4 Overzicht van de cursus In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de onderwerpen die in de cursus aan bod komen. Het uiteindelijke doel is dat mensen met diabetes in staat zijn weloverwogen beslissingen te nemen over de self-management van hun diabetes. In Hoofdstuk 5 A t/m M worden alle onderwerpen uitgebreid beschreven. Voorafgaand aan elk onderwerp worden de volgende punten overzichtelijk weergegeven: LEERDOEL DEELNEMERS De cursus heeft een aantal leerdoelen voor de deelnemers geformuleerd, dit is wat we willen dat mensen kennen en kunnen aan het eind van de cursus (met ondersteuning van het patiëntenmateriaal). De doelen zijn opgesteld om: Deelnemers te informeren over de oorzaken, gevolgen en behandeling van type 2 diabetes Mensen met type 2 diabetes de gelegenheid te geven om hun ervaringen met het leven met diabetes te delen Er voor te zorgen dat mensen met type 2 diabetes zich bewust zijn van hun specifieke gezondheidsrisico s voor het ontwikkelen van complicaties van de diabetes Deelnemers de gelegenheid te bieden de mogelijkheden voor het verminderen van hun risico s te bespreken met de trainers Deelnemers te ondersteunen bij het opstellen van persoonlijk actieplan. INHOUD Bij de Inhoud wordt een overzicht gegeven van de onderwerpen die in de bijeenkomst besproken moeten zijn. ROL VAN DE TRAINER De trainer heeft als rol om tijdens de bijeenkomst de deelnemers te helpen hun leerdoelen te bereiken en de achterliggende filosofie uit te dragen. Hierbij werkt de trainer binnen de uitgangspunten en stijl van het programma. De trainer mag/kan afwijken van het draaiboek om de leerdoelen te bereiken. Een aangepast draaiboek moet echter op schrift worden gesteld en beschikbaar zijn. Draaiboeken zijn opgesteld ter ondersteuning van het realiseren van leerdoelen. 1
In het draaiboek zijn tijden vastgelegd; deze kunnen naar eigen inzicht worden aangepast aan de behoeften van de groep. Twee uitersten die moeten worden vermeden zijn: Een laissez-faire aanpak, waarbij gedeelten van het draaiboek overgeslagen worden of in sneltreinvaart worden doorgenomen Slaafs opvolgen van tijden, met als resultaat een schoolse benadering waarin de patiënt niet meer centraal staat. Elke groep leert in een ander tempo. Ook trainers hebben hun goede en slechte dagen! Soms kan het nodig zijn de meest belangrijke leerdoelen hoog op de agenda te zetten en de minder belangrijke onderdelen te bewaren voor als er tijd over is. De trainer kan er zo voor zorgen dat de tijd effectief gebruikt wordt. Bij educatie voor volwassenen is het gebruikelijk dat de trainer naast de beschikbare leermiddelen gebruik maakt van zijn/haar eigen inbreng. Dit zorgt voor een natuurlijk verloop van de interactie met deelnemers en maakt dat de cursus ook voor de trainer interessant en nieuw blijft. Lesgeven kan zeer belonend zijn wanneer deelnemers gestimuleerd en gemotiveerd worden door de verschillende lesmethoden die gebruikt worden. Er kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van tekeningen, discussie in kleinere groepjes en spelletjes. De standaard -aanpak voor de bijeenkomsten zou er als volgt kunnen uitzien: Gebruik open vragen om discussie aan te moedigen Geef een overzicht van het onderwerp en leg uit waarom het voor deelnemers belangrijk is Vraag deelnemers wat zij over het onderwerp al weten/welke gedachten zij over het onderwerp hebben Breng structuur aan in opmerkingen van deelnemers door ze in categorieën of groepjes in te delen, zodat zij ze makkelijker kunnen onthouden en makkelijker de relatie leggen met aanverwante onderwerpen Benadruk en herhaal de meest belangrijke onderwerpen/boodschappen om deelnemers te helpen deze te onthouden Ga na of deelnemers het begrepen hebben door de belangrijkste informatie nog eens te herhalen (met behulp van open vragen en discussie) of een oefening Geef aan het eind van elk onderdeel een samenvatting, of beter nog: vraag deelnemers de belangrijkste boodschap samen te vatten Zorg dat leerdoelen ook op schrift beschikbaar zijn. 2
ACTIVITEIT DEELNEMERS Hier worden de specifieke activiteiten beschreven die de deelnemers helpen bovengenoemde doelen te bereiken DRAAIBOEK BIJEENKOMST Per onderwerp is een draaiboek gemaakt. Dit zijn voorbeelden hoe de onderwerpen tijdens de bijeenkomst besproken kunnen worden. Elke trainer zal zijn eigen plan van aanpak hebben; toch is een draaiboek nodig, al was het maar om aan te geven hoe met open vragen informatie over een bepaald onderwerp kan worden verkregen en om de belangrijkste punten samen te vatten. De trainershandleiding is in ontwikkeling. Het voorziet de trainers van voorbeelden hoe vragen te stellen en informatie over te dragen, die inspireren en vernieuwend zijn. Van u wordt verwacht dat u mogelijke aanpassingen en verbeteringen van het handboek in het draaiboek vastlegt, zodat ook anderen van uw ervaringen kunnen leren. Er is tijd ingebouwd voor het bespreken van problemen en het stellen van vragen. De cursus kan gegeven worden in één dag of in twee halve dagen. Wanneer de cursus over twee dagdelen wordt verdeeld, hebben de deelnemers meer gelegenheid de nieuwe informatie in te passen, met vragen te komen en te leren van ervaringen tussen de bijeenkomsten. De verdeling van onderwerpen bij ongeveer 7 contacturen per cursus is als volgt: 3
Eén hele dag (6 uur 40 minuten) Twee halve dagen (3 uur 20 minuten x 2) Pauzes zijn naar behoefte in te lassen Deel 1 Sessie Totaal Introductie en huishoudelijke A 5 min 5 min mededelingen Mijn eigen verhaal B 40 min 45 min Diabetes mellitus type 2 C 55 min 1 uur 40 min De werking van insuline D 20 min 2 uur en hypoglykemie/hyperglykemie Controleren van de bloedglucose: E 20 min 2 uur 20 min hoe? Het heft in handen (1) F 45 min 3 uur 15 min Voeding: Koolhydraten en calorieën Hoe sta ik er voor? G 10 min 3 uur 15 min Voeding en beweging Deel 2 Terugblik op deel 1 H 15 min 15 min Complicaties I 30 min 45 min Risicofactoren J 60 min 1 uur 40 min Lichaamsbeweging K 30 min 2 uur 15 min Mijn diabetes actieplan L 45 min 3 uur Brandende vragen M 15 min 3 uur 15 min 4
VOORTZETTING VAN DE ZORG 1 De PRISMA-benadering wordt in het hele zorgtraject doorgevoerd. De deelnemers gaan na PRISMA verder in de gebruikelijke zorg bij de eigen arts (huisarts of specialist), diabetesverpleegkundige, diëtist en andere zorgverleners die elementen uit de PRISMA-benadering in de individuele contacten zullen gebruiken. 2 Dit programma is afgestemd op de behoeften van mensen met type 2 diabetes. Het is daarom noodzakelijk dat zowel huisartsen, specialisten, diabetesverpleegkundigen, diëtisten en andere zorgverleners goed op de hoogte zijn van deze gestructureerde vorm van educatie, zodat zij patiënten na PRISMA verder kunnen begeleiden vanuit dezelfde filosofie. 3 Om te kunnen voldoen aan de onderliggende filosofie, is het noodzakelijk dat alle onderdelen van het zorgtraject in deze aanpak zijn geïntegreerd. Elke mogelijkheid moet worden aangegrepen om mensen te ondersteunen bij het verwerken van de diagnose en bij het zoveel mogelijk in eigen hand nemen van de behandeling (selfmanagement) door middel van empowerment en zelfbeschikking. 4 Deze gestructureerde vorm van educatie draagt ertoe bij dat ook elders in de zorg self-management en empowerment de hoeksteen van de behandeling gaat worden. In overeenstemming met de principes van self-management hebben mensen de beschikking over informatie die hen in staat stelt te reageren op veranderingen in hun gezondheidsprofiel, vooral in bloedglucosewaarden. 5 Hiervoor is informatie nodig, in voor patiënten begrijpelijke vorm, zodat zij beschikken over informatie over de medische behandeling van hun diabetes. De informatie is afgestemd op actuele richtlijnen en protocollen. 6 Daarnaast heeft de gestructureerde educatie tot doel deelnemers te stimuleren te letten op controles, hun gezondheidsprofiel, en medische interventies. Gestimuleerd wordt dat mensen in voldoende mate worden aangezet tot het stellen van vragen en staan op geëigende diagnostiek en behandeling. 5