De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 55, tweede lid, van de Wet bodembescherming;

Datum 3 november 2017 Betreft Beantwoording vragen over verontreiniging door lekkages van NAM in Rossum

Limburgs bevelsbeleid Wet bodembescherming 2010.

Deze toelichting op de meldingenprocedure bestaat uit twee delen:

Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging

Aan: Stichting Bodemsanering NS T.a.v. de heer T. Bussink Postbus GV Utrecht. Geachte heer Bussink,

Aan: VvE Diensten Nederland Eindhoven BV VvE Hoofdsplitsing Het Slot te Bunnik T.a.v. de heer T. van Gurp Verdunplein SZ Eindhoven

Stadszaken Milieu. Hoogachtend, namens het college van burgemeester en wethouders,

Onderstaand vindt u de antwoorden op de vragen van de leden Cegerek en Albert de Vries.

Prolander. 4. De feitelijke levering van het verkochte zal geschieden geheel ontruimd, vrij van pacht, huur, jacht en andere gebruiksrechten.

Ter plaatse van het hierboven genoemde perceel is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

Bodem- en historische informatie

1 Inleiding. 2 Beschikking. Conferentieoord Samaya t.a.v. mevrouw M. Beier Hollendewagenweg SG Werkhoven. Geachte mevrouw Beier,

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015

ONTWERPBESCHIKKING. Globiscode DR Stichting Bodemsanering NS

BESCHIKKING / CHK

Onroerende Zaken Hyp4 : 61312/ :00

Stadszaken Milieu. Wij verzoeken u in eventuele verdere correspondentie het volgende Wbb-nummer te vermelden: HA

omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage

Bodemverontreiniging bij aankoop en bouw

Aan: Gemeente Baarn T.a.v. de heer W. Stolp Postbus BA Baarn. Geachte heer Stolp,

1 Inleiding. 2 Beschikking. KDK Project Vof T.a.v. de heer W.J.M. Visscher Postbus AA Volendam. Geachte heer Visscher,

Stadszaken. Milieu. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

provincie :: Utrecht Dienst Water en Milieu

Waarom onze bodem de beste bescherming verdient. OVAM, uw beleidspartner in afval en bodem

Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015

omgevingsdienst HAAGLANDEN Beschikking Wet bodembesclierming - geval van bodemverontreiniging

Ter plaatse van de hierboven genoemde percelen is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

- beschikking - ernst en spoed bodemverontreiniging Oude Holleweg 49 (vh 23) Renswoude

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Vraag 1 Bent u bekend met het artikel Luchtkwaliteit beoordelen bij plattelandswoningen van 4 februari 2015?

BOSATEX bodemsanering textielreiniging

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Rapport bodeminformatie

Stadszaken Milieu. Wij verzoeken u in eventuele verdere correspondentie het volgende Wbb-nummer te vermelden: HA

Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 16 september 2013 Betreft Rijksprogramma SMASH

Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd onder voorbehoud van goedkeuring van het deelsaneringsplan door de Milieudienst West-Holland.

Team Referentie Doorkiesnummer Faxnummer adres Onderwerp

Meldingsformulier Algemeen Wet bodembescherming

beschikking vaststelling ernst en spoed bodemverontreiniging Breudijk 42 Harmelen (gemeente Woerden) UT0632/ Inleiding

Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Groeten van Max op 29 juni 2015 over de onduidelijkheid over toeslagen op vliegtickets?

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

- Beschikking - instemming deelsaneringsplan Gageldijk 7-9 Maarssen. datum 14 januari 2005 nummer 2005WEM000066i bijlage kadastrale kaart

BESCHIKKING. Bodemsanering; locatie: Willemskade 27, gemeente Hoogeveen, beschikking instemming met het evaluatieverslag en nazorgplan

Hierbij zenden wij u een exemplaar van de beschikking met betrekking tot de door u gemelde

Indien sprake is van een andere gemachtigde, machtigingsformulier ingevuld en ondertekend als bijlage toevoegen.

BESCHIKKING. Globiscode DR

- beschikking - ernst en niet-spoedeisendheid bodemverontreiniging Dorpsstraat 113 te Harmelen gemeente Woerden

Ernstige verzaking mededelingsplicht. Bodemverontreiniging. Deel van informatie van de gemeente weggekipt.

Vragen & Antwoorden over bodemverontreiniging

ONTWERPBESCHIKKING. Gasunielocatie S-4735 van K. Brokweg te Witteveen, gemeente Midden-Drenthe, instemming met het evaluatieverslag

Aan: Mevrouw P.J. van Gent Laan van Beek en Royen AH Zeist. Geachte mevrouw van Gent,

Stadszaken. Milieu. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met: O.F. Jelsma van de afdeling Milieu - bureau Bodem, telefoonnummer

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING. Globiscode DR

Wet bodembescherming (Wbb)

Oranjelaan 7 te Hilversum. Bodeminformatie. Legenda Geselecteerde locatie

Aan: Rijn en Vecht Ontwikkeling t.a.v. de heer M.J. Rövekamp Rietland GZ Breukelen. Geachte heer Rövekamp,

Melding bodemverontreiniging/bodemsanering

DIGITAAL AFSCHRIFT 2015_BW_00289

Bodemsanering; locatie Monierweg 4 te Coevorden, gemeente Coevorden, ontwerpbeschikking instemming met het evaluatieverslag

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Afdelingshoofd/hoofd BMO: A. Enderink Paraaf : Paraaf:

Afdeling Vergunningverlening

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

BESCHIKKING. Datum 11 december 2018 Verzenddatum 11 december Kenmerk Z

VERZO NOEN 3 1 JUL 2002

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Het is noodzakelijk om dit proces zorgvuldig te doorlopen en de rapportages en het voorstel voor het alternatief zorgvuldig te beoordelen.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 november 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Melding Wet bodembescherming

PROVINCIE FLEVOLAND. MededeMng

Bevelsbeleid Wet bodembescherming gemeente Leeuwarden 2014

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen. Datum: 23 oktober Rapportnummer: 2013/151

omgevingsdienst HAAGLANDEN Wet bodembescherming - geval van bodemverontreiniging

Aan: Maatschap J. Floor, N.L. de Bruin en J.J. Floor Achtersloot NZ IJsselstein. Geachte heren Floor en mevrouw De Bruin,

BESCHIKKING. Bijlage 1. Kadastrale kaart met daarop de situatie na sanering. 2. Kadastrale kaart met daarop aangegeven de nazorg.

Bevelsbeleid Wet bodembescherming gemeente Leeuwarden 2014

!1! Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

4 Bevelsinstrumentarium en beleidregels

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren

12 september : Admiraal Trompstraat 2 (voormalig Wilton Fijenoord terrein) te Schiedam

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN

OVEREENKOMST VAN KOOP EN VERKOOP ONROERENDE ZAAK

Onderwerp Informatie toezegging luchtkwaliteit Aanpak Ring Zuid. Steller Jeroen Engels. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

1 Inleiding. Aan: De heer W.H.A. Brouwer De Waag CM EEMNES. Geachte heer Brouwer,

Datum 22 juni 2017 Betreft Verzoek om een reactie op de uitspraak van het CBb over de positieflijst

gemeente Eindhoven Raadsbijlage Voorstel inzake eenmalige bijdrage aan particulieren in

1. Inleiding. 2. Beschikking

Leidraad voor het nakijken van de toets

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456 1111 Ons kenmerk IENM/BSK-2015/85373 Datum 30 april 2015 Betreft Antwoorden op vragen van het lid Smaling (SP) over fg verantwoordelijkheid bij bodemonderzoek door de overheid Geachte voorzitter, Bijgevoegd treft u de antwoorden op vragen van het lid Smaling (SP) over verantwoordelijkheid bij bodemonderzoek door de overheid. Vraag 1 Bent u bekend met de casus van een geval van schade door een te late melding door de provincie Noord-Holland van een bodemonderzoek vanwege de aanwezigheid van bodemverontreiniging in Bovenkarspel? 1 Antwoord 1 Ja, ik ben bekend met de casus waarbij sprake is van aanwezigheid van bodemverontreiniging in Bovenkarspel. Vraag 2 Bent u bekend met het feit dat al in 2001 zowel de betrokken provincie als gemeente bekend waren met de uitkomst van het onderzoek op het bronperceel van de vervuiling maar hebben nagelaten om de omgeving in 2001 op de hoogte te brengen van deze situatie? Vraag 3 Bent u bekend met het feit dat zowel de betrokken provincie als gemeente daarnaast hebben nagelaten het noodzakelijk geachte bodemonderzoek op de omliggende percelen met vereiste spoed aan te vangen, maar hiermee hebben gewacht tot 2008, waardoor na jaren procederen de eigenaar inmiddels financieel aan het eind van zijn Latijn is, alle bestuurslagen het hoofd erover breken en iedereen snakt naar een oplossing? 1 Noord Hollands Dagblad: 13 oktober 2014 'Grondwatervervuiling Broekerhavenweg heikel probleem voor overheden', 13 oktober 2014 'Rijk bemoeit zich met vervuiling', 15 oktober 014 'Hulp nodig voor vuile grond', 17 februari 2015 'noodkreet Jos Dekker: overheid in gebreke', 26 februari 2015 'ODS: kom in actie voor Dekker'. Pagina 1 van 7

Vraag 4 Bent u bekend met het feit dat vanwege genoemde vervuiling - die in de jaren zeventig is veroorzaakt door lekkage bij een tankstation, waarvan de grond in 1991 is gesaneerd en waarvan in 2001 bleek dat het grondwater is vervuild - inmiddels het reeds verkochte woonhuis op het betreffende perceel terug moest worden genomen en vervolgens onverkoopbaar is gebleken, waarbij geen van de bestuurslagen zich aansprakelijk voelt voor de geleden schade? Antwoord 2, 3 en 4 Afgelopen zomer is het Ministerie door de familie van de eigenaar benaderd met het verzoek om proactief op te treden en een rol te spelen richting de provincie en de gemeente. Naar aanleiding hiervan heeft het Ministerie, samen met de provincie en de gemeente, de situatie grondig bekeken. Daarbij is nagegaan wat ieders bevoegdheden en mogelijkheden op dit terrein zijn. Op grond van de Wet bodembescherming is het Rijk niet bevoegd met betrekking tot deze specifieke casus. Ook kan het Rijk niet treden in een oordeel van de rechterlijke macht in een civielrechtelijke procedure, inzake de afspraken tussen partijen over koop/verkoop van een woning met bijbehorend perceel en de daaruit voortvloeiende schade. Dit betreft privaatrechtelijke zaken en het past mij niet om daarover in deze casus een mening te vormen. Alle partijen betreuren de betreffende situatie. Juist daarom hebben Rijk en provincie Noord-Holland, die in deze zaak bevoegd gezag Wet bodembescherming is, samen gekeken naar welke oplossingsrichtingen binnen de mogelijkheden van de taken en bevoegdheden van de provincie liggen en welke inspanning mijn Ministerie hierop kan leveren. De rol van het Ministerie beperkt zich tot het milieuaspect, namelijk het onderzoek en de sanering van de locatie. Hierover zijn diverse gesprekken gevoerd tussen het Ministerie en de provincie. In die gesprekken is aan de provincie het aanbod gedaan het onderzoek en de sanering te financieren. Deze toezegging is niet gebaseerd op een wettelijke verantwoordelijkheid, maar op zorgen voor de gevolgen van de verontreiniging voor de bodem en het milieu. Hierop heeft de provincie Noord-Holland toegezegd de sanering van de bodemverontreiniging, waarbij het gaat om meerdere woningen, op te pakken. Het beginsel van de vervuiler betaalt staat in het bodembeleid voorop. Historische bodemverontreiniging is echter bijzonder in de zin dat de oorspronkelijke veroorzaker niet altijd aansprakelijk kan worden gesteld door het grote tijdsverloop sinds het ontstaan van de bodemverontreiniging. Dat kan betekenen dat de verontreiniging niet of niet snel wordt aangepakt. Als het gevolg daarvan leidt tot uit milieu oogpunt onwenselijke gevolgen, dan kan de overheid in die gevallen zo nodig het inititiatief nemen om tot een sanering te komen. Dat is in deze situatie het geval. De kwaliteit van de bodem en het gebied zal door de sanering verbeteren. Dat heeft tevens een gunstige invloed op de waarde en leefbaarheid van het gebied, de percelen en woningen. Dit geldt ook voor het perceel en woning van de betreffende eigenaar. Pagina 2 van 7

Vraag 5 Is in onderhavig geval naar uw mening sprake van nalatigheid van de provincie Noord-Holland als bevoegd gezag en de gemeente Stede Broec als uitvoerend gezag omdat beide bestuursorganen de wettelijke informatieplicht en zorgplicht in 2001 en de jaren erna hebben geschonden? Zo nee, waarom niet? Antwoord 5 Zoals hierboven aangegeven is het Ministerie op grond van de Wet bodembescherming geen bevoegd gezag. Daarnaast kan ik geen oordeel uitspreken over zaken waarover de burgerlijke rechter bevoegd is om te oordelen. In de antwoorden op vraag 10 en 11 wordt nader ingegaan op de wettelijke informatieplicht en zorgplicht. Vraag 6 Deelt u de mening dat de Wet Bodemsanering geen duidelijkheid verschaft over de bestaande verantwoordelijkheidsverdeling waarbij het Rijk systeemverantwoordelijkheid heeft, de provincie bevoegd gezag is en de gemeente uitvoerend gezag is? Antwoord 6 De Wet bodembescherming (Wbb) bevat een heldere verantwoordelijkheidsverdeling, en de huidige Wbb is hierover heel duidelijk: de provincie is bevoegd gezag voor de publiekrechtelijke uitvoering van de Wbb of in plaats daarvan een van de 29 grote gemeenten die bij AMvB zijn aangewezen. De mogelijke onduidelijkheid over de bevoegdheidsverdeling tussen de gemeente en de provincie wordt veroorzaakt doordat de feiten zich hebben afgespeeld in de periode voordat de Wbb in werking is getreden. Toen de verontreiniging ontstond in de jaren 70 heeft de gemeente het op zich genomen om die zo goed mogelijk op te ruimen met de beperkte kennis over bodemverontreiniging van toen en bij het ontbreken van een wettelijk kader zoals we dat nu kennen. Vanaf 1987 geldt de Wbb en is de provincie in deze bevoegd gezag. In deze situatie moeten er een onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds mogelijk privaatrechtelijke aansprakelijkheden en anderzijds publiekrechtelijke verantwoordelijkheid. Ook kent deze situatie een onderscheid tussen bevoegd gezag vóór 1987 (gemeente) en ná 1987 (provincie). Ik besef dat het hier om een complexe situatie gaat met zowel persoonlijke (privaatrechtelijke) gevolgen voor de familie Dekker als voor het milieu (publiekrechtelijk). Vraag 7 Indien zowel u als de provincie Noord-Holland niet bevoegd zijn om schade te vergoeden, wie is dan wel bevoegd om (vervolg-) schade te vergoeden? Antwoord 7 Het gaat niet om "niet bevoegd zijn" om schade te vergoeden maar om de vraag of de provincie of de gemeente mogelijk aansprakelijk zouden kunnen zijn (in de zin van onrechtmatige daad) voor de geleden schade. Het Rijk kan en mag geen oordeel geven over de vraag of de provincie en/of de gemeente al dan niet een onrechtmatige daad hebben gepleegd. Het ministerie IenM is bij deze zaak alleen betrokken vanuit het belang voor het milieu. Pagina 3 van 7

Vraag 8 Bent u bereid in onderhavig geval samen met de gemeente Stede Broec en de provincie Noord-Holland om de tafel te gaan zitten en te komen tot een oplossing voor de ontstane schade waarmee een persoonlijk faillissement voorkomen kan worden? Indien u daartoe niet bereid bent, kunt u dan aangeven op welke wijze u verwacht dat deze zaak zich zal ontwikkelen? Antwoord 8 Het afgelopen halfjaar zijn diverse gesprekken gevoerd tussen het Ministerie en de provincie en daarbij is ook de gemeente betrokken. Het is positief dat die gesprekken hebben geleid tot een oplossing voor de milieuproblematiek, zoals beschreven bij de antwoorden op de vragen 2, 3 en 4. Vanuit maatschappelijk oogpunt zou het goed zijn als gemeente en provincie zich samen willen inspannen om de persoonlijke gevolgen voor de familie Dekker zo gering mogelijk te laten zijn. Vraag 9 Bent u, zijnde systeemverantwoordelijke, bereid om genoemd voorbeeld aan te grijpen en eventueel samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg te bezien hoe de uitvoeringspraktijk rond de toepassing van de Wet milieubeheer kan worden verbeterd? Zo nee, waarom niet? Antwoord 9 Omdat betreffende vraag betrekking heeft op een geval van bodemverontreiniging betreft het hier de toepassing van de Wet bodembescherming en niet zozeer de Wet milieubeheer. De uitvoeringspraktijk als het gaat over het toepassen van de Wet bodembescherming voldoet over het algemeen goed en gaat over de toepassing landsbreed. Naar aanleiding van deze specifieke casus behoeft dit geen aanpassing. In sommige gevallen kan het Rijk een financiële bijdrage leveren, zoals hier is gedaan, maar die bijdrage is niet wettelijk verplicht. Het betreft een financiële bijdrage van het Rijk aan het bevoegd gezag Wbb als tegemoetkoming in de kosten voor onderzoek en sanering in bijzondere situaties die het normale verwachtingspatroon te boven gaan (zie ook bij de antwoorden op de vragen 2, 3 en 4). Het gaat hier dus om een bijdrage van het Rijk aan het betreffende bevoegd gezag om tot verbetering van de milieusituatie te komen. Het Rijk kan geen financiële bijdrage geven aan een individuele burger ter voorkoming van een faillissement als gevolg van onregelmatigheden in de uitvoering van afspraken over de verkoop van een woning. Immers het gaat hier om afspraken die mensen in privaatrechtelijke contracten met elkaar maken en de financiële consequenties daarvan. Vraag 10 Kunt u uiteenzetten welke informatieplicht(en) er op het bevoegd gezag casu quo het uitvoerend gezag rust(en), en ook op welke (natuurlijke en rechts-) personen die plicht gericht is, in het geval dat er vele jaren, tot tientallen jaren, na een milieucalamiteit alsnog grondwater- of bodemverontreiniging wordt vermoed of geconstateerd in een bewoond gebied door het bevoegd gezag casu quo het uitvoerend gezag? Pagina 4 van 7

Antwoord 10 Op een bestuursorgaan rust een aantal informatieverplichtingen, die niet worden beïnvloed door de tijd die is verstreken tussen de veroorzaking en het ontstaan van vermoedens van bodemverontreiniging. Dit betreft de actieve informatieplicht en de passieve informatieplicht. De actieve informatieplicht houdt in dat een bestuursorgaan betrokkenen informeert over hen aangaande informatie. Door het mogelijke schrik- en stigma effect dat het vermoeden van bodemverontreiniging in de maatschappij kan hebben, dient een bestuursorgaan met deze informatieplicht zorgvuldig en niet te lichtvaardig om te gaan. Deze informatieplicht is aan de orde zodra een bestuursorgaan concrete informatie heeft dat bodemverontreiniging aanwezig is. Dit betekent dat eigenaren van locaties worden benaderd op het moment dat bodemonderzoek op hun perceel noodzakelijk is om de bodemverontreiniging verder in kaart te brengen. Ook wordt de omgeving geïnformeerd als het hele geval van bodemverontreiniging in beeld is gebracht en er op grond van de Wet bodembescherming een beschikking omtrent de ernst en de spoedeisendheid van de bodemverontreiniging wordt genomen door het bevoegd gezag. Het op het juiste moment informeren van omwonenden en belanghebbenden vergt een zorgvuldige afweging. Het te vroeg informeren van burgers omtrent mogelijke gevallen van bodemverontreiniging kan leiden tot schade voor belanghebbenden als uiteindelijk blijkt dat de vervuiling geen consequenties heeft voor betrokken percelen. Bewoners/belanghebbenden worden derhalve geïnformeerd zodra de feitelijke bodemsituatie adequaat is onderzocht. De passieve informatieplicht houdt in dat een ieder op verzoek informatie over de toestand van het milieu kan krijgen. Deze informatie moet voor een ieder beschikbaar en toegankelijk zijn. In Nederland wordt dit bereikt door bodeminformatie via bodemloket.nl beschikbaar te stellen. Daar wordt alle beschikbare informatie getoond. Eveneens wordt in het kadaster of gemeentelijk beperkingenregister aangetekend voor welke percelen een in beschikkingen vastgelegde publiekrechtelijke beperking in het gebruik geldt ten gevolge van bodemverontreiniging. Deze informatie wordt zichtbaar gemaakt in kadastrale uittreksels. Dergelijke publiekrechtelijke beperkingen kunnen voor wat betreft bodemverontreiniging pas worden vastgelegd nadat door zorgvuldig bodemonderzoek vast is komen te staan wat de aard en omvang van de verontreiniging is, om te voorkomen dat eigenaren van onroerend goed schade lijden als gevolg van onvoldoende onderbouwde vermoedens van bodemverontreiniging. Vraag 11 Kunt u aangeven welke waarborgen er in het systeem zitten om erop toe te zien dat de bevolking goed en afdoende is of wordt geïnformeerd over mogelijke gevallen van vervuiling in bewoonde gebieden? Antwoord 11 Ten aanzien van het publiekrechtelijk systeem is het kadastrale uittreksel de uiteindelijke waarborg dat de bevolking geïnformeerd is over in ieder geval die gevallen van bodemverontreiniging die concreet verplichtingen of beperkingen opleveren voor die burger. Pagina 5 van 7

Daarnaast heeft de burger zelf de verantwoordelijkheid om zich te informeren. Daarvoor kan hij op één adres terecht (eventueel met een doorverwijzing). Ten aanzien van het privaatrechtelijke systeem hebben volgens het Burgerlijk Wetboek verkoper en koper bij de (ver)koop van een huis een zogenoemde onderzoeks- en informatieplicht. Voor de verkoper geldt dat als hij weet dat er verontreiniging aanwezig is op het perceel hij verplicht is dit te melden aan de koper. Ook kan de verkoper aansprakelijk worden gesteld als hij wist, vermoedde of had kunnen weten dat er verontreiniging aanwezig was en dit vermoeden niet heeft gemeld. Zie ook het antwoord op vraag 10. Tot slot kan bodemverontreiniging (mede) aanleiding vormen voor ontbinding van de koopovereenkomst indien de verkoper in het koopcontract de garantie heeft gegeven dat het gekochte geschikt is voor een woonfunctie, maar vervolgens later blijkt dat daar beperkingen op rusten vanwege bestaande bodemverontreiniging. Vraag 12 Bent u van mening dat aan die normen is voldaan in deze specifieke casus? Kunt u uw antwoord toelichten? Antwoord 12 De bevoegdheden ten aanzien van bodemverontreiniging zijn belegd bij Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders van de grote gemeenten. Zij zijn verantwoording schuldig over hun handelen. Als de familie in deze casus er van overtuigd is dat de gemeente of de provincie nalatig heeft gehandeld en daardoor schade is veroorzaakt dan is het uiteindelijk aan de burgerlijke rechter om dat te beoordelen. Als systeemverantwoordelijke voor de Wet bodembescherming is het niet mogelijk om een beoordeling te maken in deze specifieke casus. Vraag 13 Kunt u uitleggen wat het concreet voor burgers betekent wanneer een grondwatervervuiling casu quo bodemverontreiniging de gestelde norm overschrijdt waardoor voor een woning of perceel gebruiksbeperkingen worden opgelegd en deze daardoor dus niet meer voor 'normaal gebruik' geschikt is? Pagina 6 van 7

Antwoord 13 Vooropgesteld wordt dat het feit dat gebruiksbeperkingen zijn opgelegd niet zonder meer betekent dat normaal gebruik niet mogelijk is. Bijvoorbeeld het niet kunnen onttrekken van grondwater zal voor de meeste burgers niets afdoen aan het woongenot of gebruik van het perceel. Voor burgers betekent een gebruiksbeperking het volgende: 1. De burger moet zich onthouden van het handelen wat in de gebruiksbeperking is aangegeven. 2. De burger moet als verkoper een koper informeren over de gebruiksbeperking. 3. De burger moet zich als verkoper goed laten informeren of de garanties die hij in een verkoopovereenkomst geeft wel na te komen zijn, en/of de garanties die hij wil geven wel tegemoet komen aan de wensen van de potentiële koper. Hoogachtend, DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, Wilma J. Mansveld Pagina 7 van 7