PROVINCIE LIMBURG 63-33200 STAD TONGEREN BIJZONDER PLAN VAN AANLEG "ZAGERIJSTRAAT Opgesteld volgens artikel 14 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996, gewijzigd bij decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999, bij decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en bij decreet van 26 april 2000. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14 Opgesteld door TECHNUM N.V. Afdeling Ruimtelijke Planning Ilgatlaan 23-3500 HASSELT Hasselt, 7 februari 2005 14 april 2005 De Stedenbouwkundige, Inge Gorissen, opgenomen in het openbaar register van stedenbouwkundig ontwerpers conform artikel 19 Gezien en voorlopig goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van De Secretaris, De Burgemeester, Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het gemeentehuis werd neergelegd van tot De Secretaris, De Burgemeester, Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in vergadering van De Secretaris, De Burgemeester,
0. VOORAFGAANDELIJKE BEPALINGEN 3 0.1. Grens van het Bijzonder Plan van Aanleg "Zagerijstraat 3 0.2. Verordenende kracht 3 0.3. Geldigheid van deze voorafgaandelijke bepalingen 3 0.4. Toepassingsniveau van de stedenbouwkundige voorschriften 3 0.5. Aanvraag stedenbouwkundige vergunning 3 0.6. Architecturaal voorkomen 4 0.7. Openbare nutsvoorzieningen 4 1. BEPALINGEN PER ZONE 5 Art. 1. Zone voor stedelijk woonproject met nevenfuncties 5 Art. 2. Zone voor diensten 6 Art. 3. Zone voor binnenplein 7 Art. 4. Zone voor openbaar domein 7 Art. 5. Gebied met archeologische waarde 8 TECHNUM NV, Afdeling Ruimtelijke Planning 2
0. VOORAFGAANDELIJKE BEPALINGEN 0.1. Grens van het Bijzonder Plan van Aanleg "Zagerijstraat Deze grens van het plan is grafisch bepaald op het bestemmingsplan en duidt het gedeelte van het grondgebied aan, onderworpen aan de voorschriften van bijhorend plan. Deze stedenbouwkundige voorschriften bepalen de bestemming en de bebouwingsmogelijkheden van alle gronden en gebouwen in het plangebied. De vigerende reglementering en besluiten blijven van toepassing voor zover zij niet door onderhavige voorschriften gewijzigd worden. 0.2. Verordenende kracht Het Bestemmingsplan en deze voorschriften maken deel uit van het verordenend gedeelte van dit B.P.A.. 0.3. Geldigheid van deze voorafgaandelijke bepalingen De hierna volgende bepalingen gelden slechts in zover ze niet tegengesproken worden in de Bepalingen per zone. 0.4. Toepassingsniveau van de stedenbouwkundige voorschriften Deze voorschriften vormen één geheel met het bestemmingsplan. Wanneer de getekende en de geschreven voorschriften met elkaar in tegenspraak zijn, moet rekening gehouden worden met die welke het opzet van het plan het best verwezenlijken. In de regel zullen dit de meest beperkende bepalingen zijn. De stedenbouwkundige voorschriften zijn van toepassing op elke afbraak van bebouwing, elke toekomstige bebouwing, elke verbouwing en verandering van uitzicht van bestaande bebouwing zoals door het decreet bepaald, de bestemming van elke bestaande en toekomstige bebouwing, de basisinrichting van alle privé-gronden en de verharding en inrichting van hoogstammig groen op alle straten en openbaar domein. 0.5. Aanvraag stedenbouwkundige vergunning Om de toepassing van de voorschriften voor het geheel van het perceel de percelen waar de aanvraag betrekking op heeft te kunnen beoordelen, zal steeds het geheel van de bebouwing en de open ruimte op het perceel de percelen in de aanvraagdocumenten worden weergegeven en dit zowel in bestaande als in nieuwe toestand. Iedere stedenbouwkundige vergunningsaanvraag dient vergezeld te zijn van een inplantingsplan, waarop de bestaande toestand in een straal van 50 meter is opgenomen. TECHNUM NV, Afdeling Ruimtelijke Planning 3
0.6. Architecturaal voorkomen Gebouwen die behoren tot éénzelfde gesloten bouwvolume dienen zich in principe aan te passen aan de bestaande bebouwing. De architectuur van alle constructies of een groep constructies zal in harmonie zijn met de bebouwing van de directe omgeving en zal ook op zichzelf een harmonisch geheel vormen. Men dient met een eigentijdse, eenvoudige, duurzame en kwalitatieve architectuur te streven naar een homogeen karaktervol geheel waarbij zowel het materiaalgebruik, de vormgeving, het volume als de detaillering op elkaar zijn afgestemd. Alle nieuwbouw en/of verbouwingen dienen te kaderen in een ontwikkeling gericht op het behoud en/of herstel en het in evenwicht brengen van de karakteristieken van deze stationsomgeving. Materiaalgebruik Alle constructies, zowel hoofd als bijgebouwen, moeten opgetrokken worden uit materialen die qua duurzaamheid en uitzicht verantwoord zijn. Ze moeten harmonisch passen in de omgeving en bovendien moeten ze op het eigen perceel ook een samenhorend geheel vormen. Alle zichtbaar blijvende gevels, ook die op of tegen de perceelsgrenzen, moeten in dezelfde of passende volwaardige gevelmaterialen afgewerkt worden als de overige gevels. Het kleurgebruik dient het gevolg te zijn van materiaaleigen kleuren. 0.7. Openbare nutsvoorzieningen Openbare nutsvoorzieningen o.a. electriciteitscabines, verdeelkasten, telefooncellen, publieke verlichting, buswachthokjes worden landschappelijk, ruimtelijk en vormelijk in de omgeving geïntegreerd, zodat ze niet als storende objecten worden ervaren. Schotelantennes of airco installaties mogen nooit tegen het voor - of kopgevelvlak worden aangebracht, noch op een plat dak of waar dan ook, zichtbaar vanaf het openbaar domein. TECHNUM NV, Afdeling Ruimtelijke Planning 4
1. BEPALINGEN PER ZONE Art. 1. Zone voor stedelijk woonproject met nevenfuncties Bestemmingsvoorschriften Dit is een zone waar verplicht wonen moet voorkomen. Onder wonen wordt verstaan: verblijven van personen in meergezinswoningen onder andere in de vorm van appartementen, studio s en/of lofts, penthouses in een divers aanbod. Er zijn nevenfuncties toegestaan zoals kantoren, horeca, feestzaal, handel, zakelijke dienstverlening, diensten, zelfstandige beroepen. Bebouwings - en inrichtingsvoorschriften Inplanting De inplanting van de gebouwen dient te gebeuren binnen de grafisch aangeduide zone (bouwstrook = bouwzone) op het bestemmingsplan. Achtergevelbouwlijn = grens hoofdbouw Voorgevelbouwlijn Zijgevelbouwlijn = grens hoofdbouw maximum grens tot waar het gebouw (achtergevel) mag worden opgericht; de bouwlijn samenvallend met de rooilijn; Maximum grens tot waar het gebouw (zijgevel) mag worden opgericht; Hoogte Diepte De volumes dienen als één harmonisch geheel naar voor te komen. Aan de Zagerijstraat bedraagt de hoogte maximum 3 bouwlagen met eventueel een dakverdieping. De maximum hoogte bedraagt 9.00 m met één meter in meer of min te meten van het niveau van de as van de Zagerijstraat tot de bovenkant van de dakrand of goot. De dakverdieping mag maximum 3.00 m bedragen. Aan de goederenkoer bedraagt de hoogte maximum 4 bouwlagen. De maximum hoogte bedraagt 12.00 m met één meter in meer of min te meten van het niveau van het bestaande maaiveld tot de bovenkant van de dakrand of goot. Bijkomend op de 4 de bouwlaag is geen dakverdieping toegelaten. De bouwdiepte van het gebouw is 12.00 m of 15.00 m zoals is aangeduid op het bestemmingsplan; Dak Dakvorm De dakvorm is verplicht een plat dak. Indien een dakverdieping is toegestaan kunnen woongelegenheden zoals penthouses in het dakvolume voorkomen. De hoogte van de dakverdieping mag maximum 3.00 m bedragen en wordt verplicht plat afgedekt. TECHNUM NV, Afdeling Ruimtelijke Planning 5
Materialen Voor alle gevels dienen de gebruikte materialen zoals gevelmaterialen, dakbedekking, schrijnwerkerij, beglazing en buitenschilderwerk esthetisch verantwoord te zijn en in harmonie met de omgeving. Het gebruik van nabootsende materialen is niet toegestaan. Het kleurgebruik dient het gevolg te zijn van materiaaleigen kleuren. De keuze van het dakmateriaal zal voor éénzelfde bouwblok harmoniëren. De woongelegenheden moeten over voldoende woonkwaliteit beschikken. Die wordt mee bepaald door: De dichtheid: het aantal in te richten woongelegenheden bedraagt maximum 38, waarvan maximum 11 studio s; Het aanbod in woongelegen is divers in aard en grootte; Er moet voldoende privacy geboden worden voor alle bewoners en ten opzichte van alle naburige bewoners; Bij iedere woongelegenheid moet een inpandig buitenterras voorzien worden; Parkeren Er dient geparkeerd te worden op eigen terrein en zoveel als haalbaar ondergronds (kelderniveau) of half ondergronds door het gedeeltelijk optillen van het gelijkvloers niveau. Toegang Op de plaats aangegeven op het bestemmingsplan door middel van een bolletjeslijn, dit is in de Zagerijstraat, dient de ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer naar het binnenplein en de ondergrondse parking bij het stedelijk woonproject plaats te vinden. Art. 2. Zone voor diensten Bestemmingsvoorschriften In deze zone zijn diensten, vergaderlokalen, leslokalen, een kerkzaal, sacristie, keuken, lokalen voor kinderopvang, sanitair en technische ruimtes, een overdekte speelplaats, conciërgewoning en alle toebehoren toegestaan. Bebouwings- en inrichtingsvoorschriften Inplanting De inplanting van de gebouwen dient te gebeuren binnen de grafisch aangeduide zone op het bestemmingsplan. De terreinen kunnen voor 100% dicht gebouwd worden. TECHNUM NV, Afdeling Ruimtelijke Planning 6
Hoogte De volumes dienen als één harmonisch geheel naar voor te komen. De hoogte bedraagt maximum 2 bouwlagen met eventueel een dakverdieping. De maximum hoogte bedraagt 6.00 m met één meter in meer of min te meten van het niveau van de as van de Zagerijstraat tot de bovenkant van de dakrand of goot. De dakverdieping mag maximum 3.00 m bedragen. Dak Dakvorm de dakvorm is vrij; Materialen Voor alle gevels dienen de gebruikte materialen zoals gevelmaterialen, dakbedekking, schrijnwerkerij, beglazing en buitenschilderwerk esthetisch verantwoord te zijn en in harmonie met de omgeving. Het gebruik van nabootsende materialen is niet toegestaan. Het kleurgebruik dient het gevolg te zijn van materiaaleigen kleuren. De keuze van het dakmateriaal zal voor éénzelfde bouwblok harmoniëren. Art. 3. Zone voor binnenplein Bestemmingsvoorschriften Deze zone is bestemd voor de inrichting van een gemeenschappelijk binnenplein. De inrichting van een toegang voor gemotoriseerd verkeer, de afrit naar een ondergrondse parking, een parking op kelderniveau en half onder de grond met overdekking, ommuurde privé tuintjes zijn toegelaten. Bebouwings en inrichtingsvoorschriften Er is enkel bebouwing toegestaan voor de parking die half onder de grond zit. Dit is bebouwing met een plat dak die wat dakconstructie betreft inspeelt op de functie binnenplein. Dit binnenplein kan volledig verhard worden en moet waar haalbaar met groen ingekleed worden. De oprichting van muren ter afbakening van privé patio s - tuintjes is toegestaan. Art. 4. Zone voor openbaar domein Deze wegen dienen om het plaatselijk stadsverkeer op te vangen. De normale wegcode is hier van toepassing. De overgangen naar andere soorten wegen moeten duidelijk gemerkt worden. TECHNUM NV, Afdeling Ruimtelijke Planning 7
Art. 5. Gebied met archeologische waarde Het gebied gelegen binnen de groene puntlijn dient aangeduid te worden als een archeologisch zeer waardevolle zone en/of archeologische site. Werkzaamheden met een ingreep in de bodem dienen aan volgende voorschriften onderworpen te worden: Voor werken met een ingreep in de bodem die dieper gaat dan 0.5 meter dient steeds voorafgaand overleg gepleegd te worden met archeologen van de administratie Monumenten en Landschappen. Alle werkzaamheden dienen te gebeuren conform het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium en gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999 en 28 februari 2003. De aanvang van de graafwerken dient door de bouwheer steeds minimum 14 dagen op voorhand meegedeeld te worden aan de archeoloog van de administratie Monumenten en Landschappen. Voor werken met een impact op het bodemarchief die groter is dan 250 m2 en die dieper gaan dan 0.5 meter dient vanaf de planvorming rekening gehouden te worden met de uitvoering van een preventief archeologisch onderzoek. TECHNUM NV, Afdeling Ruimtelijke Planning 8