Premiebeleid 1. Definities Zuivere Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Gedempte premie Premie gebaseerd op gemiddelde rente curves, waardoor de invloed van rente wijzigingen uitgesmeerd wordt. Ontvangen premie De premie (betaald door werkgevers en werknemers) die jaarlijks ontvangen wordt door het fonds zoals vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst. 2. Achtergrond Het pensioenfonds ontvangt jaarlijks premie van de werkgevers en werknemers waarmee pensioenaanspraken worden ingekocht. In het Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015 zijn afspraken gemaakt tussen de werkgevers en werknemervertegenwoordigers over de voorwaardelijke middelloon-regeling met voorwaardelijke toeslag. Deze regeling voldoet aan de eisen van CDC IFRS. De premie wordt berekend volgens een afgesproken rekenmethodiek en de uitkomst van deze methodiek blijft 5 jaren ongewijzigd. Vervolgens wordt de premie volgens de afgesproken rekenmethodiek weer berekend voor een volgende periode van 5 jaren. De hoogte van de premie is ondermeer afhankelijk van de toe te passen rekenrente, de levensverwachting en van de grondslagen die door het fonds gebruikt worden. Deze kunnen gedurende de vijfjaarsperiode wijzigen waardoor de zuivere kostendekkende premie voor de aankoop van de pensioenaanspraken hoger of lager kan zijn dan de ontvangen premie. Gezien het CDC IFRS karakter van de regeling is in een situatie van een premie tekort de werkgever niet verplicht tot extra betalingen/stortingen. Hierdoor kan het bijv. bij een rentedaling noodzakelijk zijn om het opbouwpercentage voor de pensioenaanspraken in enig jaar evenredig aan te passen (verminderen). 3. Uitvoeringsovereenkomst De afspraken in het Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015 zijn in de uitvoeringsovereenkomst nader uitgewerkt. De relevante artikelen van de uitvoeringsovereenkomst m.b.t. de hoogte van de premie zijn: 6.2 De werkgever is vanaf 1 januari 2015 jaarlijks uitsluitend de volgens de in dit artikellid en bijlage II vastgestelde methodiek bepaalde premie verschuldigd aan de stichting. De jaarlijks te betalen premie wordt bepaald op basis van vooraf vastgestelde grondslagen en methodiek, zoals vastgelegd in bijlage II. Voor de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019 is deze jaarlijkse premie (bestaande uit het werkgevers- en het werknemersgedeelte) op basis van het Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015 vastgesteld op 30,9% van de gemaximeerde salarissom. 6.3 In afwijking van het in 6.2 bepaalde, zullen partijen in overleg treden indien de fiscale faciliteit voor de opbouw van pensioen wordt beperkt, teneinde de voor vijf jaar vastgestelde premie tussentijds aan te passen aan de beperking in de fiscale faciliteit voor de opbouw van pensioen, waarbij de grondslagen en methodiek zoals vastgelegd in bijlage II zullen worden gevolgd. Indien de pensioenovereenkomst en het pensioenreglement als gevolg hiervan aanpassing behoeft, wordt door de werkgever 27 maart 2017 Pagina 1 van 8
en de stichting gehandeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van deze overeenkomst. 6.4 De jaarlijkse premiebijdrage van de deelnemer is: 1,7% van zijn pensioengrondslag voor zover deze het bedrag 8.272,= niet te boven gaat plus 4,4% over zijn pensioengrondslag boven 8.272,=. Deze bijdrage wordt in maandelijkse termijnen op het salaris, of op enige andere door de aangesloten ondernemingen aan de deelnemer te verrichten betaling, in mindering gebracht en onmiddellijk daarna door de aangesloten ondernemingen aan de stichting betaald. 6.6 Na afloop van de periode als genoemd in artikel 6.2, zal de adviserend actuaris van de stichting de premie voor de volgende vijf jaar opnieuw berekenen volgens de in bijlage II beschreven grondslagen en vastgestelde methodiek met inachtneming van de dan geldende wet- en regelgeving en het bepaalde in artikel 6.7. De uitkomst van deze berekening zal door het bestuur worden voorgelegd aan de werkgevers die de mogelijkheid hebben om een controle op deze berekening te laten uitvoeren. De stichting zal hier haar medewerking aan verlenen. 6.7 Voor de herberekening van de jaarlijkse premie na het verstrijken van de periode als genoemd in artikel 6.2 geldt ter voorkoming van een ongewenst hoge jaarlijkse premiebijdrage als gevolg van externe economische of demografische oorzaken, dat de totale jaarlijkse bijdragen van de werkgever in enig jaar maximaal 42% van de gemaximeerde salarissom kan bedragen. 6.8 Indien in enig jaar de jaarpremie zoals bedoeld in artikel 6.2 lager is dan de kostendekkende premie, dan wordt de pensioenopbouw voor dat jaar naar rato verminderd. De werkgever is in geen geval verplicht om een hogere premie te betalen. Er zal ook geen (gevraagde of ongevraagde) bijstorting door de werkgever plaatsvinden in welke vorm dan ook. 4. Premiestrategie Onderdelen premie strategie: 1. Welke premie wordt gebruikt voor de toets? 2. Toetsing opbouwpercentage wanneer? 3. Bestemmingsreserve voor premie 4. Aanpassing opbouwpercentage 5. Inkoop pensioenaanspraken 1. Welke premie wordt gebruikt voor de toets? De zuivere kostendekkende premie van het fonds bestaat uit: De actuarieel benodigde premie a. Coming service ouderdoms- en partnerpensioen b. Risicopremie partner- en wezenpensioen c. Risicopremie arbeidsongeschiktheidspensioen (AOP) en premievrijstelling bij invaliditeit (PVI) d. Opslag voor toekomstige uitvoeringskosten (2,5%) e. Opslag voor vereist eigen vermogen 27 maart 2017 Pagina 2 van 8
f. Opslag voor uitvoeringskosten Naast bovenstaande elementen bevat de rekenmethodiek voor de bepaling van de te ontvangen premie ook nog een opslag voor risico-overdracht met betrekking tot de in het betreffende jaar op te bouwen pensioenaanspraken ter grootte van 30% over de actuariele koopsom. Verder is de opslag voor het vereist eigen vermogen vastgesteld op 23% en voor de uitvoeringskosten op 688.000 (zijnde het vijfjaars gemiddelde van de werkelijke uitvoeringskosten minus de excasso vrijval over de periode 2009 2013. Dit bedrag is elk jaar met 2% geindexeerd). In deze werkelijke uitvoeringskosten zijn alle kosten begrepen. In de rekenmethodiek van de te ontvangen premie wordt gewerkt met een gedempte premie over 5 jaren. Dit zou een reden kunnen zijn om ook met een gedempte premie te rekenen voor de toetsing voor het opbouwpercentage. De algemene voor- en tegenargumenten voor verschillende premiestrategieën zijn als volgt samen te vatten: Premiestrategie Argumenten voor Argumenten tegen Zuivere kostendekkende premie Op 1/1/2014 was de zuivere kostendekkende premie lager dan de te betalen premie Bij een rentedaling van 0,34%-punt zou de kostendekkende premie precies gelijk zijn aan de te betalen premie Rente wordt verwacht de komende jaren verder te dalen en/of laag te blijven De toekomst van pensioenfonds in huidige vorm is beperkt daarom voorkeur voor werken met actuele data. Mogelijke tekorten kunnen niet meer worden ingelopen Geen sponsoring door slapers, gepensioneerden bij premietekort Gedempte premie In huidig rentescenario een grotere kans om volledige pensioenopbouw te verkrijgen. Kans op volledige jaaropbouw groter Rekenmethodiek vergelijkbaar met die voor de bepaling van de te ontvangen premie Tabel 1 Volatiliteit groter (DNB RTS wijzigingen) Bij rentedaling risico voor premietekort en dus korten jaaropbouw Door dalende rente wordt kans groter dat benodigde premie hoger wordt dan ontvangen premie Slapers, gepensioneerden moeten dan de premie voor de jaaropbouw sponsoren De toekomst van pensioenfonds in huidige vorm is eindig daarom voorkeur voor werken met actuele data. Mogelijke tekorten kunnen niet meer worden ingelopen 27 maart 2017 Pagina 3 van 8
Gezien de huidige rente ontwikkelingen en de discussies omtrent de toekomst van het fonds zal de zuivere kostendekkende premie gebruikt worden voor de toets. 2. Toetsing opbouwpercentage wanneer? Het bestuur dient elk jaar te toetsen welk percentage kan worden toegekend voor de opbouw van ouderdomspensioenaanspraken gedurende het gehele komende jaar. Voor de pensioenadministratie is het het eenvoudigst als het opbouwpercentage voor aanvang van het boekjaar wordt vastgesteld en gedurende het boekjaar niet meer wijzigt. Indien het vaststellen van het opbouwpercentage aan het einde van het boekjaar zou gebeuren, dan kan de administratie gedurende het jaar niet zeker weten dat met het juiste percentage is gerekend. Achteraf moet dan gecorrigeerd worden. Daarom wordt jaarlijks voorafgaande aan het komende boekjaar de actuariële koopsom van de in de pensioenregeling opgenomen nagestreefde jaarlijkse pensioenopbouw voor de deelnemers per 30 november voorafgaand aan het moment van vaststelling van de premie berekend. In principe wordt daarbij uitgegaan van een jaaropbouw van het ouderdomspenisoen van 1,875% van de pensioengrondslag. Dit is het fiscaal maximaal toegestane opbouwpercentage voor een middelloonregeling. Als de zuivere kostendekkende premie lager of gelijk is aan de te ontvangen premie dan kan de fiscaal maximale opbouw zonder meer gerealiseerd worden. Echter als de zuivere kostendekkende premie hoger is dan de te ontvangen premie dan kan de fiscaal maximale opbouw niet gerealiseerd worden vanuit de ontvangen premie. 3. Bestemmingsreserve voor premie Nadat de pensioenopbouw in enig jaar verminderd is, mag deze nooit meer ingehaald worden. Inhalen, dus werken met een te hoog opbouwpercentage, zou de regeling buiten fiscaal maken. Het is wel toegestaan om in enig jaar het opbouwpercentage weer te verhogen tot het fiscaal maximaal toegestane percentage als daarvoor voldoende premie voor zal worden ontvangen. Premiestrategie Argumenten voor Argumenten tegen Zuivere kostendekkende premie met bestemmingsreserve Premie bijdragen worden gebruikt voor oorspronkelijk doel en niet ter versterking van de dekkingsgraad Aanvulling vanuit reserve bij premie tekort Grotere kans op volledige pensioenopbouw Premie reserve draagt (tijdelijk) niet bij aan algemene middelen van het fonds Om vermindering van het opbouwpercentage te voorkomen/beperken is een bestemmingsreserve opgebouwd, de zgn. premiereserve CDC. De premiereserve CDC wordt opgebouwd met het verschil van de ontvangen premie minus de zuivere kostendekkende premie. De premiereserve CDC wordt beperkt tot maximaal 15% van de gemaximeerde salarissom. Het meerdere komt ten goede aan de algemene middelen van het fonds. Mocht er in enig jaar onvoldoende premie worden ontvangen, dan kan aanvulling vanuit de premiereserve CDC geschieden. Ontvangen premiebijdragen worden dan dus gebruikt voor het doel waarvoor ze oorspronkelijk bedoeld waren. 27 maart 2017 Pagina 4 van 8
Let op: In geval van korten van alle pensioenaanspraken in het pensioenfonds zullen eerst alle bestemmingsreserves (premiereserve CDC en toeslagdepot) aangewend moeten worden ter verbetering van de dekkingsgraad en ter voorkoming/beperking van de korting. 4. Aanpassing opbouwpercentage Indien tijdens de toets van enig jaar de zuivere kostendekkende premie hoger is dan de te ontvangen premie dan zal eerst bekeken worden of het tekort uit de premiereserve CDC kan worden gefinancierd. Als dat niet mogelijk is dan wordt het opbouwpercentage voor het komend boekjaar evenredig verminderd. Voor deze toets wordt de premiereserve CDC aan de te ontvangen premie toegevoegd. Het lagere opbouwpercentage geldt gedurende het gehele boekjaar. 5. Inkoop pensioenaanspraken Aan het einde van het boekjaar worden voor de berekening van de aan te kopen aanspraken de actuele DNB-RTS, VEV en uitvoeringskosten gebruikt. Mocht nu blijken dat de zuivere kostendekkende premie over het afgelopen jaar hoger is dan de ontvangen premie (plus een eventuele bijdrage uit de premiereserve CDC) dan zal het verschil aan de algemene middelen van het fonds onttrokken worden. 27 maart 2017 Pagina 5 van 8
Uitvoeringsovereenkomst BIJLAGE II - Berekeningsgrondslagen en methodiek berekening premie Bijlage bij artikel 6, lid 1 en 2. Pensioenregeling 2015 De pensioenovereenkomst kenmerkt zich door een vaste, voor een periode van vijf jaren, van tevoren vastgestelde premie als percentage van de gemaximeerde salarissom. De premie wordt vastgesteld door de adviserend actuaris van de stichting op basis van de in deze bijlage overeengekomen vastgestelde methodiek. De stichting ontvangt alleen deze premie en zal met deze premie streven een regeling uit te voeren die uitgaat van een voorwaardelijke middelloon regeling met voorwaardelijke toeslagverlening. Indien in enig jaar de aldus vastgestelde premie lager is dan de kostendekkende premie, dan wordt de pensioenopbouw voor dat jaar naar rato verminderd t.o.v. de in het pensioenreglement opgenomen nagestreefde pensioenopbouw. Grondslagen premiemethodiek: De premie voor de pensioenopbouw wordt berekend volgens een vaste methodiek, die de volgende grondslagen bevat: 1. Rekenrente: 60-maands rekenkundig gemiddelde van de nominale rentetermijnstructuur (zero coupon) voor pensioenfondsen, zoals die maandelijks gepubliceerd wordt door DNB, behorende bij de looptijd van de premies in die jaren, minus een prudentieafslag van 0,5%. Hiertoe worden de rentetermijnstructuren gehanteerd per november voorafgaand aan het moment van vaststelling en de 59 voorafgaande maanden. Door de middeling over 60 maanden is sprake van een methodiek die lijkt op de gedempte kostendekkende premie. 2. Sterftegrondslagen: De door de stichting gebruikte sterftegrondslagen per 30 november voorafgaand aan het moment van vaststelling van de premie voor een periode van vijf jaren. Bij de berekening van de premie voor 2015 tot en met 2019 zijn de sterftekansen uit de AG Prognosetafel 2012-2062 gehanteerd, gecorrigeerd met leeftijds- en geslachtsafhankelijke correctiefactoren voor ervaringssterfte die zijn gebaseerd op de inkomensklasse Hoog volgens het Mercer-model 2012. 3. Toekomstige uitvoeringskosten: De door de stichting gebruikte opslag voor toekomstige uitvoeringskosten ter vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen per 30 november voorafgaand aan het moment van vaststelling van de premie voor een periode van vijf jaren. In afwijking van de bovenstaande methodiek is voor de doeleinden van de berekening van de premie voor 2015 tot en met 2019 een opslag van 1,5% gebruikt. Premieberekening Methodiek: De totale vaste premie die zal gelden met ingang van 1 januari 2015 is vastgesteld voor een periode van vijf jaar. Na afloop van de periode van vijf jaren, of eerder indien aanpassingen in wet- of regelgeving daar aanleiding toe geven, zal de adviserend actuaris van de stichting de premie voor de volgende vijf jaar opnieuw berekenen volgens de in deze bijlage beschreven methodiek met inachtneming van de dan geldende wet- en regelgeving. Deze berekening zal plaatsvinden vóór 31 december van het jaar voorafgaand aan de periode dat de nieuwe premie zal gelden. De totale vaste premie bestaat uit de volgende elementen: 1. Actuariële koopsom van de in de pensioenregeling opgenomen nagestreefde jaarlijkse pensioenopbouw voor de deelnemers per 30 november voorafgaand aan het moment van vaststelling van de premie voor een periode van vijf jaren berekend op basis van de in deze 27 maart 2017 Pagina 6 van 8
bijlage beschreven rekenrente, vermeerderd met risicopremies ter dekking van de overlijdensen arbeidsongeschiktheidsrisico s en verhoogd met de opslag voor uitvoeringskosten. 2. Opslag voor het in stand houden van het vereist eigen vermogen. Deze opslag is vastgesteld op 23% over onderdeel 1. 3. Opslag voor pensioenuitvoeringskosten van 688.000 (jaarlijks geïndexeerd met 2,0%, voor het eerst per 1 januari 2016). 4. Opslag voor risico-overdracht met betrekking tot de in het betreffende jaar op te bouwen pensioenaanspraken ter grootte van 30% over onderdeel 1. De adviserend actuaris van de stichting berekent de premie op basis van bovenstaande methodiek voor 5 prognosejaren, waarbij rekening wordt gehouden met verwachte ontwikkelingen in het deelnemersbestand. De uitgangspunten voor de ontwikkelingen in het deelnemersbestand zijn gelijk aan de door de stichting gehanteerde grondslagen voor de op dat moment meest recent uitgevoerde haalbaarheidstoets danwel Asset Liability Management studie. De uitkomst van deze berekening zal door het bestuur worden voorgelegd aan de werkgevers die de mogelijkheid hebben om een controlerende berekening te laten uitvoeren. De stichting zal hier haar medewerking aan verlenen. Per prognosejaar wordt de aldus bepaalde premie gedeeld door de voor dat jaar verwachte gemaximeerde salarissom. De premie voor de komende vijf jaar wordt vervolgens vastgesteld als gemiddelde van deze vijf percentages. In formule wordt het premiepercentage voor de vijf prognosejaren bepaald %, waarbij het premiepercentage voor jaar t, de premie in euro s is voor jaar t en de gemaximeerde salarissom voor jaar t. De totale vaste premie voor de komende 5 jaar wordt bepaald als gemiddelde volgens de volgende formule: Toekomstige aanpassingen grondslagen en methodiek Aangezien de premie voor een periode van vijf jaar wordt vastgesteld, zijn aanpassingen in de grondslagen slechts eens in de vijf jaar mogelijk en hebben deze aanpassingen te allen tijde slechts betrekking op de periode na aanpassing van die premie en dus op in de toekomst op te bouwen pensioenaanspraken van de deelnemers. Aanpassingen in de premieberekening hebben geen invloed op reeds opgebouwde pensioenaanspraken. In afwijking van het hiervoor bepaalde, zullen partijen in overleg treden indien de fiscale faciliteit voor de opbouw van pensioen wordt ingeperkt gedurende de looptijd van deze uitvoeringsovereenkomst, teneinde de voor vijf jaar vastgestelde premie tussentijds aan te passen aan de beperking in de fiscale faciliteit voor de opbouw van pensioen, waarbij de grondslagen en methodiek zoals vastgelegd in deze bijlage II zullen worden gevolgd. Indien de rentetermijnstructuur of andere grondslagen structureel wijzigen dan zullen partijen de gevolgen van deze wijziging laten analyseren en indien nodig in onderling overleg de 27 maart 2017 Pagina 7 van 8
uitvoeringsovereenkomst aanpassen. Indien de wijzigingen aanleiding geven om ook de pensioenovereenkomst te wijzigen dan dienen werkgevers en werknemers te overleggen in overeenstemming met artikel 4. Daarnaast kunnen de grondslagen en/of premiemethodiek worden aangepast door werkgevers en werknemers in geval van dwingende wijzigingen in wet- en regelgeving die van aanmerkelijke invloed zijn op de hoogte van één of meer samenstellende delen van de premie. Nadere premieafspraken tussen sociale partners zullen de classificatie van de pensioenregeling als Defined Contribution onder IFRS waarborgen. Aanpassingen gaan steeds in per 1 januari van een boekjaar van de stichting, waarin een nieuwe vijfjaars periode aanvangt en hebben te allen tijde slechts betrekking op na de aanpassing en dus in de toekomst op te bouwen pensioenaanspraken van deelnemers aan de pensioenregeling. 27 maart 2017 Pagina 8 van 8