heeft gesproken en slechts is afgegaan op het beschikbare curriculum vitae van de pbo-leden. In dit verband stelt SMR zich op het standpunt dat het advies van de gemeenteraad Rotterdam in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel. Rechtszekerheidsbeginsel 14. SMR stelt vervolgens dat de adviescommissie bij de afzonderlijke beoordeling van de vier aanvragers bij gelijke feitelijke situaties tot een verschillend oordeel is gekomen. Voor SMR is het onduidelijk waarom de pbo s van SMR en van de RTV President als onvoldoende worden beoordeeld, ondanks het feit dat zij wel aan de gestelde eis van minstens zeven leden voldoen en de continuïteit van beide pbo s niet ter discussie staat, terwijl het pbo van SLOR als representatief wordt beschouwd. Volgens SMR is dit in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. 15. Ten slotte is SMR van mening dat het Commissariaat in zijn primaire besluit niet heeft gemotiveerd waarom de gemeenteraad van Rotterdam tot een juist advies is gekomen aangaande de beoordeling van het pbo van SMR. Volgens SMR heeft het Commissariaat onvoldoende aangetoond welke toetsingsgronden hij heeft gehanteerd en welke toetsingsgronden hij relevant achtte. F. Standpunt gemeente Rotterdam 16. In het advies van de gemeenteraad van 29 november 2012 wordt aangegeven dat: - de samenstelling van het pbo van OPEN Rotterdam representatief is voor Rotterdam; - de samenstelling van het huidige pbo van SLOR voldoende representatief is voor Rotterdam, maar dat de gemeenteraad niet goed kan oordelen over de samenstelling van het pbo in de nieuwe concessieperiode als gevolg waarvan de toekomstige representativiteit van het pbo onzeker is; - de samenstelling van het pbo van SMR niet representatief is voor Rotterdam; - de samenstelling van het pbo van RTV President niet representatief is voor Rotterdam; - OPEN Rotterdam als voorkeurspartij aangemerkt dient te worden. Zorgvuldigheidsbeginsel 17. De gemeente bestrijdt het standpunt van SMR dat het gemeenteraadsadvies niet op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, waarbij SMR de nadruk legt op de beoordeling van de pbo s door de adviescommissie. 18. Op verzoek van de raadscommissie Jeugd, Onderwijs Cultuur en Sport van de gemeente Rotterdam is een onafhankelijke adviescommissie ingesteld die zich heeft gebogen over de aanvragen van de vier partijen. De opdracht aan de adviescommissie was de mate van representativiteit van het pbo te beoordelen in relatie tot het ingediende beleidsplan en de overige stukken met betrekking tot de aanvraag. Daarnaast was haar gevraagd om een gemotiveerde voorkeur uit te spreken voor een van de gegadigde partijen. 19. Ten behoeve van de beoordeling van het pbo door de adviescommissie, is op verzoek van de gemeente Rotterdam een curriculum vitae gevraagd van de beoogde pboleden als aanvullende informatie. De gemeente stelt dat het de verantwoordelijkheid was van de gegadigde partijen om verder toe te lichten waarom deze leden waren - 3 -

geselecteerd, welke stromingen zij vertegenwoordigen en waarom zij hiervoor het juiste pbo-lid waren. SMR heeft in haar aanvraag wel toegelicht wie zij had gekozen als pbo-lid, maar niet waarom die persoon geschikt zou zijn als representant voor die specifieke stroming en waaruit dit bleek. Bovendien had SMR tijdens de commissiebehandeling van het raadsvoorstel over het advies aan het Commissariaat de gelegenheid gehad om rechtstreeks tot de raadscommissie het plan en samenstelling van het pbo nader toe te lichten. Hier heeft SMR echter geen gebruik van gemaakt. 20. De gemeente stelt dat de adviescommissie haar opdracht goed heeft volbracht en op basis van de ingediende stukken een zorgvuldige afweging heeft kunnen maken. Het feit dat de commissie geen persoonlijke gesprekken met de leden van het pbo heeft gehad, doet daar niets aan af. Rechtszekerheidsbeginsel 21. De gemeente bestrijdt het standpunt van SMR dat de adviescommissie bij de afzonderlijke beoordeling van de vier aanvragen bij gelijke feitelijke situaties tot een verschillend oordeel zou zijn gekomen. 22. In dit verband wijst de gemeente erop dat het pbo van de SLOR 11 leden bevat waarvan er op redelijk korte termijn 5 leden zouden aftreden. Het pbo van SMR bevat 7 leden en het pbo van RTV President eveneens 7 leden. In de statuten van SLOR wordt gewaarborgd dat haar pbo uit ten minste 8 leden en uit bepaalde stromingen zal bestaan. Alleen al om die reden kan SMR niet spreken over gelijke feitelijke situatie qua omvang van het pbo. 23. De gemeente geeft aan dat de adviescommissie naast het aantal leden ook uitgebreid heeft gekeken naar de gekozen stromingen en naar de mate van representatie van een bepaalde stroming door een pbo-lid. Zo blijkt uit de beoordeling van het pbo van SMR dat de commissie sterk de indruk heeft gehad dat deze leden slechts een beperkte vertegenwoordiging vormen van de betreffende profijtgroep. 24. De gemeente benadrukt dat de adviescommissie een weging in het kader van het begrip representativiteit heeft gemaakt en niet louter het resultaat heeft gegeven van een opstelsom van de al dan niet vertegenwoordigde stromingen in het pbo. G. Overwegingen Commissariaat Zorgvuldigheidsbeginsel 25. Op grond van het bepaalde in artikel 2.62 van de Mediawet 2008 geschiedt aanwijzing voor de verzorging van de publieke mediadiensten op lokaal niveau eerst nadat de gemeenteraad heeft geadviseerd over de vraag of de media-instelling voldoet aan de eisen die de Mediawet 2008 stelt. De kern van de gemeentelijke advisering richt zich vooral op de vraag of het pbo een zodanige samenstelling heeft dat het representatief is voor de belangrijkste in de gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. Het Commissariaat vraagt de gemeenteraad het bij de aanwijzingsaanvraag behorende overzicht van de samenstelling van het pbo kritisch te onderzoeken. - 4 -

26. Op grond van artikel 3:50 van de Awb kan aan een dergelijk advies niet lichtvaardig worden voorbij gegaan. Indien het advies van de gemeenteraad zorgvuldig tot stand is gekomen, en het Commissariaat geen zwaarwichtige redenen ziet om daarvan af te wijken, is het bestendig beleid om dit advies te volgen. 27. In het bestreden besluit heeft het Commissariaat het advies van de gemeenteraad dan ook gevolgd. Het Commissariaat heeft vastgesteld dat het advies deugdelijk en gemotiveerd was onderbouwd en achtte geen zwaarwichtige redenen aanwezig om ervan af te wijken. 28. Zoals het Commissariaat in de bestreden besluiten heeft aangegeven, heeft de gemeenteraad van Rotterdam geconcludeerd dat, voor zover relevant, de samenstelling van het pbo van SMR niet representatief is voor de gemeente Rotterdam. 29. SMR maakt daar bezwaar tegen en stelt dat het advies van de gemeenteraad van Rotterdam gebaseerd is op een ondeugdelijke beoordeling van het pbo van SMR. 30. Het Commissariaat is van oordeel dat hij op goede gronden mag aannemen dat de gemeenteraad van Rotterdam op juiste en zorgvuldige wijze een positief advies heeft uitgebracht over de representativiteit van de pbo s van SLOR en OPEN Rotterdam en een negatief advies over de representativiteit van de pbo s van RTV President en SMR. Het Commissariaat overweegt daartoe het volgende. 31. Bij gelegenheid van de eerdergenoemde hoorzittingen heeft het Commissariaat vastgesteld dat er ten behoeve van de aanwijzingsprocedure een onafhankelijke adviescommissie was ingesteld door de gemeente Rotterdam om de mate van representativiteit van het pbo van de hierbij betrokken partijen te beoordelen. Daarnaast was zij gevraagd om een gemotiveerde voorkeur uit te spreken voor een van de gegadigde partijen. 32. In het advies van de adviescommissie van 10 oktober 2012, dat integraal onderdeel uitmaakt van het gemeenteraadsadvies zoals uitgebracht aan het Commissariaat, wordt uitgebreid en op goede gronden aangegeven dat de pbo s van zowel SLOR als OPEN Rotterdam representatief zijn voor de in de gemeente Rotterdam voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. In voormeld advies wordt eveneens gemotiveerd en deugdelijk onderbouwd aangegeven dat de pbo s van RTV President en SMR niet representatief kunnen worden geacht voor de in de gemeente Rotterdam voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. 33. Met betrekking tot de samenstelling van het pbo van SMR, heeft de adviescommissie in haar advies aangegeven dat adviescommissie sterk de indruk heeft gehad dat deze leden slechts een beperkte vertegenwoordiging vormen van de betreffende stroming. Zo is onder meer erop gewezen dat het beoogde pbo-lid voor de godsdienstige stromingen actief is voor een klein kerkgenootschap. Ook heeft de commissie de stroming kunst en cultuur onvoldoende passend vertegenwoordigd bevonden. - 5 -

34. Het Commissariaat stelt vast dat de gemeenteraad van Rotterdam, na een zorgvuldig uitgevoerd onderzoek door de adviescommissie, het Commissariaat op goede gronden heeft geadviseerd dat de samenstelling van het pbo van SMR voor Rotterdam niet representatief is te achten. Het feit dat de adviescommissie geen persoonlijke gesprekken met de pbo-leden van de gegadigde media-instellingen heeft gehad, doet hier niet aan af. 35. Bij gelegenheid van de hoorzitting van 30 mei 2013 heeft het Commissariaat vastgesteld dat de hierbij betrokken partijen door de gemeente Rotterdam uitgebreid waren ingelicht over het verloop van de adviesprocedure bij de gemeente. De vier aanvragers zijn op dezelfde wijze door de gemeente Rotterdam behandeld, zij hebben gelijke kansen gehad om hun standpunten (nader) toe te lichten en bedenkingen ten aanzien van het advies van de adviescommissie bekend te maken. Zoals de gemeente Rotterdam heeft aangegeven onweersproken door SMR, heeft SMR tijdens de commissiebehandeling van het raadsvoorstel over het advies aan Commissariaat de gelegenheid gehad om rechtstreeks door de raadscommissie te worden gehoord over het plan en samenstelling van haar pbo. Hier heeft SMR echter geen gebruik van gemaakt. Hierbij merkt het Commissariaat op dat het op de weg van SMR, als de aanvrager, heeft gelegen om toe te lichten waarom een beoogd lid van haar pbo een goede representant is van een bepaalde profijtgroep of stroming. 36. Conform de beschikkingenpraktijk van het Commissariaat is het uitgangspunt dat het advies van de gemeenteraad marginaal wordt getoetst. De ratio van de verplichte advisering door de gemeenteraad is dat de gemeenteraad als geen ander op de hoogte is van de in de gemeente levende maatschappelijke behoeften alsmede inzicht heeft in de representativiteit van een instelling voor de belangrijkste in de betrokken gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. Zoals het Commissariaat in het primaire besluit heeft aangegeven, ligt het in de rede terughoudend te zijn om zijn oordeel in de plaats te stellen van dat van de gemeenteraad, gelet op de legitimatie die de gemeenteraad ontleent aan zijn wettelijk geregelde adviestaak. 37. Het Commissariaat is van oordeel dat SMR de in de adviezen neergelegde conclusies tijdens de hoorzitting of door overlegging van bescheiden onvoldoende heeft weerlegd. Ook in de onderhavige bezwaarprocedure ziet het Commissariaat geen aanleiding de stelling van de gemeente Rotterdam, dat een zorgvuldig onderzoek naar de hierbij betrokken partijen heeft plaatsgevonden, in twijfel te trekken. Rechtszekerheidsbeginsel 38. SMR stelt dat de adviescommissie bij de afzonderlijke beoordeling van de vier aanvragers bij gelijke feitelijke situaties tot een verschillend oordeel is gekomen hetgeen in strijd komt met het rechtszekerheidsbeginsel, volgens SMR. 39. Het Commissariaat is van oordeel dat deze bezwaargrond, die door het Commissariaat als een beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt opgevat, evenmin kan slagen. Het Commissariaat wijst er allereerst op, dat niet kan worden gezegd dat de adviescommissie bij beoordeling van gelijke feitelijke situaties tot een verschillend oordeel is gekomen. Het Commissariaat stelt vast dat van een gelijke feitelijke situatie ten aanzien van voor wat betreft omvang van het pbo van de betrokkenen, - 6 -

zoals door SMR wordt beweerd, geen sprake kan zijn. Het Commissariaat verwijst hierbij naar de nadere stukken van de gemeente Rotterdam van 17 mei 2013 waarin de gemeente Rotterdam een overzicht heeft gegeven van de samenstelling van het pbo van de hierbij betrokken partijen. In dit verband heeft de gemeente Rotterdam aangegeven onweersproken door SMR dat het pbo van de SLOR 11 leden bevat waarvan er op redelijk korte termijn 5 leden zouden aftreden. Het pbo van SMR telt 7 leden en het pbo van RTV President eveneens 7 leden. In de statuten van SLOR wordt echter gewaarborgd dat haar pbo uit ten minste 8 leden en uit bepaalde stromingen zal bestaan. Het Commissariaat is van oordeel dat alleen al om die reden geen sprake kan zijn van een gelijke feitelijke situatie ten aanzien van voor wat betreft omvang van het pbo van de in de procedure betrokken partijen. Het Commissariaat acht deze bezwaargrond van SMR feitelijk onjuist, althans zonder nadere motivering onbegrijpelijk. Voorkeursadvies 40. Het Commissariaat is van oordeel dat de gemeenteraad daarnaast uitgebreid heeft gemotiveerd welke media-instelling als meest representatief is aan te merken en daarvoor zijn voorkeur heeft uitgesproken. 41. Het Commissariaat hecht in dit verband grote waarde aan het feit dat de gemeenteraad het oordeel van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam van 30 oktober 2012 heeft overgenomen. In zijn raadsvoorstel stelt het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de gemeenteraad Rotterdam voor een voorkeur uit te spreken voor de OPEN Rotterdam gezien het feit dat het pbo van OPEN Rotterdam ten opzichte van de andere pbo s het meest representatief is voor de stad Rotterdam. Ter onderbouwing wordt verwezen naar de door de adviescommissie getrokken conclusie dat het pbo van OPEN Rotterdam goed is doordacht, op zorgvuldige wijze samengesteld en bovendien het grootste aantal pbo-leden (13) telt. Daarnaast wordt aangegeven dat in het pbo van OPEN Rotterdam veel leden zijn opgenomen met een relatie tot een koepelorganisatie of orgaan. Mede hierdoor heeft de adviescommissie, gevolgd door de gemeenteraad Rotterdam, er vertrouwen in dat de brede lokale verankering, zoals uitvoerig toegelicht in het beleidsplan van OPEN Rotterdam, ook daadwerkelijk tot resultaat zal leiden en een media-instelling van grotere betekenis voor de stad zal kunnen zijn. 42. In zijn advies van 29 november 2013 heeft de gemeenteraad van Rotterdam zijn voorkeur uitgesproken voor OPEN Rotterdam. Het Commissariaat stelt vast dat het advies van de gemeenteraad van Rotterdam aan het Commissariaat deugdelijk en gemotiveerd is onderbouwd. Indien het gemeenteraadsadvies zorgvuldig tot stand is gekomen en de raad op goede gronden een gemotiveerde voorkeur heeft uitgesproken, en het Commissariaat geen zwaarwichtige reden ziet om daarvan af te wijken, is het bestendige beleid om dit advies te volgen. 43. Het Commissariaat is van oordeel dat hij bij zijn beoordeling acht heeft geslagen op alle factoren die voor het functioneren van de lokale publieke media-instelling van belang kunnen zijn. 44. Uit hetgeen SMR heeft aangevoerd of anderszins valt naar het oordeel van het Commissariaat ook niet af te leiden dat het advies van de gemeenteraad van Rotterdam ondeugdelijk zou zijn of in alle redelijkheid niet kan worden gevolgd. Het Commissariaat heeft dan ook geen aanleiding gezien en ziet ook thans geen reden - 7 -

om af te wijken van het advies van de gemeenteraad van Rotterdam. Conclusie 45. Gelet op het vorenstaande en na afweging van alle betrokken belangen besluit het Commissariaat het bezwaar van SMR, gericht tegen zijn besluit van 26 februari 2013, ongegrond te verklaren. 46. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur besluit het Commissariaat de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat heeft het algemeen belang bij onverkorte openbaarmaking van het besluit afgewogen tegen de belangen van de in de procedure betrokken partijen. Aan het algemeen belang dat door (onverkorte) openbaarmaking wordt gediend, komt een groot gewicht toe. Mede gelet hierop is het Commissariaat van oordeel dat de belangen van de betrokkenen door onverkorte openbaarmaking van dit besluit niet onevenredig worden benadeeld. H. Besluit Het Commissariaat: I. verklaart de bezwaren van SMR gericht tegen zijn besluit van 26 februari 2013, ongegrond; II. handhaaft zijn besluit van 26 februari 2013, met dien verstande dat de motivering op bovenstaande wijze wordt aangevuld; III. besluit op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Hilversum, 30 juli 2013 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter drs. Eric Eljon commissaris Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt beroep instellen bij de Rechtbank van het arrondissement waarbinnen hun woonplaats zich bevindt. Bijlage: 1-8 -

Bijlage: Wettelijk kader Artikel 2.61 1.Voor de verzorging van de publieke mediadiensten op regionaal en lokaal niveau kan het Commissariaat regionale respectievelijk lokale instellingen als publieke media-instellingen aanwijzen volgens de bepalingen van deze paragraaf. 2.Voor aanwijzing komen slechts in aanmerking instellingen die: a. rechtspersoon naar Nederlands recht met volledige rechtsbevoegdheid zijn; b. zich volgens de statuten uitsluitend of hoofdzakelijk ten doel stellen het op regionaal respectievelijk lokaal niveau uitvoeren van de publieke mediaopdracht door het verzorgen van media-aanbod dat gericht is op de bevrediging van maatschappelijke behoeften die in een provincie, een gemeente of een deel van de provincie waarop de instelling zich richt leven, en het verrichten van alle activiteiten die nodig zijn om daarmee een publieke taak te vervullen; en c. volgens de statuten een orgaan hebben dat het beleid voor het media-aanbod bepaalt en dat representatief is voor de belangrijkste in de desbetreffende provincie of gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. Artikel 2.62 1.Aanwijzing geschiedt nadat Provinciale Staten hebben dan wel de gemeenteraad heeft geadviseerd over de vraag of de instelling aan de eisen, bedoeld in artikel 2.61, tweede lid, voldoet. 2.Een regionale publieke media-instelling wordt alleen aangewezen als Provinciale Staten zich bereid verklaren voor de bekostiging ervan zorg te dragen. Artikel 2.63 1.Als meer dan één lokale instelling in een gemeente aan de eisen, bedoeld in artikel 2.61, tweede lid, voldoet, bevordert het College van Burgemeester en Wethouders voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is het samengaan van die instellingen. 2.Er kan per gemeente slechts één lokale publieke media-instelling worden aangewezen, waarbij het Commissariaat acht slaat op alle factoren die voor het functioneren van de instelling van belang kunnen zijn. Artikel 2.65 1.Een aanwijzing geschiedt op aanvraag, geldt voor vijf jaar en vervalt van rechtswege na afloop van deze periode. 2.Zonodig wijst het Commissariaat de dagen waarop en de uren waarin programma-aanbod van regionale en lokale mediadiensten wordt uitgezonden op de voor de regionale dan wel lokale publieke mediadiensten beschikbare ruimte op een omroepzender. - 9 -