22 GIS in Vlaanderen: een duur speeltje voor enkele specialisten of toch vooral een handig middel om het beleid mee vorm te geven? JORIS GAENS beleidsmedewerker Informatie Vlaanderen TOM VAN HERCK relatiebeheerder Informatie Vlaanderen GRIET DE NEVE informatie Vlaanderen STIEN LESAGE GIS-coördinator Interleuven Accurate geografische gegevens zijn noodzakelijk om beleidskeuzes te ondersteunen. Je kunt gebruik maken van Google maps. Maar als het er écht op aankomt, heb je je eigen grondgebied best heel goed in kaart. Anders kom je vroeg of laat in de problemen. Het plannen van een nieuwe woonwijk, het uitstippelen van een fietsroutenetwerk, het bepalen van de milieu-impact bij belangrijke infrastructuurwerken, de gezondheidsindicatoren in een ruimtelijk verband, het zijn slechts enkele voorbeelden van toepassingen waarbij de beschikbaarheid van accurate geografische gegevens onmisbaar is bij de ondersteuning van beleidskeuzes.
Focus 23 GIS ondersteunt de dagelijkse werking in Vilvoorde Jan Laporte, relatiebeheerder Informatie Vlaanderen en Griet De Neve, communicatiemedewerker Informatie Vlaanderen hebben een interview afgenomen met stadssecretaris Vera Boudry en GIS-coördinator Veerle O om na te gaan hoe de GIS-werking in Vilvoorde werd uitgebouwd. Hoe organiseert de stad Vilvoorde het gebruik van geografische informatiesystemen (GIS) in haar dagelijkse werking? Vera: We hebben een GIS-coördinator, Veerle. Zij zit in de staf van de afdeling Stadsontwikkeling, die aangeeft dat het een organisatiebrede functie is. Daarnaast is er de GIS-werkgroep. Die komt vijf keer per jaar samen. We bekijken dan de noden van de verschillende diensten en welke opportuniteiten andere overheden aanbieden. GIS is geen evidente materie om te implementeren in een organisatie. Omdat ik overtuigd was van de meerwaarde, zit ik van in het begin bij deze werkgroep. Dat is intussen zo n 14 jaar. Veerle: Heel wat diensten gebruiken het GIS. Ruimtelijke ordening tekent zelf alle vergunningen in. Momenteel loopt daar het project om met de notariële inlichtingen volledig online te gaan, met behulp van het GIS. Efficiënter voor de burger, die onmiddellijk een antwoord krijgt. Ook de diensten milieu, lokale economie, cultuur en evenementen, openbaar domein en nog veel meer tekenen zelf lagen in het GIS. Vera: Minder evidente diensten die gebruik maken van GIS zijn burgerzaken en ook de socio-culturele diensten. Burgerzaken doet dit vooral in het kader van het CRAB (Centraal Referentieadressenbestand red.). Andere diensten brengen gemeenschapsvoorzieningen in kaart. Krijgen die diensten daarvoor een opleiding? Veerle: Nee, dat is niet nodig. Bij elk project bekijken we samen wat ze zelf kunnen doen, en wat niet. Is het te complex of moet het snel gebeuren, dan doe ik het zelf. Ik probeer zoveel mogelijk taken bij de betrokken dienst te houden, want de mogelijkheden zijn er. Hoe heeft het gebruik van GIS een meerwaarde voor de stad? Veerle: We hebben onlangs het gewestplan ingepast in de Administratieve Percelen (adp s) van de Basiskaart Vlaanderen (GRB), een grote meerwaarde voor de dienst ruimtelijke ordening. Ze moeten geen interpretaties meer doen, alles is duidelijk. Voor de dienst stadsontwikkeling gebruiken wij het voor het inplanten van woon- en verzorgingstehuizen, zodat ze mooi verspreid zijn. Zo werkt het GIS ook beleidsondersteunend. Ook als burger verwacht je dat je gemeente zoveel mogelijk digitaal aanbiedt. Vera: Het is moeilijk om er een cijfer op te plakken. Je weet dat je er veel tijd mee wint, maar hoeveel het zou zijn als je het anders zou doen weet je niet. Bij de hele procedure van de notariële aangifte zie je best hoeveel tijdswinst we ermee boeken in vergelijking met 6 jaar terug. Zeker als we dit jaar de volledige procedure digitaal laten verlopen. Je moet natuurlijk investeren om er nadien de tijdswinst uit te halen. Dankzij GIS boeken we tijdswinst en efficiëntie die noodzakelijk is om alle taken op te nemen, zonder het personeelsbestand te laten toenemen. Dat kan alleen maar door te automatiseren en tools optimaal te gebruiken. Hoe wordt GIS georganiseerd in Vlaanderen? Het samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen Sinds 1995 bestaat er een samenwerkingsverband voor geografische informatie binnen de Vlaamse overheid: het samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen (GDI = Geografische Data-infrastructuur). Het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) was verantwoordelijk voor het operationaliseren en het coördineren van GDI-Vlaanderen. Sinds 1 januari 2016 maakt het AGIV deel uit van het nieuwe agentschap Informatie Vlaanderen. Geopunt Een van de realisaties van het samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen is het Vlaamse geoportaal, Geopunt. Als uniek geoportaal bundelt Geopunt (www.geopunt.be) alle beschikbare geografische informatie voor burgers, bedrijven en de overheid. Het laagdrempelig gebruik van geografische informatie staat centraal. Sinds de lancering werd Geopunt uitgebreid met een aantal kaarttoepassingen 1 : bouwen, hinder in kaart, 1 Zie handleiding Geopunt via www.geopunt.be/~/media/geopunt/over%20geopunt/documenten/syllabus_geopunt_versiedecember2016.pdf. NR 2 2017
24 wonen en leven, hoogtekaart, reis door de tijd, vrije tijd, economie, gezondheid en een aantal points of interest zoals de locatie van scholen, kinderopvang, sportaccommodaties. Dit maakt het voor de burger mogelijk om een antwoord te krijgen op de volgende vragen: Hoe zag mijn dorp eruit in de 18de en 19de eeuw? Welke sportieve en toeristische uitstappen zijn er in een bepaalde streek? Waar is er kinderopvang of een school in mijn buurt? Zijn er werken gepland in mijn straat? Waar liggen de natuurreservaten in Vlaanderen? Wat is het hoogteprofiel bij mijn geplande fietsroute? Is dit een goede locatie om te bouwen? Geopunt beschikt over een mini-map kaarttoepassing. Met deze toepassing integreert een lokaal bestuur kaarten, interessante plaatsen en een aantal andere functionaliteiten van de kaarttoepassing binnen de eigen website. Zo integreer je op een eenvoudige manier een eigen geoportaal in de gemeentelijke website. Het agentschap Informatie Vlaanderen staat in voor de realisatie, promotie en het onderhoud van Geopunt. INSPIRE-richtlijn Het geobeleid in Vlaanderen kadert binnen het GDI-decreet (BS 28 april 2009). Het decreet is een omzetting van de Europese INSPIRE-richtlijn. Deze richtlijn voorziet in de uitbouw van een grensoverschrijdende Europese geografische data-infrastructuur. Geografische informatie die noodzakelijk is voor het algemene belang wordt ter beschikking gesteld voor alle bestuursniveaus en de burger én is vlot raadpleegbaar. Ook lokale besturen doen hier hun voordeel mee. Zij maken op een kosteloze manier gebruik van een breed aanbod aan kwalitatieve databronnen die ze kunnen inzetten binnen de gemeentelijke werking. Dat zorgt voor een onderbouwde, doeltreffende besluitvorming en een efficiëntere dienstverlening naar de burger. Door Informatie Vlaanderen naar een informatie-gedreven overheid Het verzamelen en ontsluiten van data en kennis, deze verwerken tot bruikbare informatie en ze ter beschikking stellen van wie ze nodig heeft, is een kerntaak van de overheid. De Vlaamse overheid wil digitaal denken en handelen in al haar aspecten en tracht deze gedachte over te brengen naar de lokale besturen. Zo zullen contacten met de burger in de toekomst meer en meer digitaal verlopen. Burgers en ondernemers verwachten dat de overheid integraal deel uitmaakt van deze evolutie en deze zelfs mee vormgeeft. Een overkoepelend informatiebeleid is onontbeerlijk om overheden in Vlaanderen toe te laten op gepaste en efficiënte wijze met deze verwachtingen om te gaan. Daarom besloot de Vlaamse Regering om de bestaande competenties inzake communicatie, integratie, beheer en ontsluiting van informatie te bundelen in het agentschap Informatie Vlaanderen 2. Het agentschap speelt een cruciale rol in de verdere administratieve vereenvoudiging en digitalisering van de Vlaamse en lokale overheden. Vlaanderen Radicaal Digitaal Om de missie van het agentschap Informatie Vlaanderen te realiseren werd het programma Vlaanderen Radicaal Digitaal uitgewerkt. Het programma wil overheden data laten gebruiken als grondstof voor een betere beleidsvorming en -uitvoering. Een verregaande vereenvoudiging en digitalisering moeten de administratieve lasten verminderen en zorgen voor een klantvriendelijker beleid. Bouwstenen Vlaanderen Radicaal Digitaal stelt strategische bouwstenen ter beschikking. Lokale en regionale besturen die bepaalde toepassingen willen digitaliseren en automatiseren kunnen de bouwstenen gebruiken. Meer info over deze bouwstenen vindt men via https://overheid.vlaanderen.be/bouwstenen-vlaanderen-radicaal-digitaal. MAGDA-gegevensdelingsplatform De kern van het databeheer van Informatie Vlaanderen is het MAGDA-gegevensdelingsplatform. MAGDA biedt beveiligd gegevensverkeer van en naar authentieke gegevensbronnen en ontsluiting van informatie van en over de overheid. Bijna 70 nieuwe lokale besturen sloten zich aan op het MAGDA-platform in de voorbije 18 maanden, bovenop de 160 al aangesloten besturen. Via MAGDA vragen lokale besturen bijvoorbeeld vlot digitaal attesten en uittreksels op bij de federale en Vlaamse overheden. Een ander voorbeeld: met de 2 Info over Informatie Vlaanderen is te vinden via https://overheid.vlaanderen.be/informatie-vlaanderen.
Focus 25 gegevens die het MAGDA-platform aanlevert worden nieuwe producten ontwikkeld. Het gaat om inschrijfmodules voor sportkampen, speelpleinwerking en kinderopvang of GAS-vaststellingen. Daardoor kunnen deze vlotter en klantvriendelijker afgewerkt worden. Generieke datasets Daarnaast staat Informatie Vlaanderen ook in voor de verspreiding van een aantal betrouwbare generieke datasets: het Adressenregister (Centraal Referentieadressenbestand - CRAB) dat sinds 1 juni 2011 erkend is als een authentieke gegevensbron; de Basiskaart Vlaanderen (Grootschalig Referentiebestand - GRB) dat sinds 1 januari 2016 erkend is als een authentieke gegevensbron; de uitrol van het Generiek Informatieplatform Openbaar Domein (GIPOD). Het platform brengt alle informatie over werken of manifestaties op het openbaar domein zoveel mogelijk samen. Zo komt er meer afstemming tussen nutsen wegenwerken; de verplichting tot digitale aanlevering van kabel- en leidinginformatie via het KLIP-portaal om schade aan kabels en leidingen bij grondwerken te voorkomen. Rol lokale besturen De maturiteit van het gebruik van geografische informatiesystemen (GIS) bij lokale besturen is een belangrijke parameter voor een goede werking van de Geografische Data-Infrastructuur in Vlaanderen. Het is immers de rol van lokale besturen om bepaalde databanken bij te houden en te controleren, gezien de zeer gedetailleerde en actuele gegevens die enkel zij kunnen aanreiken. Lokale besturen wordt steeds meer gevraagd om geografische informatie aan te maken en bij te houden: plannen- en leegstandsregister, register onbebouwde percelen, het bijhouden van het adressenregister, de ingebruikname van het GRB, opmaak RUP s. Het Vlaamse niveau legt verplichtingen op die voor alle gemeenten dezelfde zijn en dikwijls voortvloeien uit een bepaald decreet. De gemeentelijke GIS-verplichtingen vatten we samen in een tabel. Het meest recente overzicht raadpleeg je via www.geopunt.be/~/media/ geopunt/voor-experts/documenten/ geolokaal/gis_verplichtingen.xls. De verplichtingen rond geografische data zijn ingebed in verschillende richtlijnen en decreten. We delen ze in vier types in: Opmaakplicht Voor de opmaakplicht zijn er twee scenario s: - de gegevens moeten worden gedigitaliseerd (bijv.: de opmaak van ruimtelijke plannen); - de bevoegde instantie levert gegevens aan en deze moeten worden gecontroleerd en gecorrigeerd (validatie). Een voorbeeld hiervan is het adressenregister. De opmaakverplichting is een eenmalig uit te voeren proces dat beperkt is in de tijd. Bijhoudingsplicht Bijhoudingsplicht houdt in dat gevraagd wordt wijzigingen aan gegevens bij te houden. De gegevens worden vervolgens overgemaakt aan de bevoegde overheden. De bijhouding is een permanente verplichting. Lokale besturen moeten het inpassen in de dagelijkse werking. Bijvoorbeeld: voor het bijhouden van het adressenregister moet je nieuwe straatnamen ingeven in de CRAB-databank. Nutsmaatschappijen en andere organisaties gebruiken de CRAB-databank rechtstreeks. Gemeenten hoeven hen dus niet meer op de hoogte te brengen van de wijziging. Meldingsplicht Meldingen zijn fouten of wijzigingen in de data die de bevoegde organisatie moet aanpassen. Voorbeelden hiervan zijn beschermde landschappen of adressen in andere gemeenten. Meldingen gebeuren occasioneel bij het vaststellen van een fout of onvolkomenheid. Raadpleging/gebruiksplicht Raadpleging houdt in dat lokale besturen verplicht bepaalde databronnen raadplegen. Lokale besturen moeten bijvoorbeeld verplicht enkele databronnen van Onroerend Erfgoed raadplegen bij het verstrekken van bepaalde stedenbouwkundige vergunningen. De gebruikers moeten geïnformeerd worden over de verplichtingen en de inhoud van de data. Dit vereist continue bewustmaking binnen de organisatie. Deze verplichtingen brengen gelukkig ook voordelen met zich mee. Daarnaast zorgt het concept van authentieke geografische gegevens 3 3 Authentieke geografische gegevensbronnen zijn door de Vlaamse Regering gecertificeerde gegarandeerde, actuele, nauwkeurige en volledige databronnen die verplicht gebruikt moeten worden door alle Vlaamse overheidsinstanties bij de uitvoering van hun taken van algemeen belang NR 2 2017
26 ervoor dat iedereen met dezelfde kwaliteitsvolle data werkt en dat ze eenvoudig toegankelijk en overdraagbaar zijn. Authentieke bronnen vormen de grondslag voor een betere dienstverlening van de overheden in Vlaanderen aan de burger, bedrijven en organisaties. Met het GDI-decreet krijgen, naast provincies en gemeenten, nu ook intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, OCMW s, de lokale politie, provinciale ontwikkelingsmaatschappijen en onderwijsinstellingen toegang tot geografische informatie van de Geografische Data-Infrastructuur. Uitbouwen van een GIS-gebaseerde dienstverlening Een betere dienstverlening, daar gaat een moderne gemeente toch voor? Wat vandaag door burgers, bedrijven en organisaties als evident wordt beschouwd is echter geen sinecure. Vooraleer correcte en actuele informatie kan afgeleverd worden zal een lokaal bestuur toch even de interne organisatie en bijbehorende informatiedoorstroming moeten (her) bekijken. Lokale besturen moeten het juiste evenwicht vinden tussen wat de wetgeving oplegt en hun eigen behoeften en prioriteiten. De inzet van GIS en bijhorende mensen en middelen zorgt voor een kortere doorlooptijd bij de behandeling van dossiers en een vlottere gegevensuitwisseling met andere overheidsinstellingen. Wanneer de datahuishouding van lokale besturen op punt staat, leidt dit tot een betere dienstverlening naar burgers en bedrijven. Burgers en derden verwachten tegenwoordig immers snelle en eenduidige antwoorden. Fysieke handelingen zoals het versturen van brieven en attesten en het verstrekken van inlichtingen aan loketten worden meer en meer automatisch afgehandeld via digitale loketten. Burgers kunnen waar en wanneer het hen past en vanop afstand de gewenste informatie bekijken en opvragen. Wat je absoluut wil en moet vermijden is een burger aan het loket die beter op de hoogte is van een bepaalde situatie dan de ambtenaar die achter het loket staat Een groot aantal diensten binnen de gemeenten gebruikt geo-informatie ter ondersteuning van hun taken. GIS zorgt ervoor dat gemeenten het volgende kunnen doen: burgers verwittigen bij een gaslek of hen informeren over hinder op de weg; vastgoedinformatie digitaal leveren aan notarissen, makelaars en architecten; het vlot inplannen van nieuwe infrastructuur (kinderdagverblijf, speelplein, sportzaal, bibliotheek...); hulpdiensten de exacte ligging van nieuwe en gewijzigde adressen digitaal doorgeven; concessies op begraafplaatsen efficiënt beheren en op kaart weergeven; leegstandheffing en taks op tweede verblijven accuraat innen; beslissingen nemen op vergunnings- en planningsniveau; De GIS-monitor 2015 4 beschrijft in welke mate de lokale besturen in Vlaanderen gebruikmaken van geografische informatie. Een voorbeeld: de automatische uitkering van de hinderpremie Handelaars die hinder ondervinden door werken in hun straat, kunnen vanaf 1 juli 2017 automatisch rekenen op een hinderpremie van 2.000 euro. Dat besliste de Vlaamse Regering. Tot nu toe kregen de handelaars die hinderpremie slechts op eigen verzoek. De premie wordt automatisch toegekend door gebruik te maken van de gegevens die uw stad of gemeente invoert in het Generiek Informatieplatform Openbaar Domein (GIPOD). Dit is de applicatie van Informatie Vlaanderen waarin alle werken groter dan 50 m² moeten worden geregistreerd. Het tijdig en correct invoeren van geplande werken in het GIPOD is daarom van het allergrootste belang. Niet alleen voor uw lokale handelaars, zodat ze hun hinderpremie kunnen krijgen uitbetaald, maar ook voor tal van andere partijen, zoals De Lijn. 4 GIS-monitor 2015: www.geopunt.be/nl/voor-experts/geolokaal/gis-monitor-2015.
Focus 27 PERSONEEL Loonkost en opleidingen van GIS-coördinator en GIS/ICT-beheerder. DATA EN PROJECTEN Digitaliseer- en opmeetkosten. Aankoop gegevens. Consultancy. GIS SOFTWARE Aankoop en onderhoud. HARDWARE GIS-server. GIS-computers. Beeldscherm. Plotter. Aanbevelingen voor een sterke GIS-werking GIS is meer dan het lukraak aanschaffen van een softwarepakket. En dat je er ook niet zal komen door alleen maar te vertrouwen op Google werd eerder toegelicht. De juiste investeringen in personeel, software, hardware, data en projecten zorgen voor een implementatie van het GIS over de hele gemeente. Een gemeente ondervindt alleen maar voordelen door enerzijds tegemoet te komen aan de gemeentelijke verplichtingen op het vlak van geografische informatie en door anderzijds een efficiënte dienstverlening te bieden aan burgers en bedrijven. Elk van bovenstaande componenten is even belangrijk bij de uitbouw van een goede GIS-werking binnen een gemeente. De lijm tussen deze componenten is echter de organisatie, en dan vooral de visie rond GIS die deze organisatie uitdraagt. Een organisatie zonder duidelijke GIS-visie zal met dezelfde grootte-orde aan investeringen in software, personeel, hardware etc. minder resultaten behalen dan wanneer wel duidelijke doelen gesteld zijn. Elk van deze componenten heeft uiteraard een bepaalde kostprijs. Maar, daartegenover moeten de baten ook ingeschat worden. Dit laatste is echter niet evident en soms slechts een inschatting. Echter, het moet voor iedereen duidelijk zijn dat bv. het automatisch afleveren (gebaseerd op een goede (geo)data huishouding) van notariële inlichtingen efficiënter zal kunnen gebeuren dan voorheen. Volgende elementen moeten zeker aanwezig zijn wil men GIS succesvol uitbouwen in een lokaal bestuur: De aanwezigheid van een GIScoördinator of GIS-cel Geodata moeten correct, volledig, actueel, beschikbaar voor al wie ze nodig heeft en op elkaar afgestemd zijn. Het is voor deze beheerstaak dat er een GIS-coördinator in de gemeente nodig is. De GIS-coördinator heeft de specifieke competentie en kennis voor het omgaan met geografische informatie en slaat de brug tussen de verschillende domeinen van het lokale bestuur, de ondersteunende IT-afdeling en het beleid. De GIS-coördinator heeft zo de belangrijke rol om GIS organisatiebreed te integreren binnen de verschillende domeinen van het lokale bestuur. Het aanduiden van een GIS-verantwoordelijke heeft een positief effect op de GIS-maturiteit van je organisatie. Uit de uitgebreide analyse van de GIS-monitor 2015 blijkt dat het takenpakket van de GIS-coördinator nog te vaak bestaat uit operationele taken. Het is beter dat de GIS-verantwoordelijke een echte coördinerende rol speelt en GIS zoveel mogelijk kan introduceren en decentraliseren bij de verschillende diensten. De GIS-coördinator moet hiervoor voldoende tijd en ruimte krijgen en een duidelijk mandaat. De praktijk heeft uitgewezen dat ook intergemeentelijke GIS-coördinatoren prima werk leveren. Hun ervaringen vanuit de verschillende besturen waar zij werken, bieden een meerwaarde voor deze lokale besturen. Een uitgebreide GIS-werking vereist een zekere mate van coördinatie om de GIS-activiteiten van verschillende diensten en gebruikers met elkaar in overeenstem- NR 2 2017
28 ming te brengen. Naast de rol van de GIS-coördinator, draagt regelmatig GIS-overleg bij tot een gecoördineerde GIS-werking. Een goed overlegplatform helpt de gemeente toepassingen en mogelijkheden rond het aanwenden van specifieke geografische gegevens verder uit te bouwen. De inzet van GIS biedt de besturen immers de mogelijkheid om in elk van deze domeinen te werken met dezelfde gegevens en informatie uit te wisselen tussen de verschillende beleidsdomeinen. Draagvlak bij het management en de gebruikers Het is belangrijk dat zowel beleidsmakers als medewerkers binnen de gemeente zich bewust zijn van de meerwaarde die GIS biedt. Dit is cruciaal om GIS uit te bouwen in de lokale besturen en de nodige investeringen los te weken (GIS-coördinator, opleidingen, software, databeheer ). Een gebrek aan personeel en te geringe budgetten belemmeren de uitbouw van een gemeentelijke GIS-werking. Verwacht van je medewerkers een open houding ten opzichte van vernieuwing en innovatie. Ook bij hen is er een ruim draagvlak nodig. Het verder inbedden van GIS brengt een aanpassing van vertrouwde procedures en werkmethoden met zich mee. Er worden ook nieuwe procedures geïntroduceerd. Betrek hen vanaf de opstart van de GIS-werking. Vraag hen ook zelf oog te hebben voor toekomstige projecten waarop GIS een efficiëntie-verhogend effect heeft. Bij de opmaak van een gemeentelijk beleidsplan is het aan te raden GIS-prioriteiten en -activiteiten op te lijsten. ICT-organisatie Er moet voldoende ICT-basiskennis aanwezig zijn onder het personeel. Verwacht niet dat elke medewerker zich in deze materie profileert als een expert. Het is voldoende wanneer er bereidheid bestaat om elkaar bij te staan bij het oplossen van dagelijkse problemen. Zo vermijd je dat de GIS-coördinator of ICT-verantwoordelijke elke keer ter plaatse moet komen. Een minimale kennisverspreiding rond de opbouw van de databanken, gemaakte afspraken, software (beheerderszijde), enzovoort is nodig om de werking van de diensten te verzekeren, ook wanneer de GIS-coördinator (tijdelijk) niet beschikbaar is en men niet te afhankelijk wil zijn van de softwareleverancier. Als samenvatting worden enkele aanbevelingen weergegeven voor de optimale uitbouw van een gedragen GIS-werking in een lokaal bestuur. Duid een GIS-coördinator aan: - creëer voldoende tijd en ruimte voor de GIS-coördinator zodat deze een echt coördinerende rol kan spelen; - betrek de GIS-coördinator bij de besluitvorming. Organiseer regelmatig een GIS-overleg voor een organisatie brede werking en een diens overschrijdende integratie. De steun van het beleid is een essentiële voorwaarde om een draagvlak te creëren en om GIS uit te rollen binnen de gemeentelijke werking. Concentreer niet alle GIS-expertise in een cel. Ook in andere diensten is er potentieel dat je kunt aanboren. Bepaal prioriteiten en voer deze uit in fases aan de hand van een meerjaren GIS-beleidsplan. Uiteraard moet er steeds ruimte zijn voor quickwins of ad-hocvragen. Werk met een goedgekeurd actieplan waarin de verschillende stappen en taken beschreven staan, evenals de verantwoordelijkheden, de werklasten en de deadlines. Een doordacht en doorgesproken beleid, alsook personeelscapaciteit en de beschikbare financiële middelen bepalen de snelheid. Investeer in geoloketten: - ze verhogen de zichtbaarheid van GIS; - ze bevorderen de interne en externe dienstverlening; - ze leveren goede praktijkvoorbeelden om het beleid te overtuigen. Stimuleer het uitwisselen van datasets tussen diensten en binnen eenzelfde dienst. gebruik optimaal de aangekochte toepassingen en modules of evalueer ze; kennisopfrissing is hierbij cruciaal. Gluur ook bij de buren; leer van de ervaringen van andere gemeenten via regionale kenniskringen of de VVSG-GIS-werkgroep. Lees meer tips in het e-book GIS-beleid vormgeven : www. geopunt.be/voor-experts/geolokaal/e-book. Deze aanbevelingen worden verder uitgeschreven in een e-book, opgesteld door de werkgroep Geolokaal. Zie hiervoor www.geopunt.be/ voor-experts/geolokaal/e-book.