Studiegids Ergotherapie Domein Health Instituut voor Paramedische Studies

Vergelijkbare documenten
IPS EXCELLENTIEPROGRAMMA S STUDIEJAAR Domein Health Instituut Paramedische Studies

Studiegids opleiding Ergotherapie

BETEKENISVOL PARTICIPEREN

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

Management & Organisatie

EXCELLENTPROGRAMMA ONDERNEMENDHEID EN LEIDERSCHAP IPS. Domein Health Instituut Paramedische Studies Programmacode: EP- IPS

De 6 Friesland College-competenties.

Associate degree Deeltijd

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Informatie werkplekleren

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Management & Organisatie

leerwerkplaatsen: leren is werken werken is leren Leerwerkplaatsen in het ZZG Herstelhotel en Thermion

31/08/2015 WERKPLEKLEREN BRUGOPLEIDING. Karen Vansteenkiste WERKPLEKLEREN. Definitie Werkvorm in de brugopleiding Voordelen Kenmerken Voorbeeld

voor het hoger beroepsonderwijs

Landelijke beheersniveaus beroepscompetenties ergotherapie Niveau 1 t/m 3

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

Fricolore Academy in samenwerking met Penta Nova. Middenmanagement (MMOT)

Instituten Sociale Domein 23 november 2016

Hart voor je patiënt, goed in je vak, trots op je werk

Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij

Excellentprogramma Ondernemendheid en Leiderschap: programmacode: EP- IPS

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Minor Licht Verstandelijk Beperkt

Algemene informatie afstudeerfase

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Kaderbrief 2018: Sterker in dialoog

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Een flexibele deeltijdopleiding die inspeelt op de actualiteit van het sociaal werk

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding

Visie Dimence Groep op VerpleGinG en VerzorGinG

Management & Organisatie

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Gespecialiseerd Verzorgende Somatiek

Brede Propedeuse Zorg & Welzijn. Propedeuse - Voltijd

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Slaagt erin om met de verschillende rollen van de IPS-trajectbegeleider binnen de IPS-praktijk om te gaan

Hoe kan Hogeschool Utrecht social media inzetten om een duurzame relatie op te bouwen met haar (oud) studenten?

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

Visie op verpleegkundige professionaliteit

Instituut voor Sociale Opleidingen

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

De motor van de lerende organisatie

2 ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING Naam

Instituten Sociale Domein 15 september 2016

STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE PRAKTISCH

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Het is belangrijk dat studenten ervaren wat informele zorg inhoudt

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Startdocument strategie Anticiperen, innoveren & blijven leren Summa, volop in ontwikkeling

Voorbereiding hbo kunstonderwijs

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

Studeren aan het hbo. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

Inspiratie voor hbo zorg en welzijn

Het CCE biedt scholing voor zorgprofessionals

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze

Toelating Master Design!

Minor Toegepaste Psychologie

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding

KAIRO. Doel van KAIRO

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

ACADEMIEJAAR LEREN OP SCHOOL ÉN OP DE WERKPLEK. Graduaat in Maatschappelijk werk.

Concept: De basis van de praktijkroute. FC Extra

MASTER PEDAGOGIEK MASTEROPLEIDING DEELTIJD

Thermometer leerkrachthandelen

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie

Studiegids Domein Health Instituut voor Paramedische Studies VOEDING EN DIËTETIEK

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Inhoud. Voorwoord 03. Missie en kernwaarden 07. Nieuwe perspectieven voor de toekomst 13. Beloften 23. Merkbaar en herkenbaar 37

Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Beoordelen in het HBO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Minor Creatieve Intelligentie

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

Academiejaar 2014/2015. bachelor. ergotherapie. ergotherapie. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

voor het middelbaar beroepsonderwijs

Anders kijken, anders leren, anders doen

YourCapability. Sales- en Accountmanagementopleiding

Creatieve Therapie Opleidingen Praktijkleren hoofdfase 2

Transcriptie:

Studiegids Ergotherapie 2017 2018 Domein Health Instituut voor Paramedische Studies 4

Mede door jouw toedoen creëren mensen de mogelijkheid om betekenisvolle activiteiten uit te voeren en zo goed mogelijk te functioneren in beroep en maatschappij. Deze Studiegids is onderdeel van het Opleidingsstatuut van Instituut Paramedische Studies 20172018. Dit Opleidingsstatuut bestaat uit drie delen. Deel 1 omvat de Studiegids die bij IPS per opleiding apart is beschreven. Deel 2 bevat onder meer het Onderwijs en Examenregelement. In deel 3 wordt het onderwijs bij de HAN beschreven. Het volledige Opleidingsstatuut (deel 1, 2 en 3) is terug te vinden op de websites van de 5 IPSopleidingen: http://specials.han.nl/themasites/ipsstudiewijzer/ergotherapie/studiegids/ EN op de site van de Examencommissie IPS: https://online.han.nl/sites/8heipsexcs/default.aspx Cohorten 1011 en 1112 Studenten met startdatum 31092012 en eerder, dienen voor toetsing een individueel en onderbouwd verzoek bij de examencommissie te doen tot afwijking van het OSOER 1718. Dit verzoek dient ondersteund te worden door de SLB'er en maakt duidelijk wanneer en op welke wijze er sprake is geweest van bijzondere persoonlijke omstandigheden zoals benoemd in paragraaf 5.6 van het OER en welke invloed dit heeft gehad op de studievoortgang. Cohorten 1213 en 1314 Studenten met startdatum tussen 01092012 en 31082014 volgen onderstaand schema. Voor hen geldt inhoudelijk het 'OSOER 1314' zoals deze te vinden is op de site Toetsing Ergotherapie. Startjaar opleiding Hoeveelste jaars ben je in 1718? Welk OSOER moet je aanhouden? Uit welke fase heb je nog toetsen open staan? Tot wanneer kan je getoetst worden? Uit welk jaar moet je nog onderwijs volgen? COHORT JAAR 1718 OSOER TOETSING EINDBEPALING ONDERWIJS EINDBEPALING Tot wanneer kan je oud onderwijs volgen? 1213 6e jaars 1314 HF1 Via examencommissie* HF1 Er wordt geen oud onderwijs meer aangeboden HF23 Via examencommissie* HF23 Er wordt geen oud onderwijs meer aangeboden 1314 5e jaars 1314 HF1 Via examencommissie* HF1 Er wordt geen oud onderwijs meer aangeboden HF23 Alleen nog in 1718 te toetsen HF23 Er wordt geen oud onderwijs meer aangeboden, met uitzondering van een tweede óf extra WPL in studiejaar 1718 * Studenten met startdatum 31092012 en eerder, dienen voor toetsing een individueel en onderbouwd verzoek bij de examencommissie te doen tot afwijking van het OSOER 1718. Dit verzoek dient ondersteund te worden door de SLB'er en maakt duidelijk wanneer en op welke wijze er sprake is geweest van bijzondere persoonlijke omstandigheden zoals benoemd in paragraaf 5.6 van het OER en welke invloed dit heeft gehad op de studievoortgang. Voeg een actuele cijferlijst toe aan het verzoek. Cohorten 1415 t/m 1718 Studenten die gestart zijn vanaf 01092014, volg altijd het meest recente OSOER. In dit geval van studiejaar 1718. 5

Hoofdstuk 1 Zo kijken wij naar onderwijs... 7 Hoofdstuk 2 Het beroep van ergotherapeut... 10 Hoofdstuk 3 Competentiegericht onderwijs... 12 Hoofdstuk 4 Onderwijsaanbod Ergotherapie... 15 Hoofdstuk 5 Minoraanbod van het Instituut Paramedische Studies... 21 Hoofdstuk 6 Tentamens en deeltentamens... 23 Hoofdstuk 7 Studieloopbaanbegeleiding... 25 Hoofdstuk 8 Onderwijseenheden propedeutische fase... 27 Hoofdstuk 9 Onderwijseenheden hoofdfase 1, 2 & 3 Ergotherapie... 52 Bijlage 1 Jaarplanning Ergotherapie studiejaar 20172018... 89 6

De opleiding Ergotherapie in Nijmegen heeft een uitgesproken visie op leren en onderwijs. Leren door doen is een belangrijke basis van ons onderwijs. De (gesimuleerde) praktijk vormt het uitgangspunt. Vanuit die ervaring verdiep je, je in de theorie en vakkennis, met boekenwijsheid kom je er niet. Om maar een voorbeeld te noemen: lezen over de behandeling van een aandoening is iets heel anders dan daadwerkelijk zelf behandelen. We geven je ruimte om keuzes te maken in het onderwijs en daarmee aan te sluiten bij jouw interesses. We menen dat dit een belangrijk onderdeel is om zin te hebben in het leren binnen en buiten school. Dit bouwen we op vanaf het eerste studiejaar. Hoe verder je komt in je studie hoe meer keuzeruimte er is. Gedurende de opleiding werk je met zowel docenten als studenten samen aan opdrachten. Het samenwerken zorgt voor verdieping en de benodigde samenwerkingsvaardigheden, alleen ben je sneller, samen kom je verder. Studiekeuzecheck De opleiding Ergotherapie organiseert voor de nieuwe studenten van studiejaar 20172018 een Studiekeuzecheck. De Studiekeuzecheck is erop gericht de nieuwe studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op én te ondersteunen bij hun studiekeuze. Door deelname krijgen zij nog meer zicht op de match tussen henzelf, het beroep Ergotherapie en deze opleiding bij de HAN in Nijmegen. De Studiekeuze check bestaat uit diverse onderdelen: Na aanmelding en doorlopen van een HANbrede vragenlijst, krijgen de instromers per mail de volgende gegevens van de opleiding: o Digitale Studiegids o Film over onderwijs en sfeer binnen onze opleiding o 3 Filmpjes over cliëntcontact binnen het beroep Ergotherapie o Inzichtgevende vragen over samenwerken, nieuwsgierigheid, inleven en luisteren, assertiviteit, omgaan met feedback en reflectief vermogen om te onderzoeken of zijn/haar keuze en of dit bij hem/haar past o Contactgegevens van een ouderejaarsstudent waarmee ze een verplichte matchingsdag plannen (en worden begeleid door huidige studenten) Schrijfopdracht na de matchingsdag incl. leesopdracht artikel beroepsbeeld en reflectie (+/ 1 A4) Een volledig doorlopen studiekeuzecheck eindigt in een persoonlijk studieadvies. Dit advies kan helpen bij het maken van het besluit om zich definitief aan te melden voor de opleiding. Voor student die zich na 01 mei aanmelden of in het buitenland verblijven hebben we geen standaard matchingsdag. Zij dienen middels een korte instructie en verdiepende informatie een filmpje te maken waarin zij een kennismakingsgesprek voeren met een cliënt/simulant/etc. Dit filmpje wordt samen met hun bevindingen en reflectie beoordeeld door de docenten. Daarna volgt ook voor hen een studieadvies. Ons onderwijs Ons onderwijs is inhoudelijk, interesse en talentgestuurd en gericht op kwalificeren, persoonsvorming en socialiseren. Landelijk hebben we afgesproken over welke competenties, beroepsinhoud en HBOniveau een afgestudeerde ergotherapeut 7

moet beschikken. Deze afspraken hangen samen met andere Europese en Internationale normen. In dit deel van het onderwijs bepalen wij als het ware wat goed of zinvol voor je is en is vrij gesloten. Naast deze stevige beroepsinhoud is er ruimte in het onderwijs voor jouw interesses en ontwikkeling van jouw kwaliteiten en talenten. Dit onderwijs is dus meer open van karakter. Je hebt meer ruimte om te kiezen welke opdrachten je wilt uitvoeren. De opdrachten waar je uit kunt kiezen zijn wel allemaal van betekenis voor jouw ontwikkeling tot een goede ergotherapeut. Er wordt hier veel aandacht besteed aan jouw persoonlijke ontwikkeling. Het onderwijs zelf geven we zoveel mogelijk vorm in dagdelen. Deze dagdelen onderscheiden zich in wanneer wij de inhoud bepalen of wanneer jij samen met jouw medestudenten werkt aan zelfgekozen opdrachten. We vinden het in deze dagdelen belangrijk dat je vooral zelf aan de slag gaat. De docenten zijn veelal op deze momenten een leercoach en brengen natuurlijk waar nodig de inhoudelijke verdieping aan. Meedoen in het onderwijs en de vormgeving daarvan Doen en meedoen zijn een sleutelbegrippen binnen de ergotherapie. We vinden het daarom belangrijk dat we dit ook binnen de opleiding vormgeven. Het gaat daarbij om actief meedoen van studenten in het onderwijs en de vormgeving daarvan. De opleiding is een resultaat van de samenwerking van student, docent en praktijkdeskundige, de ergotherapeut in het werkveld en onderzoekers. Deze samenwerking noemen we binnen de opleiding Ergotherapie Professionele Leer Gemeenschappen (PLG). Dit betekent dat jullie al tijdens de opleiding een actieve rol hebben in deze samenwerking, door deel te nemen aan bijvoorbeeld bijeenkomsten over het onderwijs, klassenvertegenwoordigersbijeenkomsten of de opleidingscommissie. Binnen deze PLG staan leren en een open communicatie centraal. Studenten, docenten en werkvelddeskundigen dragen bij aan een goed en positief leerklimaat. Elkaar ontmoeten is hierin essentieel en daarom worden er regelmatig momenten georganiseerd waarbij we met elkaar in gesprek zijn. We zijn trots op hoe we dit met elkaar vormgeven: Het praktijkhuis heeft als ontmoetingsplaats een essentiële rol. Dit is de plek waar studenten, docenten en werkvelddeskundigen elkaar ontmoeten, in en buiten het onderwijs, workshops etc. Deze ontmoetingen vinden zowel plaats binnen als buiten de eigen groep. Het samenwerken binnen de PLG zorgt ervoor dat begrip en visie ten aanzien van de verschillende beroepen ontstaan. Begrip en visie zorgen ervoor dat je als student de inhoud van de opleiding kunt relateren aan het toekomstige beroep. Student Hoofdfase De toetsing van het werkplekleren is duidelijk vormgegeven. Wat ik ook goed vind is dat het mogelijk is om op een innovatieve plek stage te lopen, een super aanvulling. Dit zou meer mogelijk moeten worden. 8

Instroom opleiding ergotherapie Instroom opleiding Ergotherapie Aantal instromende studenten 300 250 200 150 100 50 0 262 210 224 187 123 2012 2013 2014 2015 2016 Percentage propedeuse behaald 80% 60% 40% 20% 0% Propedeuserendement na 2 jaar studie 72% 67% 66% 62% 66% 59% 59% 59% 59% 60% 2012 2013 2014 2015 2016 Ergo HAN Hoofdfase rendement na 5 jaar studie Percentage diploma behaald 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 88% 84% 85% 78% 77% 75% 78% 71% 70% 70% 2012 2013 2014 2015 2016 Ergo HAN 9

Uitgangspunt van het beroep van ergotherapeut is dat je samen met mensen zoekt hoe zij (weer) betekenis kunnen geven aan hun bestaan, doordat ze (weer) kunnen deelnemen aan de maatschappij. Tijdens ergotherapie staan de activiteiten centraal die betekenisvol zijn voor de cliënt. Het doel hiervan is het herstel van normaal handelen of het verwerven van een andere (aangepaste) manier van handelen. Een geslaagde ergotherapeutische interventie levert de persoon een nieuw perspectief op in zijn leven en is bovendien betekenisvol. De cliënt De cliënt van een ergotherapeut is een persoon (kind, volwassenen of oudere), organisatie of groep mensen met een (dreigend) probleem op het gebied van het uitvoeren van dagelijkse activiteiten (handelen) of deelname aan beroep of maatschappij (participatie). Een cliënt kan dus zowel een groep zijn als één persoon. De cliënt heeft een centrale en actieve rol in de ergotherapeutische samenwerking. De cliënt brengt in de samenwerking kennis, ervaring, hoop en dromen mee. De ergotherapeut ziet de cliënt als ervaringsdeskundige en erkent deze en gaat hier respectvol mee om. De ergotherapeut Afgestudeerde ergotherapeuten van de HAN zijn experts in het mogelijk maken van het handelen van alle dag. Het gaat om mensen die door een beperking (het ouder worden of moeilijke sociale omstandigheden) niet meer de dagelijkse activiteiten naar tevredenheid kunnen uitvoeren, zowel op het gebied van zorg als welzijn. Onderzoek toont aan dat een ergotherapeut een wezenlijke bijdrage levert aan de zelfstandigheid en de maatschappelijke participatie van mensen. Er zijn ook studies die aantonen dat dankzij ergotherapie de druk op duurdere zorg afneemt. Om deze expert te kunnen worden bieden we je een gedegen basis van kennis, vaardigheden en attitude aan. Maar er komt nog wat bij. We verwachten, naast vakmatige kennis, ook bepaalde kwaliteiten van je. Deze persoonlijke kwaliteiten helpen je bij het zo goed mogelijk uitoefenen van je beroep. Om een goede ergotherapeutische vraagstelling te kunnen formuleren, moet je bijvoorbeeld goed kunnen luisteren naar je cliënten. Daarbij is ook je houding je attitude van groot belang. Door je professionele houding zoek je de beste manier om cliënten optimaal te laten functioneren in beroep en maatschappij. Als ergotherapeut maakt je hierbij gebruik van jezelf. Je kan op verschillende manieren reageren op een cliënt met empathie, humor, flexibiliteit, eerlijkheid of daadkracht. Dit vraagt om een reflectieve houding met veel zelfkennis. Ergotherapeuten worden ook steeds vaker betrokken bij maatschappelijke vraagstukken die het welzijn van (groepen) mensen in woonwijken aangaan. De veranderende samenleving, gezondheidszorg en welzijn vragen om ondernemende, innovatieve en onderzoekende ergotherapeuten. In januari 2015 is de opleiding ergotherapie, als eerste gezondheidszorg opleiding in Nederland, erkend met het Bijzonder Kenmerk Ondernemen. Een kwaliteitserkenning afgegeven door de NederlandsVlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Tijdens de opleiding ontwikkel je jezelf tot een toekomstgerichte ergotherapeut. Hieronder valt een iniatiefrijke houding en het zien van kansen en benutten van kansen. Je kunt goed praktijkgericht onderzoek uitvoeren en het beroep hiermee verder ontwikkelen. Vanaf de start met de opleiding kom je hiermee al in aanraking. 10

Interprofessioneel werken De toenemende complexiteit in de samenleving zorgt dat hulpvragen steeds complexer worden. Als ergotherapeut werk je op het snijvlak van gezondheid en welzijn. Je werkt dus nauw samen met andere professionals (artsen, verpleegkundigen, welzijnswerkers, gemeenten, zorgverzekering en andere paramedici), maar uiteraard ook met de informele zorg en het sociale netwerk van de cliënt. Zo lever je een bijdrage aan een keten van begeleiding en ondersteuning of zorg. Het belang van het functioneren in netwerken is dan ook groot. Deze samenwerking tussen verschillende (para)medische beroepsbeoefenaars neemt in de toekomst alleen maar toe. Uniek in Nederland is dat opleidingen van het Instituut voor Paramedische Studies gezamenlijke onderwijseenheden aanbieden, waarbij studenten niet alleen gemeenschappelijke colleges volgen, maar ook interprofessioneel samenwerken in projecten en opdrachten. De werkomgeving Ergotherapeuten werken op het terrein van gezondheids en welzijnszorg als behandelaar, begeleider en adviseur. Dit gebeurt in toenemende mate vanuit een eigen praktijk. Deze praktijk kan zowel mono als interprofessioneel zijn en betrekking hebben op zowel de individuele zorg als de gemeenschapszorg. Daarnaast zijn van oudsher veel ergotherapeuten werkzaam in: Ziekenhuizen en revalidatiecentra Centra voor ouderenzorg en zorg voor verstandelijk gehandicapten Instellingen voor zorg aan cliënten met psychiatrische problematiek In opdracht van gemeenten, zorgverzekeraars en anderen werken ergotherapeuten als adviseur of indicatiesteller voor voorzieningen. Ergotherapeutische interventies zijn echter op meerdere fronten inzetbaar. Zo zijn ergotherapeuten werkzaam op het gebied van arbeid, zowel preventief (Arboadviseur) als gericht op reintegratie in het arbeidsproces (zoals bijvoorbeeld een jobcoach). Ook werken afgestudeerden van de opleiding Ergotherapie in functies waarin zij hun specifieke expertise inzetten. Ze zijn werkzaam bij firma s die producten voor gehandicapten ontwikkelen of verkopen, bij onderzoeksinstellingen, als adviseur bij woningbouwprojecten, als letselschadeadviseur etcetera. Student Propedeuse De theoretische kennis en opgedane vaardigheden pas je gelijk toe in een praktijksituatie. Ergotherapie op de HAN is een praktijkgerichte studie. 11

De opleiding ergotherapie gebruikt beroepssituaties en beroepsthema s om het onderwijsvorm te geven. Beroepssituaties zijn situaties die kenmerkend zijn voor de uitoefening van het beroep ergotherapie nu en in de toekomst. De beroepsthema s zijn overstijgend; ze komen voort uit maatschappelijke trends en bewegingen binnen zorg, welzijn en ergotherapie. De beroepssituaties doen een beroep op verschillende beroepstaken en competenties. Beroepthema s zijn: cliëntgecentreerd werken mogelijk maken van het handelen werken in en creëren van partnerschap inzetten van innovatief en onderzoekend vermogen gebruik maken van persoonlijke eigenschappen, kwaliteiten en talenten Cliëntgecentreerd werken In de opleiding ergotherapie leer je de waarden van de cliënt te respecteren en werk je samen aan de doelen en evalueer je de resultaten van de therapie die er toe doen voor de cliënt. Je respecteert en benut de ervaringen, interesses en keuzes van de clïent. Je behandelt cliënten vanuit gelijkwaardigheid en betrekt ze actief in de besluitvorming. Het gevoel van aan het roer staan van je leven is een belangrijk uitgangspunt om lekker in je vel te zitten. Eigen keuzes kunnen en mogen maken is daarin erg belangrijk. Dit noemen we binnen de ergotherapie het hebben van eigen regie (aan het roer staan) en autonomie (zelf beslissen). Als ergotherapeut probeer je de autonomie en regie van de cliënt, daar waar mogelijk, te versterken. Mogelijk maken van het handelen Als ergotherapeut ondersteun je de cliënt in het mogelijk maken van het handelen; het uitvoeren van activiteiten van het dagelijks en maatschappelijk leven. Je kunt denken aan activiteiten die te maken hebben met wonen en zorgen, leren en werken, spelen en vrije tijd. Je gaat hierbij uit van de mogelijkheden van de cliënt en zijn omgeving. Als ergotherapeut ga je actief met de cliënt aan de slag. Activiteiten van het dagelijks leven zijn in de therapie zowel het middel als het doel. Je bent dus zowel aan het praten als aan het doen. Werken in en creëren van partnerschap De toenemende complexiteit in de samenleving zorgt dat hulpvragen steeds complexer worden. Als ergotherapeut werk je op het snijvlak van gezondheid en welzijn. Je werkt dus nauw samen met andere professionals (artsen, verpleegkundigen, welzijnswerkers, gemeenten, zorgverzekering en andere paramedici), maar uiteraard ook met de informele zorg en het sociale netwerk van de cliënt. Je bent hierin gelijkwaardig, maar niet gelijk. Dit vraagt van jou als toekomstig ergotherapeut dat je instaat bent om samenwerkingsverbanden te onderhouden en te pleiten voor het mogelijk maken van het handelen en participatie. Inzetten van innovatief en onderzoekend vermogen De maatschappij vraagt om wendbare en flexibele ergotherapeuten die instaat zijn om om te gaan met een veranderende samenleving. Dit betekent dat je nieuwsgierig, creatief, kritisch en ondernemend bent om te zien waar kansen en mogelijkheden liggen voor de cliënt, de organisatie of het beroep. Jouw therapie is state of the art en gestoeld op de laatste (internationale) inzichten. Gedurende de opleiding kom je in toenemende mate in aanraking met 12

internationale (Engelstalige) literatuur. Je levert als ergotherapeut ook een bijdrage aan de ontwikkeling van de organisatie waarin je werkt en het beroep. Dit doe je door het uitvoeren van kwaliteitszorgprojecten, het opzetten van nieuwe producten en diensten en praktijkgericht onderzoek. Gebruik maken van persoonlijke eigenschappen, kwaliteiten en talenten Jouw persoonlijke eigenschappen, kwaliteiten en talenten doen er toe in de therapie, levering van product of dienst of innovatie. Jouw persoonlijkheid maakt dat je uitgroeit tot een unieke ergotherapeut. Dit vraagt veel van jouw persoonlijke ontwikkeling en het verkrijgen van een goed zelfbeeld. Het hebben van open communicatie, empathie en een goed contact zijn belangrijke factoren in een goede therapeutische relatie. Na de opleiding ben je in staat om bewust, selectief of intuïtief gebruik te maken van jouw eigen mogelijkheden en karakteristieken (persoonlijkheid, houding, waarden en reacties) om de interventies effectiever te maken. De competenties geven inzicht in het handelen van de ergotherapeut en beschrijven het kwalificatieniveau. Het laat zien wat je als ergotherapeut te bieden hebt. Competenties zijn nodig om een beroepstaak adequaat uit te voeren. Screenen De ergotherapeut inventariseert methodisch de ervaren handelingsproblemen bij een individuele cliënt die zich zonder verwijzing van een arts aanmeldt. Hij onderzoekt of er sprake is van medische rode vlaggen en evalueert of ergotherapie geïndiceerd is, zodat hij een onderbouwd advies kan geven aan de cliënt en de huisarts over het al dan niet vervolgen van ergotherapie. Inventariseren en Analyseren De ergotherapeut inventariseert, prioriteert en analyseert methodisch in dialoog met de cliënt (en zijn systeem) de ervaren handelingsproblemen ten aanzien van wonen/ zorgen, leren/werken en/of spelen/ vrijetijd, alsook zijn wensen en mogelijkheden tot verandering. Behandelen en begeleiden De ergotherapeut behandelt, begeleidt en adviseert de cliënt op methodische wijze om het betekenisvol, dagelijks en maatschappelijk handelen te bevorderen, zodat de cliënt naar vermogen activiteiten en rollen kan vervullen om naar zijn tevredenheid te participeren. Adviseren aan derden De ergotherapeut adviseert op methodische wijze aan derden over zorg of begeleiding, hulpmiddelen en voorzieningen, arbeid en arbeidsomstandigheden, zodat participatie en inclusie van de belanghebbende(n) toenemen. Derden: Mantelzorgers, ouders, professionele dienstverleners, organisaties (uitvoeringsorgaan van een wet of verzekering, organisatie in gezondheidszorg, welzijn, onderwijs of in bedrijfsleven). Hier kan ook de term klant, adviesvrager of opdrachtgever gebruikt worden. Belanghebbende(n): hier kan ook de term cliënt gebruikt worden. De cliënt kan een persoon of groep zijn. Ondersteunen en versterken De ergotherapeut ondersteunt (leden van) een kwetsbare groep, gemeenschap of populatie om de aanwezige mogelijkheden en eigen regie te versterken en om voorwaarden in de omgeving te creëren, zodat participatie en sociale inclusie toenemen. 13

Zorg dragen voor kwaliteit De ergotherapeut analyseert en evalueert op systematische wijze de effectiviteit en efficiëntie van de ergotherapeutissche zorg en dienstverlening, zodat hij bijdraagt aan het planmatig verbeteren en borgen van verantwoorde zorg die aansluit bij de vraag van de cliënt en de doelstelling van de organisatie. Organiseren De ergotherapeut draagt bij aan de continuïteit en de effectiviteit van de bedrijfsvoering van de organisatie. Hij organiseert de eigen dienstverlening met effectieve en efficiënte inzet van medewerkers, middelen en materialen, zodat hij de cliënt kwalitatief goede zorg biedt tegen aanvaardbare kosten (doelmatigheid). Onderzoeken De ergotherapeut verricht praktijkgericht onderzoek door het verzamelen en verwerken van gegevens uit de literatuur en praktijk, zodat hij bijdraagt aan effectieve en efficiënte ergotherapeutische zorg en dienstverlening en de onderbouwing daarvan. Innoveren De ergotherapeut implementeert of ontwikkelt nieuwe werkwijzen (methoden, procedures, interventies, evidence), producten of diensten, zodat hij bijdraagt aan vernieuwing en verbetering van ergotherapeutische zorg en dienstverlening en aan de ontwikkeling van het beroep. Ondernemen De ergotherapeut speelt in op veranderende vragen en behoeften en neemt initiatieven om nieuwe klanten en markten te vinden om diensten en producten te positioneren en te realiseren, zodat continuering of uitbreiding van ergotherapeutische zorg en dienstverlening binnen de organisatie in de toekomst gewaarborgd is. Samenwerken De ergotherapeut werkt samen met professionals binnen en buiten de eigen werkorganisatie en levert zo een beroepseigen bijdrage aan gezamenlijke besluitvorming en het gezamenlijke resultaat van het interprofessionele team, zodat de totale dienstverlening aan de cliënt effectief en efficiënt verloopt. Professionals: zorgprofessionals, leerkrachten, werkgevers, gemeenten, zorgverzekeraars e.d. Leren en ontwikkelen De ergotherapeut ontwikkelt en onderhoudt voortdurend en planmatig zijn eigen deskundigheid en draagt bij aan het ontwikkelen van de deskundigheid van collega s, zodat hij handelt volgens actuele maatschappelijke en professionele richtlijnen en bijdraagt aan de verdere profilering en professionalisering van het beroep. Max Jeuring, student hoofdfase Wat ik als zeer prettig heb ervaren, is dat er ruimte is voor de inbreng van studenten. Je telt mee en er wordt naar je mening geluisterd. 14

Elke HBO studie bestaat uit een majordeel en een minordeel. In het majordeel leer je de kennis en vaardigheden en ontwikkel je de attitude van het toekomstige beroep. Ook legt het een stevige basis voor het ontwikkelen van jouw persoonlijke eigenschappen, kwaliteiten en talenten die jou maken tot ergotherapeut. Het majordeel beslaat 210 studiepunten en is dus 7/8 deel van je studie. In het minordeel kies je, in overleg met je studieloopbaanbegeleider, een keuzevak of minor. Dit kan een minor zijn van je eigen opleiding, maar je kunt ook kiezen voor een minor van een andere opleiding van Paramedische Studies, een minor bij een ander HANinstituut of zelfs bij een andere Hogeschool of Universiteit. Op deze manier kun je je competenties verbreden of verdiepen op een manier die aansluit bij je eigen capaciteiten en interesse. Een minor bij de HAN beslaat altijd 30 studiepunten en is dus 1/8 deel van je studie. Op de volgende pagina vind je een overzicht van de onderwijseenheden van de studie Ergotherapie. In hoofdstuk 9 en 10 worden deze onderwijseenheden uitgebreider beschreven. Nationale Studenten Enquete (NSE) Studenten Ergotherapie geven aan dat zij zeer tevreden zijn over de docenten van hun opleiding. Ook zijn ze meer dan gemiddeld tevreden over bijvoorbeeld de voorbereiding op hun beroepsloopbaan, de inhoud van hun studie en de studiebegeleiding. Onderwijsaanbod en samenhang De studie Ergotherapie duurt vier studiejaren. Elk jaar is verdeeld in vier periodes. Het eerste jaar, de propedeuse, wordt gevolgd door drie hoofdfasen. Voor de propedeuse en de hoofdfasen zijn onderwijseenheden (OWE s) ontwikkeld. Dit zijn modules die je volgt om je bepaalde beroepsthema s eigen te maken. De vereiste competenties komen in deze onderwijseenheden aan bod. Voor elke onderwijseenheid kun je studiepunten (STP) behalen. Het aantal studiepunten kan per onderwijseenheid verschillen. Dit is afhankelijk van het aantal uur dat je (gemiddeld genomen) moet besteden aan de onderwijseenheid: het aantal studiebelastingsuren (SBU). In het schema hieronder staan alle onderwijseenheden weergegeven die je in de verschillende fases van je studie volgt. 15

Het onderstaande schema van de onderwijseenheden is een uitwerking van hoofdstuk 1 van deel 3 van het Opleidingsstatuut. Onderwijsaanbod Ergotherapie Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Hoofdfase 2 en 3 Hoofdfase 2 en 3 Praktijkgericht Onderzoek 30 stp Of Interprofessioneel Praktijkgericht Onderzoek (IPPO) 30 stp De innoverende ergotherapeut 1 7,5 stp Minor 30 stp Leren op de werkplek 1 45 stp De innoverende ergotherapeut 2 7.5 stp Hoofdfase 1 Spelenderwijs 12,5 stp Het heft in eigen hande(le)n 7,5 stp De onderzoekende ergotherapeut 7,5 stp De wereld op zijn kop 7,5 stp Werk voor iedereen 7,5 stp Extra curriculair: student company Ouderen met beleving 12,5 stp Competente ergotherapeut niveau 2 5 stp 7.5 stp Propedeuse Ergotherapie dicht bij huis 1 7.5 stp Ergotherapie dicht bij huis 2 7,5 stp Ouderen langer zelfstandig 1 7,5 stp Ouderen langer zelfstandig 2 7,5 stp Duurzame inzetbaarheid 7,5 stp Bijzondere van alle dag 7,5 stp Meedoen op weg naar maatschappelijke participatie 12,5 stp Competente Ergotherapeut niveau 1 2,5 stp In het onderwijs is op verschillende wijze samenhang aangebracht, op beroepstaken en competenties en op leerinhoud. Alle onderwijseenheden binnen eenzelfde beroepstaak kennen een onderlinge samenhang en zijn onderscheidend in niveau. Alle onderwijseenheden met gelijksoortige competenties kennen een onderlinge samenhang door de aard van de beroepsopdrachten en beroepsproducten. De ordening van de leerinhoud (body of knowledge and skills) vindt op thematische en concentrische wijze plaats. Er staat per onderwijseenheid een thema/ thema s centraal en studenten verkennen dit thema vanuit het beroepsperspectief en het perspectief vanuit hun leef en belevingswereld. De diverse leerinhouden komen daarbij aan de orde. Deze leerinhouden komen vervolgens gedurende de gehele opleiding meerdere keren terug en elke keer vindt verdere verdieping plaats. Onderwijs in onderzoek onderzoek in onderwijs In de beroepspraktijk van de ergotherapeut neemt onderzoek een steeds belangrijkere plaats in. Je zult je als ergotherapeut steeds beter moeten kunnen verantwoorden tegenover de cliënt en de zorgverzekeraar. Ook maatschappelijke ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de toenemende vergrijzing en de opkomst van zorgtechnologie vragen niet alleen van jou, maar ook van het beroep zelf een voortdurende bereidheid tot verdere ontwikkeling. 1 In de hoofdfase 2/3 stelt de student zijn eigen leerroute vast met de onderwijseenheden leren op de werkplek/ de innoverende ergotherapeut, minor, praktijkgericht onderzoek.. De onderwijseenheid LODW bestaat uit twee periodes van werkplekleren beide van 20 weken. Toetsing van deze onderwijseenheid vindt plaats na beide periodes. De student kiest wanneer hij deze periodes loopt en of de toetsing plaatsvindt in de hoofdfase 2 of in de hoofdfase 3. 16

Je wordt opgeleid tot een ergotherapeut, die zijn beslissingen neemt op basis van het best beschikbare bewijs, in combinatie met de kennis en ervaring als therapeut en de waarden en voorkeur(en) van de individuele cliënt. Maar ook tot een ergotherapeut die zichzelf kan blijven ontwikkelen en een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling en innovatie van het eigen beroep. In het onderwijs kom je vanaf het begin van je studie in aanraking met onderzoek en onderzoeksvaardigheden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het leren lezen en interpreteren van (wetenschappelijke) artikelen, waar je een behandeling of advies op kunt baseren. Of een hoorcollege waarin de basis van onderzoeksvaardigheden wordt gepresenteerd. Ook leer je onderzoeksvragen opstellen, zodat je zelf de theoretische verdieping en de meest recente ontwikkelingen kunt vinden in bepaalde onderwerpen. Daarnaast leer je ook zelf onderzoek te doen, waarbij je een vraagstuk uit de praktijk gaat beantwoorden en het product direct resultaat oplevert voor de beroepspraktijk. De lectoren en kenniskringen van de HAN verrichten dagelijks praktijkgericht onderzoek naar verschillende thema s op het gebied van de gezondheidszorg. Om de meest actuele kennis te verwerken in het onderwijs en om te kunnen participeren in projecten vanuit de praktijk, werkt de opleiding ergotherapie nauw samen met de lectoraten Neurorevalidatie, Arbeid en gezondheid, Langdurige zorg en Lokale dienstverlening vanuit klantperspectief. Soms staat de lector dan ook letterlijk voor de klas. Onderzoek lijkt nu misschien nog erg theoretisch en ver weg, maar je zult zien dat het een praktische invulling krijgt als het je helpt een behandeling vorm te geven of om de beroepspraktijk te verbeteren! Facultaire OWE Interprofessioneel Praktijkgericht Onderzoek (IPPO) Veranderingen in de zorg en welzijnssector (o.a. de financiering en organisatie hiervan) hebben ertoe geleid dat organisaties die zich in deze sector begeven hun werkterrein en werkwijze zien veranderen. Dit heeft uiteraard consequenties voor de professionals die in deze organisaties werken: de inhoud van het werk verandert, maar ook de manier waarop dit werk georganiseerd en gefinancierd wordt. Een gevolg hiervan is dat er andere eisen gesteld worden aan deze professionals, andere competenties gevraagd worden. Het onderwijs heeft de taak om toekomstige zorgprofessionals op deze veranderingen voor te bereiden. Dit gebeurt o.a. door in zogenaamde Sparkcentra stage te lopen of onderzoek te doen. In de Sparkcentra werken studenten samen aan het oplossen van maatschappelijk brede vraagstukken. Het zijn leerwerkplaatsen waar onderwijs, onderzoek, ondernemerschap en praktijk bij elkaar komen. Studenten, docenten, onderzoekers en professionals van verschillende disciplines werken hierin samen en ontwikkelen nieuwe kennis en inzichten die de beroepspraktijk en het beroepsonderwijs verrijken. Samenwerking met andere disciplines, over de grenzen kijken van de eigen discipline en deze te overbruggen (boundary crossing) staan hierbij centraal. In de afstudeerfase van de opleiding kunnen studenten kiezen om in plaats van monodisciplinair, interdisciplinair onderzoek te doen. Hiervoor is de onderwijseenheid Interprofessioneel Praktijkgericht Onderzoek ingericht (OWE IPPO). Om deel te mogen nemen aan de OWE IPPO, dient de student vanuit een Sparkcentrum toestemming te hebben verkregen om deel te nemen aan het interdisciplinaire praktijkgerichte onderzoek. Het Sparkcentrum zal hiervoor een Praktijkgericht Onderzoek aanvraag indienen bij de opleiding. Op deze PO aanvraag dient de student te reageren. Vervolgens selecteert het Sparkcentrum welke studenten deel mogen nemen aan het onderzoeksproject. Op pagina 82 vind je de owebeschrijving van IPPO. Internationalisering 17

In je toekomstige beroep krijg je steeds meer te maken met internationalisering. Denk maar aan de internationale literatuur die gebruikt wordt om een behandelplan te onderbouwen, of de deelname van je beroepsgroep aan internationale congressen of een Europese beroepsvereniging. Je kunt bij internationalisering ook denken aan de toekomstige cliënten met verschillende culturele achtergronden die je in je praktijk tegenkomt. Je opleiding bereidt je voor op deze internationale omgeving. We hebben verschillende mogelijkheden voor uitgaande studenten. Zo kun je tijdens de onderwijseenheden werkplekleren of praktijkgericht onderzoek participeren in buitenlandse projecten. Het is mogelijk hierin initiatief te nemen, maar je kan ook participeren in bestaande projecten in bijvoorbeeld Bali, Sri Lanka, Nepal of Curacao. Je kunt ook een deel van je studie in het buitenland uitvoeren, door te studeren aan een andere hogeschool of universiteit in Europa of daarbuiten. Daarnaast zijn er diverse minoren met een sterk internationaal karakter. Maar ook intern kun je werken aan internationalisering: Internationalisering@home (I@H) betekent het leren in een internationale omgeving op de HAN in Nijmegen. Denk bijvoorbeeld aan digitale vergelijkingsopdrachten binnen onderwijseenheden met buitenlandse studenten of uitwisselingsbijeenkomsten met buitenlandse studenten op de HAN. I@H is een speerpunt van de HAN en krijgt binnen je opleiding de komende jaren steeds meer body. Iedere opleiding heeft een contactpersoon Internationalisering, waar je terecht kunt voor informatie. Ook kun je met vragen terecht bij het International Office. En kom zeker langs op de jaarlijkse Wil Weg Dag in oktober op de HAN in Nijmegen! Honoursprogramma GGM Voor studenten met meer capaciteiten en meer ambities heeft het Instituut Paramedische Studies in 2011 een specifiek opleidingsprogramma ontwikkeld: het Honoursprogramma IPS. Sinds studiejaar 20162017 wordt dit programma faculteitbreed aangeboden (pilot) onder de naam Honoursprogramma GGM. Je kunt je straks onderscheiden van je medestudenten door dit extracurriculaire programma te doorlopen. Het honoursprogramma omvat 22,5 studiepunten en duurt anderhalf jaar (drie onderwijsblokken); de start is in het tweede semester van het tweede studiejaar. Het programma vindt plaats op de maandagavond, aansluitend aan het reguliere onderwijs. De studiebelasting beslaat ongeveer 10 uur per week; dit is inclusief contacturen en zelfstudie. Het Honoursprogramma GGM is een gevarieerd programma waarin de beroepsbeoefening binnen het zorg en welzijnsdomein en de uitdagingen die daarbij horen vanuit een interprofessioneel, verbredend en verdiepend perspectief worden aangepakt. Rode draad vormt cliëntgerichte topzorg, waarbij het kijken over de grenzen van je eigen opleiding of vak centraal staat. Er ligt een duidelijke nadruk op een meer onderzoeksmatige benadering van het vak; zorg en welzijnsthematieken worden benaderd vanuit de maatschappelijke context waarin ze plaatsvinden, met onder meer aandacht voor internationalisering, interculturalisering, diversiteit, onderzoek en innovatie. Het honoursprogramma biedt de student onder meer de mogelijkheid zich te ontwikkelen op inhoudelijk (kennis) en persoonlijk vlak, extra ervaring op te doen in verschillende settingen en een netwerk op te bouwen. Meer informatie over het Honoursprogramma GGM kun je vinden op: http://www.han.nl/honoursips En via Twitter: @HonoursIPS_HAN Je kunt ook mailen naar: honoursprogramma.ips@han.nl Excellentprogramma (EP) Ondernemendheid en Leiderschap Voor studenten van de Faculteiten GGM en Educatie die zich extra willen profileren, is het Excellent Programma Ondernemendheid en Leiderschap ontwikkeld. Met dit programma kunnen gemotiveerde en ondernemende studenten extra competenties verwerven op het gebied van ondernemen en leidinggeven in multidisciplinaire settings. Door het volgen van het programma ontwikkel je competenties op het gebied van multidisciplinair samenwerken, ondernemen, managen en leidinggeven. 18

Het programma start in het eerste semester van hoofdfase 1 en eindigt in het tweede semester van hoofdfase 1. Dit betekent een extra studielast van ongeveer 3 uur per week gedurende 9 maanden. Wanneer je het programma succesvol hebt afgesloten, heb je 7,5 ECTS (studiepunten) extra verdient, bovenop de 240 ECTS van je complete hboopleiding. Je wordt toegelaten tot het programma op basis van een motivatiebrief en een intakegesprek. Voorwaarde is wel, dat je geslaagd bent voor de propedeuse van je opleiding. Ook moet je bereid zijn om een buitenlandse reis te maken als onderdeel van het programma. Er nemen 20 tot 40 studenten deel aan het programma. Naast groepsgewijze activiteiten zoals trainingen, werkbezoeken en hoorcolleges zijn er individuele opdrachten. Tussentijdse toetsing geschiedt door middel van werkstukken en presentaties. Het programma wordt afgesloten met een symposium. De EP student ontvangt aan het einde van zijn opleiding naast zijn bachelordiploma een certificaat waaruit blijkt dat hij/zij het EP heeft gevolgd en welke activiteiten hij/zij daarin heeft uitgevoerd. Een uitgebreide beschrijving van het programma is terug te vinden in de aparte brochure van dit Excellentprogramma of op http://www.han.nl/gebied/gezondheid/nieuws/nieuws/excellentondernemendheid Contactpersoon: Marjan Kindtvan Esch, email: Marjan.Kindt@han.nl Minor leadership in enabling occupation (LEO) In de minor LEO kom je voor de uitdaging te staan om leiderschap te tonen in het mogelijk maken van het dagelijks handelen in een (voor het beroep) nieuwe context de wijk. Je ontwikkelt jezelf tot een innovatieve ergotherapeut in opleiding met persoonlijke leiderschapskwaliteiten en een inhoudelijk sterke visie, van waaruit het beroep ergotherapie zich verder gaat ontwikkelen. Tijdens deze minor vindt het onderwijs plaats in de nieuwe context, dat wil zeggen letterlijk in de wijk. Waarbij je in partnerschap werkt met de wijkbewoners, het sociale wijkteam, het gezondheidscentrum, de gemeente en eventuele andere partners. Je gaat in partnerschap een actieonderzoek uitvoeren waarbij de vragen vanuit de burgers het uitgangspunt zijn. De kennis die je opdoet valoriseer je middels een artikel. Daarnaast kies je, op basis van je eigen interesse en kwaliteiten, opdrachten welke je individueel of in samenwerking met anderen uitvoert. Bij het maken van deze opdrachten en het volgen van het ondersteunend onderwijs, verwerf je kennis en inzicht, maak je producten, hou je presentaties en zoek je complexe vraagstukken in partnerschap met de betrokken partijen uit. Deze opdrachten ondersteunen je tijdens je leerproces, waarbij ook intervisie (gericht op je persoonlijke ontwikkeling als LEO) een belangrijke rol speelt. Concluderend bereidt deze minor je voor op een mooie toekomst als LEO! Praktijkhuis Het Praktijkhuis is een moderne, interprofessionele leeromgeving binnen de HAN. Als student leer je hier te werken in realistische praktijksituaties, die herkenbaar zijn voor jouw vakgebied. Met je vragen kun je terecht bij bijvoorbeeld de praktijkcoach. Deze praktijkcoach ondersteunt in de ontwikkeling van je vaardigheden en professionele attitude. Je ontmoet uiteraard studenten en docenten van je eigen opleiding, maar ook studenten van veel andere opleidingen uit het Instituut Paramedische studies en het Instituut Verpleegkundige studies. Je maakt kennis met elkaars vakgebied en werkt samen in diverse praktijkgerichte situaties. Dat is belangrijk omdat je straks in de beroepspraktijk elkaar met grote regelmaat zult tegenkomen. In het Praktijkhuis worden ook regelmatig lezingen, demonstraties en workshops gegeven over actuele ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Het Praktijkhuis is dé plek waar studenten, docenten, patiënten/cliënten en het regionale werkveld elkaar ontmoeten en inspireren. Studentcompany Tijdens de Student Company richten de studenten hun eigen company op en runnen deze gedurende de hoofdfase 1. 19

Aan het einde van de propedeuse vindt de mogelijkheid plaats om je hiervoor aan te melden. Je doet de student company naast je reguliere hoofdfase 1 programma. Je verdeelt met elkaar functies, je bepaalt de doelgroep en het product. Je ervaart op een praktijkgerichte manier hoe het is om een eigen bedrijf te runnen. De opleiding Ergotherapie is zeer succesvol met de student company s. Regionaal en landelijk vinden er wedstrijden plaats waarvan er al meerdere prijzen door studenten van de opleiding Ergotherapie behaald zijn. Praktijkleren In de propedeuse en de hoofdfase 1 zijn er verschillende mogelijkheden om naast het binnenschools leren te leren in de praktijk. We hebben hiervoor verschillende mogelijkheden bijvoorbeeld interprofessioneel praktijkleren in onze sparkcentres http://www.sparkcentres.nl/, via ergomaatje, onze samenwerkingspartners op het gebied van zorg, welzijn of arbeid en vrijwilligerswerk. Komend jaar zullen we in toenemende mate studenten hierin laten participeren. Student (bron: HBOSpiegel) Onze docent was erg prettig. Ze weet veel van de doelgroep af en kon ons juiste begeleiding bieden. 20

Deelname aan minoren en vrije minoren Voor het volgen van een minor moet je toestemming vragen aan de studieloopbaanbegeleider en daarna kun je je inschrijven bij het instituut van de HAN waar je de minor gaat volgen. Voor een HANminor schrijf je je altijd in via Alluris. De spelregels voor het volgen van een vrije minor vind je in de notitie Regeling vrije minor en toestemmingsformulier, te vinden op HANinsite/minoren/welke soorten minoren zijn er? In die notitie is ook een toestemmingsformulier bijgesloten waarmee je de examencommissie om toestemming kunt vragen voor het volgen van een vrije minor. In tabel 1 vind je het minoraanbod voor studiejaar 20162017. Een semester geeft twee periodes aan. S1 omvat periode 1 & 2, S2 omvat periode 3 & 4 Niet alle IPSminoren zijn geschikt voor studenten van de vijf opleidingen. Zie tabel 1 voor meer informatie. Tabel 1: Minoraanbod IPS 20172018 Alluris code Titel minor Aangeboden In semester IPS Opleidingen Ergo Fysio Logo MZK V&D M_IPS04 Neurorevalidatie S1 en S2 x x x M_IPS05 Spinal Musculoskeletal Physiotherapy M_IPS08 Pijn voor health professionals S1 x x S1 M_IPS09 Klinische Voeding S2 x M_IPS11 De stem centraal S1 en S2 x M_IPS14 M_IPS15 M_IPS16 M_IPS17 M_IPS18 M_IPS19 M_IPS20 Sport Physiotherapy & Active Aging (SPAA) Health professionals in international perspective Gedrag bij leefstijl en gezondheid Diet and physical activity in ageing and disease Het kind centraal: een interdisciplinaire benadering van complexe stoornissen Leadership in Enabling Occupation Waardevol en betaalbaar innoveren in gezondheidszorg en welzijn: We Care! M_MZK01 Jeugd en mondzorg S2 1617 en S1 1718 / S2 1718 M_MZK02 Mondzorg bij volwassenen in specifieke zorggroepen S2 S2 x x x x x S2 x x x x S2 S2 x x x S2 x S2 X X X X x S2 1617 en S1 1718 / S2 1718 x x x x x 21

Minor Neurorevalidatie (bron: HBOSpiegel) Ik vond het goed dat er veel nadruk werd gelegd op het belang van de interprofessionele samenwerking, maar dat daarnaast ook genoeg nadruk op het monodisciplinaire deel werd gelegd. Daarnaast vond ik het leuk dat de minor opgedeeld was in verschillende contexten. Voor de meeste minoren van het Instituut Paramedische Studies geldt als instap dat je tenminste 90 studiepunten hebt behaald voordat je aan een minor mag meedoen. Ook heeft het voor enkele minoren de voorkeur dat je voorafgaand aan een minor stageervaring hebt opgedaan. Een uitgebreidere beschrijving van de minoren is terug te vinden op de minorensite van de HAN, KiesOpMaat en op het volledige opleidingsstatuut op www.han.nl. Op de site van de ExamencommissieIPS en op de Scholarsite van de opleiding zijn de OWEbeschrijvingen van de IPSminoren terug te vinden. 22

In de opleiding Ergotherapie sluiten we de onderwijseenheden af met een tentamen. Dit kan één tentamen zijn of meerdere deeltentamens. Dit noemen we beoordelen om te beslissen. Een examinator beslist dan of je de lat hebt gehaald als het gaat om jouw ontwikkeling tot een goede ergotherapeut. We kijken hierbij naar jouw ontwikkeling op de thema s: het handelen mogelijk maken, cliëntgecentreerd werken, werken in en creëren van partnerschap, innovatief en onderzoekend vermogen en het Gebruik maken van persoonlijke eigenschappen, kwaliteiten en talenten als middel en naar jouw competentie ontwikkeling. In de opleiding Ergotherapie leer je het handelen mogelijk te maken, cliënt gecentreerd te werken, te werken in en het creëren van partnerschap, ontwikkel je innovatief en onderzoekend vermogen en leer je op therapeutische wijze gebruik te maken van jezelf als middel. Er is dus zowel aandacht voor de professionele als de persoonlijke ontwikkeling. Je hebt competenties nodig om het beroep van ergotherapie te kunnen uitvoeren. In het onderwijs toetsen we op verschillende manieren, namelijk om te beslissen of te ontwikkelen. In je opleiding ontwikkel je competenties om de beroepstaken uit te kunnen voeren. Binnen de onderwijseenheden (OWE) werk je aan competenties die je in staat stellen om in je latere beroep de beroepstaken uit te kunnen voeren. Aan het eind van zo n OWE stellen we vast of jouw competenties het vereiste niveau hebben bereikt. Dit doen we door tentamens of via integrale toetsen. Beroepstaken staan niet los van elkaar; ze hebben vaak heel direct met elkaar te maken. Bijvoorbeeld: de beroepstaak Werken met cliënten wordt door een ergotherapeut in een ziekenhuis anders ingevuld dan door een ergotherapeut die thuis werkt. In integrale toetsen wordt het verband tussen beroepstaken getoetst. Integrale toetsen kunnen gekoppeld zijn aan onderwijseenheden, maar ook onafhankelijk zijn van de onderwijseenheden. Tijdens de opleiding doorloop je een toetsprogramma, waarin per onderwijseenheid een of meerdere tentamens zijn opgenomen. Studiepunten Je krijgt studiepunten (STP) nadat je een onderwijseenheid (OWE) met een voldoende hebt afgerond. Hoeveel studiepunten aan een onderwijseenheid gekoppeld zijn vind je in de beschrijving van de onderwijseenheden in hoofdfstuk 8 en 9. Tentamens en deeltentamens Een tentamen kan bestaan uit deeltentamens. De tentamens kunnen op twee manieren afgelegd worden: leerwegafhankelijk en leerwegonafhankelijk: Tentamens verbonden aan de onderwijseenheden De meeste studenten zullen gebruik maken van genoemde tentamens verbonden aan de onderwijseenheden, om aan te tonen dat ze de relevante competenties beheersen. Dit is het zogenaamde leerwegafhankelijke tentamen. Leerwegonafhankelijk tentamen Je kunt ook bij de Examencommissie aanvragen om via een andere weg dan de aan de onderwijseenheden 23

gekoppelde tentamens aan te tonen dat je over de relevante competenties beschikt. Dan toon je ten overstaan van de examinator(en) met andere bewijsstukken aan dat je de competenties beheerst. Integrale toetsen Naast de tentamens zijn er drie keer tijdens de opleiding integrale toetsen: aan het eind van de propedeuse, aan het eind van de opleiding en nog één keer tussen einde propedeuse en einde studie. De integrale toets combineert meerdere beroepstaken in een tentamen. Integrale toets 1 Competente Ergotherapeut 1 (propedeuse) Het hele eerste jaar staat in het teken van oriëntatie op het beroep en geschiktheid voor het beroep (studiebekwaam). De propedeuse wordt afgesloten met een integrale toets waarin de verschillende beroepstaken geïntegreerd worden. Alles wat je geleerd hebt tijdens het eerste jaar (propedeuse) in de ergotherapeutische onderwijseenheden, is in deze toets gecombineerd. Omdat het een integrale toets is, waarin ook de competentieontwikkeling getoetst wordt over het hele jaar, komen tijdens het tentamen kennis, vaardigheden en attitudeaspecten van voorgaande OWE s aan bod en de integratie van de verschillende beroepstaken. De competentiebeheersing op niveau 1 wordt op deze manier integraal getoetst. Integrale toets 2 Competente Ergotherapeut 2 (hoofdfase 1) In deze integrale toets worden de drie beroepstaken Werken met en voor cliënten, Werken in en voor een organisatie en Werken aan professionalisering getoetst. Deze integrale toets is gekoppeld aan de onderwijseenheid Ouderen met beleving. Alles wat je geleerd hebt tijdens de hoofdfase 1 in de onderwijseenheden, is in deze toets gecombineerd. Omdat het een integrale toets is, waarin ook de competentieontwikkeling getoetst wordt over het hele jaar, komen tijdens het tentamen kennis, vaardigheden en attitude aspecten van voorgaande OWE s aan bod en de integratie van verschillende beroepstaken. Integrale toets 3 Leren op de werkplek (hoofdfase 3) In deze integrale toets staat de integratie tussen de beroepstaken Werken met en voor cliënten en Werken aan professionalisering centraal. De integrale toets is gekoppeld aan de onderwijseenheid Werkplekleren. De integrale toets bestaat uit een portfoliotoets. 24

Aan het begin van je opleiding krijg je een studieloopbaanbegeleider (SLB er) toegewezen. Dit is een docent die je begeleidt tijdens één of meer studiejaren. De studieloopbaanbegeleiding vindt plaats in individuele gesprekken en in groepsbijeenkomsten. Het is de rode draad in jouw leerproces. Taken van de studieloopbaanbegeleider De studieloopbaanbegeleider fungeert als schakel tussen jouw onderwijsvraag (POP) en het aanbod van de opleiding (toetsprogramma, onderwijseenheden). Bij keuzemomenten stelt hij samen met jou het studiecontract op en accordeert dit vervolgens namens de opleiding. Hij houdt je leerproces in de gaten, helpt je bij het maken van keuzes en hij stimuleert of adviseert je wanneer zich problemen voordoen tijdens je studie. Ook kan hij je begeleiden bij het ontwikkelen of verbeteren van studievaardigheden. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: De opleiding is verantwoordelijk voor de waarborging van de continuïteit van de begeleiding. De student is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces. Er zijn groepsbijeenkomsten en individuele gesprekken, bij voorkeur persoonlijk De studieloopbaanbegeleiding is zowel in de propedeuse als in de hoofdfasen intensief. De studieloopbaanbegeleiding neemt over het algemeen in intensiteit af gedurende de opleiding. Resultaatgerichte studieloopbaanbegeleiding: vastleggen van de studievoortgang in de SLBvoortgangsverslagen. Om je te begeleiden tijdens je leertraject hebben we een aantal instrumenten ontwikkeld. Opleidingen hebben zelf de keus óf en hoe ze deze instrumenten inzetten. Het gebruik maken van Alluris is voor een aantal zaken verplicht. Hierna zijn de belangrijkste instrumenten kort beschreven. Digitale Portfolio (DPF) Het digitale portfolio (DPF) is een bewaarplaats van bestanden/documenten waarmee je jouw eigen individuele ontwikkeling (leerproces) zichtbaar maakt en het door jou behaalde niveau aantoont. Het DPF vervult verschillende functies: Persoonlijke leerarchivering Interactie tussen jou en de opleiding over jouw planning, ontwikkeling en prestaties Beoordeling In het DPF verzamel je het bewijsmateriaal dat je wilt gebruiken voor tentamens en examens. Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) In het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) beschrijf je de manier waarop je jouw eigen opleidingsprogramma wilt vormgeven. Het POP is regelmatig onderwerp van gesprek met de studieloopbaanbegeleider (SLB er). In elk geval voorafgaand aan ieder studiecontract (her)schrijf je een POP, bespreek je de resultaten ervan met jouw SLB er en voeg je het toe aan je portfolio. Een belangrijk element in je begeleiding is het leren reflecteren. In alle onderwijseenheden reflecteer je samen met je docent(en) op de stand van zaken in de onderwijseenheid. 25