VERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ METSELAARS

Vergelijkbare documenten
VERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN

VERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ STRATENMAKERS

EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004

DE OPDRACHTGEVER IN HET BOUWPROCES

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430)

Projectrapportage Kwarts in de bouw 2007

Projectverslag. Vakkenvullen jeugdigen supermarkten 2004

ARBEIDSINSPECTIE MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

LANDELIJK PROJECTVERSLAG HOUT EN MEUBEL 1999

In het project zijn verder de volgende inspectiepunten meegenomen: -verdrinkingsgevaar, -instructie, -persoonlijke beschermingsmiddelen en -werkdruk

Colofon. Arbeidsinspectie, Den Haag, mei Afdeling Persvoorlichting, Looptijd project januari 2005 januari 2006.

projectverslag Textiel 2002 A523

EVALUATIERAPPORTAGE STOFKAMACTIE BOUW

VERSLAG INSPECTIEPROJECT TECHNISCHE GROOTHANDEL (A501) ARBEIDSINSPECTIE. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Inspectierapport Project A590. Tillen in de industrie

Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Tillen

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker

Meta(al)morfose Inspecties op het gebied van machineveiligheid, geluid en arbobeleid in de metaalindustrie

Projectverslag Leerindustrie

Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg 2003 A575 Looptijd van: van 1 maart 2003 tot en met 31 augustus 2003

Werkplekinrichting (aangepast aan Arbowet 1 januari 2007)

Eindverslag Opslag Ammoniumnitraat

Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 van 1 juli 2005 t/m 28 februari 2006 A715

Geachte., Deze overtredingen worden hieronder nader toegelicht: Psychosociale arbeidsbelasting: Werkdruk:

Arbeidsomstandigheden in de Bestrating Inspectieresultaten 2014

Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein

Inspectieverslag project lichamelijke belasting en geluid in de voeding- en genotmiddelensector

PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT SOCIALE WERKVOORZIENING. 20 november 2006

Projectverslag. Vakantiewerk Arbeidsinspectie Den Haag

De Nationale Politie Arbeidstijden en Agressie en Geweld geïnspecteerd

Eindverslag inspectieproject OPS 2001 A491

Projectrapportage TILLEN OP BOUWPLAATSEN A 833. Maart De Arbeidsinspectie maakt deel uit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

PROJECTNUMMER: A439 EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT BROODBAKKERIJEN

Projectverslag. Garagebedrijven Project A660

PROJECTVERSLAG Inspectieproject fysieke belasting en veiligheid in convenantsectoren van de voedings- en genotmiddelenindustrie A 725

Verticaal transport en opslag gipsplaten is een must

Inspecties in de Metaalproductenindustrie 2014

Kinder- en Jeugdarbeid 2006 Vakantiewerk & bijbaantjes. (tussenrapportage)

Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie

Inspectie naar de actualiteit van de KEW vergunningen

PROJECTVERSLAG MONITORPROJECT UNIVERSITEITEN A796

Rapportage Inspectieproject. Schoonmaak in vliegtuigen 2005

Inspectierapport Asbest 2009/2010. Asbest: stof tot nadenken

Van risico s naar beheersmaatregelen. Door: Huib Arts, ArboProfit

Campagne Tillen in de industrie 2003

Tillen. Tips voor werknemers voor veilig tillen

Eindverslag. Project Onderhoudsstops Projectnummer: A448

HANDHAVING DOOR INSPECTIE SZW. Jan Vermeiren Inspectie SZW

PROJECT Legionella Binnenvaart 2000 A412

PROJECT HORECA-DISCOTHEKEN

Werken met verontreinigde grond Inspectieresultaten 2015

Basisinspectiemodule

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Arbeidsinspectie EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT AUDIOVISUELE SECTOR

Projectrapportage Autoschadeherstelbedrijven Project A860

Jan Vermeiren inspecteur / projectleider

VERSLAG INSPECTIES PROJECT WERKEN MET GEDETINEERDEN (A843)

Garages in beeld. Naleving van de Arbowet in werkplaatsen voor gemotoriseerde vervoersmiddelen

Gezond & veilig werken in kleinschalige zorgvoorzieningen dát maakt zorg beter

Arbocatalogus Tuincentra

Peek Bouw & Infra BV. T.a.v. Mevr. N. van Hienen Postbus GB Houten. Betreft: Toetsing RI&E. Geachte mevrouw van Hienen,

Resultaat Atex 137 toezicht in 2007

BEVOEGD GEZAG WET MILIEUBEHEER Eindrapport Inspectieproject Onderhoudsstops Brzo/ARIE

VERSLAG INSPECTIES PROJECT WONINGCORPORATIES (A871) 27 april 2009

Vakantiewerk Colofon:

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, en.

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

Arbeidsomstandighedenbeleid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Arbeidsinspectie

Inspectierapport. Autowas- en autopoetsbedrijven

VERSLAG INSPECTIEPROJECT A538 HOUT EN MEUBEL ALGEMEEN 2002

Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Hand-armtaken (HARM)

VERSLAG INSPECTIEPROJECT THUISZORG A 694. Onderwerpen: fysieke belasting. agressie & geweld. Inspectieperiode 1 mei 2005 tot en met 31 maart 2006

7. Tillen en Dragen. Tillen en Dragen. Fysieke belasting. Het arbothemablad Tillen en Dragen is onderdeel van de Arbocatalogus Tuincentra.

Toolbox-meeting Arbeidsinspectie en handhaving

Overzicht beboetbare nieuwe Arbo verplichtingen per

Projectrapportage. Inspectieproject Afvalketen Metaal

EVALUATIEVERSLAG. LANDELIJK INSPECTIEPROJECT THUISWERK IN DE GRAFISCHE INDUSTRIE TEXTIEL INDUSTRIE METAALPRODUKTEN INDUSTRIE

Grondafhandeling passagiersvliegtuigen 2004

PROJECTVERSLAG ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN IN HET

Duwen en trekken (Met het gehele lichaam)

Basisinspectiemodule

Risico-inventarisatie & evaluatie

Basisinspectiemodule

Projectrapportage Inspectieproject Gehandicaptenzorg

Dé VCA-specialist van Zuid-Nederland

Inspectie naar naleving Arbowet en aandacht arbeidsomstandigheden in de Bijzondere Zorg

Eindverslag project aardolie, chemie, kunststof en rubber (ACKR) 2001 Projectnummer A465

Arbocatalogus pkgv-industrie Fysieke belasting

Projectverslag Schoenbedrijven

Projectrapportage KASSAWERKPLEKKEN 2003

Addendum op naslagwerk Werken met kwaliteit Aanpassingen en aanvullingen ISBN Januari 2012

Het organiseren van werk zonder gevaren kan het volgende inhouden: -- aanpassingen in werkzaamheden/werkmethoden

Verslag inspecties Woningcorporaties A871

Blootstelling aan geluid

Inspectie-actie bouw april Veilig werken met ladders, trappen & rolsteigers Programma: > Inspectie SZW / sector bouw

Unispect - Toolbox 10 - Werken op hoogte. Inleiding

Machineveiligheid 2004 Inspectieproject in de Voeding- en Genotmiddelen en de Metaalsector op het gebied van machineveiligheid.

PROJECTPLAN INSPECTIEPROJECT. Ambulancezorg A 895. Onderwerpen:. Fysieke belasting.. Agressie & geweld (PSA). Biologische agentia

VERSLAG INSPECTIES PROJECT SOCIALE WERKVOORZIENING (A866)

Transcriptie:

VERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ METSELAARS

COLOFON Plaats: Den Haag, 17 augustus 2005 Projectnummer: Inspectieonderwerp: Directie: A658 Fysieke belasting Bouw Landelijke projectleider: F. Leerkes, FLeerkes@minszw.nl, 030-2305600 Landelijke projectsecretaris: P. Terstall, PTerstall@minszw.nl, 020-5812535 Looptijd: 1 april 2004 tot 1 juli 2004 2

INHOUDSOPGAVE Colofon 2 Voorwoord 4 0 Samenvatting 5 1 Aanleiding en doel van het inspectieproject 6 1.1 Aanleiding 6 1.2 Doel 6 2 Het inspectieproject 8 2.1 Opzet van het project 8 2.2 Omvang van het project 8 3 Wetgeving en handhaving 9 3.1 Wet- en regelgeving 9 3.2 De handhaving van geconstateerde overtredingen 9 4 Inspectieresultaten 10 4.1 Inspectieresultaten 10 4.2 Nadere toelichting van de belangrijkste overtredingen 11 4.3 Ingezette handhavingsinstrumenten 12 5 Conclusies en aanbevelingen 13 3

VOORWOORD Een belangrijk arborisico in de bouw is de fysieke (over)belasting waaraan bepaalde groepen werknemers blootstaan. Zo behoren o.a. metselaars tot een dergelijke categorie werknemers. In Nederland zijn in de bouw ongeveer 20.000 metselaars werkzaam. De fysieke belasting waaraan zij tijdens hun werkzaamheden blootstaan, leidt vooral tot lichamelijke klachten die betrekking hebben op het bewegingsapparaat. Mede als gevolg hiervan is het ziekteverzuim van deze groep werknemers en de WAO-instroom relatief hoog te noemen. Onlangs is tussen de overheid, brancheorganisaties uit de bouwsector en werknemersvertegenwoordigingen een convenant afgesloten dat mede tot doel heeft de fysieke belasting van werknemers in de bouw te verminderen. Uit dit convenant vloeit de beleidsregel Tillen op bouwplaatsen voort. Voor de Arbeidsinspectie betekent deze beleidsregel een invulling van artikel 5.3 van het Arbobesluit dat zich richt op de fysieke belasting van werknemers. De beleidsregel geeft daarmee het niveau van bescherming aan dat, gezien de stand van de techniek en de bereikte consensus tussen alle partijen, door de overheid als minimumniveau wordt gezien om aan artikel 5.3 van het Arbobesluit te voldoen. In de beleidsregel staan een aantal concrete maatregelen benoemd die de fysieke belasting van metselaars kunnen beperken. Vanaf 1 april 2004 tot 1 juli 2004 werden door de Arbeidsinspectie inspecties uitgevoerd op locaties waar metselwerkzaamheden werden uitgevoerd. Deze inspecties richtten zich vooral op de naleving van het eerder genoemde artikel 5.3 van het Arbobesluit en de daarop geënte beleidsregel. De resultaten van dit inspectieproject, die in dit verslag worden weergegeven, zijn sterk beïnvloed door de met de afbouwsector afgesproken overgangsregeling voor het handmatig mogen tillen van metselblokken zwaarder dan 14 kg/stuk. Wanneer inspecteurs deze, op zich sterk belastende, werkzaamheden bij hun inspectie waarnamen kon hier niet op worden gehandhaafd. Wel is door de inspecteur in deze situatie gewezen op de fysieke belasting van de werknemer bij deze werkzaamheden en op het tijdelijke karakter van de overgangsregeling. Na 2007 zal het handmatig tillen van deze zware metselblokken niet meer worden toegestaan. Den Haag, augustus 2005 De Algemeen Directeur van de Arbeidsinspectie, Dr. J.J.M. Uijlenbroek 4

0. Samenvatting Het inspectieproject De fysieke belasting bij metselaars is een voorbeeld van een relatief kleinschalig project met een korte doorlooptijd. De doelstelling van het project was volledig gericht op de verplichting van de werkgever de arbeidsplaats van de metselaar zo in te richten, zodanige werkmethoden toe te passen en zodanige hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken dat de fysieke belasting waaraan deze werknemer blootstaat geen gevaren voor de veiligheid en gezondheid voor de werknemer met zich mee kan brengen. Uitgangspunt bij de inspecties was het door partijen afgesloten convenant en de daarop geënte beleidsregel. In het afgesloten convenant is voor de afbouwsector een overgangsregeling tot 2007 afgesproken voor het handmatig tillen van metselblokken die zwaarder zijn dan 14 kg/stuk. Om redenen van rechtsgelijkheid is dit bij de uitvoering van dit inspectieproject vervolgens ook voor gewone metselbedrijven, die niet onder deze overgangsregeling vielen, toegestaan. Omdat het tillen van zware metselblokken een grote rol speelt bij de fysieke belasting van metselaars is als gevolg van deze overgangsregeling bij dit inspectieproject relatief weinig gehandhaafd. Bij een op de zes bezochte locaties is een handhavinginstrument ingezet (16%). Inspecteurs hebben bij hun inspecties wel aandacht gevraagd voor de problematiek van de zware metselblokken en gewezen op het tijdelijke karakter van de overgangstermijn. Naar aanleiding van dit inspectieproject is door de brancheorganisatie en de Stichting Arbouw aangegeven dat zij de ontwikkeling van mechanische tilhulpmiddelen voortvarend ter hand zullen nemen. Hierdoor zal, zeker na afloop van de overgangsperiode tot 2007, het handmatig stellen en metselen of lijmen van metselblokken die zwaarder zijn dan 14kg/stuk niet meer voor hoeven komen. 5

1. AANLEIDING EN DOEL VAN HET INSPECTIEPROJECT 1.1 Aanleiding Aanleiding voor het inspectieproject De fysieke belasting bij metselaars is de toegenomen aandacht voor arbeidsomstandigheden die van invloed zijn op de hoogte van het ziekteverzuim en WAO-instroom van werknemers. In de bouw is de fysieke belasting waaraan bepaalde groepen werknemers blootgesteld worden in dit kader een belangrijke factor. Metselaars zijn in de bouwsector werknemers die door de aard van hun werkzaamheden regelmatig blootstaan aan fysieke (over)belasting. Deze belasting vloeit voort uit de aard van de werkzaamheden die veelal nog traditioneel worden uitgevoerd. Metselaars moeten tijdens hun werkzaamheden vaak draaien, reiken en tillen. De metselaar verwerkt per dag zo n 500 tot 1000 stenen en heeft daarbij met twee typen fysieke belasting te maken: Dynamische belasting; is de belasting die ontstaat door het verplaatsen van lasten (stenen, specie, metselkuipen, steigerplanken, gereedschap e.d.); Statische belasting; deze ontstaat als gevolg van een ongunstige lichaamshouding van de metselaar. Het lijkt aannemelijk dat m.n. deze belasting nog wordt versterkt door het in weer en wind werken. Mede als gevolg van de grote fysieke belasting waaraan de metselaar blootstaat, is het ziekteverzuimpercentages van deze beroepsgroep dan ook hoger dan het vergelijkbare percentage van andere werknemerscategorieën in de bouw. In 2002 was het ziekteverzuim 8,1% voor metselaars t.o.v. 6,1% voor het gemiddelde ziekteverzuim in de Bouw: Bron Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB). Door de sociale partners in de bouw is met de overheid een convenant afgesloten dat met name het terugdringen van de fysieke belasting tot doel heeft. In het kader hiervan is ook een beleidsregel tot stand gekomen die een concrete invulling geeft aan het algemeen gestelde artikel 5 lid 3 van het Arbobesluit. Dit artikel bepaalt dat de arbeid zo moet worden georganiseerd en de arbeidsplaats zo moet worden ingericht dat de fysieke belasting waaraan de werknemer blootstaat geen gevaar oplevert voor de veiligheid en gezondheid van de werknemer. Het jaar 2004 is binnen de bouw uitgeroepen tot het jaar van de metselaar. Met de sector is afgesproken dat in dat jaar door de Arbeidsinspectie een inspectieproject zal worden uitgevoerd dat gericht is op de fysieke (over)belasting van deze beroepsgroep. 1.2 Doel van het inspectieproject Het belangrijkste doel van dit inspectieproject was de controle op de naleving van artikel 5 lid 3 van het Arbobesluit dat een werkgever verplicht de arbeidsplaats zodanig in te richten, zodanige werkmethoden toe te passen en zodanige hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken dat de fysieke belasting waaraan de werknemer blootstaat geen gevaren voor de veiligheid en gezondheid voor de werknemer met zich mee kan brengen. 6

Deze algemeen geformuleerde doelstelling is nader ingevuld in een op dit artikel gerichte beleidsregel Tillen op bouwplaatsen. Deze beleidsregel stelt voor metselaars het volgende: Handmatig tillen wordt zoveel als redelijkerwijs mogelijk is vermeden of beperkt; Het is niet toegestaan handmatig per persoon lasten van meer dan 25 kg te verwerken (of 50 kg met z n tweeën); Er wordt alleen zonder mechanische tilhulpmiddelen gemetseld en gelijmd als: - De vrije werkruimte ten minste 0,60 meter bedraagt; - De diepte van een metselconsole ten minste 0,40 meter bedraagt; - De elementen van 4 tot 14 kg tweehandig worden getild en worden verwerkt tot maximaal 1,50 meter boven en niet beneden het stavlak; - De elementen lichter dan 4 kg worden verwerkt tot maximaal 1,70 meter en vanaf ten minste 0,20 meter boven het stavlak, met uitzondering van het van binnenuit metselen of lijmen direct onder en vanaf een verdiepingsvloer óf het metselen of lijmen vanaf het maaiveld. Voor het handmatig mogen tillen van metselblokken die zwaarder zijn dan 14 kg/stuk is in het convenantoverleg met de afbouwsector een overgangsregeling afgesloten die loopt tot 2007. Om redenen van rechtsgelijkheid is daarop besloten ook voor reguliere metselbedrijven die niet onder deze overgangsregeling vallen, het handmatig tillen van deze zware metselblokken toe te staan. Uiteindelijk moest dit inspectieproject inzicht geven in de mate waarin partijen zich conformeren aan de gemaakte convenantafspraak en de daaruit voorvloeiende beleidsregel. 7

2 HET INSPECTIEPROJECT 2.1 De opzet van het project Voor het project zijn inspecties op locaties uitgevoerd waar metselwerkzaamheden werden uitgevoerd. Deze inspecties waren in hoofdzaak gericht op het constateren van overschrijding van de in de beleidsregel aangegeven maximale tilnormen e.e.a. mede voortvloeiend uit het door de sector zelf afgesloten arboconvenant. Bij de start van het inspectieproject is tevens de afspraak gemaakt dat, als ten tijde van de inspectie zou blijken dat metselblokken die zwaarder waren dan 14 kg/stuk handmatig werden verwerkt en deze blokken in het bestek van de opdrachtgever waren voorgeschreven, ook de opdrachtgever hierover zou worden aangeschreven. De opdrachtgever wordt door middel van dit schrijven geadviseerd in het vervolg lichtere blokken in de bestekken voor te schrijven of in het bestek aan te geven dat bij verwerking van deze blokken van mechanische tilhulpmiddelen gebruik moet worden gemaakt. Metselbedrijven bij wie op locatie één of meerdere overtredingen zijn geconstateerd zijn vervolgens ook geïnspecteerd op het vestigingsadres van de onderneming op de aanwezigheid van de wettelijk verplichte Risico-inventarisatie en Evaluatie en de daarin opgenomen aandacht voor de fysieke belasting van de metselaar. 2.2 De omvang van het project Op grond van de voor dit project beschikbaar gestelde capaciteit zijn tijdens de uitvoering van de inspecties 340 bouwlocaties bezocht waar metselwerkzaamheden werden verricht. De bezochte locaties lagen verspreid over het hele land. 8

3 WETGEVING EN HANDHAVING 3.1 Wet- en regelgeving In dit inspectieproject is vooral geïnspecteerd op de naleving van artikel 5 lid 1 en 3 en artikel 14 van de Arbowet die allen betrekking hebben op de wettelijk verplichte Risicoinventarisatie en -Evaluatie (RI&E) en op de naleving van artikel 5 lid 3 van het Arbobesluit dat gericht is op het voorkomen, danwel beperken van de fysieke (over)belasting van de metselaar. 3.2 De Handhaving De handhaving van genoemde wet- en regelgeving richtte zich op die artikelen waarvan het niet naleven bij de inspectie daadwerkelijk kon worden geconstateerd. Vanaf 1999 vindt de handhaving van de arbeidsomstandigheden wet- en regelgeving plaats via het bestuursrechtelijke traject. Afhankelijk van de geconstateerde overtredingen waren er voor de inspecteur bij zijn handhavende taak verschillende scenario s denkbaar: Er werd t.a.v. een inspectiepunt een overtreding geconstateerd die leidde tot een schriftelijke waarschuwing aan de betreffende werkgever. Na verloop van een aangegeven periode werd opnieuw een inspectie uitgevoerd. Als de overtreding dan niet was opgeheven werd een boeterapport opgemaakt waarna aan de werkgever een boete kon worden opgelegd; Er werd een overtreding geconstateerd die door de Arbeidsinspectie als een zwaardere overtreding is aangemerkt maar niet direct leidde tot ernstig gevaar voor de veiligheid of gezondheid van de betreffende werknemer. In deze situatie werd direct door de inspecteur een boeterapport opgemaakt; Er werd door de inspecteur een overtreding geconstateerd die direct risico s opleverde voor de veiligheid of gezondheid van de werknemers. Behalve het direct opmaken van een boeterapport werd nu ook door de inspecteur het werk stilgelegd. De betreffende werkzaamheden mochten pas weer worden hervat als de overtreding was opgeheven; In gevallen waarin geconstateerd werd dat werkzaamheden die risico s voor de veiligheid of gezondheid van de werknemer zouden opleveren nog moesten beginnen heeft de inspecteur de werkzaamheden preventief stilgelegd. In deze gevallen werd geen boete opgelegd. 9

4. INSPECTIERESULTATEN 4.1 Inspectieresultaten In paragraaf 1.2 staat de doelstelling van dit project beschreven. In dit hoofdstuk zal worden aangegeven wat de resultaten van de uitgevoerde inspecties zijn en hoe dit zich verhoudt tot naleving van artikel 5 lid 3 van het Arbobesluit en de daarop geënte beleidsregel die beide gericht zijn op het zoveel mogelijk voorkomen van fysieke belasting bij werknemers. Aan de hand van een aantal tabellen zal duidelijk worden gemaakt in hoeverre door bedrijven de regelgeving werd nageleefd en welke artikelen dit betrof. Tabel 1. Algemeen resultaat van de inspecties. Aantal geïnspecteerde In orde Niet in orde locaties Aantal Perc. Aantal Perc. 340 284 84% 56 16%. Het aantal keren dat bij dit inspectieproject door de inspecteur handhavend is opgetreden is, zeker in verhouding tot andere inspectieprojecten, erg laag. Hier zijn twee belangrijke oorzaken voor aan te wijzen: Uitgangspunt bij de inspecties was het door partijen afgesloten convenant en de daarop geënte beleidsregel. In het afgesloten convenant is voor de afbouwsector een overgangsregeling tot 2007 afgesproken voor het handmatig tillen van metselblokken die zwaarder zijn dan 14 kg/stuk. Om redenen van rechtsgelijkheid is dit bij de uitvoering van dit inspectieproject vervolgens ook voor gewone metselbedrijven, die niet onder deze overgangsregeling vielen, toegestaan. Omdat het tillen van zware metselblokken een grote rol speelt bij de fysieke belasting van metselaars is als gevolg van deze overgangsregeling 1. Uitgangspunt bij het project was het door partijen afgesloten convenant en de daarop geënte beleidsregel. In het afgesloten convenant is voor de afbouwsector een overgangsregeling afgesproken voor het handmatig tillen van metselblokken die zwaarder zijn dan 14 kg/stuk. Om redenen van rechtsgelijkheid is dit bij de uitvoering van dit inspectieproject vervolgens ook toegestaan voor gewone metselbedrijven, die niet onder deze overgangsregeling vielen. Inspecteurs hebben bij hun inspecties wel aandacht gevraagd voor de problematiek van de zware metselblokken en gewezen op het tijdelijke karakter van de overgangstermijnbij dit inspectieproject relatief weinig gehandhaafd. Bij een op de zes bezochte locaties is een handhavinginstrument ingezet (16%). Inspecteurs hebben bij hun inspecties wel aandacht gevraagd voor de problematiek van de zware metselblokken en gewezen op het tijdelijke karakter van de overgangstermijn 2. Metselbedrijven bleken over het algemeen goed in te spelen op de afspraken van het convenant. Vrije werkruimte en diepte van de metselconsole bleken vrijwel altijd te voldoen aan de eerder genoemde beleidsregel. 10

Uiteindelijk is bij de uitgevoerde inspecties vooral handhavend opgetreden op het metselen boven of onder de in de beleidsregel aangegeven maximale resp. minimale verwerkingshoogtes. 11

Tabel 2. Overzicht van het aantal keren dat een bepaalde overtreding is geconstateerd (in volgorde van vóórkomen). Overtreding Aantal 1 Werk is niet zodanig ingericht dat gevaren m.b.t. fysieke 56 belasting zoveel mogelijk worden voorkomen of beperkt 2 Geen of onvoldoende aandacht in wettelijk verplichte RI&E 6 en/of Plan van Aanpak voor veiligheids- en gezondheidsaspecten i.v.m. de fysieke belasting waaraan de werknemers blootstaan 3 Diverse overtredingen (m.b.t. 12 wetsartikelen) 14 Totaal 76 4.2 Nadere toelichting van de overtredingen 1. Fysieke belasting wordt niet zoveel mogelijk voorkomen of beperkt Bij de inspectie is t.a.v. dit punt geïnspecteerd op de invulling die de beleidsregel Tillen op bouwplaatsen geeft aan artikel 5 lid 3 van het Arbobesluit. Deze beleidsregel stelt een aantal voor metselaars relevante normen. Het kan daarbij gaan om de gewichten van metselstenen, de minimale maten m.b.t. de vrije werkruimte voor de metselaar en de diepte van de metselconsole. Ook wordt een voor bouwplaatsen algemene tilnorm aangegeven (maximaal mag door één werknemer handmatig 25 kg worden getild of 50 kg met z n tweeën) en worden maximale en minimale werkhoogtes voor het metselen aangegeven. Een inspecteur kan alleen een overtreding constateren als op het moment van zijn inspectie de genoemde tilnormen worden overschreden. Dit heterdaad constateren zal niet altijd mogelijk zijn. Dit impliceert dat het geconstateerde percentage feitelijke overtredingen lager kan liggen dan het werkelijke percentage. 2. Geen of onvoldoende aandacht in de Risico-inventarisatie en Evaluatie (RI&E) en Plan van Aanpak voor veiligheids- en gezondheidsaspecten m.b.t. de fysieke belasting waaraan de werknemers blootstaan Als door de inspecteur bij zijn inspectie op de bouwlocatie overtredingen werden geconstateerd m.b.t. fysieke belasting is op het vestigingsadres van het betreffende bedrijf ook onderzocht of het bedrijf beschikte over de wettelijk verplichte RI&E. Vervolgens is ook onderzocht of in de RI&E aandacht is besteed aan de fysieke belasting waaraan de metselaar blootstaat en of in het bijbehorende Plan van Aanpak de hiervoor te nemen maatregelen zijn benoemd en de termijnen zijn aangegeven waarbinnen deze maatregelen zullen worden genomen. 12

3. Diverse overtredingen Deze 14 overtredingen die op 12 verschillende wetsartikelen gebaseerd zijn hebben in 10 gevallen op een of andere wijze met de veiligheid van de metselaar te maken. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om het beschikbaar zijn cq. gebruiken van een persoonlijk beschermingsmiddel, voorzieningen voor valgevaar of een niet goed opgebouwde steiger. 4.3 Ingezette handhavingsinstrumenten Per inspectie kan meer dan één handhavingsinstrument worden ingezet. In tabel 1 is aangegeven dat bij 56 locaties overtredingen zijn geconstateerd. Het gaat daarbij in totaal om 76 overtredingen. Iedere overtreding leidt tot het inzetten van één van de in paragraaf 3.2 genoemde handhavingsinstrumenten. In de tabel hieronder wordt aangegeven hoe vaak de diverse handhavingsinstrumenten ingezet zijn. Tabel 3 Aantal ingezette handhavingsinstrumenten Handhavingsinstrument Aantal Waarschuwing Arbo 74 Stillegging en boeterapport 1 Boeterapport 1 Totaal aantal ingezette instrumenten 76 Uit bovenstaande tabel blijkt dat in het overgrote deel van de gevallen het lichtste handhavingsinstrument, de Waarschuwing Arbo, is ingezet. Dit heeft vooral te maken met het gegeven dat dit inspectieproject vooral gericht was op naleving van artikel 5 lid 3 van het Arbobesluit. Overtreding van dit artikel levert niet direct gevaar op voor de veiligheid en gezondheid van de werknemer. Daarom wordt het waarschuwingsinstrument ingezet dat de werkgever in de gelegenheid stelt maatregelen te nemen om alsnog aan het gestelde in dit artikel te voldoen. 13

5. Conclusies en aanbevelingen De resultaten van dit inspectieproject laten niet het beeld zien van een bedrijfstak waar de fysieke belasting van de metselaar een groot probleem is. Zo is het handhavingpercentage in vergelijking met andere inspectieprojecten erg laag. Slechts bij één op de zes bouwlocaties is voor overtreding van de regelgeving m.b.t. fysieke belasting een handhavingtraject ingezet. Om een aantal redenen geven deze handhavingresultaten niet het volledige beeld weer van de fysieke belasting van de metselaar: - Het tillen van zware metselblokken, een belangrijk probleem m.b.t. de fysieke belasting van de metselaar is door de eerder genoemde overgangsregeling nog tot 2007 toegestaan; - Tijdens de inspectie kan alleen handhavend worden opgetreden als op heterdaad iets wordt geconstateerd. In veel situaties is dat bij metselaars niet of nauwelijks mogelijk. Vooral de in de beleidsregel aangegeven minimale en maximale metselhoogtes zijn maar incidenteel aan de orde op het moment van de inspectie. De vrije metselruimte en de minimale diepte van de metselconsole bleken tijdens de inspecties vrijwel nooit een probleem te zijn. Dit kan als een positief resultaat van het afgesloten convenant worden beschouwd. Samenvattend kan niet worden gesteld dat de uitkomsten van het inspectieproject een duidelijk beeld verschaffen over de mate waarin metselaars tijdens hun werkzaamheden met fysieke overbelasting te maken hebben. Zo moet voor de problematiek van het handmatig hanteren van zware metselblokken in de komende jaren naar een oplossing worden gezocht. Enerzijds zal deze kunnen liggen in het niet langer onnodig in de bestekken voorschrijven van deze zware blokken, anderzijds zullen adequate mechanische tilhulpmiddelen moeten worden ontwikkeld om het verwerken van deze blokken mogelijk te maken zonder dat sprake is van fysieke overbelasting van de metselaar. Naar aanleiding van de tijdens dit project naar voren gekomen problematiek m.b.t. de overgangsregeling voor de afbouwsector voor het handmatig mogen verwerken van zware metselblokken is met de brancheorganisatie en de Stichting Arbouw overleg gevoerd. Uitkomst hiervan is onder meer dat betrokken partijen nadrukkelijk hebben aangegeven dat zij de ontwikkeling van mechanische tilhulpmiddelen voortvarend ter hand zullen nemen. Follow up Gezien de resultaten van dit project ligt het niet voor de hand in de komende 2 jaar opnieuw een inspectieproject in deze sector uit te voeren. In 2007, als de overgangsregeling voor de afbouwsector afgelopen is, lijkt het wel zinvol opnieuw een inspectieproject gericht op de fysieke belasting van metselaars uit te voeren en dit vooraf aan deze sector kenbaar te maken. 14