Postbus AA PURMEREND

Vergelijkbare documenten
Kansenstudie Aardgasloos Purmerend

Energietransitie Caldomus

Warmtenetten: hoe en waarom? Wim Mans 18 april 2018 Arnhem

Technieken en financiering van de aardgasvrijoplossingen

met lage temperatuur warmtebron Kennisgroep lage temperatuur warmtenetten

Bijlage I Investeringen en energielasten Energiesprong woningbouw Maria van Bourgondiëlaan te Eindhoven. 1 Inleiding

Route kaart naar aardgasvrij

Verdiepingsbijeenkomst Kom van dat gas af. 29 januari 2018 Gemeente Barendrecht

De 10 meest gestelde vragen over aardgasvrij wonen

Bestaande bouw verduurzamen met warmte. 1 oktober 2015 Peter Heijboer

Duurzaam Bouwloket. Voor onafhankelijke informatie en advies over:

Duurzaam Bouwloket. Voor onafhankelijke informatie en advies over:

HAAL MEER ENERGIE UIT JE HUIS START MET ENERGIEBESPARING

Categorie Algemeen Kan ik beter alleen of samen met de buren iets doen? Kunnen we iets collectiefs doen, bijvoorbeeld met onze buren?

1. Inleiding. 2. Uitgangspunten. Notitie. 2.1 Berekeningswijze

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp

Concepten EPC 0.4. Bouwkundige uitgangspunten

Verduurzaming 39 woningen Seringenlaan

Aardgasvrije wijken. Bewonersbijeenkomst 4 juni 2018 Havenbuurt Berkel en Rodenrijs

IS UW HUIS GESCHIKT VOOR EEN WARMTEPOMP?

De weg van de energietransitie d.d VEBOA - Alphen aan den Rijn Dhr. E.J. Reemst

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

Is uw huis geschikt voor een warmtepomp?

EEN DUURZAME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN

-Werkconferentie uitfaseren aardgas -Carla Roghair Alliander -Marc van der Burght gemeente Arnhem -24 mei 2017

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

Statenwarmte/BES. Presentatie resultaten actieonderzoek. Deze versie is voor internet enigszins aangepast. Tom Egyedi. Stat4nWarmt4.

Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen

Verwarm uw woning elektrisch. Creëer met een warmtepomp uw ideale WinWoonSituatie

Energiebesparing Gemeente Huizen

Rapportage Energiebesparingsverkenner

Appendix. Kansen voor zonnewarmte in het hart van de energietransitie. Position Paper

Opwekking duurzame energie en terugverdientijden. Niek Tramper

Managementrapportage Verduurzaming Wijk van de Toekomst Ermelo. augustus 2018

Ke u ze p l a n e n e rg i e - e n i n stallatieconcept. K e i z e r l i b e l Te r B o r c h 2 9 n o v e m b e r

Twijfels over infraroodverwarming Lente-akkoord Zeer Energiezuinige Nieuwbouw i.s.m. DWA

Informatiebijeenkomst VvE s. Oegstgeest 1 april 2019

Winst en comfort uit duurzaamheid. Bouw op onze kennis

Energie-Index advies tbv huursector

NIEUWBOUWWIJK NIJSTAD-OOST

TEO/WKO WARMTE BESTAANDE WOONWIJK HEEG

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE NIEUWVEENSE LANDEN

Energie besparing en woning verbetering voor VvE s. sparen in grote stappen of in 1 x naar Nul op de meter

Bewonerspanel aardgasvrij wonen - maart 2019

Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas. Hans Schneider (Liander) programma

ENERGIETRANSITIE NAAR GASLOZE WIJKEN

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen.

ZWARTBOEK - Warmtewet en ACM Besluit

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt

Kosten Warmte in Meerwijk Haarlem wordt steeds gasvrijer

Duurzaamheidsagenda Informatiebijeenkomst INTERREG project VvE s nul op de meter ready

LT-warmtenet. Ruimteverwarming. Warmtapwater

2 juli VVE de Wetering

Welkom aan de Energietafel!

Stichtse Vecht Isoleert 1.0 Nut & Noodzaak

Impressie van de bewonersbijeenkomsten Overvecht-Noord aardgasvrij

Rapportage Energiebus

Voor onafhankelijke informatie en advies over:

TEO/WKO WARMTE RENOVATIEWIJK SNEEK

Kees Bakker

Energiebesparing Industrie. Nieuwe proposities warmtenetten voor bestaande gebouwen

WELKOM Doorpakken met aardgasvrije wijken Donderdag 6 december, Jaarbeurs Utrecht. 7. De juiste match

Rekenmodel Gelijk Als Anders (GAA) tarieven warmte

Energie-Index advies tbv huursector

Buurkracht Alteveer-Cranevelt

3 Energiegebruik huidige situatie

Foto van de woning. Gegevens. Naam Adres. (vanwege privacy verwijderd)

Energie Index berekening (EI)

Duurzame woningverbetering

WAAROM ALLES-IN-HUIS?

Warmtepompen en zonneboilers

ALLES-IN-HUIS VOOR NUL OP DE METER ALLES-IN-HUIS. Zonnepanelen. Nieuw dak. Warmtepomp. Isolerend glas. Nieuwe gevel. WTW-installatie.

Rijksoverheid. Veel besparingsmogelijkheden t/m t/m 100. Dubbel glas. Dubbel glas. Niet extra geïsoleerd. Niet van toepassing. Nee.

Schothorst Amersfoort

BEVINDINGEN ENERGIECONCEPT ORANGERIE VAN KASTEEL AMSTENRADE Aan: Mevrouw L. van Lidth de Jeude-d'Ansembourg en Arjan Oosterhof

NIEUWBOUW ZONDER AARDGAS VOOR EEN DUURZAME TOEKOMST

Noordwest gasdeel / Noordwest warmte deel / Boomgaarden

Wageningen Hoog / De Eng / Buitengebied

ADVIES ENERGIECONCEPT BUREAU NIEMAN KLUSWONINGEN CAPADOSESTRAAT 9-11 DEN HAAG

Is uw VvE toekomstbestendig?

Alterna(even voor aardgas

Eize-Jan Bakker Pieter Nap

Van het aardgas af, maar hoe dan? Een kijkje in Oostvoorne

Concept second opinion voor de Schaepmanstraat, Katwijk

Het voordeel voor de klant berekenen bij Energiebesparende voorzieningen

DUURZAME WARMTEVOORZIENING

Warmtepompen. Een introductie

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN

BuildDesk kennisdocument

Gasloos: Wie gaan er over en hoe krijgen we ze zo ver?

Energiebesparen doe je nu!

4 Energiebesparingsadvies

Eize-Jan Bakker Pieter Nap

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl

Collectieve warmte naar lage temperatuur Een verkenning van mogelijkheden en routes Edwin van Vliet

Voorbeeldexamen Energieprestatiecertificaat

1. Opening/inleiding Joke Dijkstra heet alle aanwezigen welkom. Zij geeft een toelichting op het programma van de bijeenkomst Aardgasloos.

Route naar een aardgasvrije wijk. Marjo Kroese, Procesbegeleider aardgasvrije wijken, Klimaatverbond Nederland

Deelplan 5 Geeren-Zuid 1. Resultaten onderzoek NOM-ready 2. Voorstel geriefverbeteringen 3. Sociaal plan 4. Website 5. Voorlopige planning

Transcriptie:

Rapport Verdieping aardgasloze concepten Purmerend Rapport Verdieping aardgasloze concepten Purmerend Datum 2 mei 2017 Projectnummer 16287 Status Concept 1 Opdrachtgever Gemeente Purmerend Postbus 15 1440 AA PURMEREND Uitgevoerd door DWA Duitslandweg 4 Postbus 274 2410 AG BODEGRAVEN Telefoon 088-163 53 00 E-mailadres: friso.waagmeester@dwa.nl Auteur Co-lezer ir. Friso Waagmeester ing. Peter Heijboer 16287 1404927 de heer F. Waagmeester 16287FWAA1404927 Op al onze diensten en mededelingen is DNR 2011 van toepassing. DNR 2011 is gepubliceerd op onze website onder http://www.dwa.nl/dnr 1

2 16287FWAA1404927

Inhoudsopgave 1 Conclusies en aanbevelingen...4 1.1 Conclusies... 4 1.2 Aanbevelingen/ beschouwing... 5 2 Inleiding...7 3 Selectie pilotwijk voor start transitie naar aardgasloos...8 3.1 Afweging en keuze... 8 3.2 Overwhere-Zuid en woningtypen... 9 3.2.1 Rijwoning... 10 3.2.2 Twee-onder-een-kapwoning... 10 3.2.3 Portiekwoning... 11 4 Omschrijving scenario s... 12 4.1 Inleiding... 12 4.2 Definitie van de scenario s... 13 4.2.1 Referentie... 13 4.2.2 Referentie +... 13 4.2.3 Warmte... 14 4.2.4 Warmte +... 15 4.2.5 Warmte (EI=0)... 15 4.2.6 All Electric (noodzakelijke maatregelen)... 15 4.2.7 All Electric (EI=0)... 16 4.2.8 Nadere toelichting bij een aantal kostenposten... 16 5 Resultaten van de berekeningen... 17 5.1 Uitgangspunten voor berekening Rekenen in jaarlasten... 17 5.2 Inzet van PV-panelen... 18 5.3 Energetische resultaten... 18 5.4 Jaarlastenvergelijkingen voor particuliere woningen... 19 5.4.1 Resultaten Integrale kostenbenadering... 20 5.4.2 Resultaten vanuit bewonersperspectief... 21 5.4.3 Gevoeligheidsanalyse... 22 5.5 Impact voor corporaties/huurders... 22 5.6 Subsidies... 23 5.6.1 ISDE-subsidie... 23 5.6.2 Subsidie energiebesparing eigen huis.... 23 5.6.3 STEP-subsidie... 23 6 Dienstenpakketten... 24 6.1 Oogst uit de bijeenkomst van 13 maart... 24 6.2 Klantreis... 25 6.2.1 Informatiefase... 25 6.2.2 Beslisfase... 26 6.2.3 Uitvoeringsfase... 26 7 Bijlagen... 27 7.1 Uitgangspunten voor scenario s Referentie en Warmte.... 27 7.2 Besparende maatregelen voor scenario s Referentie+ en Warmte+... 27 7.3 Besparende maatregelen voor scenario s Warmte (EI=0) en All Electric (EI=0)... 27 7.4 Besparende maatregelen voor scenario s All Electric (noodzakelijke maatregelen)... 28 7.5 Gevoeligheidsanalyse... 28 7.5.1 Rente 3% i.p.v. 5%... 28 7.5.2 Gasprijs van 0,70 i.p.v. 0,53... 29 7.5.3 Rente naar 3 % en gasprijs naar 0,70... 29 7.5.4 Niet combineren van rioolvervanging en verduurzamen... 30 7.6 Overzichten van investeringen en jaarlasten per scenario... 30 7.6.1 Overzicht rijwoning... 31 7.6.2 Overzicht twee-onder-een-kapwoning... 32 7.6.3 Overzicht portiekwoning... 33 16287FWAA1404927 3

1 Conclusies en aanbevelingen 1.1 Conclusies De keuze voor de pilotwijk is gevallen op Overwhere-Zuid. Van de wijken in Purmerend is dit de meest kansrijke wijk om op dit moment te beginnen met de transitie naar aardgasloos. De overwegingen daarbij zijn: De vervanging van het riool is aanstaande. De gasleidingen zijn ouder dan 40 jaar. Het warmtenet van Stadsverwarming Purmerend ligt in de buurt. De wijk heeft verschillende soorten eigenaren, zowel particulier als corporaties. De wijk heeft verschillende typen woningen. In het onderzoek is gekeken naar 690 rijwoningen, 21 twee-onder-een-kapwoningen en 80 portiekwoningen. Conclusies uit de CO2-uitstoot en Energie-index (EI): Besparingsmaatregelen hebben een sterke verlaging van de CO2-uitstoot en EI tot gevolg. De invloed van duurzame warmte resulteert in een veel lagere CO2-uitstoot voor de warmtescenario s dan de Referentie(gas)-scenario s. Voor All Electric is uitgegaan van de gemiddelde Nederlandse stroommix. Deze is niet duurzaam. Daarom is de CO2-uitstoot en EI nog aanzienlijk hoog. De CO2 uitstoot van zowel het scenario Warmte als All electric is fors te verlagen door zonnepanelen op de woningen te plaatsen. Om EI=0 te bereiken, zijn in het scenario Warmte minder zonnepanelen nodig dan in scenario All electric. Conclusies met betrekking tot de jaarlasten en gevoeligheid. Voor de jaarlasten is gekeken naar twee perspectieven, op integrale kosten voor alle partijen en voor de bewoners-eigenaars. Onderstaande tabel geeft de integrale kosten-batenanalyse weer. Tabel 1.1 Jaarlasten (integrale kosten-batenanalyse) en gevoeligheid voor een rijwoning Bedragen in euro Ref Ref+ Warmte Warmte + Jaarlasten bij uitgangspunt, rente 5%, gasprijs Є 0,53 Warmte EI=0 All Electric All Electric EI=0 Totaal 1.771 1.693 1.707 1.834 2.169 2.351 2.403 Meerprijs t.o.v. Ref+ 78 14 141 476 658 710 Rente 3% Gasprijs 0,70 Rente 3% en gasprijs 0,70 Meerprijs t.o.v. Ref+ Meerprijs t.o.v. Ref+ Meerprijs t.o.v. Ref+ 191-13 1 133 419 320 241-200 -73 262 444 496 355-226 -213-81 206 106 Bovenstaande tabel is gemaakt voor een rijwoning. Dit is veruit de grootste groep in Overwhere-Zuid. Ook gelden de algemene conclusies van alle drie de woningtypen. Het inzetten van Warmte om te verduurzamen is een interessante optie. Het geeft de mogelijkheid om los van elkaar over te stappen van Aardgas naar Warmte en de woning te isoleren. Dit biedt bewoners relatieve vrijheid in de investeringsmomenten. Voor All Electric moeten de investeringen in isolerende maatregelen en de overgang van Aardgas op elektriciteit wel gelijktijdig plaatsvinden. Dit betekent een grote investering in een keer. Uit de vergelijking voor bewoners-eigenaars blijkt dat het voordeel voor Warmte (+) nog niet bij hen terecht komt. Wel zitten ook hierin de scenario s Referentie (+) en Warmte (+) dicht bij elkaar en is EI=0 en All Electric nog minder aantrekkelijk. Concluderend kan gezegd worden dat Warmte een interessante optie is voor aardgasloos worden, maar dat er in de huidige verdeling een nadeel bij de bewoners is waardoor Warmte (+) relatief duurder is dan de Referentie (+). Omdat getoond is dat in de IKBA wel een voordeel te behalen is voor Warmte (+), kan er mogelijk met een andere verdeling van de kosten wel een interessant aanbod voor bewoners worden gemaakt. 4 16287FWAA1404927

Niet combineren van rioolvervanging en verduurzamen In de berekeningen is uitgegaan van een combinatie van rioolvervanging en aanleg van aardgasloze infrastructuur. Een effect dat niet in bovenstaande tabel past, maar zeer wezenlijk is, is het niet combineren van rioolvervanging met de aanleg van de nieuwe infrastructuur. Doordat de straat dan twee keer open moet wordt de aanleg van Warmte duurder. De jaarlasten van Warmte, Warmte + en Warmte (EI=0) stijgen met 36 per woning. Echter, Liander geeft aan dat een deel van het gasnet vervangen moet worden bij rioolvervanging. Dit kost voor Overwhere-Zuid 600.000. Omdat de wijk op termijn aardgasloos wordt, wordt deze investering sneller afgeschreven. Als we uitgaan van aardgasloos worden over 5 jaar, dan zijn de extra jaarlasten van het gasnet 155 per woning. De investering van 600.000 is dan in feite weggegooid geld. Conclusie is dat het niet combineren van rioolvervanging met aardgasloos worden een jaarlastenopdrijvend effect. Dienstenpakketten Om de bewoners te helpen bij het kiezen van een aardgasloos alternatief kunnen er dienstenpakketten worden gemaakt. Kernbegrippen zijn: draagvlak creëren, onafhankelijkheid, ontzorgen, informatie en standaardisatie. Dit kan vorm krijgen in een informatie winkel waar offertes kunnen worden aangevraagd voor standaard warmte-aansluitingen, isolatiepakketten, warmtepompen, etc. Een tweede functie van de informatie winkel zal het bundelen van de vraag zijn, om collectieve acties mogelijk te maken. 1.2 Aanbevelingen/ beschouwing Dit onderzoek helpt mee om Purmerend aardgasloos te maken. Tegelijk laat het zien dat het pad naar aardgasloos nog niet geëffend is. Het investeren in gasinfrastructuur is niet meer rendabel, terwijl het soms wel noodzakelijk is, omdat er rioolvervanging plaatsvindt. Het alternatief voor aardgas zal in veel gevallen warmte zijn, omdat vanuit de integrale kostenbenadering het interessantste alternatief is. Dit geldt zowel voor de rijwoning, 2-onder-1 kapwoning en portiekflat. In de geselecteerde pilotwijk Overwhere Zuid is de rioolvervanging aanstaande. Maar het tijdig verkrijgen van voldoende medestanders en draagvlak voor de transitie naar een aardgasloze wijk is een uitdaging. Het moment dat er voldoende draagvlak is, hoeft niet het moment te zijn dat het riool echt vervangen moet worden. Het verkrijgen van draagvlak in Overwhere-Zuid is dus belangrijk om tempo te maken en de eerste pilot te starten. Een alternatief kan zijn om nu de infrastructuur aan te leggen, met de rioolvervanging mee, en erop te vertrouwen dat in de loop van de tijd de bewoners aangesloten willen worden. Dit vereist een helder beeld van de gemeente wat er in welke buurt/wijk komt te liggen en vereist een investeerder die het risico aandurft. Tot op heden heeft deze investeerder zich niet gemeld. Sowieso zullen bewoners en corporaties naar de gemeente kijken als regisseur van de energietransitie wat er in hun wijk gaat gebeuren. Het is dan ook aan te bevelen om als gemeente (in samenwerking met netwerkbedrijven) een heldere visie te hebben over de infrastructuur van de toekomst. Door het voortouw te nemen ontstaat er ook weer massa waardoor bewoners en investeerder vertrouwen krijgen in een oplossing en mogelijk makkelijker overstappen op aardgasloos. De oplossing Warmte is aantrekkelijk omdat deze relatief los staat van de isolerende maatregelen die bewoners kunnen nemen. Dit maakt dat de investeringen gespreid kunnen worden. Bij All Electric is een voorwaarde dat een woning goed geïsoleerd is, dit maakt de aanvangsinvestering zeer hoog. 16287FWAA1404927 5

Uiteraard zal er ook nog veel (technisch) ontwikkeld moeten worden. Een vraag die bijvoorbeeld nog onbeantwoord is: hoe kunnen we de aansluitingen slimmer en dus goedkoper aanleggen? Prefab aansluitingen? Via de zolders door de knieschotten? Door kruipruimtes? Waar kunnen we verder standaardiseren? Tot slot, welke oplossing ook wordt gekozen, het is van belang om het grotere plan te maken, de toekomstvisie, zodat partijen zekerheid krijgen en zich aan het plan kunnen verbinden. Dan ontstaat er ruimte om te investeren en om bewoners te enthousiasmeren en te overtuigen om mee te doen. 6 16287FWAA1404927

2 Inleiding Het college van gemeente Purmerend heeft de doelstelling geformuleerd om rond 2040 de eerste volledig aardgasloze stad van Nederland te zijn. Purmerend heeft daarbij een unieke uitgangspositie omdat al 75% van de bebouwing is aangesloten op het warmtenet van Stadsverwarming Purmerend en dus al aardgasloos is. Om aan te haken bij de landelijke ontwikkelingen heeft Purmerend de green deal aardgasloze wijken ondertekend. Uit het door DWA opgestelde rapport Kansenstudie aardgasloos Purmerend van 29 juni 2016 bleek dat er kansen zijn om Purmerend aardgasloos te maken. Wel is er verdieping van de cijfers nodig voordat begonnen kan worden met een pilot van het aardgasloos maken van de eerst woonblokken en/of buurten. Dit rapport biedt deze verdieping door praktische rekenvoorbeelden te geven die voor verdere communicatie met de betrokken stakeholders en bewoners te gebruiken zijn. In dit rapport is allereerst ingezoomd op de meest kansrijke wijken die aardgasloos gemaakt kunnen worden, de pilotwijk. Door een combinatie te maken met vervanging van het riool en ouderdom van de gasnetten is een wijk geselecteerd waar vervangen van aardgas door een duurzamer alternatief redelijk en aanstaande is. Binnen deze wijk zijn drie woningtypen geselecteerd die vaker voorkomen en daarmee archetypisch zijn voor deze wijk, maar ook voor andere wijken die nog aardgas hebben. Voor deze woningtypen is de vraag beantwoord wat het financieel betekent als er energiebesparende maatregelen worden genomen of een alternatief voor aardgas wordt aangesloten. Voor de drie woningtypen zijn zeven scenario s uitgewerkt: Referentie: dit is de huidige situatie met aardgas; Referentie +: de huidige situatie met aardgas waarbij isolerende maatregelen worden genomen; Warmte: aansluiten op stadsverwarming; Warmte +: aansluiten op stadsverwarming met isolerende maatregelen Warmte (EI=0): aansluiten op stadsverwarming met isolerende maatregelen tot energie-index=0 All Electric: woning voorzien van een warmtepomp met isolerende maatregelen All Electric (EI=0): woning voorzien van een warmtepomp met isolerende maatregelen tot energieindex=0 Na de berekeningen van de verschillende scenario s is kort gekeken wat de effecten zijn van wijzigingen van verschillende aannames, de gevoeligheidsanalyse. Het rapport eindigt met een voorzet voor het maken van dienstenpakketten, waarmee de bewoners geïnformeerd kunnen worden en waarop zij beslissingen kunnen nemen. 16287FWAA1404927 7

3 Selectie pilotwijk voor start transitie naar aardgasloos 3.1 Afweging en keuze Uit de Kansenstudie aardgasloos Purmerend van 29 juni 2016 zijn een aantal wijken gekomen waar de transitie naar aardgasloos financieel binnen handbereik is. Dit zijn de groene wijken uit figuur 3.1. In overleg met de gemeente Purmerend zijn de wijken Overwhere-Noord, Overwhere-Zuid en Wheermolen-Oost aangewezen als wijken die het meest kansrijk zijn voor de pilotprojecten. figuur 3.1: Verschil in jaarlasten tussen aardgasscenario en optimale mix-scenario Nader onderzoek van deze wijken wijst uit dat Overwhere-Zuid op dit moment het meest kansrijk is, omdat: De vervanging van het riool is aanstaande. Als riool wordt vervangen moet de hele straat open, wat een natuurlijk moment is om ook andere infrastructuur te vervangen. Een deel van het bestaande gasnet moet vervangen worden, omdat het leidingmateriaal niet meer gebruikt mag worden na beroering. De gasleidingen zijn ouder dan 40 jaar. 40 jaar is de afschrijftermijn van gasleidingen en de leidingen kunnen dus vervangen worden. Daarnaast kan het gasnet de komende afschrijftermijn niet volmaken omdat uiterlijk in 2050 geen gas meer gebruikt mag worden voor verwarming. Het warmtenet van Stadsverwarming Purmerend ligt in de buurt. Uit de Kansenstudie bleek dat Warmte voor veel woningen een aantrekkelijk alternatief is. Dus voor de pilot is het handig als er kan worden uitgegaan van het bestaande warmtenet. De wijk heeft verschillende soorten eigenaren, zowel particulier als corporaties. Dit is belangrijk omdat Purmerend in dit project nadrukkelijk een transitiepropositie wil maken voor particuliere eigenaars. De wijk heeft verschillende typen woningen, waardoor het mogelijk is de propositie op verschillende soorten woningen te enten. De reden dat Overwhere-Noord en Wheermolen-Oost op dit moment niet tot pilotwijk worden gekozen komt doordat bovenstaande argumenten minder sterk of niet allemaal tegelijk gelden. In Wheermolen Oost geldt: 8 16287FWAA1404927

Gasleidingen jonger dan 40 jaar Eenvormige opbouw van huizen: het zijn veel rijtjeshuizen In Overwhere Noord geldt: Deel gasleidingen ouder dan 40 jaar, met name huisaansluitingen, maar gasnet niet Warmtenet van SVP gaat door de wijk, maar beperkt Rioolvervanging is niet aanstaande Ook al is gekozen voor één wijk, dan nog is een groot deel van de conclusies ook geldig voor andere wijken. Er is in Overwhere-Zuid weinig bezit van woningcorporatie Intermaris, maar de uitkomsten van dit onderzoek kunnen wel behulpzaam zijn voor het bezit van de woningcorporatie. 3.2 Overwhere-Zuid en woningtypen Binnen Overwhere-Zuid is een subgebied geselecteerd op basis van rioolvervanging, zie figuur 3.2. figuur 3.2 Subgebied binnen Overwhere Zuid dat voor pilot in aanmerking komt Binnen het bruin/grijs gearceerde subgebied is onderzocht welke soorten woningen en andere bebouwing aanwezig is, zie tabel 3.1 16287FWAA1404927 9

tabel 3.1 Aantal woningen Overwhere Zuid Aantal Rijtjeswoning 690 Twee onder een kap 21 Seniorenwoning 24 Portiekwoning 80 Vrijstaande woning 4 Winkelverzamelgebouw 73 Overige utiliteit 0 Totaal woningen/eenheden Overwhere Zuid 892 Voor het onderzoek is gekozen om drie typen woningen; Rijtjeswoning, twee-onder-een-kap en portiekwoning verder uit te werken. Hieronder volgt een korte schets per type woning. 3.2.1 Rijwoning Voor de rijwoningen zijn dit de rijwoningen gebouwd in de periode 1946 tot 1964. Het gemiddeld vloeroppervlak is 87m2. Er zijn 690 rijwoningen in het onderzochte gebied. 3.2.2 Twee-onder-een-kapwoning Voor de 2-onder-1-kapwoningen zijn dit de woningen gebouwd tot en met 1964. Het gemiddeld vloeroppervlak is 110m2 en er zijn 21 2-onder-1-kapwoningen in het onderzochte gebied. 10 16287FWAA1404927

3.2.3 Portiekwoning Voor de portiekflat zijn dit de woningen gebouwd in de 1964. Het gemiddeld vloeroppervlak is 71m2 en er zijn 80 portiekwoningen in het onderzochte gebied. 16287FWAA1404927 11

4 Omschrijving scenario s In dit hoofdstuk is beschreven welke toekomstscenario s onderzocht zijn voor de geselecteerde pilotwijk. 4.1 Inleiding Als uitgangspunt is de huidige situatie genomen, namelijk aardgas als bron voor verwarmen en warmtapwater. Dit is het scenario Referentie. Voor de transitie naar aardgasloos zijn twee alternatieve routes bekeken: Warmtenetten of All Electric. Deze twee routes zijn gecombineerd met verschillend isolatie-/besparingsmaatregelen. In onderstaande figuur 4.1 is de samenhang aangegeven. Voor de route Warmtenetten kan een woning aardgasloos worden door de aardgasketel te vervangen door een aansluiting op een collectief warmtenet voor verwarming en warmwater. Ook is elektrisch koken noodzakelijk. Gedurende de levensloop van de woningen kan gekozen voor (vergaande) verbetering van de schilisolatie, het toepassen van andere ventilatie en lagetemperatuurverwarming. Door het plaatsen van zonnepanelen kan de woning zelfs energieneutraal worden. Binnen de route Warmtenetten kan elke stap in principe op zichzelf staan. Het aansluiten op het warmtenet vereist namelijk geen minimale isolatiegraad van de woning. Voor de route All Electric geldt dat aardgasloos maken altijd een combinatie is van toepassen van elektrische warmtepomp voor verwarming en vergaande schilisolatie met aan gepaste ventilatie en lagetemperatuurverwarming. Deze combinatie is nodig vanwege het karakter van een warmtepomp, die warmte geeft op lage temperatuur. Vervolgens kan met toepassing van zonnepanelen de woning energieneutraal gemaakt worden. Dit kan als losse maatregel worden genomen. figuur 4.1 Overzicht van alternatieve energiebronnen en isolatiemaatregelen. 12 16287FWAA1404927

De combinatie van energiebronnen en besparingsmaatregelen leidt tot zeven scenario s, zie tabel 4.1. tabel 4.1 Scenario s Voor ruimteverwarming Voor warmtapwater Scenario's Referentie Combiketel aardgas Combiketel aardgas Referentie + Combiketel aardgas Combiketel aardgas Warmte Warmte + Warmte EI=0 All Electric All Electric EI=0 Warmteset Warmteset Warmteset Warmtepomp Warmtepomp Warmteset Warmteset Warmteset Warmtepomp Warmtepomp Voor koken Aardgas Aardgas Elektrisch Elektrisch Elektrisch Elektrisch Elektrisch Isolatie Geen Rendabel Geen Rendabel Vergaand Noodzakelijk Vergaand PV-panelen (m2) ja ja Mechanische ventilatie (met/zonder CO2- sturing) ja ja ja ja ja, CO2 ja,co2 ja, CO2 Routes naar aardgasloos Deze scenario s worden toegelicht in onderstaande paragrafen. 4.2 Definitie van de scenario s Noot: in hoofdstuk 7 Bijlagen staan de besparende maatregelen uitgewerkt in korte omschrijving en isolerende waarden (Rc- of U-waarden). 4.2.1 Referentie Het scenario Referentie is de huidige situatie het uitgangspunt. Hierin wordt gebruik gemaakt van een cv-ketel (HR) en een gasaansluiting. Dit aardgas wordt gedistribueerd door netbeheerder Liander en geleverd door de leverancier naar keuze van de bewoners. Er wordt van uitgegaan dat de woningen gemiddeld voldoen aan de omschrijving in de RVO-publicatie Voorbeeldwoningen 2011, bestaande bouw, huidig. Dit is een gemiddelde van originele bouw en uitgevoerde verbeteringen tot 2011. Voorbeelden zijn dat een deel van het origineel enkel glas is vervangen door dubbel glas en het ontbreken van isolatie in muren, daken en begane grondvloer. Er wordt vanuit gegaan dat er een vorm van mechanische ventilatie aanwezig is. De kosten in dit scenario betreffen met name de reguliere kosten voor inkoop gas, voor onderhoud en beheer van de cv-ketel en het gasnetwerk en voor de administratieve processen bij netbeheerder en leverancier. 4.2.2 Referentie + Voor het scenario Referentie+ wordt uitgegaan van een cv-ketel en aardgaslevering zoals in scenario Referentie. Echter er wordt aan de woningen een pakket aan besparingsmaatregelen toegevoegd (de + ). Dit zijn maatregelen die in de regel rendabel zijn, en dus de jaarlasten verlagen. De maatregelen betreffen het verbeteren van de isolatiewaarden van de schil van de woning, waardoor de energievraag omlaag gaat. De schil wordt verbeterd door toepassing van dak-, gevel- en vloerisolatie en door toepassing van (beter) dubbel glas (HR++). Uitgangspunt is de woning zoals die is omschreven in de RVO-publicatie Voorbeeldwoningen 2011, bestaande bouw, Besparingspakket. In de berekeningen zijn de volgende kosten meegenomen: De kapitaalkosten voor de investering in de besparende maatregelen; De verlaging van het energieverbruik; en de dus lagere aardgaskosten; 16287FWAA1404927 13

De beheerkosten van de besparende maatregelen Het scenario Referentie + kan in principe stand alone worden uitgevoerd. Dus voor iedere woning op zichzelf en op elk moment. Dit hoeft niet plaats te vinden op een renovatiemoment. Noot bij Referentie en Referentie +: beide scenario s gaan uit van uitersten. In de eerste is er niets geïsoleerd en in de laatste is alles gedaan. De praktijk in Purmerend zal zijn dat er huizen zijn waar wel degelijk al een deel van de maatregelen is uitgevoerd. 4.2.3 Warmte Met Warmte wordt in dit rapport bedoeld Stadsverwarming. Geleverd door Stadsverwarming Purmerend (SVP) en gedistribueerd naar woningen met een stelsel van transport en distributieleidingen. De Warmte wordt aan woningen geleverd met behulp van een zogenaamde afleverset. Hierin wordt de geleverde hoeveelheid warmte gemeten in GigaJoules (GJ) en wordt warmtapwater bereid in een warmtewisselaar. De aanvoertemperatuur is hoog genoeg om tapwater te bereiden. Het huidige Equivalent OpwekkingsRendement (EOR) van SVP is 207,5%. SVP gebruikt nu een mix van (duurzame) biomassa en aardgas (piekketels) om de warmte te bereiden. Strikt genomen is deze optie niet aardgasvrij, maar de woningen worden dat wel met Warmte. Daarna is er een centrale uitdaging om de warmteproductie aardgasvrij te maken. Invoering van Warmte vraagt om een gezamenlijke aanpak vanwege de aanleg van het warmtenet. SVP zal dit alleen doen als er meerdere woningen meedoen en er ook voor SVP een interessante business case ontstaat. Er is nu vanuit gegaan dat de aanleg van de Warmte gelijktijdig gaat met de vervanging van het riool. Daardoor wordt bespaard op het herbestraten. Om de aanlegkosten van de warmtenetten laag te houden, is verdere innovatie van de aanlegmethode nodig zie figuur 4.2. In de straten met rijwoningen kan gewerkt worden met geprefabiceerde leidingen inclusief T-stukken op rol gewerkt worden. Ook kan overwogen worden om het warmtenet per woonblok via de knieschotten op zolder te laten lopen. De cv-ketels staan voornamelijk op zolder, en kunnen dan zonder veel overlast door een warmte-afleverset vervangen worden. figuur 4.2 Innovatieve aanleg warmtenetten (links: met prefab leiding op rol; rechts: leiding via knieschotten rijwoningen) Voor het berekenen van de investeringen in dit scenario gaan we uit van een vervangmoment van de cv-ketel. We rekenen dus niet met een desinvestering in geval van verwijderen gasketel uit de woning. De volgende kosten zitten wel in de berekening: Het verwijderen zelf van de cv-ketel en de rookgasafvoer; Het verwijderen van de aardgasaansluiting en het aardgasnet waarop de woning is aangesloten; De kosten van het aanleggen van het warmtenet en de warmte-afleverset; De kosten voor de overschakeling naar elektrisch koken: een extra groep in de meterkast, aanleg van elektrakabel van de meterkast naar het fornuis, aanschaf van een inductiekookplaat en nieuwe pannen (geschikt voor inductie). 14 16287FWAA1404927

Bronnen van Warmte Op dit moment wordt de duurzame warmte in Purmerend geleverd door Stadsverwarming Purmerend met de BioWarmteCentrale en hulp-/piekketels op aardgas. In het vorige rapport van juni 2016 is aangegeven dat er extra BioWarmteCentrale nodig is om de rest van Purmerend ook op warmte aan te sluiten. In dit rapport wordt ervan uitgegaan dat deze BioWarmteCentrale of een andere bron van duurzame warmte beschikbaar komt tegen een kostprijs van: 11,3 per GJ), maar dat is nog geen gelopen race. In de volgende fase van onderzoek zal dan ook nadrukkelijk moeten worden onderzocht waar de warmte vandaan gaat komen en tegen welke prijs. 4.2.4 Warmte + Het scenario Warmte + is een combinatie van de levering van warmte van SVP met behulp van een warmte-afleverset en de besparende maatregelen uit het scenario Referentie +. De maatregelen zijn dus in de regel rendabel en gericht op isolatie van de gebouwschil. 4.2.5 Warmte (EI=0) Het scenario Warmte (EnergieIndex =0) is een combinatie van de levering van warmte van SVP met behulp van een warmte-afleverset, de overtreffende trap van isoleren en tot slot de toepassing van zonnepanelen (zonpv). De besparende maatregelen zorgen ervoor dat de woning kan overgaan naar lage-temperatuur-verwarming. De maatregelen bestaan uit dak-, gevel- en vloerisolatie, maar dan met betere isolatie dan in Referentie + en Warmte +. Ook wordt er triple glas en nieuwe kozijnen toegepast. Er worden lage temperatuur radiatoren geplaatst en de mechanische ventilatie wordt voorzien van CO2 sturing. Om de resterende energievraag te voorzien worden zonnepanelen geplaatst. Deze maatregelen zijn niet per se rendabel, maar gericht op maximale besparing en terugdringen van warmtevraag. Er is vanuit gegaan dat de vergaande isolatie en vervangen van kozijnen en glas alleen gecombineerd wordt met het renovatiemoment van de woning. 4.2.6 All Electric (noodzakelijke maatregelen) Het scenario All Electric (noodzakelijke maatregelen) gaat uit van een woning verwarmen met elektriciteit door gebruik te maken van een warmtepomp. In dit onderzoek wordt uitgegaan van een zogenaamde lucht-water-warmtepomp. Deze haalt een deel van de energie uit de buitenlucht, een deel uit elektriciteit en produceert daaruit warmte voor ruimteverwarming op lage temperatuur (40 C) en warmtapwater (65 C). figuur 4.3 Inpassingsmogelijkheden buitenlucht warmtepomp (links als raamelement en rechts in schoorsteenkap ) De elektriciteit wordt gedistribueerd door netbeheerder Liander en geleverd door een leverancier naar keuze van de bewoners. Als veel woningen overstappen op verwarmen met een warmtepomp, dan zal het elektriciteitsnet verzwaard moeten worden om de gevraagde elektriciteit te kunnen leveren. 16287FWAA1404927 15

Om de lage temperatuur mogelijk te maken wordt een sterk isolerend pakket ingezet. De maatregelen zijn vergelijkbaar als bij Warmte (EI=0), behalve dat wordt uitgegaan van HR++ glas in de bestaande kozijnen. De volgende kosten zitten in de berekening: Het verwijderen van de cv-ketel en de rookgasafvoer; Het verwijderen van de aardgasaansluiting en het aardgasnet waarop de woning is aangesloten; De kosten van het aanschaffen en installeren van een lucht-water-warmtepomp; De kosten voor het verzwaren van het elektriciteitsnet en de huisaansluiting; De kosten voor de overschakeling naar elektrisch koken: een extra groep in de meterkast, aanleg van elektrakabel van de meterkast naar het fornuis, aanschaf van een inductiekookplaat en nieuwe pannen (geschikt voor inductie). De kosten voor de isolerende maatregelen die de toepassing van lage-temperatuur-verwarming mogelijk maakt. Voor de berekening van de CO2 uitstoot wordt uitgegaan van het gemiddelde park aan elektriciteitopwekkers in Nederland. De mate van duurzaamheid van elektriciteit is namelijk afhankelijk van de bron van productie. De maatregelen zijn niet per se rendabel, maar zijn noodzakelijk om lage-temperatuur-verwarming en daarmee een warmtepomp mogelijk te maken. Er is vanuit gegaan dat de vergaande isolatie en vervangen van kozijnen en glas alleen gecombineerd wordt met een renovatie van de woning. 4.2.7 All Electric (EI=0) Het scenario All Electric (EI=0) is een combinatie van All Electric en de besparingsmaatregelen van Warmte (EI=0). Dus de introductie van een warmtepomp en de overtreffende trap van isoleren. Om de resterende energievraag te voorzien worden zonnepanelen geplaatst. 4.2.8 Nadere toelichting bij een aantal kostenposten Het toepassen van zonnepanelen wordt nu alleen gedaan in de twee EI=0 scenario s, maar kan ook in de andere scenario s worden toegepast. De toepassing van zonnepanelen leidt tot een verlaging van de jaarlasten (kapitaal, energie en onderhoud) en is dus in de definitie van dit rapport rendabel. Bij de kosten voor overschakelen op elektrisch koken is het nodig om een extra groep aan te leggen en een kabel naar de keuken te maken. Er is vanuit gegaan dat dit redelijk eenvoudig te realiseren is. Dat er dus ruimte is in de groepenkast voor een extra groep en dat er een kruipruimte is voor het trekken van de kabel tussen meterkast en keuken. Als een van beiden niet het geval is, dan zal deze aanleg duurder zijn. Bij verwijderingskosten gasnet per aansluiting is uitgegaan van de standaardtarieven van Liander voor een verwijdering van een gasaansluiting in laag- of hoogbouw. Als de verwijdering projectmatig kan worden uitgevoerd, kunnen de kosten per aansluiting lager zijn. Wel zal de verwijdering dan om meer afstemming vragen. Hoeveel lager de kosten zullen zijn, hangt af van het project. Voor All Electric gaan we uit van het bestaande vastrecht per woning. De verwachting is dat wanneer Nederland grootschalig van aardgas af is en op All Electric overgaat het vastrecht voor elektriciteit omhoog gaat doordat er zwaardere kabels nodig zijn. Dit effect is nu niet meegenomen in het model. Voor de investering en de beheerkosten van het gasnet gaan we in de integrale kostenbenadering uit van het huidige vastrecht voor aardgasaansluitingen. Dit omdat dit tarief kostendekkend is voor de instandhouding van de huidige aardgasnetten en aardgaslevering. Een aparte investerings- en onderhoudsbegroting voor de wijk Overwhere Zuid is niet gemaakt. Wel is een raming gemaakt wat de vervanging van gasnetten kost als deze vervanging mee moet met de rioolvervanging. De kosten worden geraamd op 600.000. Normaal gesproken wordt deze investering afgeschreven in 40 jaar. Indien het gasnet echter eerder wordt vervangen, waar we wel naar streven met aardgasloos Purmerend, dan is dat dus kapitaalvernietiging. Dat is dus de reden om te onderzoeken of rioolvervanging en aardgasloos tegelijk kan worden uitgevoerd. 16 16287FWAA1404927

5 Resultaten van de berekeningen Voor elk van de drie woningtypes zijn de zeven scenario s energetisch en financieel doorgerekend. De kosten zijn vanuit twee invalshoeken gepresenteerd: Integrale kostenbenadering. Daarbij zijn de integrale investeringskosten en jaarlijkse exploitatiekosten genomen voor de aanleg en instandhouding van de te nemen maatregelen zonder rekening te houden wie welke kosten draagt. Zowel de kosten van maatregelen in de woningen als kosten voor de netwerken (gas, elektriciteit, warmte) zijn daarbij meegenomen. Bewonersperspectief. Dit geeft inzicht hoe de huidige energielasten van een bewoner zich verhouden tot de alternatieven. De focus ligt op particuliere eigenaren. Ook zullen de verschillen zichtbaar gemaakt worden tussen particuliere eigenaren en huurders. De resultaten zijn in de volgende paragraven op hoofdlijnen weergegeven. De details zijn te vinden in paragraaf 7.6. 5.1 Uitgangspunten voor berekening Rekenen in jaarlasten De verschillende scenario s kennen verschillende technische oplossingen die ieder een eigen dynamiek kennen in investering, afschrijvingen, energiekosten en beheerkosten. Om de scenario s toch vergelijkbaar te maken, is ervoor gekozen te werken met jaarlasten. Daarin worden de investeringen gekapitaliseerd met behulp van rente en looptijd tot een bedrag per jaar (vergelijkbaar met een annuïteit: rente en aflossing). In onderstaande tabel de uitgangspunten hiervoor. Tabel 5.1 Uitgangspunten ten behoeve van berekeningen Uitgangspunten t.b.v. berekenen jaarlasten Levensduur gasnet, elektranet, warmtenet 40 Jaar Afschrijving amovering (virtueel) gasnet 40 Jaar Levensduur gasketel, warmteset, warmtepomp, ventilatie 15 Jaar Levensduur besparingsmaatregel (bouwkundig) 40 Jaar Levensduur inductie kooktoestel en pannen 25 Jaar Levensduur PV-panelen/ boiler/ bouwkundige en E-aanpassing t.b.v. Warmtepomp 25 Jaar Rente 5% Onderhoud/kapitaalslasten individuele cv-ketels Conform Warmtewet Leveringstarieven energie (inclusief energiebelasting, exclusief btw) Aardgastarief 0,53 /m3 Elektriciteitstarief bewoner 0,16 /kwhe Warmtetarief voor bewoners (tarief SVP) 18,75 /GJ Vastrecht warmte voor bewoners (tarief SVP) 441,28 /jaar Als uitgangspunt is voorondersteld dat de drie referentiewoningen gelegen zijn in de wijk Overwhere. Voor de aanleg van de infrastructuur is aangehouden dat dit tegelijkertijd met de rioolvervanging kan plaatsvinden. De investeringen voor het vervangen van aardgasnetten (in de Referentie) en het verzwaren van de elekriciteitsnetten (bij All Electric) zijn voor deze wijk afgestemd met Liander. Voor de besparende maatregelen is ervan uitgegaan dat de rendabele maatregelen voor scenario Referentie + en Warmte + op ieder moment kunnen worden uitgevoerd, los van een renovatie. Wel wordt ervan uitgegaan dat dit bij meerdere woningen (projectmatig) wordt gedaan. Voor de vergaande besparende maatregelen geldt dat deze ingrijpender zijn en plaatsvinden op een moment van renovatie van de woning. Bijvoorbeeld tijdens het vervangen van het dak of verbouwing van een woning. Ook hier geldt dat er is uitgegaan van meerdere woningen tegelijk, een projectmatige aanpak. Alle genoemde bedragen zijn exclusief btw. 16287FWAA1404927 17

5.2 Inzet van PV-panelen In onderstaande tabel een overzicht van het aantal m2 PV-panelen dat nodig is om een woningtype EI=0 te maken en een overzicht van de beschikbare m2 dak. Zoals te zien, is er voldoende dakoppervlak per woningtype beschikbaar voor het plaatsen van de panelen. Echter dakramen, dakkapellen, schoorstenen of een Noord/Zuid oriëntatie kunnen het beschikbare dakvlak sterk beperken. Om EI=0 te bereiken, zijn in scenario Warmte minder zonnepanelen nodig dan in scenario All electric. Tabel 5.2 Aantal m2 PV-panelen Beschikbaar dak (m2) m2 PV Warmte (EI=0) m2 PV All Electric (EI=0) Rijwoning 57,3 (oost + west) 19 26 2^1dak-woning 79,1 (oost + west) 20 26 Portiekflat 26 13 20 5.3 Energetische resultaten Voor elk van de drie woningtypes is per scenario bepaald wat de CO2-uitstoot is en de Energieindex (EI). De CO2-uitstoot is gebaseerd op de hoeveelheid primaire energie die nodig is voor ruimteverwarming, tapwater, koken en ventilatie. De Energie-Index is bepaald in het energie-indexberekeningsprogramma Uniec2. Noot: De berekening van CO2- uitstoot en Energie-index hebben niet exact dezelfde grondslag, daarom zijn de verhoudingen tussen CO2 en EI niet recht evenredig. 18 16287FWAA1404927

Conclusies uit de CO2-uitstoot en Energie-index: Besparingsmaatregelen hebben een sterke verlaging van de CO2-uitstoot en EI tot gevolg. De invloed van duurzame warmte resulteert in een veel lagere CO2-uitstoot voor de warmtescenario s dan de Referentie(gas)-scenario s. Voor All Electric is uitgegaan van de gemiddelde Nederlandse stroommix. Deze is niet duurzaam. Daarom is de CO2-uitstoot en EI nog aanzienlijk.dat de CO2-uitstoot bij de EI=0-scenario's onder nul uitkomt heeft te maken met verschillen in berekening tussen CO2 en EI. Er kan een overmaat PV-panelen nodig zijn om de EI=0 te realiseren, waardoor de CO2-uitstoot onder nul komt. In de praktijk betekent dit dat de PV-panelen op een woning per saldo meer stroom opwekken dan nodig is voor verwarming, tapwater, koken en ventilatie. 5.4 Jaarlastenvergelijkingen voor particuliere woningen Een woord vooraf bij de vergelijking van de jaarlasten voor woningen in particulier bezit: Er is voor gekozen om de jaarlasten van het scenario Referentie + als basis te nemen (de blauwe lijn in de hierna volgende grafieken). Dit is een optimistisch uitgangspunt, omdat lang niet alle woningen al geïsoleerd zijn op het niveau van Referentie +, maar aan de andere kant is het nemen van Referentie als uitgangspunt weer te negatief, omdat er verondersteld wordt dat er wel degelijk al besparende maatregelen zijn genomen in een aantal woningen. De waarheid in Purmerend zal liggen tussen Referentie en Referentie +. 16287FWAA1404927 19

5.4.1 Resultaten Integrale kostenbenadering Voor de drie woningtypen staan op deze pagina de uitkomsten van de integrale kostenvergelijking over de zeven scenario s. Een paar zaken vallen op: De integrale kosten van de scenario s Referentie (+) en Warmte (+) ontlopen elkaar niet veel. Voor Warmte (EI=0) en de All Electric scenario s zijn de integrale kosten duidelijk hoger. Dit heeft te maken met de hoge kapitaallasten van de besparende maatregelen en de warmtepomp (bij All Electric). De jaarlijkse lasten (variabele kosten en onderhoud en beheer zijn in de EI=0- scenario s juist laag. Door de zeer goede isolatie en gebruik van zonnepanelen wordt er bijna geen energie meer gebruikt. Wat betekent dit voor de transitie? Het inzetten van Warmte om te verduurzamen is een interessante optie. Het geeft de mogelijkheid om los van elkaar over te stappen van Aardgas naar Warmte en woningen te isoleren. Dit biedt bewoners relatieve vrijheid in de investeringsmomenten. Voor All Electric moeten de investeringen in isolerende maatregelen en de overgang van Aardgas op elektriciteit gelijktijdig plaatsvinden. Dit betekent een grote investering in een keer die alleen gedaan kan worden als de desbetreffende woning gerenoveerd wordt. Los van het verduurzamen van de woning door verder isoleren, is het ook mogelijk om de energiebron verder te verduurzamen. Bij Warmte kan dat lokaal, door bijvoorbeeld meer in te zetten op biomassa geothermie. Bij elektriciteit vraagt dat een landelijke aanpak, omdat de landelijke elektriciteitsmix de duurzaamheid van elektra bepaalt. Tenzij lokaal een windmolen of zonnepark toegewezen kan worden aan bepaalde woningen. 20 16287FWAA1404927

5.4.2 Resultaten vanuit bewonersperspectief Voor de drie woningtypen staan op deze pagina de uitkomsten van de kostenvergelijking vanuit bewoner/eigenaar-perspectief over de zeven scenario s. Een paar zaken vallen op: De (zeer) lage onderhoudsen beheerkosten bij Warmte (+) komt doordat het onderhoud van het warmtenet in het vastrecht zit. Daarbij is gerekend met de huidige tarieven van SVP. Bij Referentie (+) moet de bewoner zelf zorgdragen voor onderhoud van de cv-ketel. De scenario s + zijn voor de rij en 2^1dakwoning rendabel, maar voor de portiekwoning niet. Dit heeft te maken met het lagere verbruik in een portiekwoning. Daardoor drukken de besparende maatregelen zwaar door en is de energiebesparing relatief klein. Ook voor bewoners geldt dat de EI=0 en All Electric scenario s minder aantrekkelijk zijn. Omdat de bewoners/eigenaars zelf moeten investeren zijn de kapitaalslasten hoog. Wel zijn de jaarlijkse energie en onderhoudskosten erg laag. Concluderend kan gezegd worden dat Warmte een interessante optie is voor aardgasloos worden, maar dat er in de huidige verdeling een nadeel bij de bewoners aanwezig is waardoor Warmte (+) relatief duurder is dan de Referentie (+). Omdat getoond is dat in de IKBA wel een voordeel te behalen is voor Warmte (+), kan er mogelijk met een andere verdeling van de kosten wel een interessant aanbod voor bewoners worden gemaakt. 16287FWAA1404927 21

5.4.3 Gevoeligheidsanalyse Omdat in de berekening is gewerkt met een aantal aannames kunnen de uitkomsten wijzigen als de aannames wijzigen. In deze paragraaf is voor een aantal veranderende aannames het effect te zien op de integrale kosten analyse voor een rijwoning. De getallen geven het verschil weer tussen Referentie + en de andere scenario s in euro s per jaar (een positief getal betekent duurder dan de Referentie, een negatief getal goedkoper). Tabel 5.3 Resultaten gevoeligheidsanalyse integrale jaarlijkse kosten voor de rijwoning Bedragen in euro Ref Ref+ Warmte Warmte + Jaarlasten bij uitgangspunt, rente 5%, gasprijs Є 0,53 Warmte EI=0 All Electric All Electric EI=0 Totaal 1.771 1.693 1.707 1.834 2.169 2.351 2.403 Meerprijs t.o.v. Ref+ 78 14 141 476 658 710 Rente 3% Gasprijs 0,70 Rente 3% en gasprijs 0,70 Meerprijs t.o.v. Ref+ Meerprijs t.o.v. Ref+ Meerprijs t.o.v. Ref+ 191-13 1 133 419 320 241-200 -73 262 444 496 355-226 -213-81 206 106 Een paar opvallende zaken: De grote verschuivingen tussen de scenario s blijven uit. Warmte en Warmte + blijven een interessantere optie dan EI=0 of All Electric. Bij aanpassing van de bovengenoemde parameters worden Warmte en Warmte+ wel veel interessanter dan in het uitgangspunt. Dat is logisch omdat er in Warmte (+) veel investeringen zitten (voordeliger als de rente lager wordt) en de gasprijsstijging nadelig werkt voor Referentie (+), verondersteld dat de gasprijsstijging niet wordt doorberekend in de warmteprijs. Niet combineren van rioolvervanging en verduurzamen Een effect dat niet in bovenstaande tabel past, maar zeer wezenlijk is, is het niet combineren van rioolvervanging met de aanleg van de nieuwe infrastructuur. Doordat de straat dan twee keer open moet, wordt de aanleg van Warmte duurder. De jaarlasten van Warmte, Warmte + en Warmte (EI=0) stijgen daardoor met circa 36 per woning. Echter, Liander geeft aan dat een deel van het gasnet vervangen moet worden bij rioolvervanging. Dit kost voor Overwhere-Zuid zo n 600.000. Omdat de wijk op termijn aardgasloos wordt, moet deze investering sneller afgeschreven. Als we uitgaan van aardgasloos worden over 5 jaar, dan zijn de extra jaarlasten van het gasnet 155 per woning. De investering van 600.000 is dan in feite weggegooid geld. Conclusie is dat het niet combineren van rioolvervanging met aardgasloos worden een jaarlastenopdrijvend effect geeft. Ouderdom ketel In het gehanteerde rekenmodel is uitgegaan van overgang van aardgas naar een alternatief op het moment dat de ketel vervangen moet worden. Dit zal echter niet voor alle woningen het geval zijn. De extra afschrijving bij verwijderen van een niet-afgeschreven ketel is nu niet meegenomen. Door tijdig bewoners te informeren over de transitie, kunnen bewoners wel voorkomen dat ze net een nieuwe ketel hebben gekocht op moment van overgaan. 5.5 Impact voor corporaties/huurders <<deze paragraaf wordt nog ingevuld>> 22 16287FWAA1404927

5.6 Subsidies Voor het verduurzamen van woningen en gebouwen zijn de volgende landelijke subsidie-regelingen aanwezig. 5.6.1 ISDE-subsidie De ISDE-subsidie is een subsidie voor huiseigenaren die investeren in een warmtepomp. In dit rapport is rekening gehouden met de investering in een warmtepomp van gemiddelde grootte en een subsidiebedrag van 2.200. Dit bedrag kan overigens per apparaat verschillen, in de regel iets hoger. De ISDE-regeling loopt in ieder geval tot 31 december 2020, maar bij overvragen van het budget kan de jaarlijkse subsidiepot in de loop van elk jaar voortijdig leeg zijn. 5.6.2 Subsidie energiebesparing eigen huis. Er is een subsidieregeling voor verbetering van de isolatie van het eigen huis. Deze is op dit moment bijna uitgeput. De regeling komt erop neer dat een bewoner twee of meer maatregelen neemt en daarvoor subsidie krijgt. Omdat deze regeling sterk afhankelijk is van de keuzes van de bewoner is er in het rapport geen rekening mee gehouden. 5.6.3 STEP-subsidie Dit is een subsidieregeling die bedoeld is voor woningbouwcorporaties. Deze zijn in dit rapport niet in beeld gebracht, omdat de focus ligt op bewoners/eigenaars. De subsidie is gebaseerd op verbetering van de Energie-index van de woning. Hieronder de tabel met sprongen en euro s subsidie per woning. Tabel 5.4 STEP-subsidie voor corporaties Van: Naar: EI 0,40 EI 0,60 EI 0,80 EI 1,20 EI 1,40 EI 1,41 1,80 4.800 3.600 2.800 1.500 0,00* EI 1,81 2,10 6.200 4.800 3.600 2.800 1.500 EI 2,11 2,40 7.200 6.200 4.800 3.600 2.800 EI 2,41 2,70 8.300 7.200 6.200 4.800 3.600 EI >2,70 9.500 8.300 7.200 6.200 4.800 Bron: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/stimuleringsregeling-energieprestatie-huursector-step 16287FWAA1404927 23

6 Dienstenpakketten Een belangrijke succesfactor voor de transitie naar aardgasloos is de ontzorging van de bewoners en gebouweigenaren. Het is zaak dienstenpakketten te ontwikkelen die hierin tegemoet komen. 6.1 Oogst uit de bijeenkomst van 13 maart In de bijeenkomst van de betrokken stakeholders in Purmerend op 13 maart 2017 is een eerste brainstorm gehouden over Wat kan ik als professional bieden aan de burgers? en over Wat verwacht de burger? bij de transitie naar aardgasloos. Dit heeft tot de volgende punten geleid: De burger verwacht vooral duidelijkheid over tal van vragen: Waarom gebeurt dit? Wat betekent het voor mij? Wanneer vindt het plaats? Tijdspad? Hoe gaat het plaats vinden? Daarnaast meer specifieke vragen: Blijft het comfort op hetzelfde niveau? Wat gaat het me kosten? Ben ik straks goedkoper uit? Wat krijg ik ervoor terug? Wat levert het mij op? Heb ik straks nog keuzevrijheid? Wat moet en wat moet niet? Waar kan ik terug voor onafhankelijke informatie? Wat moet ik doen met mijn bestaande gasketel? Vervroegd afschrijven of juist nog een keer vervangen? Wat gebeurt er met mijn tuin? Hoe duurzaam is het alternatief? 24 16287FWAA1404927

6.2 Klantreis De vragen die in de brainstormsessie naar voren kwamen, sluiten aan op de klantreis die onderdeel is van de VNG-aanpak zoals verbeeld in onderstaande figuur. De klantreis is verdeeld in 3 fasen: Informatiefase Beslisfase Uitvoeringsfase 6.2.1 Informatiefase Diensten die passen bij de informatiefase zijn gericht op informeren en mensen nieuwsgierig maken over aardgasloos Purmerend. Hierbij kan gedacht worden aan: Website Een onafhankelijke informatie winkel waar verschillende mogelijkheden getoond worden. En waar bewoners offertes kunnen opvragen. Workshops bewoners waarin bewoners een serieuze inbreng krijgen in de te maken keuzes. Ook kunnen bewoners de aandachtpunten waar zij tegen aanlopen nbrengen, zodat de aanpak geoptimaliseerd kan worden. Het uitwerken van het aanbod met (lokale) leveranciers. Mogelijke aanbiedingen: - Warmteaansluiting van SVP. Hierbij moet nadrukkelijk ook de manier van betrekken van bewoners aan bod komen. Het aansluiten van een rij of hele buurt is veel aantrekkelijker dan een enkel huis. - Isolatiepakketten. Op te bouwen in modules met dak, gevel, vloerisolatie en glas/kozijnen. - Elektrisch koken pakket. Met kookplaat, pannen en een aansluiting van de keuken naar de meterkast. - All Electric pakket. Met name voor bewoners die grootschalig verbouwen kan dit interessant zijn. Gericht op verhuizingen dus. Mogelijk is bovenstaande te combineren met het huidige Duurzaam Bouwen Loket Verkennen/stimuleren van de oprichting van energiecoöperaties door bewoners per wijk/buurt, zodat gebruik gemaakt kan worden van de kracht en de (financierings-)mogelijkheden van bewoners zelf. 16287FWAA1404927 25

6.2.2 Beslisfase In de beslisfase moeten bewoners in staat zijn om een besluit te nemen over de maatregelen die zij willen nemen om van aardgas over te stappen op een alternatief. De pakketten zijn in deze fase vormgegeven zodat bewoners goed kunnen vergelijken en een keuze kunnen maken. De leveranciers van de pakketten zijn bekend en sturen gerichte offertes aan geïnteresseerde bewoners. SVP is in staat om gericht een offerte uit te brengen voor een blok/straat/buurt om over te stappen op warmte. Er zijn financieringsopties uitgewerkt met de (lokale) bank, om de investeringen te financieren. Uitgangspunt is ontzorgen van de bewoners. Het Duurzaam Bouwen Loket kan hier behulpzaam zijn met het beoordelen van (scherpte van) offertes. En met het bundelen van de vraag, zodat er voordelen zijn van projectmatige aanpak. 6.2.3 Uitvoeringsfase In de uitvoeringsfase worden de eerder verkochte pakketten met name geleverd. Een rol van een onafhankelijke partij kan zijn om te controleren of de geleverde producten en diensten ook daadwerkelijk voldoet aan de eisen. Zodat bewoners zekerheid krijgen over de besparingen die beloofd zijn, ontzorgen dus. 26 16287FWAA1404927

7 Bijlagen 7.1 Uitgangspunten voor scenario s Referentie en Warmte. Tabel 7.1 Uitgangspunt isolatiewaarden (voor Referentie en Warmte) RC- / U-waaarde Maatregel Rij/2^1kap Portiek Achtergevel en voorgevel 0,36 0,43 Spouwmuur zonder vulling Begane grondvloer 0,32 0,17 Niet geïsoleerd beton Plat dak 0,39 0,39 Niet geïsoleerd Hellend dak 0,39 0,39 Niet geïsoleerd Deels enkelglas 5,2 5,2 Deels dubbelglas 2,9 2,9 Radiatoren Ventilatie Hoge temperatuur afgifte Mechanische afzuiging, natuurlijke toevoer zonder sturing 7.2 Besparende maatregelen voor scenario s Referentie+ en Warmte+ Tabel 7.2 Maatregelen die rendabel zijn RC- / U-waarde Maatregel Achtergevel en voorgevel 1,6 Spouwmuur met spouwmuurvulling Begane grondvloer 3,5 Na-isoleren onder de vloer (alleen als kruipruimte aanwezig) Plat dak 3,5 Isoleren aan binnenkant dak ( tussen de balken ) Hellend dak 3,5 Isoleren aan binnenkant dak ( tussen de balken ) Deels enkelglas 1,6 Plaatsen van HR++ glas en nieuwe kozijnen Deels dubbelglas 1,6 Plaatsen van HR++ glas en nieuwe kozijnen Radiatoren Ventilatie Hoge temperatuur afgifte Mechanische afzuiging, natuurlijke toevoer zonder sturing 7.3 Besparende maatregelen voor scenario s Warmte (EI=0) en All Electric (EI=0). Tabel 7.3 Maatregelen die nodig zijn voor Energie-index = 0 RC- / U-waarde Achtergevel en voorgevel 5 Begane grondvloer 6 Plat dak 6 Hellend dak 6 Maatregel Spouwmuur met spouwmuurvulling en extra isolatie aan binnen of buitenkant Zwaar na-isoleren onder de vloer (alleen als kruipruimte aanwezig) Isoleren aan buitenkant dak. In de praktijk alleen combineren met nieuwe dakbedekking. Isoleren aan buitenkant dak. In de praktijk alleen combineren met nieuwe dakbedekking Deels enkelglas 1,2 Plaatsen van triple glas en nieuwe kozijnen Deels dubbelglas 1,2 Plaatsen van triple glas en nieuwe kozijnen Radiatoren Ventilatie Lage temperatuur afgifte. Vloerverwarming of speciale LTradiatoren. Natuurlijke toevoer, CO2-sturing op afvoer, geen warmteterugwinning 16287FWAA1404927 27

7.4 Besparende maatregelen voor scenario s All Electric (noodzakelijke maatregelen) Tabel 7.4 Maatregelen die nodig zijn voor Energie-index = 0 RC- / U-waarde Achtergevel en voorgevel 5 Begane grondvloer 6 Plat dak 6 Hellend dak 6 Maatregel Spouwmuur met spouwmuurvulling en extra isolatie aan binnen of buitenkant Zwaar na-isoleren onder de vloer (alleen als kruipruimte aanwezig) Isoleren aan buitenkant dak. In de praktijk alleen combineren met nieuwe dakbedekking. Isoleren aan buitenkant dak. In de praktijk alleen combineren met nieuwe dakbedekking Deels enkelglas 1,2 Plaatsen van triple glas en nieuwe kozijnen Deels dubbelglas 1,2 Plaatsen van triple glas en nieuwe kozijnen Radiatoren Ventilatie Lage temperatuur afgifte. Vloerverwarming of speciale LTradiatoren. Natuurlijke toevoer, CO2-sturing op afvoer, geen warmteterugwinning 7.5 Gevoeligheidsanalyse 7.5.1 Rente 3% i.p.v. 5% 28 16287FWAA1404927