Invloed van de Oost- Europese en Chinese industrie op de Belgische grafische markt: een bedreiging of opportuniteit?



Vergelijkbare documenten
De grafische sector in cijfers Editie 2008

De buitenlandse handel van België

De grafische sector in cijfers Editie 2011

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

De grafische sector in cijfers Editie 2009

Belgische kledingsector : redelijk goed klimaat in 2007 maar dreigende onweerswolken in 2008

De grafische sector in cijfers Editie 2010

De buitenlandse handel van België

Nace 2003 Omschrijving Nieuwe Nace 2008 Nieuwe omschrijving

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

UIT de arbeidsmarkt

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

De buitenlandse handel van België

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen

Nulgroei in 2014: opluchting, maar geen opleving

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Internationale handel visproducten

Exportmonitor Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

Antwoorden Economie Handel

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Internationale handel in goederen van Nederland 2012

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Scorebord van de interne markt

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

Matige groei, grote bezorgdheid

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

De handelsbetrekkingen van België met Moldavië

Marktontwikkelingen varkenssector

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De invloed van de btw op uw werkkapitaal

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen.

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017

KUNSTSTOF- EN RUBBERINDUSTRIE BELGIË

De werkloosheid in de Europese Unie Maart Indexen van de uurlonen April

Productiegroei industrie afgenomen in derde kwartaal

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018

Het bouwlandschap in evolutie. Anja Larik, economisch adviseur Bouwunie Gent, 25 mei 2013, Bouwunie-Symposium

VANDAAG IN VLAANDEREN INDUSTRIEËN CREATIEVE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE

POLSSLAG VLAAMSE HORECA

Wijnimport Nederland naar regio

Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009

Een goed 2015, een aarzelend

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

WERELDWIJDE COMMERCIËLE RESULTATEN 2014

Familiebedrijven en de crisis

Handels- en investeringscijfers België-Nederland juni 2019

Sectorwerkstuk Aardrijkskunde Kleding- en schoenenindustrie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1

FARMACIJFERS De geneesmiddelenindustrie in België : een vector voor groei. De kerncijfers

Werkloosheid in de Europese Unie

Onderzoek gunstige prijsligging.

Arbeidsmarkt allochtonen

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Denemarken-Nederland april 2019

De arbeidsmarkt in mei 2017

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Handels- en investeringscijfers China-Nederland februari 2019

De arbeidsmarkt in februari 2017

De arbeidsmarkt in januari 2017

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland maart 2019

Handels- en investeringscijfers Brazilië-Nederland mei 2019

COMMERCIËLE RESULTATEN WERELD 2009*

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

De buitenlandse handel van België. - 2 de semester

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5)

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

Praktische opdracht Economie Wat voor rol heeft de opkomende economie van China in de wereldeconomie?

De arbeidsmarkt in maart 2017

De buitenlandse handel van België. - 9 maanden

Internationale varkensvleesmarkt

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1

Eindexamen economie havo I

FLANDERS INVESTMENT & TRADE MARKTSTUDIE

De internationale handel in goederen van Nederland in 2011

ZA6284. Flash Eurobarometer 413 (Companies Engaged in Online Activities) Country Questionnaire Belgium (Flemish)

Scorebord van de interne markt

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1

KANSDOSSIER LANDBOUWMACHINES Australië. September 2015

De arbeidsmarkt in april 2017

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

Sectorfoto Elektriciens: Installatie & distributie PSC

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub

De buitenlandse handel van België

15410/17 JVS/sht DGC 1A. Raad van de Europese Unie. Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE)

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland mei 2019

Transcriptie:

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2009 2010 Invloed van de Oost- Europese en Chinese industrie op de Belgische grafische markt: een bedreiging of opportuniteit? Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de bedrijfseconomie Geert Jacobs onder leiding van Prof. dr. Gerdie Everaert

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2009 2010 Invloed van de Oost- Europese en Chinese industrie op de Belgische grafische markt: een bedreiging of opportuniteit? Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de bedrijfseconomie Geert Jacobs onder leiding van Prof. dr. Gerdie Everaert

PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Geert Jacobs

Woord vooraf Deze thesis handelt over een actueel probleem in de grafische wereld: een sterke opmars van lagelonenlanden die een bedreiging vormen voor de Westerse landen. In dit werkstuk gaan we dieper in op de invloed van China en Oost- Europa op de Belgische grafische sector. Bij deze wil ik mijn promotor Gerdie Everaert die tijd vrijmaakte om deze thesis op het juiste spoor te zetten bedanken. Speciaal gaat mijn dank uit naar Stefan De Cuyper, Wim Maes, Jo Van De Weghe, Luc Van Doorsselaere en Thomas Van Duynslager die zo vriendelijk waren met mij een gesprek te voeren. Ondanks hun drukke werkschema s waren zij bereid mij te helpen met raad en daad. Ook gaat mijn dank uit naar Valérie Vercammen van Febelgra die mij voorzag van de nodig documentatie. Mijn dank gaat ook uit naar alle personen die rechtstreeks of onrechtstreeks hebben geholpen gedurende deze thesis en mijn opleiding. Verder wil ik mijn ouders, vriendin en vrienden bedanken voor hun steun. Steeds waren ze bereid me te helpen en te motiveren tijdens deze thesis, die een heuse beproeving was van mijn doorzettingsvermogen. Ten slotte wil ik al mijn vrienden danken voor de fantastische jaren als student. Het waren onvergetelijke momenten die ik heel mijn leven zal koesteren. Zele, 12 augustus, 2010 I

Inhoudsopgave Woord vooraf... I Inhoudsopgave... II Woordverklaring... IV Figuren... V Hoofdstuk 1: Inleiding... 1 1.1. Probleemstelling... 1 1.2. Verantwoording... 2 Hoofdstuk 2: Methodologie... 3 2.1. Centrale onderzoeksvraag... 3 2.1.1. Deelvragen... 3 2.2 Opbouw... 4 Hoofdstuk 3: De Belgische grafische sector en haar concurrenten... 5 3.1. Inleiding... 5 3.2. Werkwijze... 5 3.3. Voorstelling van de drie protagonisten... 6 3.3.1. De Belgische grafische industrie... 6 3.3.2. De Chinese grafische industrie... 15 3.3.3. De Oost- Europese grafische industrie... 24 3.4. Praktische toepassing van de verworven informatie op de deelvragen... 29 3.4.1. Deelvraag 1: Wat is de ervaring en houding van de Belgische grafische sector... 29 tegenover import uit China en Oost- Europa?... 3.4.2. Deelvraag 2: Hoe ziet men de toekomst van de Belgische grafische industrie op... 30 de wereldmarkt?... 3.4.3. Deelvraag 3:Wat zijn de sterke en zwakke punten van de Belgische grafische 31 industrie in vergelijking met China en Oost- Europa?... Hoofdstuk 4: Conceptueel kader voor het beantwoorden van deelvraag vier en vijf... 34 4.1. De productlevenscyclus... 34 4.2. Praktische toepassing van de verworven informatie op de deelvragen... 39 4.2.1. Deelvraag 4: Zullen de Belgische grafische bedrijven hun aanbod veranderen en/of... 39 specificeren in functie van de toenemende concurrentie?... II

4.2.2. Deelvraag 5: Zal de Belgische grafische industrie verplicht zijn om uit te wijken... 40 naar lagelonenlanden?... Hoofdstuk 5: Conclusies... 42 Hoofdstuk 6: Kritische opmerkingen en aanbevelingen... 44 Geraadpleegde werken... VI Bijlagen... IX III

Woordverklaring BNP BPIF Comparatief Decalco Bruto Nationaal Product British Printing Industries Federation Vergelijkend Tekening, vignet of tekst, in één of meer kleuren gedrukt op absorberend en licht papier Febelgra Febelgra is de representatieve beroepsvereniging van de Belgische grafische industrie en vertegenwoordigt alle zelfstandige ondernemingen in de drukkerijsector, de prepress en de afwerkingbranches ISO Joint venture International Standards for Organisations Zakelijk samenwerkingsverband tussen twee of meer partijen om samen één economische activiteit te ondernemen Macro- economie Bestudeert de werking van de economie in het geheel KMO Outsourcing Kleine of Middelgrote onderneming Uitbesteden van werkzaamheden die niet tot de kernactiviteiten van een onderneming behoren Recessie WTO Afnemende economische groei World Trading Organisation IV

Figuren FIGUUR 1 De omzetcijfers van 2008, verdeeld over de segmenten FIGUUR 2 Omzetcijfers van de Belgische grafische nijverheid in België in de periode 2004 2008 FIGUUR 3 FIGUUR 4 Aantal werkgevers in België per gewest Aantal ondernemingen in de grafische nijverheid in België volgens hoofdactiviteit FIGUUR 5 Tewerkstelling in de Belgische grafische nijverheid in de periode 2004-2008 FIGUUR 6 Percentage werkgevers in verhouding tot de grootte van het bedrijf in 2008 FIGUUR 7 Percentage werknemers in verhouding tot de grootte van het bedrijf in 2008 FIGUUR 8 Handelsbalans van de Belgische grafische sector in de periode 2004 2008 FIGUUR 9 FIGUUR 10 Import van grafisch materiaal vanuit China in Europa (taartdiagram) Import van grafisch materiaal vanuit China in Europa (grafiek) FIGUUR 11 Gemiddelde loonkost/ uur in Oost- Europese landen tegenover België in 2007 FIGUUR 12 FIGUUR 13 FIGUUR 14 Industriële dynamiek binnen de productlevenscyclus Motivaties voor het hebben van dochterondernemingen/ joint ventures Industriële dynamiek en internationale concurrentievoordelen V

Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1. Probleemstelling De Belgische grafische sector kende de laatste jaren een moeilijke periode en het aantal werkgevers in deze sector onderging een recessie. In 2008 was er een achteruitgang van maar liefst 8,91% ten opzichte van 2007. Over de laatste 5 jaar stelt men een daling vast van -16,63%. Deze negatieve tendens valt te verklaren door diverse redenen: het aantal faillissementen in de sector, het aantal fusies en overnames, problemen eigen aan de opvolging van KMO s die soms leiden tot de stopzetting van de activiteit (Vercammen, 2009). Eén van de oorzaken van de dalende omzet kan men toeschrijven aan de groeiende macht van China en Oost- Europa in de grafische wereld. Door de verscheidene concurrentievoordelen zoals loonkost, overheidssubsidies en wetgeving slagen zij erin om bedrijven weg te lokken uit België en werk af te snoepen van de Belgische bedrijven. Daarbij komt de huidige algemene trend tot globalisering van bedrijven. Deze evolutie verscherpt de concurrentie op de wereldmarkt en zet bedrijven er toe aan hun activiteiten te delokaliseren, afhankelijk van de comparatieve en vooral competitieve voordelen die hen worden geboden en van de markten die een forse expansie kennen. Deze beweging gaat dus gepaard met delokalisatie van sommige activiteiten uit België die nu goedkoper in het buitenland kunnen worden verricht (Bernard et al., 1994). Deze thesis doet onderzoek naar de invloed van de Chinese en Oost- Europese industrie op de Belgische grafische industrie. Het is een onderwerp dat binnen de grafische industrie steeds meer aandacht krijgt en waarover meer en meer gepubliceerd wordt. Aan de hand van een grondige literatuurstudie en interviews met deskundigen binnen de grafische industrie tracht ik een compleet beeld te schetsen over de huidige situatie en verwachtingen omtrent deze problematiek. 1

1.2. Verantwoording Als oud- student Lichamelijk Opvoeding werd ik meteen ondergedompeld in een totaal nieuwe wereld. Tijdens de zoektocht naar een geschikt onderwerp ben ik aan de hand van een gesprek met mijn vader gekomen tot een probleem in de Belgische grafische wereld: de invloed van de Chinese en Oost- Europese grafische industrie op de Belgische. Niet alleen in de grafische industrie, maar in het algemeen is de opkomst van de industrie in de lagelonenlanden een bedreiging voor de Belgische bedrijven. Deze landen kunnen door een lage verloning van hun arbeiders en andere voordelen (milieu, wetgeving,..) aan een lagere eenheidsprijs fabriceren. Hierdoor verdwijnen er meer en meer bedrijven uit België om een vestiging te openen in lagelonenlanden. Ook zorgt dit ervoor dat veel Belgische bedrijven werk uitbesteden aan het buitenland waar de productie tegen een lagere prijs gebeurt. Deze tendensen zorgen voor een ingrijpende verandering in de Belgische grafische industrie. Met deze masterproef zal ik trachten deze problematiek beter in beeld te brengen aan de hand van een literatuurstudie en bijkomende interviews met vooraanstaanden uit deze sector. 2

Hoofdstuk 2: Methodologie In dit hoofdstuk wordt de centrale onderzoeksvraag geformuleerd met bijhorende deelvragen. Hierna wordt de opbouw van de thesis besproken die gehanteerd wordt in volgende hoofdstukken. 2.1. Centrale onderzoeksvraag De centrale onderzoeksvraag van deze masterproef: Wat zijn de economische gevolgen van de Chinese en Oost- Europese industrie op de Belgische grafische sector? Het antwoord op deze vraag wordt besproken in het vijfde hoofdstuk. 2.1.1. Deelvragen Aan de hand van deze masterproef is het de bedoeling ook een antwoord te verkrijgen op volgende onderzoeksvragen: 1) Wat is de ervaring en houding van de Belgische grafische sector tegenover import uit China en Oost- Europa? 2) Hoe ziet men de toekomst van de Belgische grafische industrie op de wereldmarkt? 3) Wat zijn de sterke en zwakke punten van de Belgische grafische industrie in vergelijking met China en Oost- Europa? 4) Zullen de Belgische grafische bedrijven hun aanbod eventueel veranderen en/of specificeren in functie van de toenemende concurrentie? Hoe probeert men zich te differentiëren? 5) Zal de Belgische grafische industrie verplicht zijn om uit te wijken naar lagelonenlanden? 3

2.2. Opbouw De masterproef is opgebouwd uit zes hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk werd reeds de probleemstelling en verantwoording weergegeven. Het tweede hoofdstuk omvat de methodologie van dit werkstuk. Hier worden de centrale onderzoeksvraag en deelvragen geformuleerd. In het derde hoofdstuk wordt de bestaande literatuur omtrent de invloed van China en Oost- Europa op de Belgische grafische industrie, op een rijtje gezet. Deze literatuurstudie wordt aangevuld met informatie uit interviews met zes bedrijfsleiders uit de grafische industrie. Eerst wordt de Belgische grafische markt besproken, gevolgd door de Chinese en Oost- Europese. Aan de hand van deze drie laatstgenoemde delen worden de drie eerste deelvragen beantwoord. Vervolgens wordt in het vierde hoofdstuk de productlevenscyclus besproken. Aan de hand van dit theoretisch model wordt in het tweede deel van het hoofdstuk een antwoord geformuleerd op de vierde en vijfde deelvraag. De conclusies, en tevens het antwoord op de centrale onderzoeksvraag, worden gepresenteerd in het vijfde hoofdstuk. Tenslotte worden in het laatste hoofdstuk kritische opmerking en aanbevelingen voor verder onderzoek besproken. 4

HOOFDSTUK 3: De Belgische grafische sector en haar concurrenten 3.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt de Belgische grafische sector en haar concurrenten: China en Oost- Europa, voorgesteld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een literatuurstudie en interviews. In het laatste deel wordt aan de hand van bovenvermelde gegevens een antwoord geformuleerd op de eerste drie onderzoeksvragen van deze masterproef. 3.2. Werkwijze Het uitgangspunt van deze masterproef is een grondige literatuurstudie waarbij zoveel mogelijk informatie wordt bijeengebracht omtrent het onderwerp. Hierbij wordt telkens gebruik gemaakt van de nodige figuren en cijfermateriaal zodoende een zo compleet mogelijk verhaal te kunnen voorleggen. Hierbij zal cijfermateriaal van Febelgra, de federatie van de Belgische grafische industrie, een belangrijk onderdeel zijn. Verder zal telkens de oorspronkelijke bron worden vermeld. Aangezien theorie en cijfermateriaal niet alles zeggen wordt deze literatuurstudie aangevuld met informatie uit interviews met deskundigen uit de Belgische grafische industrie. Deze informatie staat telkens in het cursief. De lijst met geïnterviewde personen is terug te vinden in bijlage 1. Aan de hand van de grondige literatuurstudie werd een vragenlijst opgesteld die moest leiden tot zo goed mogelijke antwoorden op de onderzoeksvragen. Vooraleer deze effectief te gebruiken bij de interviews werd deze meerdere malen herlezen en aangepast. Uiteindelijk heeft dit geleid tot de definitieve vragenlijst die men kan terugvinden in bijlage 2. Als vertrekpunt voor het zoeken naar geschikte bedrijven ben ik uitgegaan van de site van TrendsTop. Daar kan men, na de nodige selectiecriteria ingevuld te hebben, een lijst terugvinden met de grootste Belgische grafische bedrijven. Verder heb ik gebruik gemaakt van een uitgebreide lijst met mailadressen van grafische bedrijven van Jasper Kennis, laatstejaarsstudent grafische en digitale media aan de Artesis hogeschool Antwerpen. De combinatie van deze twee bronnen heeft mij tot een 20 tal bedrijven/ personen geleid die pasten binnen deze thesis. 5

Op de eerste mail werd slechts door één bedrijf, Druco, positief gereageerd. Hierna zijn er nog verscheidene mails verstuurd naar diverse bedrijven. Enkelen antwoordden, maar met weinig positief nieuws. Daarop besloot ik het anders aan te pakken en via persoonlijke contacten mijn weg te vinden in de grafische wereld. Na het nodige lobbywerk ben ik er alsnog in geslaagd enkele bedrijfsleiders en vooraanstaande personen te kunnen interviewen. De interviews werden telkens mondeling afgenomen en opgenomen met een dictafoon. Hierna werden deze uitgetypt. Men kan ze raadplegen in bijlage 3. De info die op deze manier verzameld is, wordt aansluitend toegepast op de drie regio s. 3.3. Voorstelling van de drie protagonisten 3.3.1. De Belgische grafische industrie De grafische nijverheid groepeert alle bedrijven, die één of meerdere activiteiten uitvoeren van beeld- en tekstcreatie, die drukken op om het even welk materiaal, die het drukwerk afwerken en alle reproductie- en dupliceringactiviteiten van audiovisuele communicatie verzorgen. De grafische nijverheid wordt volgens de Nace-Bel-nomenclatuur onderverdeeld in de codes: krantendrukkerijen (18.110), overige drukkerijen (18.120), prepress- en premediadiensten (18.130), boekbinderijen en aanverwante diensten (18.140). Febelgra, de federatie van de Belgische grafische nijverheid, groepeert de bedrijven die vallen onder de codes 18.120, 18.130 en 18.140. Om een zo goed mogelijk beeld te schetsen van de Belgische grafische sector wordt gebruik gemaakt van het jaarrapport 2008 van Febelgra. 3.3.1.1. Economische draagkracht van de sector a) Omzet De grafische nijverheid in België behaalde in 2008 een omzetcijfer van 3 298 miljoen EUR (18.120 18.140). Als men hierbij de krantendrukkerijen (18.110) telt komt men aan 3 600 miljoen EUR. Hierbij staat de categorie overige drukkerijen in voor het grootste deel van de totale omzet: 2 648 miljoen EUR. Het overige cijfermateriaal kan men terugvinden in bijlage 4. 6

Figuur 1 is gemaakt aan de hand van Prodcom- gegevens verkregen uit een enquête. Deze moet sinds januari 2008 enkel worden ingevuld door bedrijven van meer dan twintig werknemers of met een jaarlijks omzetcijfer van meer dan 3,5 miljoen EUR. De volledige gegevens worden in bijlage 5 gegeven. In de figuur is duidelijk te zien dat reclamedrukwerk met 30,64% het grootste deel van de omzet in beslag neemt. Verder zorgen de segmenten kalenders, muziek en decalco (15,4%) en ander drukwerk (15,19%) voor grote delen van de omzet. Ook kranten en tijdschriften (13,07%) zijn belangrijk voor de Belgische grafische industrie. De omzet van de Belgische grafische nijverheid verdeeld over de marktsegmenten 35 30 25 20 15 10 5 0 6,25 30,64 13,07 4,95 4,44 0,33 15,4 15,19 6,19 1,41 2,14 Nace Product MIO EUR Aandeel Figuur 1: De omzetcijfers van 2008, verdeeld over de segmenten Naar Febelgra, 2008 Het omzetcijfer van de Belgisch grafische nijverheid over de laatste vijf jaar in miljoen EUR uitgedrukt, wordt weergegeven in grafiek 8. Deze cijfers worden bekomen aan de hand van de verwerking van BTW- aangiften en worden opgesteld op basis van de Nacebelcodes. 7

Omzet in miljoen euro 4000 18.110 3000 18.120 2000 18.130 18.140 1000 18.120-18.140 0 2004 Figuur 2: 2005 2006 2007 2008 Totaal 18.1 Omzetcijfers van de Belgische grafische nijverheid in België in de periode 2004-2008 Naar Febelgra, 2008 In lopende prijzen realiseerde de grafische sector in 2008 een omzetdaling van 3,31% tegenover het uitstekende jaar 2007. Indien men de omzet van 2008 vergelijkt met die van 2006 stelt men een lichte daling vast van 0,27%. Indien men echter rekening houdt met de uitzonderlijk hoge inflatie van 4,50 % in 2008, realiseerde de sector een ernstige daling van het omzetcijfer van 7,81%. Deze drastische cijfers moet men wel nuanceren. 2008 was een duaal jaar voor de grafische sector. Er waren twee duidelijke tendensen. Enerzijds voelden de drukkerijen al duidelijk de eerste tekenen van de economische vertraging. Zij leverden 5% aan omzet in. Anderzijds zagen de bedrijven die actief in de prepress zijn, hun omzet stijgen met 5%. Deze eerste algemene trend is ook waar te nemen in de bedrijven die deelnamen aan de interviews. Het afgelopen fiscaal jaar kenden wij een belangrijke omzetdaling. Dit heeft voornamelijk te maken met de crisis. De omzet van sommige klanten is gedaald tot minder dan 50% en dit voelen wij dan ook uiteraard. We zien nu wel dat de economie voor een stuk opleeft. Door de crisis voelen wij intern dat het moeilijker is om aan onze voorraden te geraken doordat iedereen zijn voorraad op scherp heeft afgesteld. Vanaf het moment dat de economie terug wat opleeft, kennen wij een tekort aan materialen. (Van Duynslager) Ook bij drukkerij De Cuyper is de omzet de laatste jaren teruggelopen. Volgens de heer De Cuyper ligt dit aan de lagere verkoopprijzen en aan een inkrimpende markt. De laatste jaren hebben wij het effect gevoeld van de crisis die zich ook in België afspeelt. Hierdoor is er een overcapaciteit aan drukkerijen en tegelijk een dalende vraag. Dit leidt tot dalende prijzen en faillissementen. (Van Duynsalger) Toch zijn er ook bedrijven die weinig tot geen last hebben van de crisis. Wij ervaren geen omzetdaling, niettegenstaande de lage verkoopprijzen. Dit betekent dus dat ons volume al jarenlang veel sterker stijgt dan de daling van de verkoopprijzen. (Van Doorsselaere) 8

a) Aantal ondernemingen In 2008 waren er in totaal 1.339 werkgevers in de Belgische grafische nijverheid. Hierin zitten enkel de werkgevers en niet de zelfstandigen vervat. Eind 2008 bedroeg het totaal aantal ondernemingen, inclusief de zelfstandigen, in de grafische industrie 4.237 eenheden (Bron: neergelegde jaarrekeningen NBB). Het Vlaamse gewest neemt 863 werkgevers voor zijn rekening, dit is 64,45%. Het Waals gewest is goed voor 295 werkgevers (22,03%) en het Brussels gewest telt er 181 (13,52%). Verder kan men de werkgevers onderscheiden volgens de hoofdactiviteit. Aan de hand van statistieken maakt men de volgende categorieën: drukken, afwerking, prepress en overige activiteiten. Drukken vormt het grootste deel van de hoofdactiviteit met 68,78%, gevolgd door prepress/overige met 26,14%. De afwerking staat in voor het kleinste deel met slechts 5,08%. Bedrijven die de volledige dienstverlening uitvoeren, worden geïntegreerde bedrijven genoemd. Het aantal werkgevers in de grafische nijverheid over de laatste vijf jaar, wordt weergegeven in onderstaande figuur. In deze figuur zijn enkel de werkgevers opgenomen, niet de zelfstandigen. In 2008 is het aantal werkgevers sterk gedaald, namelijk met 8,91 %. Het jaar daarvoor was er een relatieve stabilisatie met 0,61%. Over de laatste vijf jaar stelt men een daling vast van 16,63%. Deze cijfers kan men verklaren aan de hand van verschillende redenen zoals het aantal faillissementen in de sector, het aantal fusies en overnames en problemen eigen aan de opvolging van KMO s die soms leiden tot de stopzetting van de Aantal werkgevers activiteit. 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 Belgie Brussel Waals Gewest Vlaams gewest 2004 Figuur 3: 2005 2006 2007 2008 Aantal werkgevers in België per Gewest Naar Febelgra, 2008 In onderstaande grafiek vindt men de verdeling terug van de tewerkstelling in de Belgische grafische nijverheid over de laatste vijf jaar en volgens de hoofdactiviteit. Hierbij zijn geen krantendrukkerijen opgenomen. De sector afwerking is de enige sector die de laatste jaren niet is afgeslankt. In tegendeel, er zijn 20 bedrijven 9

bijgekomen. Zowel drukken als prepress/overige zijn de laatste jaren achteruit gegaan. In 2008 gingen er 49 Aantal ondernemingen grafische bedrijven failliet. Vooral het Vlaamse Gewest werd in 2008 zwaar getroffen. 1200 1000 800 600 400 200 0 Afwerking Drukken Prepress / overige 2004 Figuur 4: 2005 2006 2007 2008 Aantal ondernemingen in de grafische nijverheid in België volgens hoofdactiviteit Naar Febelgra, 2008 b) Aantal werknemers De Belgische grafische nijverheid biedt 15.568 arbeidsplaatsen aan, exclusief de krantendrukkers. Het Vlaamse gewest biedt werk voor 11.027 mensen (70,83%), het Waalse gewest 2.830 arbeidsplaatsen (18,18%) en het Brussels gewest 1.711 (10,99%). Wederom kan de tewerkstelling onderverdeeld worden volgens de hoofdactiviteit van de onderneming. Het drukken neemt de grootste plaats in met 80,56% van de werknemers in de grafische sector, gevolgd door de prepress met 14,36% en de afwerking stelt met 5,08% het kleinst aantal werknemers voor. De tewerkstelling in de grafische nijverheid in België over de laatste vijf jaar wordt weergegeven in de onderstaande grafiek. Deze cijfers zijn exclusief de zelfstandigen. De werkgelegenheidscijfers voor 2008 Aantal werknemers dateren van het tweede kwartaal van 2008. 20000 15000 Brussel 10000 Waals Gewest 5000 Vlaams Gewest België 0 2004 Figuur 5: 2005 2006 2007 2008 Tewerkstelling in de Belgische grafische nijverheid in de periode 2004-2008 Naar Febelgra, 2008 10

De werkgelegenheid daalde in 2008 in het Waalse Gewest met 4,58%, in het Brusselse gewest was er een spectaculaire daling van 18,95%. Enkel in het Vlaams Gewest was er een stijging van 3,28%. Over de periode 2004 2008 daalde de werkgelegenheid met 8,91%. Opmerkelijk hierbij is, dat tot voor het uitbreken van de globale economische en financiële crisis in het najaar van 2008, de sector werd geconfronteerd met een groot aantal openstaande vacatures voor drukkers en afwerkers. c) Grootte van de grafische bedrijven Aan de hand van RSZ- statistieken kan men de werkgevers verdelen over de verschillende klassen van tewerkstelling. De cijfers zijn exclusief de krantendrukkers en stellen de gegevens voor van 2008. Op dat ogenblik waren er 15.568 werknemers en 1.339 werkgevers in de grafische nijverheid in België. Bedrijven met één tot vier werknemers komen het vaakst voor. Er zijn 778 bedrijven die minder dan vijf werknemers in dienst hebben. Door dit grote aantal komt dit segment toch aan bijna 10% van de totale tewerkstelling. Bedrijven met vijf tot negen werknemers komen minder voor, 228 stuks meer bepaald. Net zoals de bedrijven van één tot vier werknemers komen ze hierbij bijna aan 10% van de tewerkstelling. Bedrijven met 20 tot 49 werknemers nemen het grootse deel van de tewerkstelling voor hun rekening. Met 112 werkgevers komen zij in totaal aan 22,71% van de totale werknemers in deze sector. Hoe groter de bedrijven worden, hoe minder er zijn. Er zijn slechts 36 bedrijven met 50 tot 99 werknemers, goed voor 15,78% van de tewerkstelling. Met 23 bedrijven van 100 tot 199 werknemers, is dit segment goed voor bijna 20% van de sector. Slechts vijf bedrijven hebben 200 tot 499 werknemers, samen goed voor 9% van de tewerkstelling in de sector. De complete tabel met gegevens vindt men terug in bijlage 6. Hieruit kunnen we concluderen dat de grafische ondernemingen voornamelijk KMO s zijn. 95,85% van de ondernemingen heeft minder dan 50 werknemers. Bovendien stelt 76,65% van alle ondernemingen minder dan tien mensen te werk. Hier tegenover staat dat 4,78% van de ondernemingen 44,40% van de werknemers uit de grafische sector tewerk stelt. 11

12% 17% Aantal werkgevers in 2008 2% 3% 0% 8% 58% van 1 tot 4 5 tot 9 10 tot 19 20 tot 49 50 tot 99 100 tot 199 200 tot 499 Figuur 6: Percentage werkgevers in verhouding tot de grootte van het bedrijf in 2008 Naar Febelgra, 2008 Tewerkstelling in 2008 9% 10% 19% 16% 10% 13% van 1 tot 4 5 tot 9 10 tot 19 20 tot 49 50 tot 99 100 tot 199 200 tot 499 23% Figuur 7: Percentage werknemers in verhouding tot de grootte van het bedrijf in 2008 Naar Febelgra, 2008 d) Handelsbalans In 2008 bedroeg de export 1,330 miljoen EUR en de import 1,108 miljoen EUR. Hierdoor komt men aan een handelsoverschot van 222 miljoen EUR. Het overschot op de handelsbalans evolueerde opnieuw in de goede richting in 2008 met 21,98%. Sinds 2004 werd de overschot jaarlijks steeds kleiner, in 2007 keerde de situatie en ook in 2008 groeide de overschot terug aan. 12

Volgens de INTRASTAT statistieken werd in 2008 meer dan 40% van de omzet gerealiseerd door export. Dit geeft aan, dat export steeds belangrijker wordt in de Belgische grafische sector. De vijf meest geëxporteerde producten zijn boeken, reclame, kranten en periodieken, handelscatalogi en etiketten. De export is in monetaire grootheden ( ) met 3,26% gestegen. In fysieke grootheden ( ton) is de export echter fors gedaald met 17,36%. Dit bewijst dat de buitenlandse verkoopprijzen in 2008 gestegen zijn voor de Belgische grafische ondernemingen, hetgeen positief is. De import in monetaire grooteenheden stabiliseerde (0,18%). De import in ton daalde met 1,01%. Hieruit kan men afleiden dat de prijs die de Belgische grafische ondernemers betalen voor geïmporteerde goederen licht daalde. Handelsbalans in miljoen EURO 1500 Export 1000 Import 500 Balans 0 2004 Figuur 8: 2005 2006 2007 2008 Handelsbalans van de Belgische grafische sector in de periode 2004-2008 Naar Febelgra, 2008 Volgens het Statistisch Dossier van Febelgra (2008) wordt ongeveer 80% van de handel gedreven met Frankrijk, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Import uit China blijft beperkt tot 4,80%. Dit percentage stijgt wel jaarlijks. Het overgrote deel van onze grondstoffen komt uit Azië. Wij importeren zeer veel vanuit China, India en Taiwan. Hoe komisch het ook is, de meeste van onze producten gaan ook terug richting China. De aankoop van grondstoffen uit China is natuurlijk goedkoper. Echter, als morgen de grondstoffen goedkoper zijn in de USA, dan zullen we ze daar kopen. Ik verwacht dat in de toekomst de import alleen nog maar zal toenemen. (Van Doorsselaere) België importeerde in 2008 bijvoorbeeld meer uit China dan uit Italië. Voornaamste importproducten uit China zijn boeken, prenten- en kleurboeken, kaarten, agenda s en mappen. 13

e) Besparingen Door de jarenlange omzetdaling hebben de Belgische grafische bedrijven noodgedwongen besparingen moet doorvoeren. Op deze manier trachten ze een financieel gezonde situatie te creëren. Deze besparingen zijn ook nodig om te kunnen concurreren op zowel de nationale als internationale markt. Besparingen zijn een continue opoffering binnen het bedrijf. Er moet voortdurend bespaard worden op transport, arbeidskost, verpakking, grondstof, elektriciteit, water...op zich is dit niets negatief. Elk goed draaiend bedrijf moet dit doen. (Van Doorsselaere) We hebben vooral bespaard qua structuur en interne werking. We trachten uiteraard wel naar de klant toe even flexibel te blijven en onze dienstverlening niet te veranderen. (De Cuyper) We hebben veel besparingen doorgevoerd op efficiëntere organisatie door te automatiseren. Alle papier wordt aangevoerd en op paletten gezet door automatische heftrucks. We hebben zo weinig mogelijk manuele arbeid. (Maes) We proberen vooral te snoeien in ons personeel. Arbeiders worden tijdelijke economische werkloos, bedienden hebben een tijdelijke arbeidsduurvermindering. Verder worden operationele kosten tot het minimum beperkt. Naar de leveranciers toe, hebben we over alle contracten opnieuw genegotieerd. (Jacobs) 14

3.3.2. De Chinese grafische industrie 3.3.2.1. De Republiek China: de economie en handel Door een gemiddelde jaarlijkse groei van 9,5% de laatste drie decennia, zijn honderden miljoenen Chinezen uit de armoede gekropen, in de meest snelle en verreikende economische transformatie ooit. Het is nog steeds geen democratie, maar het volk krijgt stilaan meer macht (Intergraf, 2006). Het is opvallend dat steeds meer en meer buitenlandse bedrijven de controle overnemen van de Chinese, ondanks de vele strikte regels opgelegd door de Chinese overheid. De Chinezen hebben toegang tot de laatste nieuwe en moderne technologieën, het is echter de vraag of ze deze stap zullen maken en afwijken van wat hen populair maakte: lage productiekosten en prijzen (Intergraf, 2006). De modernisering in China gebeurt aan een erg snel tempo. Het is de bedoeling om armoede te reduceren, de levensstandaard te verhogen en een sociale markteconomie op te richten. Tegen 2010 hoopt China het bruto nationaal product van 2004 ($4 triljoen) te verdubbelen. Deze hoge verwachtingen zijn ook terug te vinden in de Chinese grafische industrie. In 2005 verklaarde China één van de grootste spelers op de grafische markt te willen zijn binnen de vijf jaar (Intergraf, 2006). De Chinese economie is de laatste jaren aan het stijgen met een gestage groei van het bruto binnenlands product van ongeveer 9,5% per jaar. Met een bevolking van 1,3 biljoen mensen en een oppervlakte van 9,6 miljoen km² heeft China een enorm groeipotentieel. De USA en Europa zijn één van de grootste handelspartners met elk een aandeel van 14% van de Chinese export (Intergraf, 2006). Het voordeel van lage kosten voor China wordt echter verstoord door de tijd die transport naar Europa en USA in beslag neemt: boottransport van producten naar Europa kan 30-45 dagen in beslag nemen. Meer en meer is er ook wegentransport van binnenlandse regio s naar Europa. Ook luchttransport is een (duurdere) optie (Intergraf, 2006). De landen met de grootste import zijn het Verenigd Koninkrijk gevolgd door Duitsland, Frankrijk, Nederland, België, Spanje en Italië. De grootste groei van import de laatste jaren gebeurde in Nederland, Ierland, België en het VK (Intergraf, 2006). 15

Productiecondities Een belangrijk aspect, indien men kijkt naar het grafisch materiaal en andere producten die geïmporteerd worden in Europa, is de vraag naar de productiecondities: werkomstandigheden, productiviteit, kosten, werktijden, impact op het milieu, gezondheid- en veiligheidsomstandigheden. Deze zijn niet zoals we ze kennen in Europa. onze beperkingen in functie van veiligheid en milieu spelen ons parten tegenover het Oosten.. (Jacobs) (Intergraf, 2006). Bewijs en concrete aanwijzingen voor de grafische industrie zijn moeilijk te verkrijgen. Hier moet men wel rekening mee houden indien men een goed beeld wil krijgen van delokalisatie naar China. Uit een recente studie blijkt dat heel wat bedrijven in China niet conform zijn met de wetgeving. Hier in Vlaanderen zijn we benadeeld door de strenge milieuwetgeving die hogere kosten met zich meebrengen door het aanschaffen van extra installaties (Maes) Hierbij komt nog eens dat de bestaande wetgeving verre van vergelijkbaar is met deze in de EU, ondanks de vele contacten tussen beide grootheden (Intergraf, 2006). De EU heeft een werkgerelateerd Memorandum of Understanding met China ondertekend in september 2005. Dit moet ervoor zorgen dat beide partijen kunnen discussiëren over sociale bescherming, sociale cohesie, werkwetgeving, werkrelaties en sociale dialoog (Intergraf, 2006). Concurrentievoordeel De import van Chinese producten in de westerse wereld blijft steeds maar groeien. Deze evolutie is wel degelijk een bedreiging voor vele van onze industriële jobs. De lage loonkosten zijn hierbij verrassend genoeg niet de reden voor deze bedreiging. De Chinezen hebben lagere productiekosten, wat wel een voordeel is voor hen. Indien men weet dat een Chinese textielarbeider gemiddeld 40 eurocent per uur verdient, is de rekening snel gemaakt. Als men de sociale werkgeversbijdragen in België erbij rekent blijkt dat een Chinese arbeider tot 50 maal goedkoper is. Toch is dit niet de hoofdreden voor de Chinese concurrentie. Belgische bedrijven zijn bijzonder efficiënt, geautomatiseerd, technologisch aan de top en innovatief. Wij proberen sterk in te spelen op efficiëntie (Van Duynslager) Ook maken wij vaak gespecialiseerde producten waarbij de loonkosten minder doorslaggevend zijn (Nieuwsblad, 2005). Aangezien de loonkosten hoog zijn in België moeten wij ons focussen op producten die duur zijn en waarvoor de klanten veel geld willen betalen en waarvan de kostencomponent vooral materiaal is. (Van Duynslager) Het concurrentievoordeel van China vloeit voort uit het feit dat ze op de Westerse markten verkopen aan prijzen die geen economische prijzen zijn, maar politieke of gesubsidieerde prijzen. In Europa worden heel wat Chinese textielproducten verkocht onder de prijs van de grondstofkosten. Geregeld duiken er Chinese producten op die 60 tot 75% goedkoper zijn dan onze producten, en zelfs 30% goedkoper dan producten uit 16

andere lagelonenlanden zoals Bangladesh en Sri Lanka die ongeveer dezelfde lage loonkosten hebben als China. Op lange termijn kan China dit niet volhouden, op korte termijn kunnen ze wel grote marktaandelen veroveren in alle landen, ook in ontwikkelingslanden (Nieuwsblad, 2005). Dit alles is mogelijk doordat China geen vrije markteconomie heeft. Veel bedrijven zijn er staatsbedrijven en voor andere bedrijven zijn er verschillende open of verdoken vormen van subsidiëring zoals gratis leningen, gratis grond, gesubsidieerde grondstoffen, Het concurrentievoordeel van China bevindt zich dus in ongeoorloofde praktijken zoals dumping, subsidiëring, sociale uitbuiting en namaak (Nieuwsblad, 2005). PESTEL- analyse Strategieadviseurs maken gebruik van de PESTEL- analyse om de externe macro- economische omgeving te analyseren waarin men opereert of kan opereren. Aan de hand van deze analyse kunnen Belgische bedrijven nagaan welk land hen de meeste voordelen biedt om nieuwe vestigingen te openen. Hierbij een voorbeeld, toegepast op China, van wat er in elk luik kan besproken worden. Politiek: Volksrepubliek en sterke gelijkenissen met het communisme Economisch: land volop in ontwikkeling met een sterk economisch groei; sterke stijging BNP Socio- cultureel: hoog armoedepercentage op het platteland; lage inkomens; 1,3 miljard inwoners; 1- kinds politiek Technologisch: technologie volop in ontwikkeling; innovatief Ecologisch: minder strenge milieuwetgeving dan in Europa; energie goedkoper Juridisch: arbeiders minder goed beschermd dan in Europa; minder strenge veiligheidsnormen (Johnson, Scholes, Whittington, 2005) 3.3.2.2. Handel tussen China en de EU In 2003 is China de tweede grootste handelspartner geworden van Europa, na de USA. Toch wel opmerkelijk aangezien het in 1999 slechts op de vierde plaats kwam. China was goed voor 5% van de export van de EU25 en 12% van de import. Deze bilaterale handel is vooral geconcentreerd op productiegoederen: bijna 2/3 van de geëxporteerde goederen zijn machines en voertuigen. Het feit dat het vooral zware machines voor productie zijn wil zeggen dat de Chinese bedrijven investeren in zeer efficiënte machines. Hierbij is de expertise van Europa belangrijk. Naast productiegoederen is export van luxegoederen naar China ook belangrijk. Europa bezit 25% van de Chinese markt van luxegoederen. De hoogste 10% van inkomens in China hebben nu een levensstandaard van de Europese middenklasse. 17

Import vanuit China is niet geconcentreerd in specifieke productcategorieën. Duitsland is de grootste importeur, gevolgd door het VK en Nederland. Telecommunicatie, landbouwproducten, kleding en textiel zijn de belangrijkste importproducten (Intergraf, 2006). De laatste jaren zijn er zowel langs de kant van de EU als van China initiatieven genomen om de bloeiende handel tussen beide partners te ondersteunen en het uitbouwen van meer succesvolle strategische partnerships. Gesprekken tussen beide partners moeten zorgen voor een betere toegang van Europese bedrijven in China en een betere bescherming van intellectuele eigendomsrechten van Europese bedrijven (Intergraf, 2006). 3.3.2.3. De Chinese grafische industrie Na een overzicht van de algemene handel en van de economische situatie van China, zullen we in dit deel verder ingaan op de grafische sector in China. De verschillende sectoren zullen worden besproken en cijfermateriaal zal aangehaald worden om trends aan te tonen. Regelgeving: Milieuwetgeving lijkt enkel in de energiesector te bestaan Geen informatie omtrent H&S Grote bedrijven hebben een ISO- certificaat Technologie: Technologische achterstand met Europa is niet groot Europese fabrieken die machines maken staan op het punt filialen in China te openen Leveringsketen: Sinds 2006 is China erin geslaagd om aan de eigen voorzieningen te voldoen met betrekking tot papier, inkt en machines De Chinese machines hebben qua kwaliteit maar een kleine achterstand op die van België Cliënten en producten: De locale markt kent als het ware een boom Klanten zijn internationaal Aan de hand van wereldwijde promotiecampagnes probeert men klanten te winnen Enorm breed gamma aan producten 18

Als men kijkt naar de printproductie in China is de commerciële printing goed voor 41% van de productie, gevolgd door drukwerk op verpakking met 40% en de pre- press is goed voor een marktaandeel van 19%. Vooral het verpakkingsdrukwerk zit de laatste jaren erg in de lift. De gemiddelde groei van de grafische industrie in China is 15%. Het aantal ondernemingen in China is de laatste jaren enorm gestegen van 11.000 in 1985 naar 97.000 in 2006. Terwijl er in West- Europa 700.000 mensen in de grafische sector werken, werken er in China bijna 3,4 miljoen. De Chinese overheid stimuleert de snelle groei van de grafische sector en steunt beginnende bedrijven. China ziet zichzelf in 2020 als de grootste in de grafische wereld met de meeste geavanceerde technologie. Naar mijn aanvoelen wordt er in de lagelonenlanden evenveel geïnvesteerd in machines als in België. (Van Duynslager) (Intergraf, 2006). 40% van de Chinese grafische bedrijven zijn privé, 26% zijn collectieve bedrijven en 18% zijn joint stock bedrijven (Intergraf,2008). De markt voor schoolboeken kende een echte boom in China, de totale omzet steeg met 360% tussen 1994 en 1999. Deze cijfers tonen aan dat de regering de nodige inspanningen levert om de toegang tot schoolboeken te vergroten en zodoende de opleidingen van Chinese werkkrachten te ondersteunen (Intergraf, 2006). De invloed van de snel groeiende Chinese grafische industrie wordt door bijna elk Europees land gevoeld. De import van printmateriaal uit China is de laatste jaren enorm gestegen. De totale import in de EU25 in 1995 was 75 miljoen EURO, 10 jaar later was dit bedrag reeds 454 miljoen EUR (Intergraf, 2006). Grafische industrie in Beijing Ondanks de snelle Chinese hervormingen, evolueert de grafische industrie in Beijing stap voor stap. De industrie in deze stad bestaat uit staatsbedrijven, collectieve bedrijven en joint stock bedrijven. De uitrusting, technologie, productie, capaciteit, management en productiekwaliteit van de grafische industrie in Beijing zijn verbeterd. De snelle groei heeft men te danken aan de gunstige geografische positie en de verschillende marktvoordelen. Beijing is goed voor een groot aandeel van de publicaties in China. Verder zijn 50% van de boekenbedrijven en 33% van de kranten daar gevestigd. De stad is goed voor 30% van de totale productie aan boeken, kranten en magazines. Vooral de markt van drukken op verpakkingsmateriaal is veelbelovend. De business in Beijing is zeer welvarend, voornamelijk in de farmacie, voedsel, tabak/alcohol, cosmetica, etc. Door de economisch en sociale ontwikkeling is er een grotere vraag naar bovenstaande goederen. Dit creëert op zijn beurt mogelijkheden voor verpakkingsdrukkers. Ook de vraag naar andere printproducten zoals rekeningen, bank en belastingspapieren, tickets, boeken en dergelijke stijgt (Intergraf, 2006). Echter, in vergelijking met enkele andere internationale steden, heeft Beijing nog een lange weg af te leggen. Hong- Kong heeft het grootst aantal arbeiders. Beijing bevindt zich op de 3 de plaatst qua export. In China is het de 4 de grootste grafische industrie (Intergraf, 2006). 19

3.3.2.4. China en de overige grafische wereld Aangetrokken door de groeiende vraag naar boeken, magazines, kranten, verpakkingsdrukwerk en andere media in China, willen westerse grafische bedrijven graag een deel van die koek. Maar de grafische industrie in China is een staatszaak, waardoor deze zeer streng gereguleerd is. Hierdoor moeten de buitenlandse bedrijven een langetermijnstrategie uitbouwen indien ze ook willen genieten van de voordelen van deze snel groeiende markt. China s toetreding in de WTO heeft gezorgd voor een soepelere procedures voor buitenlandse grafische bedrijven. Door een regeling van maart 2002 keurde China joint ventures goed om publicaties, verpakking en decoratie te drukken. Volledig buitenlandse bedrijven zijn volgens de Chinese wetgeving verboden om verpakkingen en decoraties te bedrukken (Intergraf, 2006). 3.3.2.5. China en de EU Spanje toont aan, dat de grafische industrie in China een enorme opmars kende. Volgens een rapport van de Spaanse federatie van de grafische industrie, blijkt dat de import uit China en andere Zuid- Oost- Aziatische landen gestegen is met 41% en dit enkel in de periode 2003 2004. Opmerkelijk is dat er extra volumes van de bestelde orders worden geproduceerd om deze vervolgens te verkopen op de Spaanse zwarte markt (Intergraf, 2006). Aan de hand van cijfermateriaal van Duitsland blijkt dat er meer en meer Duitse magazines worden gedrukt in China. Deze hoeveelheid is laag tegenover het aantal boeken, maar er is toch een duidelijke opmars te zien. De Italiaanse grafische industrie kent ook een groei van import uit China met 115% voor de periode 1999 2005. China krijgt stilaan ook meer en meer grip op de boeken- en kalendermarkt (Intergraf, 2006). De Belgische grafische industrie denkt dat meer en meer Belgische boekenindustrie zal verdwijnen door de steeds grotere import van kinderboeken uit China. Bedrijven die boeken drukken, voornamelijk kinderboeken waar heel veel details aan zijn, ondervinden concurrentie van China. Dit zijn tijdloze producten. (De Cuyper) Deze boeken worden vaak verkocht door grote distributeurs zoals Carrefour. Het enige nadeel van deze import is de lange leverperiode. Boeken die niet afhankelijk zijn van leverperiodes zijn een grote potentiële markt voor de Chinezen. Het zijn enkel de heel grote projecten waar voldoende tijd voor is die naar China gaan. (Van De Weghe) Door de lagere productiekosten wordt materiaal dat veel handenarbeid vergt meer en meer in China vervaardigd. Opmerkelijk is de toenadering van de Chinese grafische Industrie naar Europa toe, hiermee trachten ze de Europeanen te beïnvloeden en zo hun integratie vlotter te laten verlopen. De Europeanen bezitten ook meer 20

printtechnieken die de Chinezen maar al te graag zouden leren. (Intergraf, 2006) we zouden ook kunnen uitbesteden, maar dan geven we een ganse know- how weg (Van Doorsselaere) De Duitse Printing Federatie verklaart dat China Europese designers aantrekt die werken voor Chinese bedrijven en zo de Europese markt veroveren. Ook rapporteerden ze dat de Chinezen pogingen ondernemen om machines na te maken Heidelberg en MAN Roland. Dit zou wel eens ten koste kunnen gaan van vele jobs in Europa (Intergraf, 2006). a) Crisis Door de voorbije crisis trachten de uitgeverijen tot elke laatste eurocent te besparen. Zelfs de productie in het Verre Oosten komt onder de microscoop. De afgelopen jaren was drukken in het Verre Oosten gewoonweg de goedkoopste oplossing. Door de crisis zijn de prijzen van papier, olie en energie gestegen. Verder introduceerde de Chinese overheid nieuwe wetten om de werknemers beter te beschermen, dit leidde op zich weer tot een stijging van de werkkost (Galhagher, 2009). Volgens Andy Brow, directeur van het BPIF, is er een dramatische evolutie in de Chinese grafische industrie. Lonen stijgen door de economische groei. Mensen zijn niet meer bereid om te werken voor een appel en een ei. De Chinese industrie is niet meer zo aantrekkelijk als vroeger. (Galhagher, 2009) Carrick Wilkie, sales directeur van Cambrian Printers, zegt dat de productieprijs in China 30% is van die in het VK, tien jaar geleden was dit nog 50% (Galhagher, 2009). b) Import in de EU Indien men kijkt naar onderstaande figuur ziet men in de EU een grote groei van import van grafisch materiaal vanuit China. Meer specifiek was de totale waarde van import van de Europese grafische industrie in 1995, namelijk 75 miljoen euro, terwijl dit in 2006 gestegen is naar 650 miljoen EUR. Dit betekent een groei van maar liefst 860%. Het land met het grootste aandeel van de import vanuit China is het VK, gevolgd door Duitsland, Nederland, Frankrijk, Spanje en België. Door deze stijging is er in China een groeiende vraag naar ruwe materialen en machines. De import vanuit China over de laatste tien jaar (1995 2005) is het meest gegroeid in Nederland (+1100%), Ierland (+880%), België (+800%) en het VK (+700%) (Intergraf, 2006). 21

Figuur 9: Import van grafisch materiaal vanuit China in Europa (taartdiagram) Uit Intergraf, 2008 Uit onderstaande grafieken kan men afleiden dat de import vanuit China naar Europa in vele landen aan het stijgen is. Het Verenigd Koninkrijk is de grootste stijger. Ook Duitsland, Nederland, Frankrijk, Spanje en Italië kennen een enorme groei. Millions 70 60 50 40 30 20 10 0 FRANCE NETHERLANDS ITALY POLAND NETHERLANDS FRANCE SPAIN BELGIUM ITALY FRANCE SPAIN ITALY BELGIUM ITALY ITALY DENMARK DENMARK POLAND PORTUGAL AUSTRIA AUSTRIA AUSTRIA 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Figuur 10: Import van grafisch materiaal vanuit China in Europa (grafiek) Uit Intergraf, 2008 22

Volgend citaat komt van de Franse uitgever Groupe Fleurus: Het is een gewoonte geworden om boeken met veel details, en dus kostelijk om te produceren, naar China te zenden. De prijzen zijn enorm scherp en we hebben geen problemen met de kwaliteit (Botle, 2007). Kwalitatief is er nog amper een verschil tussen Europa en Oost- Europa of China. Deze landen zijn ondertussen ook mee geëvolueerd en beschikken ook over moderne machines. (Jacobs) Atnatonio Maria Avila, voorzitter van de Spaanse uitgeversfederatie zegt dat de helft van de Spaanse boeken voor Amerikaanse markt, gedrukt worden in China. Ze worden vaak rechtstreeks van China naar San Francisco verscheept. De reden is heel simpel: het is veel goedkoper (Botle, 2007). Met China s toetreden in het WTO in de vroege jaren 90, verhuisden grote drukkers van Hong- Kong en Singapore naar de zuidelijke provincies van China. Grond was goedkoop en investeren was door de Chinese politiek eenvoudig (Botle, 2007). Er zijn 92.500 grafische bedrijven in China waarvan er slechts 7% door de overheid wordt beheerd. De andere waren ooit van de staat, maar zijn ondertussen geprivatiseerd. Dit kan verschillende vormen aannemen, eigendomsrechten zijn soms verworven door werknemers aan de hand van aandelen. Een andere mogelijkheid om te privatiseren is door externe investeerders belang te laten nemen in het bedrijf. Tot deze laatste categorie behoren 17.000 bedrijven ofwel 18%. De meeste van de bedrijven zijn gewoon privé-eigendom. Hierop volgen een aantal fundamentele verschillen tussen de markt bij ons en die in China. De grafische bedrijven in China bezitten een licentie waardoor de Chinese overheid een aanzienlijke controle van de bedrijven kan overnemen of bijsturen. Dit is ook duidelijk doordat China verdeeld is in drie zones. De eerste zone is die rondom Beijing, waar men drukt voor de overheid. De tweede zone bevindt zich in centraal China rondom Shangai, waar men vooral drukt voor de eigen Chinese markt. De derde zone bevindt zich in het zuiden rondom de Pearl River Delta, hier drukt men vooral exportgoederen (Hayes, 2006). Werk dat een langere tijdspanne in beslag neemt, bijvoorbeeld 4 tot 6 weken, is voor bedrijven voordeliger dit in China te laten drukken. Dit kan tot 50% minder kosten. Indien dit op een kortere periode moet gebeuren, zal dit niet goedkoper zijn in China door de transportkosten van het vliegtuig (Printing World, 2006). De Chinese economie is fundamenteel veranderd sinds de hervormingen die doorgevoerd werden door Deng Xiaoping in 1978. Twintig jaar geleden was de Chinese economie achteropgesteld en afgesloten van de buitenwereld. Het was een inefficiënte industrie en een centraal geplande economie (Russell, 1998). 23

3.3.3. De Oost- Europese grafische industrie 3.3.3.1. Het nieuwe Europa Op 1 mei 2004 traden acht Midden- en Oost-Europese landen namelijk Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië, toe tot de Europese Unie. Ook Cyprus en Malta traden toe tot de EU. Op 1 januari 2007 traden opnieuw twee Oost- Europese landen toe tot de EU. Hierdoor kwam het aantal lidstaten op 27. Ook Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Turkije willen lid worden (http://europa.eu). De toetreding van deze nieuwe lidstaten is een voorlopige voltooiing van een integratieproces met Centraal- en Oost- Europa dat reeds meer dan een decennium aan de gang is. De jaren na de val van de communistische regimes werden de handelsrelaties tussen oost en west terug nauwer. Dit zorgde voor een opvallende groei van invoer- en uitvoerstromen die vandaag nog steeds verder gaat (Abraham, 2006). Aan dit proces nam ook de Belgische economie actief deel. De internationale handel met deze nieuwe lidstaten groeide snel. De Belgische uitvoer overtrof hierbij de invoer zodat de Belgische handelsbalans met de nieuwe kandidaat lidstaten overwegend overschotten registreerde in de periode 1995 2004 (Abraham, 2006). 3.3.3.2. Bedrijfsmobiliteit en buitenlandse directe investeringen Bijna wekelijks komen ze in het nieuws: bedrijven die hun activiteiten geheel of gedeeltelijk overplaatsen naar de nieuwe lidstaten. Vaak gaat het om arbeidsintensieve industriële bedrijven die uitwijken omwille van de lage arbeidskost. De laatste tijd volgen ook kennisintensieve en dienstverlenende bedrijven deze tendens. De heer Van Duynslager bevestigt dit: Het ziet er naar uit dat we naar de toekomst toe vestigingen zullen openen in Oost- Europa. Er is in België wel nog groei mogelijk door de economie die zich terug op gang trekt, maar als er een nieuwe technologie opduikt, kan je dit even goed in Oost- Europa doen. Als we 100 miljoen euro hebben om te investeren, zal dit niet in België zijn. Polen, Slowakije, Hongarije en Roemenië zijn hiervoor sterke kanshebbers. De lonen in Polen zijn echter wel erg aan het stijgen. Vooral op het niveau van het General Management, dit zal in Polen meer kosten dan in België. Onderzoek bij individuele bedrijven toont echter aan dat de voornaamste reden voor investering in Centraalen Oost- Europa meer te maken heeft met de concurrentie te snel af zijn en als eerste een voet tussen de deur te krijgen in de nieuwe markt. Deze investeringen leidden echter niet tot delokalisatie of jobverlies in de thuismarkt, maar eerder tot een hogere groei en een toename van de werkgelegenheid (Abraham en Konings, 1999). 24