VOORBEELD BEREKENINGEN ENERGIEZUINIGE PRODUCTONTWIKKELING MAATREGELEN VOOR DE RUBBER- EN KUNSTSTOFINDUSTRIE

Vergelijkbare documenten
REKENVOORBEELDEN KETENEFFICIENCY MAATREGELEN VOOR DE SECTOR TEXTIELSERVICEBEDRIJVEN

Rekenvoorbeeld 1: CE Delft. dunnere folie voor koffiepads. CE Delft. Notitie. Delft, april milieu, en technolog. Oude Delft 180 Oude Delft 180

Ketenmaatregelen in de ICT branche Case 2: ICT Milieu

Energiebesparing koffieverpakkingen

CE Delft Oplossingen CE Delft or milieu, econom Oplossingen voor ie en technolog milieu, economie ie en technologie Rekenvoorbeeld 2: Notitie

CO2 impact kringloopbedrijven

Quick scan inzamelsysteem EPSverpakkingen. Stromenanalyse, inzamelkosten en krachtenveldanalyse

Het verschil tussen de huidige situatie en de situatie 10 jaar geleden

Milieubewuste kunststoffen: Gerecyclede kunststoffen

Aanvraag bijdrage uit MTF Project: Technische realisatie van proefproductie van een nieuwe eps-verpakking op basis van gerecycled eps

Ketenmaatregelen in de ICT branche Case 3: Datacenters

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

Uitleg indienen maandopgaven WasteTool 2017 kunststof, drankenkartons en metalen (PMD)

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste

Voortgangsrapportage 12 ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

Voortgangsrapportage 10 ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Voortgangsrapportage 9 ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

Voortgangsrapportage 11 ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

De module MJA voegt aan uw Erbis-versie de volgende mogelijkheden toe:

Hoe verbeter je de recyclingketen van kunststof verpakkingsafval? 19 november 2018, Marieke Brouwer

Vermeden CO 2 emissies door recycling van e-waste

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

Van afval naar grondstof en toepassing

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2016

De ONBEKENDE KANT van PLASTIC. Waarom worden zoveel. producten in plastic verpakt? En wat moet er gebeuren met deze verpakking als dit afval wordt?

Voortgangsrapportage 1 CO 2 -Prestatieladder

Ketenanalyse stalen kozijnen in project "Mauritshuis"

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2015

Toelichting Aanvraag subsidie Marktintroductie energie-innovaties

Bedrijfsrapport <naam bedrijf>

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

Recyclingsymposium Coen Kolthof

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder

Ketenanalyse Afval in project "Nobelweg te Amsterdam"

EcoScan. CO 2 -reductie: wat doet Roelofs eraan?

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

MJA MEERJARENPLAN RUBBER- EN KUNSTSTOFINDUSTRIE (1062/2013) Opgesteld door de NRK. Auteurs: Jolanda Neeft Erik de Ruijter INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING Rapportage

Inzamel en recyclingketen kunststof verpakkingsafval. Eindhoven, 8 september 2015

afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht

MJA-Sectorrapport 2013 Cacao-industrie

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum :

Kwartaalrapportage MVO Q BAM Civiel - EXTERN

Kennissessies KIDV Netwerklounge

Het grondstofpaspoort

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

ENERGIE & KLIMAATBESCHERMING

1. INLEIDING Rapportage

Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot gemeente Drimmelen

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Samenvatting NaSk 1 Hoofdstuk 5

MJA-Sectorrapport 2014 Cacao-industrie

Denktank Grondstoffen uit reststromen. Startnotitie 9 december 2016

CO2-reductiedoelstellingen

MJA-Sectorrapport 2014 Tapijtindustrie

Vergoedingen Vermarkting Kunststof Verpakkingsafval Huishoudens

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

CO 2 -update H versie 2, 16 maart 2015

Real-time energiemonitoring rubber- en kunststofindustrie. Business case

W & M de Kuiper Holding

100% recyclebare verpakkingen; is dat mogelijk? Gemeentelijk grondstoffen congres Door: Karin Lemmen

Per wanneer komen de nieuwe containers voor kunststof en kunnen ze direct gebruikt worden?

Een plan van aanpak en een productdossier, voorbeeld 1 (non-food)

ENERGIERAPPORTAGE ENERGIE mrt

Monitoring verpakkingen Preventie publicaties

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder

Verpakken. Karen van de Stadt

Verwerkingsroutes voor tapijt

vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval

MJA-Sectorrapport 2012 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MJA3-Bedrijfsrapport 2013 Railsector

Eindrapportage Simplastic. Hoe komen tot vermindering van plastic verpakkingsafval in de zorg?

Van Kerstboom tot Groene Energie. Voorbeeld van een diatitel

Op weg naar een circulaire economie

MEE CONVENANT. Methodiek energie efficiëntie

MJA-Sectorrapport 2015 Frisdranken, Waters en Sappen

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers

DEFINITIEVE RAPPORTAGE. Ketenanalyse tijdelijke bouwplaatsverlichting voor MNO Vervat

Energy Balance Assessment Tool

Voor Leiden is uitgegaan van 2 inzamelpunten: de milieustraat op de Waard en een tweede inzamelpunt in de stad.

Vraag- en antwoord document kunststofinzameling 2009 Gemeente Zwolle Laatste update: 20 augustus 2009

MJA Sectorrapport 2011 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2012 Meelfabrikanten

Kwartaalrapportage MVO Q BAM Civiel - EXTERN

Wat redt een Plastic Hero? De milieuvoordelen van kunststof recycling vertaald voor de consument

Chemisch recyclen kunststof verpakkingen. Karen van de Stadt & Kees Kerstens

Energy Solutions Pioneering for you

OPGAVEN HOOFDSTUK 7 ANTWOORDEN

Handreiking Monitoring MJA3-convenant

Een plan van aanpak en een productdossier, voorbeeld 2 (food)

MEE-Sectorrapport 2013 Bierbrouwerijen

Voorbij energiebesparing: milieueffecten van energiebesparende maatregelen

Transcriptie:

VOORBEELD BEREKENINGEN ENERGIEZUINIGE PRODUCTONTWIKKELING MAATREGELEN VOOR DE RUBBER- EN KUNSTSTOFINDUSTRIE Versie 1.2 Februari 2007 1

Verbredingsthema s (VT) bieden nieuwe wegen voor energie-efficiency, naast de mogelijkheden om energie te besparen in het productieproces. Voor de rubber-, lijm-, recycling- en kunststoffenindustrie lijken er vooral mogelijkheden te zijn voor energie-efficiency met het verbredingsthema energiezuinige productontwikkeling (EZP). De ambitie van de branche is een verlaging van de totale energie-efficiency index met 19,5 % over de periode 2005-2008, waarvan 8,3 % door de verbredingsthema s. De monitoring is van VT-maatregelen gaat echter op een andere wijze dan bij procesmaatregelen. In dit document zijn 6 voorbeelden opgenomen van berekening van de energiebesparing van VTmaatregelen. De berekeningen zijn gemaakt conform de Handreiking Verbredingsthema s en zijn dus geschikt om op te nemen in de energiemonitoring. Voor deze voorbeelden zijn echter wel stappen samengevoegd en vereenvoudigd. Geprobeerd is die situaties in voorbeeldberekeningen samen te vatten die vaak in de rubber-, lijm-, recycling- en kunststoffenindustrie voorkomen zoals: 1. Toepassen van recyclaat (zowel intern als extern recyclaat) 2. Materiaalbesparing door ontwerpaanpassingen 3. Energiebesparing door het toepassen van een ander type kunststof 4. Energiebesparing door het toepassen van kunststof in plaats van een ander materiaal 5. Product wordt afgedankt voor recyclingdoeleinde 6. Inkoop groene stroom Wanneer kunt u een EZP-maatregel opvoeren? (vuistregels) 1. U hebt bewust actie ondernomen om een besparing te realiseren. 2. De maatregel levert een energiebesparing die buiten uw productieproces valt (geen invloed op uw energienota) of levert materiaalbesparing. 3. Er is sprake van een reële besparing ten opzichte van de oude situatie, die u kunt onderbouwen met gegevens uit uw administratie (nota s, afleverbonnen e.d.). Waarom berekenen? De energiebesparing van VT-maatregelen is niet af te lezen van uw energiemeter of energienota. De energiebesparing moet berekend worden om mee te tellen in uw energiemonitoring. 2

Hoe berekenen? De energiewinst wordt berekend door de nieuwe situatie (na invoering van de EZP-maatregel) te vergelijken met de situatie in 1998. Voor het berekenen moeten eerst verschillende gegevens verzameld worden. Deze gegevens zullen deels afkomstig zijn uit uw eigen bedrijf, maar u zult ook gebruik moeten maken van andere bronnen zoals literatuur of andere bedrijven. Bij het doorrekenen van EZP-maatregelen wordt gesproken over de energie-inhoud van materialen en processen. Deze waarde is een optelsom van de verbrandingswaarde en/ of de hoeveelheid energie die nodig is voor productie, bewerking, transport etc. Deze waarden hoeft u in de regel niet zelf te berekenen, maar kunt u vinden in literatuur. U kunt deze waarden voor een deel al vinden in de bijlage of anders kunt u ze opzoeken in de LESS-database van SenterNovem. Mocht u daar geen gegevens vinden dan kunt u eens kijken op de online database IdeMat (http://www.io.tudelft.nl/research/dfs/idemat/onl_db/od_frame.htm). Aan wie toewijzen? De besparingen van de VT-maatregelen moeten soms verdeeld worden over meerdere bedrijven. Om te bepalen welk deel van de besparing aan uw bedrijf toegerekend kan worden, gebruikt u de volgende verdeelsleutels: 50% van de besparing wordt verdeeld op basis van de projectinspanning: deze verdeelsleutel bestaat uit de verhouding tussen de inspanningen die de verschillende bedrijven hebben geleverd om het project te realiseren. 30% van de besparing wordt verdeeld op basis van initiatief: deze verdeelsleutel bestaat uit de verhouding tussen de mate waarin de verschillende bedrijven het initiatief hebben genomen tot het totstandkomen van het project. 20% van de besparing wordt verdeeld op basis van de energie-omvang: deze verdeelsleutel bestaat uit de verhouding tussen de totale energiegebruiken van de bedrijven. 3

Hoe opnemen in de monitoring? Duurzame energie maatregelen: a. Ga naar het tabblad Duurzame energie onder Uitgevoerde energiebesparingsprojecten en voeg de maatregel toe bij de passende categorie. b. Het programma rekent de energiebesparing voor u door. Energiezuinige productontwikkeling maatregelen: a. Ga naar het tabblad Energiezuinige productontwikkeling onder Uitgevoerde energiebesparingsprojecten en voeg de maatregel toe bij de passende categorie. b. Licht de energiebesparing toe bij het onderdeel Onderbouwing. Omschrijf de maatregel en gebruik de antwoorden uit de berekening. Noem de bronnen van gegevens als deze niet van het bedrijf zelf zijn. Heeft u nog vragen of is uw situatie anders dan in de cases, bel dan de e-mjv helpdesk (tel. 070-3120360, e-mail: helpdesk@emjv.info). Natuurlijk kunt voor u vragen over Energie tevens terecht bij de NRK, Erik van Assen (vanassen@nrk.nl, 070-4440655). Of kijk op www.nrkenergie.nl! 4

Voorbeeld 1 - Inzet recyclaat 1a Energiebesparing door inzet van intern recyclaat Bedrijf A produceert kunststof handvatten voor schroevendraaiers en gebruikt daarvoor PP. In 2006 produceert het bedrijf 300.000 stuks producten, tegen 200.000 stuks in 1998. Dat betekent dat er in 2006 anderhalf keer zoveel behoefte is aan grondstof ten opzichte van 1998. In 2006 heeft het bedrijf intern recyclaat zoals uitval en opstartverlies in het productieproces ingezet. Per product, dat 0,05 kg weegt, wordt nu 0,04 virgin materiaal gebruikt en 0,01 kg recyclaat. Hierdoor spaart het bedrijf in 2006 3 ton virgin materiaal uit. De extra energiekosten zoals het malen en ontstoffen van uitval en opstartverlies zijn niet meegerekend in deze berekening. Dit effect is namelijk terug te vinden op de energierekening van het bedrijf en zorgt voor een lichte toename van de procesenergie. Ook het transport dat uitgespaard wordt door verlaagde toevoer van virgin materiaal is niet meegenomen, omdat de milieuwinst daarvan relatief gering is. Gegevens nodig voor de berekening Gegevens 1998 2006 Bron Referentiesituatie Nieuwe situatie Product volume (stuks) 200.000 300.000 Overzicht van verkoop Virgin PP inkoop 10 ton 12 ton Overzicht van inkoop Recyclaat ingezet vanuit eigen productieproces - 3 ton Overzicht van productie Energie-inhoud van virgin PP 72,5 MJ/kg 72,5 J/ton 72,5 MJ/kg 72,5 GJ/ton Pré consultants/ SenterNovem Berekening op basis van productievolume 1. Bereken de energie-inhoud van het materiaal in de referentiesituatie. Het totale gewicht aan materiaal (PP) in 1998 * energie-inhoud van het materiaal = de totale energie-inhoud van het materiaal in 1998: 10 ton PP * 72,5 GJ/ton = 725 GJ bij een productievolume van 200.000 stuks De energie-inhoud van het product in 1998 is 725 GJ / 200.000 producten = 0,003625 GJ/ product = 3,625 MJ/product 2. Bereken de energie-inhoud van het materiaal in de nieuwe situatie. Het totale gewicht aan materiaal (ingekocht virgin PP) in 2006 * energie-inhoud van het materiaal = de totale energie-inhoud van het materiaal in 2006: 12 ton PP * 72,5 GJ/ton = 870 GJ bij een productievolume van 300.000 stuks De energie-inhoud van het product in 2006 is 870 GJ / 300.000 product =0,0029 GJ/ product = 2,9 MJ/product 5

3. Bereken het verschil in energie-inhoud van het materiaal tussen de referentiesituatie en de nieuwe situatie. Om de energie-inhoud van de referentiesituatie te kunnen vergelijken met de nieuwe situatie moet rekening gehouden worden met het aantal stuks producten. De energiebesparing in 2006 bedraagt dan de energie-inhoud van het product in 1998 min de energie-inhoud van het product in 2006: 3,625 MJ 2,9 MJ = 0,725 MJ/per product In totaal komt dat overeen met 0,725 MJ/per product * 300.000 producten = 217.500 MJ = 217,5 GJ. In dit geval was bekend hoeveel ton virgin materiaal er was uitgespaard. Daarom kan ter controle de volgende korte berekening worden gemaakt: Het totale gewicht aan uitgespaard materiaal (virgin PP) in 2006 * energie-inhoud van het materiaal = energiebesparing in 2006: 3 ton PP * 72,5 GJ/ton = 217,5 GJ 6

1b Energiebesparing bij inzet van extern recyclaat Bedrijf Q produceert kunststof trays van PP. Zowel in 1998 als in 2006 produceert het bedrijf 100.000 trays. In 2006 heeft het bedrijf 100 ton secundair materiaal (regranulaat) ingekocht en bijgemengd in de productie van de trays. De vervanging van virgin PP door PP regranulaat levert indirecte energiewinst op doordat de grondstof nu een lagere energie-inhoud heeft ten opzichte van volledig virgin PP. In onderstaande berekening wordt dit geïllustreerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de tabel Energie inhoud Recyclaat die in de bijlage van dit document is weergegeven. Beschrijving verschillende soorten recyclaat Recyclaat is een verzamelnaam voor allerlei soorten kwaliteiten secundair kunststofmateriaal. We maken hier onderscheid in 3 soorten: 1. Maalgoed: Dit is een gesorteerde, gewassen en soms ontstofte stroom kunststof. Het materiaal is gemalen om zo een bepaalde deeltjesgrootte te bereiken. 2. Agglomeraat: De korrel ontstaat door verwarmen en inkrimpen van folie. Het wordt meestal voor dikwandige producten gebruikt. Van belang zijn korrelgrootte en de variatie daarin. 3. Regranulaat: Regranulaat is materiaal dat door smeltzuiveren gereinigd is. De secundaire grondstof wordt hierbij via een extrusiestap gesmolten en door een fijn zeefpakket geperst. De grootte van het zeefpakket (uitgedrukt in mesh) bepaalt de grootte van de verontreinigingen. Tijdens de productie van regranulaat kunnen additieven worden toegevoegd. Gebeurt dit in de laatste fase in grote hoeveelheden, dan is speciale apparatuur nodig en spreekt men van compounderen. Gegevens nodig voor de berekening Gegevens 1998 Referentie situatie 2006 Nieuwe situatie Soort grondstof 100 % PP 90% PP en 10% regranulaat PP Energie-inhoud van virgin materiaal (GERwaarde) 72,5 MJ/kg 72,5 GJ/ton Zie berekening Grondstof hoeveelheid op basis van 1.000 ton virgin 900 ton virgin PP en productievolume PP 100 ton regranulaat PP Grondstof hoeveelheid op basis van 1 product 10 kg virgin PP 9 kg virgin PP en 1 kg regranulaat PP Bron Pré Consultants/ SenterNovem Productie en inkoop overzichten Ontwerpspecificaties product Berekening op basis van productievolume 1. Stel het type recyclaat vast Het gaat om het toepassen van Regranulaat, Industriële kratten en films, gesorteerd. 7

2. Bepaal de energie-inhoud (GER-waarde) voor toepassen van recyclaat. GER waarde Primair materiaal PP + GER waarde Uitgespaard product PP + GER waarde Recyclage proces PP = de energie inhoud van recyclaat. In onderstaande figuur is aangegeven hoe er gebruik is gemaakt van de tabel Energie inhoud Recyclaat die in de bijlage van dit document is weergegeven. \ Met gebruik van de waarden uit de tabel is de berekening als volgt: 72,5 GJ/ton PP 65,3 GJ/ton PP + 15,3 GJ/ton PP = 22,5 GJ/ton PP 3. Bereken de energie-inhoud van het materiaal in de referentiesituatie. Het totale gewicht aan virgin PP in 1998 * energie-inhoud van het materiaal = de totale energie-inhoud van het materiaal in 1998: 1.000 ton virgin PP * 72,5 GJ/ton = 72.500 GJ 4. Bereken de energie-inhoud van het materiaal in de nieuwe situatie. (Hoeveelheid virgin kunststof PP 2006 * energie-inhoud van het virgin materiaal) + (Hoeveelheid PP regranulaat 2006 * energie-inhoud van regranulaat) = de totale energieinhoud van het materiaal in 2006: (900 ton virgin PP * 72.5 GJ/ton) + (100 ton PP regranulaat * 22,5 GJ/ton) = 67.500 GJ. 5. Bereken het verschil in energie-inhoud van het product tussen de referentiesituatie en de nieuwe situatie. De energiebesparing in 2006 bedraagt dan de energie-inhoud van het materiaal in 1998 min de energie-inhoud van het materiaal in 2006: 72.500 GJ 67.500 GJ = 5.000 GJ 8

Voorbeeld 2 - Materiaalbesparing door ontwerpaanpassingen Verminder het materiaalgebruik door alert te zijn op overdimensioneren en door slimmer te construeren. Verkies bijvoorbeeld ribben in plaats van extra materiaaldikte en gebruik waar mogelijk holle vormen. Of maak sterkte- en stijfheidberekeningen om te bepalen wat de minimale afmetingen van de onderdelen moeten zijn. Bedrijf Y produceert kunststof vaten voor opslag van poeders en gebruikt daarvoor PS. In 2004 is het best verkopende vat opnieuw productierijp gemaakt met behulp van nieuwe CAD/CAM software. Het blijkt dat het mogelijk was door kleine aanpassingen van het ontwerp 2% minder materiaal te gebruiken om toch de benodigde sterkte van het vat te bereiken. In januari 2006 is de productie van het geoptimaliseerde vat gestart. Gegevens nodig voor de berekening 1998 2006 Bron Referentie situatie Nieuwe situatie Product volume (stuks) 175.000 180.000 verkoop PS inkoop 175 ton 176,4 ton inkoop Gewicht van het product 1 kg 0,98 kg Energie-inhoud van PS 82,5 MJ/kg 82,5 GJ/ton 82,5 MJ/kg 82,5 GJ/ton Pré Consultants / SenterNovem Berekening op basis van productievolume 1. Bereken de energie-inhoud van het materiaal in de referentiesituatie. Hoeveelheid kunststof materiaal1998 * energie-inhoud van het materiaal = de totale energieinhoud van het materiaal in 1998: 175 ton PS * 82,5 GJ/ton = 14.437,5 GJ bij een productievolume van 175.000 stuks 2. Bereken de energie-inhoud van het materiaal in de nieuwe situatie. Hoeveelheid kunststof materiaal 2006 * energie-inhoud van het materiaal = de totale energieinhoud van het materiaal in 2006: 176,4 ton * 82,5 MJ/kg = 14.553 GJ bij een productievolume van 180.000 stuks 3. Bereken het verschil in energie-inhoud van het materiaal tussen de referentiesituatie en de nieuwe situatie. Om de energie-inhoud van de referentiesituatie te kunnen vergelijken met de nieuwe situatie moet rekening gehouden worden met het aantal stuks producten. Eerst wordt dus de energieinhoud per product uitgerekend. De energie-inhoud van het product in 1998 is 14.437,5 GJ / 175.000 producten = 0,0825 GJ = 82,5 MJ/product 9

De energie-inhoud van het product in 2006 is 14.553 GJ / 180.000 product = 0,08085 GJ = 80,85 MJ/product De energiebesparing in 2006 bedraagt dan de energie-inhoud van het product in 1998 min de energie-inhoud van het product in 2006: 82,5 MJ 80,85 MJ = 1,65 MJ/per product In totaal komt dat overeen met 1,65 MJ/per product * 180.000 producten = 297.000 MJ = 297 GJ. De uitkomst kunt u controleren met de volgende korte berekening: (Gewicht product in referentie situatie gewicht product in nieuwe situatie) * nieuw productvolume * Energie-inhoud PS= energiebesparing in 2006 : (1 kg -0,98 kg ) * 180.000 stuks * 82,5 MJ/product = 297.000 MJ = 297 GJ. Een lichter product resulteert ook in minder energieverbruik tijdens het transport. Dit mag ook meegenomen worden. Zie hiervoor voorbeeld 4. 10

Voorbeeld 3 Energiebesparing door het toepassen van een ander type kunststof In dit voorbeeld wordt de behuizing van een computer (ABS) vervangen door een nieuwe behuizing gemaakt van PP. Door het toepassen van een ander type kunststof verandert de energie-inhoud van het product. In dit voorbeeld wordt dit toegelicht. Let op, een ander type kunststof toepassen, betekent dat vaak ook het ontwerp aangepast is en dus dat de hoeveelheid benodigde grondstof ook verandert. Gegevens nodig voor de berekening 1998 2006 Bron Referentiesituatie Nieuwe situatie Product volume (stuks) 30.000 35.000 verkoop ABS inkoop 24 ton - Schatting: zie rekenvoorbeeld PP inkoop - 24.5 ton inkoopbonnen Gewicht van het product 0.8 kg 0.7 kg Specificaties afdeling R&D Energie-inhoud van ABS 95,4 MJ/kg 95,4 GJ/ton Pré Consultants / SenterNovem Energie-inhoud van PP Berekening op basis van productievolume 72,5 MJ/kg 72,5 GJ/ton Pré Consultants / SenterNovem 1. Bereken de energie-inhoud van het materiaal in de referentiesituatie. Het totale gewicht aan materiaal (ABS) in 1998 * energie-inhoud van het materiaal = de totale energie-inhoud van het materiaal in 1998: 24 ton ABS * 95,4 GJ/ton = 2.289,6 GJ bij een productievolume van 30.000 stuks De energie-inhoud van het product in 1998 is 2.289,6 GJ / 30.000 producten =0,07632 GJ/ product = 76,32 MJ/product 2. Bereken de energie-inhoud van het materiaal in de nieuwe situatie. Het totale gewicht aan materiaal (PP) in 2006 * energie-inhoud van het materiaal = de totale energie-inhoud van het materiaal in 2006: 24.5 ton PP * 72,5 GJ/ton = 1.776,25 GJ bij een productievolume van 35.000 stuks. De energie-inhoud van het product in 2006 is 1.776,3 GJ / 35.000 producten = 0,05075 GJ/ product = 50,75 MJ/product 3. Bereken het verschil in energie-inhoud van het product tussen de referentiesituatie en de nieuwe situatie. Om de energie-inhoud van de referentiesituatie te kunnen vergelijken met de nieuwe situatie moet rekening gehouden worden met het aantal stuks producten. De energiebesparing in 11

2006 bedraagt dan de energie-inhoud van het product in 1998 min de energie-inhoud van het product in 2006: 76,32 MJ 50,75 MJ = 25,57 MJ/per product In totaal komt dat overeen met 25,75 MJ/per product * 35.000 producten = 894.950 MJ = 895 GJ. Een lichter product resulteert ook in minder energieverbruik tijdens het transport. Dit mag ook meegenomen worden. Zie hiervoor Voorbeeld 4. 12

Voorbeeld 4 Energiebesparing door het toepassen van kunststof in plaats van een ander materiaal (substitutie) Bedrijf H produceert kunststof bodemplaten voor gebruik in de circustent. De bodemplaten vormen de ondergrond van de tent tussen de ring en de tribunes, zodat de bezoekers zonder vieze schoenen naar hun plaatsen kunnen lopen. Het bedrijf H is in 2004 met de productie hiervan begonnen nadat de directeur een circus bezocht. Daar lagen stalen platen op de grond. De directeur bedacht onmiddellijk dat kunststof veel handiger was en heeft in 2006 25.000 kunststof grondplaten aan 10 circussen verkocht. De kunststof grondplaten zijn lichter en daardoor is het energiegebruik bij het vervoeren van de circustent afgenomen. Aangenomen wordt dat de kunststof plaat dezelfde levensduur heeft als de metalen plaat (10 jaar). Een gedeelte van deze energiewinst mag het bedrijf H naar zichzelf toerekenen voor de monitoring. Gegevens nodig voor de berekening 1998 2006 Bron Referentie situatie Nieuwe situatie Product volume (stuks) 25.000 25.000 verkoop Staal inkoop 900 ton - Schatting: zie rekenvoorbeeld PP inkoop - 500 ton inkoopbonnen Gewicht van het product 36 kg 20 kg Specificaties afdeling R&D Afgelegde kilometers gedurende gebruik 1. 500 1.500 Schatting: zie rekenvoorbeeld Energie-inhoud gebruik van vrachtwagen 3.5-10 ton van staal 2,71 MJ/tonkm 2,71 MJ/tonkm LESS SenterNovem Energie-inhoud van staal 30 MJ/kg 30 GJ/ton - LESS SenterNovem Energie-inhoud van PP - 82 MJ/kg 82 GJ/ton LESS SenterNovem Berekening op basis van productievolume 1. Bereken de energie-inhoud van het productievolume in de referentiesituatie. Het totale gewicht aan materiaal (staal) in 1998 * energie-inhoud van het materiaal = de totale energie-inhoud van het materiaal in 1998: 900 ton staal * 30 GJ/ton = 27.000 GJ bij een productievolume van 25.000 stuks 2. Bereken de energie-inhoud van het vervoeren van de bodemplaten in de referentiesituatie. De volgende aanname is vastgesteld na overleg met de circusdirecteur: Het circus verplaatst zich per jaar 15 keer en legt dan gemiddeld een afstand af van 100 km. Per jaar leggen de grondplaten dus 1500 km af in de vrachtwagen. Met een levensduur van 10 jaar leggen de grondplaten dus in totaal 15.000 km af. 13

(Het gewicht van de stalen grondplaten in 1998 * aantal afgelegde kilometers in levensduur) * energie-inhoud van het gebruik van de vrachtwagen = totaal energiegebruik voor het vervoer van de grondplaten in 1998. (900 ton * 15.000 km = 13.500.000 tonkm) * 2,71 MJ/tonkm = 36.585.000 MJ = 36.590 GJ. 3. Bereken de energie-inhoud van het productievolume in de nieuwe situatie. Het totale gewicht aan materiaal (PP) in 2006 * energie-inhoud van het materiaal = de totale energie-inhoud van het materiaal in 2006: 500 ton PP * 82 GJ/ton = 41.000 GJ bij een productievolume van 25.000 stuks 4. Bereken de energie-inhoud van het vervoeren van de bodemplaten in de nieuwe situatie. De grondplaten leggen in hun gehele levensduur 15.000 km af (zie punt 2) (Het gewicht van de kunststof grondplaten in 2006 * aantal afgelegde kilometers in 2006) * energie-inhoud van het gebruik van de vrachtwagen = totaal energiegebruik voor het vervoer van de grondplaten in 2006. (500 ton * 15.000 km = 7.500.000 tonkm) * 2,71 MJ/tonkm = 20.325.000 MJ = 20.330 GJ. 5. Bereken het verschil in energie-inhoud tussen de referentiesituatie en de nieuwe situatie. Energie-inhoud van het materiaal: De energiebeslag in 2006 bedraagt dan de energie-inhoud van het materiaal in 1998 min de energie-inhoud van het materiaal in 2006: 27.000 GJ 41.000 GJ = 14.000 GJ meer dan de referentiesituatie Energie-inhoud van het vervoer: De energiebesparing in 2006 bedraagt dan de energie-inhoud van het vervoer in 1998 min de energie-inhoud van het vervoer in 2006: 36.590 GJ - 20.330 GJ = 16.260 GJ. Voor het totaal verschil in energie-inhoud wordt de extra energie van het materiaal afgetrokken van de energiewinst gedurende het vervoer. 16.260 GJ 14.000 GJ = 2.260 GJ De uitkomst kunt u controleren met de volgende korte berekening: Energiebesparing door lager transportgewicht: Verschil in gewicht * energie-inhoud per tonkilometer * totaal aantal afgelegde kilometers = 400 ton * 2,71 MJ/tonkm* 15000 km = 1626000 MJ = 16.260 GJ Energiebesparing door toepassing ander materiaal: 14

=(Totaal gewicht staal 1998 * energie-inhoud staal ) (totaal gewicht materiaal 2006 energie-inhoud PP: (900 ton * 30 GJ/ton) (500 ton * 82 Gj/ton) = -14.000 GJ (negatief, dus toename energieverbruik) Totale energiebesparing = 16260 14000 = 2.260 GJ 6. Bereken het deel van de energiewinst die het bedrijf mag opnemen in de monitoring. Omdat een deel van de energiewinst gerealiseerd word door de circussen, zal de energiewinst verdeeld worden tussen de partijen. De betrokken circussen zijn geen MJA2-deelnemer en de onderbouwing is dus alleen voor bedrijf H opgesteld. Op basis van de projectinspanning (50%) - Het grootste deel van de ontwikkeling is door bedrijf H gedaan, alleen in het ontwikkelen van een programma van eisen is het circus betrokken. Op basis van de tijdsbesteding krijgt bedrijf H 95% van het aandeel voor projectinspanning. 50% * 95% * 2.260 GJ = 1.074 GJ Verdeling voor initiatief (30%) - Het idee voor toepassing van kunststof in plaats van staal is afkomstig van bedrijf H zelf: dus krijgt bedrijf H 100% van het aandeel voor initiatief. 30% * 100% * 2.260 GJ = 678 GJ Verdeling op basis van de energie-omvang (20%) Deze verdeelsleutel bestaat uit de verhouding tussen de totale energiegebruiken van de bedrijven. In dit voorbeeld is dat 85% voor het bedrijf H en 15% voor de 10 circussen. 20% * 85% * 2.260 GJ =384 GJ Totaal energiewinst dat bedrijf H kan toerekenen in de monitoring: 1.074 GJ + 678 GJ + 384GJ = 2.136 GJ Voorbeeld 5 Product wordt afgedankt voor recyclingdoeleinde Bedrijf M maakt een ventilator van PET voor in een vrachtwagen. In 1998 wordt 100% van de ventilatoren verbrand in de afvalfase. In 2006 wordt 100% van de ventilatoren gerecycled door een ander bedrijf. Gegevens nodig voor de berekening 1998 2006 Bron Referentiesituatie Nieuwe situatie PET inkoop 8 ton Inkoop afdeling Verbranding 8 ton - KAM afdeling Recycling - 8 ton KAM afdeling Energie-inhoud van verbranding van - 46,5 MJ/kg SVP Industries / 15

restafval - 46,5 GJ/ton SenterNovem 1. Stel het type recyclaat vast dat het resultaat is van het recyclingsproces. Het gaat om het recyclen tot Regranulaat. We nemen aan dat de stroom afgedankte ventilatoren het meest overeenkomt met de stroom Verpakkingsafval, flessen gescheiden van MSW. 2. Bepaal de energie-inhoud (GER-waarde) voor het aanleveren van materiaal voor recycling. In onderstaande figuur is aangegeven hoe er gebruik is gemaakt van de tabel Energie inhoud Recyclaat die in de bijlage van dit document is weergegeven. GER waarde Uitgespaard product PP + GER waarde Recyclage proces PP = de energie inhoud van het recyclen van PET ( = besparing per kilogram aangeleverd materiaal voor recycling). In dit geval is de energie-inhoud voor de recycling dus -70,9+20,2= -50,7 GJ/ton Met gebruik van de waarden uit de tabel is de berekening als volgt: 70,9 GJ/ton PET + 20,2 GJ/ton PET = - 50,7 GJ/ton PET 3. Bereken de energie die verwerking oplevert in de referentiesituatie Het totale gewicht aan materiaal (PET) in 1998 * energie-inhoud van het verbranden van PET = de totale energie-inhoud bij de verwerking in 1998: 8 ton * -46,5 GJ/ton = - 372 GJ 4. Bereken de energie die verwerking oplevert in de nieuwe situatie Het totale gewicht aan materiaal (PET) in 2006 * energie-inhoud van het recyclen van PET = de totale energie-inhoud van de verwerking in 2006: 8 ton * -50,7 GJ/ton = -405,6 GJ 5. Bereken het verschil tussen de referentiesituatie en de nieuwe situatie 16

De energiebesparing in 2006 bedraagt dan Energie inhoud nieuwe situatie Energie inhoud referentie situatie: -405,6 GJ (-372) GJ = - 33,6 GJ Het negatieve getal geeft aan dat er 33,6 GJ extra vrij komt bij recyclen ten opzichte van verbranden. De besparing is dus 33,6 GJ. 17

Voorbeeld 6 Inkoop Groene energie Bedrijf A is een televisieproducent en wil een deel van de procesenergie die hij gebruikt, duurzaam inkopen. Uit de verschillende alternatieven van duurzame energie kiest hij om groene stroom van derden te kopen. In 2006 heeft het bedrijf 100 KWh groene stroom ingekocht. Gegevens nodig voor de berekening Energiegebruik hoeveelheid op basis van productievolume 1998 Referentie situatie 1000 KWh/jaar gewone stroom 2006 Nieuwe situatie 1100 kwh/jaar gewone stroom 100 kwh/jaar groene stroom Bron Inkoop 1. Ga naar het tabblad Duurzame energie onder Uitgevoerde energiebesparingsprojecten en voeg de maatregel toe bij de passende categorie. 2. Het programma rekent de energiebesparing voor u door. 18

BIJLAGE: Energie inhoud Recyclaat In onderstaande tabel zijn de verschillende niveaus en modellen weergegeven, samen met de overeenkomstige GER-waarde in MJ/kg (is gelijk aan GJ/ton). 1 De GER waarde Primair materiaal is de energie inhoud van de productie van het primair materiaal. De GER waarde Recyclage proces is de energie inhoud die nodig is voor het omzetten van virgin materiaal in recyclaat. De GER waarde Uitgespaard product is de energie inhoud die teruggewonnen wordt door virgin materiaal te recyclen. Omdat er materiaal verloren gaat bij het omzetten van virgin materiaal in recyclaat is deze waarde lager dan de energie inhoud van het virgin materiaal zelf. 95,4 algoed * Aglomeraat* Regranulaat* Industriële kunststof mix, gesorteerd Kunststof mix, gescheiden van MSW Industriële kunststof mix, gesorteerd Verpakkingsafval, gescheiden van MSW Verpakkingsafval, kunststof film, gescheiden van MSW y factor 90% ncy factor 90% y factor 95% ncy factor 95% cy factor 51% y factor 90% y factor 95% cy factor 95% 72,5 11,5 21 13,5-65,3 20,7-68,9 20,7-48,2 23,1-7,8 15,3-65,3 20,2-68,9 13,0-68,9 84 11,5 21 13,5-75,6 20,7-79,8 20,7-55,9 23,1-7,8 x x 20,2-79,8 x x 82,2 11,5 21 13,5-74,0 20,7-78,1 20,7-54,7 23,1-7,8 x x 20,2-78,1 13,0-78,1 74,6 11,5 21 13,5-67,1 20,7-70,9 20,7-49,6 23,1-7,8 x x 20,2-70,9 13,0-70,9 72,9 11,5 21 13,5-65,6 20,7-69,3 20,7-48,5 23,1-7,8 15,3-65,6 20,2-69,3 13,0-69,3 73,6 11,5 21 13,5-66,2 20,7-69,9 20,7-48,9 23,1-7,8 15,3-66,2 20,2-69,9 13,0-69,9 72,2 11,5 21 13,5-65,0 20,7-68,6 20,7-48,0 23,1-7,8 15,3-65,0 20,2-68,6 13,0-68,6 48,4 11,5 21 13,5-43,6 20,7-46,0 20,7-32,2 23,1-7,8 x x 20,2-46,0 x x 120 108 * De GER waarden voor primair materiaal zijn verkregen uit de Ecoinvent database. Op de SenterNovem website is een uitgebreide lijst met GER waarden te vinden, deze zijn afkomstig uit andere databases en wijken iets af. * MSW: Municipal Solid Waste Kunststof mix, gescheiden van MSW Industriële kratten en films, gesorteerd Verpakkingsafval, flessen gescheiden van MSW Flessenbank 1 Bron: Pre Consultants 19