Aankondiging aanvullende nationale staten. Geachte,

Vergelijkbare documenten
T.a.v. de directie. Geachte directie,

Beleid inzake Kapitaalbeheer Langlopende verplichtingen. Arco van Oord Erik Kersten Leonard Flink

Geachte directie, De Nederlandsche Bank N.V. Toezicht verzekeraars. Postbus AB Amsterdam Handelsregister

Bank x. Geachte Directie,

Tabel 1.3 Nominale rentetermijnstructuur (zero coupon) Percentages ###

De Ultimate Forward Rate Methodiek

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Van 21 december 2012, AV/PB/2012/17948, tot instelling van de Commissie UFR

Betreft: De Ultimate Forward Rate Methodiek / Notitie van het AG

«Naam instelling» T.a.v. het Bestuur «Adres» «huisnummer» «Postcode» «woonplaats» Geacht bestuur,

Gelet op de artikelen 5, tweede en derde lid, 6, derde lid, en artikel 21, tweede lid, van het Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Wft;

Beleid inzake Kapitaalbeheer Parallelsessie Groepen. Bob Coppes Jacob Meesters Thijs Stegeman

Vragen en antwoorden over de overgang van de toezichtrapportages van de pensioensector van e-line naar het Digitaal Loket Rapportages (DLR) en XBRL

Op weg naar Solvency II. Thijs van Woerden 6 september 2013

«Statutaire_naam» T.a.v. de directie, «Adres», «Postcode» «Plaats». 18 december «Relatienummer» 2013/ Roelofsma-van den Berg, S.G.M.

Regeling theoretisch solvabiliteitscriterium levensverzekeraars Wft

Algemene informatie over het governancesysteem (richtsnoer 21 en 27)

Addendum. Ultimate Forward Rate

Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur,

Beleid inzake Kapitaalbeheer

Datum 13 september 2016 Betreft Kamerbrief beantwoording nadere vragen ufr-methode pensioenfondsen

Invulling Solvency II proportioneel. Presentatie voor FOV, Nardus, Verbond van Verzekeraars 13 oktober 2010

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

Regeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen

1. Inleiding. Geacht bestuur, geachte directie,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Beleid inzake kapitaalbeheer - Principes en verwachtingen - publicatie open boek

P O S I T I O N P A P E R

DE STRUCTUUR VAN DE KWALITATIEVE RAPPORTAGE OVER DE SOLVABILITEIT EN FINANCIËLE TOESTAND IN DE JAARLIJKSE TOEZICHTRAPPORTAGE

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

Dit document maakt gebruik van bladwijzers.

Pensioenen... Herstelplan 2017

Update UFR. Update UFR 17 juli 2015 For professional investors. Inleiding

HOOFDTAKEN VAN DE ACTUARIËLE FUNCTIE

Hoofdstuk 1. Inleidende Bepalingen. Hoofdstuk 2. Kwartaalstaten. Regeling informatieverstrekking pensioenfondsen. Artikel 1.1.

Datum 24 november 2015 Betreft Kamervragen van het lid Krol over het bericht 'In 2020 veel meer mensen gekort dan ufr-rapport veronderstelt'

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

RICHTLIJN PERIODIEKE RAPPORTAGES. 1. Introductie

VOOR WELKE REGELINGEN WORDT DE VRAGENLIJST INGEVULD?

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Planning toezichtthema s verzekeraars

Samenvatting. Analyses. Kostendekkende premie

Gebruikershandleiding e-line DNB: het XBRL-importbestand versie 1.0 datum 17 januari 2007

DNB-intern. 27 januari Gedeeltelijk herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,

Sessie: Preparatory Guidelines Rapportages. Henk Korthorst Verzekeringsmiddag 16 december 2014

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onderstaande tabel toont de nieuwe parameters ( ), waarbij tussen haakjes de oude waarden ( ) zijn opgenomen.

Handleiding invullen kwartaalrapportage verzekeraars

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Herstelplan PME Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Solvency II. Vanaf 1 januari 2016 is Solvency II van kracht. Waarom wordt Solvency I vervangen? Voor welke verzekeraars geldt het nieuwe kader?

12 maart Stichting Pensioenfonds Forbo T.a.v. het bestuur Postbus AA KROMMENIE. Betreft: herstelplan per 1 januari 2018

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen

De Minister van Financiën Ir. J.R.V.A. Dijsselbloem Postbus EE Den Haag. DNB-analyse effecten langdurig lage rente

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Informatiebijeenkomst. Solvency II Basic Dry run maart 2015

Principes voor de Ultimate Forward Rate Een bijdrage van het Actuarieel Genootschap ten behoeve van de Commissie UFR

Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO

Bijlage 1 bij de mededeling NBB_2017_24

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wat verandert in de DNB-rapportage?

Handleiding. Inhoud. Inleiding. Digitaal Loket Rapportages (DLR)

Nieuwe solvabiliteitsrichtlijnen DNB vanaf 2009

[Naam verzekeraar] [Adres] Geachte [..],

Bepaling van het verschil tussen betaalde rente en de rente die betaald zou zijn als er geen sprake was van overwinsten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Richtsnoeren inzake de tenuitvoerlegging van de langetermijngarantiemaatregelen

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB. 1 april 2011

(Voor de EER relevante tekst)

Hierbij informeren wij u over aanstaande wijzigingen in de betalingsbalansrapportages door de zogeheten Bijzondere Financiële Instellingen (BFI's).

CONFIDENTIEEL. [adres] Geacht bestuur,

Waar is de nominale dekkingsgraad gebleven?

Marktrisico Non-life risico Tegenpartij kredietrisico Operationeel risico Correlatie effecten totaalniveau 500,0% 400,0% 300,0% 200,0% 100,0% 0,0%

DNB-intern. 27 januari Volledig herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,

Uitkomsten onderzoek Financiële opzet en informatie. Geachte voorzitter,

Bijlage: sjabloon voor het langetermijnherstelplan en toelichting invulling

1. Planning. 2. Welke rapportages. 3. Invoerfaciliteit. 4. eherkenning

1.1 Controles DNB voert verschillende controles uit wanneer een rapportage in het DLR is ingediend. Deze zijn in onderstaand schema aangegeven:

Circulaire betreffende de richtsnoeren voor rapportage ten behoeve van financiële stabiliteit

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

P O S I T I O N P A P E R

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Hoe te beleggen onder Solvency II regelgeving t.a.v. verdiscontering verplichtingen?

Bijlage 1 - Lijst van verslagen die via ecorporate moeten worden ingediend door de onder toezicht staande ondernemingen

het eerste lid, wordt in artikel 131 van de richtlijn solvabiliteit II voor 31 december 2016 gelezen: 31 december lid toegevoegd, luidende:

Artikel 3:95, Wet op het financieel toezicht (Wft)

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Nederlandse banken doorstaan Europese stresstest goed

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste met behulp van de standaardformule

21 maart Stichting Pensioenfonds Atradius Nederland T.a.v. de heer P. Buschman Postbus JD AMSTERDAM

Beleid en procedure bepaling (beleids)dekkingsgraad Bijlage P bij ABTN

Transcriptie:

De Nederlandsche Bank N.V. Toezicht beleid Verzekeraars Postbus 98 1000 AB Amsterdam 0205249111 www.dnb.nl Onderwerp Aankondiging aanvullende nationale staten Handelsregister 3300 3396 Geachte, Met deze brief informeren wij u over twee aanvullende nationale staten die u vanaf 31 december 2016 aan DNB moet rapporteren. Alle Nederlandse levensverzekeraars zullen deze nationale staten over de impact op de waardering van de technische voorzieningen van een alternatieve extrapolatiemethode rapporteren. In de bijlagen vindt u de templates en invulinstructie. Uw kenmerk Nationale kwartaalstaat impact alternatieve extrapolatie Ieder kwartaal, voor het eerst per 25 februari 2017 over het vierde kwartaal van 2016, rapporteert u de waardering van uw technische voorzieningen als u gebruik maakt van een alternatieve rentetermijnstructuur. DNB zal deze alternatieve rentetermijnstructuur ieder kwartaal kort nadat EIOPA de Solvency II rentetermijnstructuren publiceert, beschikbaar stellen op http://www.toezicht.dnb.nl/2/50-235853.jsp. De deadline van deze nationale kwartaalstaat loopt gelijk met de deadlines van de overige Solvency II kwartaalrapportages. Behandeld door Oord, J.A. van Bijlagen Nationale jaarstaat uitloop impact alternatieve extrapolatie Ieder jaar, voor het eerst per 20 mei 2017 over het jaar 2016, rapporteert u de uitloop van de waardering van de beste schatting van uw technische voorzieningen over de komende 20 jaar als u gebruik maakt van een alternatieve rentetermijnstructuur. U vindt deze rentetermijnstructuren in hetzelfde bestand als de rentetermijnstructuren voor de kwartaalrapportages. De deadline van deze nationale jaarstaat loopt vervolgens ook gelijk met de deadlines van de overige Solvency II jaarrapportages. Achtergrond De kwartaalstaat geeft DNB zicht op de waardering van de technische voorzieningen conform de verwachtingen op de financiële markten op dat moment en daarmee de impact van de Solvency II extrapolatiemethode op deze waardering. De jaarstaat geeft DNB inzicht in de snelheid waarmee de impact van de Solvency II extrapolatiemethode vervalt. Deze jaarstaat is ook consistent met de verwachtingen van DNB over het beleid inzake het kapitaalbeheer; het gerapporteerde verval in deze jaarstaat vormt het vertrekpunt voor de rapportage over de ontwikkeling van de financiële positie in het hoofdstuk kapitaalbeheer in het kwalitatieve gedeelte van de jaarlijkse toezichtrapportage. De staten en invulinstructies zijn in de tweede helft van oktober 2016 geconsulteerd bij het Verbond van Verzekeraars en op 11 november 2016 gepresenteerd aan de Rapportagecommissie Verzekeraars. 1 van 6

Aanleverinstructie Vanaf 2 januari 2017 zal in het Digitaal Loket Rapportages (DLR) een kwartaal- en jaarrapportageverplichting getiteld Nationale Staat (uitloop) impact alternatieve extrapolatie gereed staan. Met behulp van de verplichting kunt u een ingevuld Excel document uploaden. Het Excel document vindt u op de DLR verzekeraars website: http://www.dnb.nl/statistiek/digitaal-loket-rapportages/toezichtrapportages/verzekeraars/index.jsp. Onder het kopje Downloads, Gebruikersdocumentatie, Specificaties Nationale Staten en Excel vindt u het Excel bestand alsmede een invulinstructie. Het is belangrijk dat u het originele Excel bestand gebruikt en dat de cijfers die u invoert geen verwijzing bevatten naar andere bestanden. Tot slot, mochten er nog vragen zijn over de nationale staten of de invulinstructie, dan kunt u contact opnemen met uw toezichthouder. Hoogachtend, De Nederlandsche Bank N.V. 2 van 6

Bijlage 1: Templates aanvullende nationale staten Nationale kwartaalstaat impact alternatieve extrapolatie Ieder kwartaal T=0 SII inclusief LTG SII exclusief LTG Alt. Extrapolatie Impact C0010 C0020 C0030 C0040 Beste Schatting R0010 1150.0 1163.0 1314.9 164.9 Risicomarge R0020 60.3 60.3 78.9 18.6 TV R0030 1210.3 1223.3 1393.8 183.5 Nationale jaarstaat uitloop impact alternatieve extrapolatie Eens per jaar Beste Schatting SII inclusief LTG SII exclusief LTG Alt. Extrapolatie Impact C0010 C0020 C0030 C0040 T=0 R0010 1150.0 1163.0 1314.9 164.9 T=1 R0020 1132.8 1145.6 1285.6 152.8 T=2 R0030 1113.8 1126.4 1255.3 141.5 T=3 R0040 1094.3 1106.7 1225.3 131.0 T=4 R0050 1075.5 1087.7 1196.4 120.9 T=5 R0060 1056.9 1068.8 1168.6 111.7 T=6 R0070 1039.5 1051.3 1142.8 103.3 T=7 R0080 1023.5 1035.1 1119.1 95.6 T=8 R0090 1008.1 1019.5 1096.8 88.7 T=9 R0100 993.8 1005.0 1075.7 81.9 T=10 R0110 978.4 989.5 1054.2 75.8 T=11 R0120 962.1 973.0 1032.4 70.3 T=12 R0130 944.3 955.0 1009.4 65.1 T=13 R0140 925.4 935.9 985.8 60.4 T=14 R0150 905.6 915.8 961.1 55.5 T=15 R0160 884.3 894.3 935.5 51.2 T=16 R0170 860.0 869.7 907.1 47.1 T=17 R0180 834.7 844.1 877.9 43.2 T=18 R0190 808.4 817.5 848.1 39.7 T=19 R0200 781.4 790.2 817.8 36.4 T=20 R0210 753.7 762.2 787.0 33.3 3 van 6

Bijlage 2: invulinstructie en toelichting nationale staten impact alternatieve extrapolatie Deze bijlage bevat een toelichting en invulinstructie voor de twee nationale staten die levensverzekeraars vanaf 31 december moete invullen. Dit betreft een staat met de impact op de technische voorzieningen van een alternatieve extrapolatiemethode van de rentetermijnstructuur die de betreffende verzekeraars ieder kwartaal invullen. De andere set bevat informatie over de uitloop van de impact van de extrapolatiemethode op de beste schatting voor de komende jaren; deze set vullen levensverzekeraars eenmaal per jaar in. Rapportage impact alternatieve extrapolatie (ieder kwartaal, ingang 2016Q4) De verzekeraar rapporteert in de tweede kolom (SII exclusief LTG) de waardering van zowel de beste schatting als de risicomarge van de technische voorzieningen als de risicovrije basisrentetermijnstructuur uit de Solvency II regelgeving zou worden gehanteerd. Voor verzekeraars die geen gebruik maken van de LTG maatregelen is deze risicovrije basisrentetermijnstructuur ook hun relevante risicovrije rentetermijnstructuur Verzekeraars die gebruik maken van de LTG maatregelen rapporteren in de eerste kolom (SII inclusief LTG) de waardering van zowel de beste schatting als de risicomarge van de technische voorzieningen als de relevante risicovrije rentetermijnstructuur inclusief LTG maatregelen uit de Solvency II regelgeving wordt gehanteerd. Verzekeraars die geen gebruik maken van de LTG maatregelen hoeven deze eerste kolom niet in te vullen. Verzekeraars rapporteren dezelfde waardering voor de risicomarge in kolom 1 als in kolom 2; lid 1 van artikel 37 van de Gedelegeerde Verordeningen schrijft immers voor dat de berekening van de risicomarge sowieso plaatsvindt op basis van de risicovrije basisrentetermijnstructuur. In de derde kolom (Alt. Extrapolatie) rapporteert de verzekeraar de waardering van de beste schatting en risicomarge van de technische voorzieningen als gebruik wordt gemaakt van een alternatieve extrapolatie voor de rentetermijnstructuur. De alternatieve extrapolatie komt als volgt tot stand: Swaptarieven per einde kwartaal voor looptijden van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 15, 20, 25, 30, 40 en 50 jaar vormen de basis voor de alternatieve rentetermijnstructuur. Bovenstaande swaptarieven worden aangepast voor het kredietrisico zoals dat door EIOPA is vastgesteld voor het einde van het betreffende kwartaal. In de alternatieve extrapolatiemethode veronderstelt de verzekeraar de forward rates vanaf 50 jaar gelijk aan de forward rates tussen 40 en 50 jaar. Een aantal dagen na het einde van ieder kwartaal publiceert EIOPA op https://eiopa.europa.eu/regulation-supervision/insurance/solvency-ii-technicalinformation/risk-free-interest-rate-term-structures zowel de risicovrije basisrentetermijnstructuur als de relevante risicovrije rentetermijnstructuur voor de verzekeraars die de LTG maatregel volatiliteitsaanpassing toepassen. Een aantal dagen nadat EIOPA de risicovrije basisrentetermijnstructuur heeft gepubliceerd, zal DNB de rentetermijnstructuur met de alternatieve extrapolatiemethode ter beschikking stellen. Verzekeraars maken uitsluitend gebruik van deze drie rentetermijnstructuren voor de sectorbrede LTG en UFR rapportage. De rapportage heeft alleen betrekking op de euro verplichtingen; verzekeraars hoeven over verplichtingen in andere valuta niet te rapporteren in deze rapportage. 4 van 6

De deadline van de rapportage loopt gelijk met die van de solo Quantitative Reporting Templates die ook ieder kwartaal ingediend moeten worden. Rapportage uitloop van de impact van de alternatieve extrapolatie op de beste schatting (eens per jaar, ingang ultimo 2016) De verzekeraar rapporteert de uitloop van de beste schatting op basis van twee of drie verschillende rentetermijnstructuren. De verzekeraar rapporteert de uitloop van de impact van de alternatieve extrapolatie op de beste schatting als de waarde van de beste schatting van de technische voorzieningen per rapportagedatum (rij T=0) en voor de komende 20 jaren (rijen T=1,,20). Hierbij veronderstelt de verzekeraar voor deze rapportage geen nieuwe productie; de verzekeraar rapporteert enkel de verwachte ontwikkeling over de komende 20 jaar van de op rapportagedatum reeds bestaande verplichtingen. De risicomarge maakt geen deel uit van deze rapportage. De rapportage betreft alleen de uitloop van de impact van de alternatieve extrapolatie op de beste schatting. De verzekeraar rapporteert de waardering van de beste schatting van de technische voorzieningen per jaareindes tegen de relevante risicovrije rentetermijnstructuur inclusief LTG maatregelen in de eerste kolom, tegen de risicovrije basisrentetermijnstructuur in de tweede kolom en tegen de rentetermijnstructuur met de alternatieve extrapolatie in de derde kolom. Als de verzekeraar geen gebruik maakt van de LTG maatregelen hoeft de verzekeraar kolom 1 (SII inclusief LTG) niet te rapporteren. De waarderingen in de rij T=0 zijn gebaseerd op dezelfde rentetermijnstructuren als in de hierboven beschreven kwartaalrapportage. De waarderingen in de rijen T>0 komen tot stand door de drie rentetermijnstructuren te herberekenen conform de forward rates uit de rentetermijnstructuur met de alternatieve extrapolatiemethode op T=0: De forward rates van de alternatieve extrapolatiemethode schuiven allen één jaar op, waarbij de eerste forward rate verdwijnt en een nieuwe laatste forward rate wordt toegevoegd die gelijk is aan de vorige laatste forward rate. Op basis van deze forward rates berekent de verzekeraar een nieuwe rentetermijnstructuur. Deze rentetermijnstructuur gebruikt de verzekeraar voor de berekening van de beste schatting van de technische voorzieningen in de derde kolom (Alt. Extrapolatie). Voor de berekening van de beste schatting van de technische voorzieningen in de eerste kolom (SII inclusief LTG) past de verzekeraar eerst de LTG maatregelen, zoals die gelden op T=0, toe op bovenstaande opgeschoven rentetermijnstructuur. Vervolgens past de verzekeraar de Solvency II extrapolatiemethode toe om de relevante risicovrije rentetermijnstructuur te krijgen. Voor de berekening van de beste schatting van de technische voorzieningen in de tweede kolom (SII exclusief LTG) past de verzekeraar direct de Solvency II extrapolatiemethode toe op de eerder beschreven opgeschoven rentetermijnstructuur met alternatieve extrapolatie. Dit resulteert in een opgeschoven risicovrije basisrentetermijnstructuur. DNB zal de drie beschreven rentetermijnstructuren voor T=1,,20 ter beschikking stellen. Voor de sectorbrede LTG en UFR rapportage maken verzekeraars uitsluitend gebruik van deze door DNB beschikbaar gestelde rentetermijnstructuren. 5 van 6

De rapportage heeft alleen betrekking op de euro verplichtingen; verzekeraars hoeven over verplichtingen in andere valuta niet te rapporteren over de uitloop van de impact van de LTG maatregelen en de UFR extrapolatie. Voor de berekening van de beste schatting van de technische voorzieningen voor de jaren T>0 veronderstelt de verzekeraar alle verplichtingen tot T als voldaan; die verplichtingen spelen niet langer een rol bij deze rapportage over de beste schatting van de technische voorzieningen op jaareinde T. Daar waar de waardering van de beste schatting van de technische voorzieningen op de tijdstippen T>0 afhankelijk is van de gerealiseerde rente in de voorgaande jaren veronderstelt de verzekeraar dat in die voorgaande jaren die gerealiseerde rente gelijk is geweest aan de op T=0 veronderstelde forward rentes voor die tijdstippen. DNB zal deze forward rentes ook publiceren ter beschikking stellen. De deadline van de rapportage loopt gelijk met die van de solo Quantitative Reporting Templates die ook ieder jaarlijks ingediend moeten worden. 6 van 6