Verslag onderzoek OENOSAN (Agraphyt) - proef 2 #

Vergelijkbare documenten
Stikstofdynamiek, productie en luisontwikkeling

VELDSLA ONDER GLAS 2015

CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt

VOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

DCM ECO-Xtra 1 Organische meststof met extra lange werking

^z:z 3'Z-o3. çv? os K OJL. De invloed van de ph-waarde op het gebruik van Ethrel op tomaten ter versnelling van de rijping. W.

ADLO Studiedag 03/06/2014 Resultaten demonstratieprojecten 2012 en Proefplatform. test. test. Proefplatform. Probleem. test

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GROEICURVE VAN EEN TWEEDE VRUCHT BLOEMKOOL

ONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU

DCM VISCOTEC BLUE NPK INNOVATIE. Innovatieve organische meststof. Op basis van plantaardige aminozuren

Biologische bloemkool heeft voordeel bij kleine startbemesting: ook verse grasklaver volstaat

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?

Opzet veldproeven. Greet Ghekiere, Inagro Céline Vaneeckhaute, Ugent

Optimalisatie van de bemesting en plantkwaliteit van Buxus sempervirens

Trial Report Comparison of the effect of different greenhouse Page 1 of 10 coatings on the growth and development of ornamental plants

SELECTIVITEIT VAN CENTIUM 36 (CLOMAZON, CS), TOEGEPAST NA PLANTEN IN COURGETTE, OP HET VOLGGEWAS VELDSLA

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

A 2. B 7$ Proefstation voor de Tuinbouw onder Glas te Naaldwijk

Hasten Chrysant mineervlieg-spint

Zeesla, van lastige bijvangst tot nieuw visserij product: Ulva-mest. Tussenrapportage fase 2. Bemestingstoepassing Ulva

SNIJBOON ONDER GLAS 2015

INVLOED VAN STARTFOSFATEN OP HET NITRAATRESIDU IN ANDIJVIE

De bemestende waarde van bermmaaisel, slootmaaisel en heideplagsel

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

Cultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai. H. de Putter

Bemestingsproef snijmaïs Beernem

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/

SNIJBOON ONDER GLAS 2015

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol

Na de teelt 18/11/

Beperkte bijbemesting volstaat voor goede biologische prei-opbrengst

Stikstofbemesting bij biologische aardappelen

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 1984). C. Sonneveld

Toepassen van puntbemesting bij de teelt van potchrysant

Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken

Naaldwijk, juni Intern rapport nr. 24.

Rapport van de voortijdig beëindigde bemestingsproef in hyacinten op kalkrijke zandgrond 2008

1 Bloeisturing met LED-belichting in de teelt van ranonkel

Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

Pythiumbestrijding broeierij tulp

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

1 Courgette voor industriële verwerking cultivaronderzoek

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1

Zaaibed of tray: ga uit van een kwalitatieve plant

Proefstation. voor de Groenten- en Fruitteelt. onder glas. te Naaldwijk

DE INVLOED VAN EFFECTIEVE MICROBEN OP OPBRENGST EN NPK OPNAME DOOR ENGELS RAAIGRAS IN EEN POTPROEF

RASSENPROEF CHINESE KOOL (BRASSICA RAPA VAR. PEKINENSIS) ONDER KOEPEL

Bemesting van tulp in de broeierij

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

RASSENPROEF TOMAAT VOOR VERWERKING IN TUNNEL

Eindrapport Project pcfruit vzw Proeftuin pit- en steenfruit

Opties voor duurzaam stikstof- en koolstofbeheer in intensieve teelten

SLA RASGEVOELIGHEID LUIS EN ZIEKTEN

4. Wanneer zal de woningbehoefte even hard groeien als de woningvoorraad? Antwoord. Na 6 jaar.

POTPROEF MET ORGANISCHE EN ORGANO- MINERALE MESTSTOFFEN IN SLA

Rassenonderzoek ziektegevoeligheid

Invloed van spuiwater op de bladvertering

BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien.

Waterkwaliteit (en -verbruik) van groene wanden: Wat hebben we tot nu toe geleerd?

\ u. A 1 v 78. Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas 3 Naaldwijk DE INVLOED VAN DE METEODE VAN STOMEN OP DE

Proefresultaten zoete aardappel 2016

Valse Meeldauw in biologische uien

c\? Z o SZ PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS De boriumvoorziening van trosanjers in steenwol bij verschillende ph niveau's

LANGE TERMIJNPROEF: ALTERNATIEVE ROTATIES MET NITRAATUITSPOELING VAN DE OOGSTRESTEN BLOEMKOOL VOOR MINDER

WERKING VAN DE HULPSTOF ELASTO G5 IN COMBINATIE MET DE GROEIREGULATOR DAMINOZIDE IN SIERGEWASSEN INHOUD

Uitrijregeling. De uitrijperiode is afhankelijk van de volgende parameters:

Het effect van het toepassen van ORGAplus Sierteelt of Hi-Cal op de opbrengst en maatsortering van tulpen op kalkrijke zavelgrond in 2008

Met compost groeit de prei als kool

MINDER VERZOUTEND BEMESTEN IN SLA

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden

VELDSLA ONDER GLAS Rassenonderzoek

STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Proef met verschillende ammoniumtrappen bij paprika op voedingsoplossing

Beredeneerde bemesting bij tomaat

Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen

SUMMARY TRIAL REPORT

Toetsing van de werking van gecontroleerd vrijkomende meststoffen

RASSENPROEF KROPSLA WINTERTEELT

Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven

Resultaten onderzoek Gerard Meuffels. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Teelt van Ageratum op water

FOSFORBEMESTING IN COURGETTE

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

BIJLAGEN BIJ PROEFVERSLAG. Duurzame productie Kuipplanten. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, maart 2004

Deze proef verliep in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij.

landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt gesloten teelten CSPE KB

Bodemverbetering in pot- en containerteelt.

ZIEKTEGEVOELIGHEID PREIRASSEN LATE HERFST EN WINTER

1. Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van herfstrassen van bloemkool voor aanvoer aan de verse markt.

Meerjarig proefopzet bodembeheer

Vragen. Groeien en bloeien

kweek je eigen boompje(s) in de klas!

Plantversterkers voor vaste planten 2016 Ondertitel: onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

Transcriptie:

Verslag onderzoek OENOSAN (Agraphyt) - proef 2 # Proefopzet Om het effect van op de ontwikkeling van planten te evalueren, werd een proef met tomaat (Minibel) opgezet. Kiemplantjes van 14 dagen werden verpot in een standaard potgrond, bemest met 6 g organische meststof / liter potgrond (NPK 8-5-7). Per pot werd telkens 1 plantje voorzien, met in totaal 8 potten per behandeling (controle vs. ). De behandeling met gebeurde op week, 1, 2 en vervolgens om de twee weken, aan een dosis van ong. 1 kg / ha, door een suspensie van 25 mg / liter water te vernevelen op de bladeren. Aan de controle werd telkens eenzelfde hoeveelheid water toegediend. De planten kregen een bijbemesting na 5 en 7 weken. Er werd behandeld tegen meeldauw ( witziekte ) en witte vlieg. Tijdens de proef werden de volgende parameters opgevolgd: - initiële groei (lengte van de plant) - chlorofylgehalte in het blad - aantal tomaatjes i.f.v. de tijd Bij de oogst werden volgende bijkomende metingen verricht: - ph in het sap van de tomaten - versgewicht van de tomaten (rijp en onrijp) Aangezien de planten tijdens de groei werden gesnoeid om zieke bladeren te verwijderen, was een bepaling van het drooggewicht van de plant bij de oogst niet meer relevant. Er was eveneens te weinig bladmateriaal beschikbaar om een bladanalyse (N, P, K, Ca, Mg, Fe) te kunnen uitvoeren. Resultaten Algemene observaties en chlorofylmeting Van week 1 na de behandeling met tot week 4 van de proef, lijkt de ontwikkeling van de behandelde tomaatplantjes sneller in vergelijking met de controleplantjes (Foto s 1-2): de foto s tonen een groter % bedekking van het potoppervlak door de bladeren van de behandelde planten. Metingen van planthoogte en breedte tonen echter minimale verschillen die niet significant zijn (Fig. 1). Vanaf week 3 waren de bladeren van de behandelde tomaatplantjes wel zichtbaar donkerder groen dan de onbehandelde plantjes (Foto 3). Na week 6 was het verschil tussen de behandelingen reeds minder uitgesproken (Foto 4) en na 8 weken werd geen verschil in kleur meer geobserveerd (Foto 5). Dit werd bevestigd door de uitgevoerde chlorofylmetingen (Fig. 2). # VZW Scientia Terrae onderzoekt en oordeelt volgens de haar gekende wetenschappelijke inzichten. De resultaten van de uitgevoerde onderzoeken en de verslaggeving ervan zijn gebaseerd op de stalen en/of de gegevens zoals ze door de opdrachtgever ter beschikking gesteld werden, evenals op de jarenlange ervaring van Scientia Terrae. Deze resultaten zijn uitsluitend bedoeld voor persoonlijk gebruik door de opdrachtgever en mogen zonder uitdrukkelijke toestemming niet worden gepubliceerd. Scientia Terrae is niet verantwoordelijk en aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die rechtstreeks of onrechtstreeks zou ontstaan of voortvloeien uit deze resultaten of de verslaggeving ervan. 1

Hoogte van de plant Breedte 2 18 16 14 centimeter 12 1 8 6 4 2 week1 week2 week4 week4 Figuur 1. Metingen van planthoogte (van grond tot kop) en -breedte (van as tot uiteinde van het blad). De foutbalken geven het 95% betrouwbaarheidsinterval. Foto 1. Tomaat na week 4: (controle links, rechts) 2

Foto 2. Tomaat na week 6: (controle bovenaan, onderaan) Chlorofylgehalte in het blad (Chl A + Chl B) 5, mg / g blad 4,5 4, 3,5 3, 2,5 2, 1,5 1,,5, week3 week5 week9 Figuur 2. Bepaling van het chlorofylgehalte (Chl A + B) in de bladeren van planten (volgens D.I.Arnon, 1949). De foutbalken geven het 95% betrouwbaarheidsinterval. Ontwikkeling tomaten Na 4 weken verschenen in beide behandelingen de eerste tomaatjes. Er werden op elk tijdstip gemiddeld meer tomaten per plant geteld bij de planten behandeld met in vergelijking met de onbehandelde controle; het verschil in aantal tomaten per plant was echter statistisch niet significant (Fig. 3). In deze proef werd de rijping van de tomaten niet versneld door toediening van (Foto 6; roodkleuring tomaat geobserveerd vanaf week 1). 3

Aantal tomaatjes per plant 45 4 35 3 aantal 25 2 15 1 5 6/4/29 1/4/29 14/4/29 17/4/29 2/4/29 23/4/29 3/4/29 15/5/29 25/5/29 5/6/29 11/6/29 19/6/29 datum Figuur 3. Gemiddeld aantal tomaten per plant i.f.v. de tijd. Foutbalken geven het 95% betrouwbaarheidsinterval. Bij de oogst op week 16 (Foto 7) werd een onderscheid gemaakt tussen het aantal rijpe (rode) en niet rijpe (groene) tomaten (Fig. 4). Het % rijpe tomaten bij de oogst was voor de behandelde planten (64%) vergelijkbaar met de onbehandelde (62%). Wel was er een duidelijk verschil in de massa van de oogst per plant (Fig. 5). Een plant behandeld met leverde in totaal gemiddeld 25 g tomaten (rood + groen), terwijl dit bij een onbehandelde plant slechts 171 g bedroeg een verschil van bijna 2%. Van de rijpe tomaten werd ook de ph in het sap bepaald. Hier werden tussen de behandelingen geen verschillen gemeten, met in beide gevallen ph = 4,. Foto 3. Tomaat na week 16: (controle links, rechts) 4

Tomaten bij de oogst 5 45 4 aantal per plant 35 3 25 2 15 1 5 totaal rood groen Figuur 4. Aantal tomaten per plant bij de oogst op week 16, met onderscheid tussen het totale aantal tomaten, het aantal rijpe tomaten (rood) en niet rijpe tomaten (groen). De foutbalken geven het 95% betrouwbaarheidsinterval weer. Tomaten bij de oogst 25 2 gram per plant 15 1 5 totaal rood groen Figuur 5. De massa van de geoogste tomaten per plant, met onderscheid tussen de massa van alle tomaten, de massa aan rijpe tomaten (rood) en niet rijpe tomaten (groen). De foutbalken geven het 95% betrouwbaarheidsinterval weer. 5

Besluit Onze resultaten bevestigen wat in een eerdere proef met op Minibel werd vastgesteld: de eerste weken na toediening van de kalkmeststof ontwikkelt zich een groter en donkerder groen blad in vergelijking met de onbehandelde controle. In het blad van de behandelde planten lag het chlorofylgehalte minstens van week 3 t.e.m. week 5 significant hoger dan in het blad van de onbehandelde planten. In de hoogte en breedte van de planten werden geen duidelijke verschillen opgemeten. Bij de oogst was het aantal tomaten per plant vergelijkbaar tussen de behandelde en onbehandelde planten. Het rijpingstijdstip van de tomaten werd niet versneld met. Een behandeling met resulteerde in deze proef wel in een significant hogere massa van de totale oogst per plant, van bijna +2%. De behandeling had geen effect op de ph van het sap van de tomaten. Onderzoek van Scientia Terrae Research Institute voor Agraphyt Uitgevoerd door Hans Jacobs en Filip Coppens (29) 6