landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt gesloten teelten CSPE KB

Transcriptie

1 Examen VMBO-KB 2012 gedurende 200 minuten landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt gesloten teelten CSPE KB Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSPE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan dit er één is. Naam kandidaat Kandidaatnummer Bij dit examen horen een bijlage en digitale bestanden. Dit examen bestaat uit 18 opdrachten. Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen. Voor elk opdrachtnummer staat hoeveel punten met een goede uitvoering behaald kunnen worden. PK-0911-b-12-1-o

2 Dit examen gaat over een proef met sla. Je bereidt de proef voor en voert de proef uit. De proef betreft twee slarassen die je plant op een perceel. Van beide rassen dek je de helft af met vliesdoek. Na een aantal weken bekijk je het resultaat. Je voert ook een gewasbescherming uit. PK-0911-b-12-1-o 2 lees verder

3 Onderdeel A plantmateriaal voorbereiden tijdsduur ongeveer 15 minuten Lees dit onderdeel eerst helemaal door. Voor dit onderdeel heb je het bestand start_nickerson-zwaan.htm nodig. De examinator vertelt je waar je het bestand start_nickerson-zwaan.htm kunt vinden. 2p 1 Rassenkeuze Je gaat twee slarassen kiezen. Het eerste ras moet aan de volgende eigenschappen voldoen: botersla planttijd: eerste helft van april resistent tegen groene slaluis Het tweede ras moet aan de volgende eigenschappen voldoen: eikenbladsla rood Open het bestand. Zoek in de rassencatalogus de twee rassen die voldoen aan de eisen. Schrijf de namen van de twee rassen op. Klik voor de resistentiecodes op de link boven de foto s van sla. Eerste ras:... Tweede ras:... Sluit het bestand af. 1p 2 Je gaat sla planten op een perceel van 3,00 m x 1,20 m. De rijen liggen in de lengte van het perceel. De plantafstand is 30 cm x 30 cm. Zowel in de lengte als in de breedte blijf je 15 cm uit de kant. Hoeveel slaplanten heb je nodig? Schrijf de berekening op. PK-0911-b-12-1-o 3 lees verder

4 Onderdeel B bemesting voorbereiden tijdsduur ongeveer 15 minuten Lees dit onderdeel eerst helemaal door. Voor dit onderdeel heb je de volgende materialen nodig: bijlage bemestingsadvies_sla_kb.xls Op jouw perceel is een grondonderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek staan in de bijlage. Je gaat op je eigen perceel twee bemestingen uitvoeren, een organische bemesting met koemestkorrels en een anorganische bemesting met kunstmest. Je berekent eerst de hoeveelheid koemestkorrels en daarna de hoeveelheid kunstmest. 1p 3 Organische bemesting Op de zak koemestkorrels staat: NPK 6-4-9; geadviseerde hoeveelheid: 20 kg/100 m 2. Hoeveel kg koemestkorrels moet je op jouw perceel strooien? Schrijf de berekening op. Geef je antwoord in één decimaal. 3p 4 Kunstmest Bemestingsadvies_sla_kb.xls is een programma waarmee je de kunstmestgift kunt uitrekenen. De examinator vertelt je waar je het benodigde bestand kunt vinden. Open het bestand bemestingsadvies_sla_kb.xls. Vul je naam en kandidaatnummer in. Vul de gevraagde gegevens in. Klik op de knop Bereken bemesting. Druk het bestand af door op de knop Print te klikken. Sla het bestand niet op. Sluit Excel af. PK-0911-b-12-1-o 4 lees verder

5 Onder aan de afdruk staat een bemestingsadvies in zuivere voedingsstoffen. In de tabel staat een overzicht van verschillende NPK-houdende meststoffen. NPK meststoffen gehalte in % N P 2 O 5 K 2 O MgO S toelichting NPK chloorhoudend NPK CH chloorhoudend NPK chloorhoudend NPK chloorhoudend NPK chloorhoudend NPK chloorarm NPK chloorarm NPK chloorarm NPK CA chloorarm 1p 5 Kies aan de hand van het advies de juiste kunstmest. 2p 6 Hoeveel gram van deze kunstmest moet je op jouw perceel strooien? Schrijf de berekening op. Geef je antwoord in één decimaal. Laat de hoeveelheid koemestkorrels en de hoeveelheid kunstmest controleren door de examinator en lever het bemestingsadvies in. PK-0911-b-12-1-o 5 lees verder

6 Onderdeel C uitzetten, bemesten, planten en afdekken tijdsduur ongeveer 90 minuten Lees dit onderdeel eerst helemaal door. Voor dit onderdeel heb je de volgende materialen nodig: pootlijn / piketten / hamer duimstok / rolmaat strepentrekker hark / klauw bats of spade koemestkorrels kunstmest grammenweegschaal bakjes slaplantjes van twee rassen gieter vliesdoek 4 steeketiketten Vraag aan de examinator waar jij dit onderdeel moet uitvoeren. Je zet een perceel uit van 3,00 m x 1,20 m. Je voert een bemesting uit met koemestkorrels en met kunstmest. Daarna plant je de twee slarassen sla. De rijen liggen in de lengte van het perceel en hebben een onderlinge afstand van 30 cm. De afstand van de slaplanten in de rij is ook 30 cm. Zowel in de lengte als in de breedte blijf je 15 cm uit de kant. Het ene ras plant je uit in de eerste twee rijen, het andere ras in de andere twee rijen. Van beide rassen dek je de helft af. Zo ontstaan er vier proefveldjes. 2p 7 Weeg de benodigde hoeveelheid koemestkorrels en kunstmest af. Laat je werk beoordelen door de examinator. 4p 8 Uitzetten en bemesten Zet een perceel uit van 3,00 m x 1,20 m. Bemest dit perceel met de koemestkorrels. Bemest dit perceel met de kunstmest. Laat je werk beoordelen door de examinator. Werk de koemestkorrels en de kunstmest in. PK-0911-b-12-1-o 6 lees verder

7 10p 9 Planten en afdekken Maak hier een schets van jouw perceel. Plant de twee slarassen sla uit. Zorg dat de perspotjes voor ongeveer twee derde deel in de grond staan. Giet als dat nodig is de slaplanten aan. Laat je werk beoordelen door de examinator. Dek de helft van het perceel af met vliesdoek. Doe dit zo dat de helft van beide slarassen onder het vliesdoek komt. Maak hiervoor aan beide kanten, langs de lange kant van het perceel, een voortje, leg het vliesdoek hierin en maak het voortje dicht met grond. Leg de uiteindes vast met een schep grond. Zet een steeketiket bij elk veldje met daarop je naam, de datum, de naam van het slaras en het type veld (afgedekt, niet-afgedekt). PK-0911-b-12-1-o 7 lees verder

8 3p 10 Eigen werk beoordelen In het schema staan hiervoor drie beoordelingspunten. Beoordeel wat je bij de opdrachten hebt gedaan. Gebruik hiervoor één van de volgende cijfers: 3 zeer goed gedaan 2 voldoende gedaan 1 matig gedaan 0 slecht of niet gedaan Geef een toelichting bij elke boordeling. beoordelingspunt cijfer toelichting Ik heb het perceel bemest met koemestkorrels en met kunstmest. Daarna heb ik de mest ondergewerkt. Ik heb twee slarassen sla uitgeplant met een juiste afstand in de rij en met een juiste plantdiepte. Ik heb de helft van de slaplanten afgedekt met vliesdoek. Het vliesdoek heb ik vastgelegd met grond. 14p 11 Maak de minitoets bij opdracht 11. PK-0911-b-12-1-o 8 lees verder

9 Onderdeel D planten beoordelen tijdsduur ongeveer 40 minuten Lees dit onderdeel eerst helemaal door. In dit onderdeel ga je de slaplanten van jouw vier veldjes beoordelen en je gaat kijken naar de verschillen die er zijn. Hierbij kun je denken aan bladontwikkeling, ontwikkeling van het wortelstelsel en het gewicht. Voor dit onderdeel heb je de volgende materialen nodig: digitale camera plantschop 4 bakjes mesje grammenweegschaal 3p 12 Foto s maken Verwijder het vliesdoek van jouw eigen perceel. Zorg dat op elke foto het etiket duidelijk leesbaar staat afgebeeld. Maak een duidelijke foto van het hele perceel. Maak een duidelijke foto van alleen het deel dat afgedekt was. Maak een duidelijke foto van alleen het deel dat niet afgedekt was. De foto s gebruik je bij het gesprek met de examinator. 8p 13 Planten beoordelen Graaf van elk veldje telkens de twee best gegroeide slaplanten uit. Doe ze per veldje in verschillende bakjes en doe daar het steeketiket bij dat bij het veldje stond. Neem de planten mee naar de plek waar je ze gaat beoordelen. Beoordeel de ontwikkeling van het wortelstelsel aan de hand van onderstaande foto s. Noteer in de tabel steeds het gemiddelde van de twee planten. goede wortelontwikkeling slechte wortelontwikkeling PK-0911-b-12-1-o 9 lees verder

10 beoordeling van de slaplanten ras 1, niet-afgedekt ras 1, afgedekt ras 2, niet-afgedekt ras 2, afgedekt ontwikkeling van het wortelstelsel (goed / matig / slecht) aanwezigheid van ziekten of plagen (ja / nee) gewicht van het bovengrondse deel (gram)* aantal bladeren (stuks) * rond af op hele grammen Lever de bakjes met de plantendelen die je beoordeeld hebt samen met het steeketiket in bij de examinator. De andere plantendelen kun je weggooien. PK-0911-b-12-1-o 10 lees verder

11 2p 14 Conclusies trekken Print de foto s die je buiten hebt gemaakt. Zet je naam op de print. Trek op basis van de foto s én je ingevulde schema drie conclusies. Vergelijk ras 1 afgedekt met ras 2 afgedekt. Conclusie: Vergelijk ras 1 afgedekt met ras 1 niet-afgedekt. Conclusie: Vergelijk ras 2 afgedekt met ras 2 niet-afgedekt. Conclusie: 3p 15 De examinator stelt je enkele vragen over jouw beoordeling en conclusies. PK-0911-b-12-1-o 11 lees verder

12 Onderdeel E gewasbescherming uitvoeren tijdsduur ongeveer 40 minuten Lees dit onderdeel eerst helemaal door. Een aantal weken na het planten ga je met een (rug)spuit een gewasbescherming tegen de schimmelziekte valse meeldauw (Bremia lactucae) uitvoeren. Voor dit onderdeel heb je de volgende materialen nodig: etiket_previcur persoonlijke beschermingsmiddelen gewasbeschermingsmiddel water maatcilinder maatbeker (rug)spuit 3p 16 Gewasbescherming voorbereiden Hoeveel water en middel is per spuitbeurt nodig voor de gewasbescherming tegen valse meeldauw op jouw perceel? Schrijf de berekeningen op. Welke persoonlijke beschermingsmiddelen zijn verplicht voor het uitvoeren van deze gewasbescherming? Waarom moet je na een behandeling met Previcur wachten voordat je weer op het perceel mag lopen totdat de spuitvloeistof is opgedroogd? PK-0911-b-12-1-o 12 lees verder

13 6p 17 Gewasbescherming uitvoeren Gebruik de verplichte persoonlijke beschermingsmiddelen. Vul de spuit met een halve liter water. Meet de juiste hoeveelheid middel af en giet het in de spuit. Reinig de maatcilinder door deze te vullen met water en te legen in de spuit. Doe dit twee keer. Vul de spuit verder af tot de juiste hoeveelheid water. Laat je werk beoordelen door de examinator. Voer de gewasbescherming tegen valse meeldauw op jouw eigen perceel uit. Spuit het gewas goed nat. Vraag aan de examinator waar het residuvat staat om de spuit in te legen. Leeg de spuit in het residuvat. Spoel de spuit schoon en spuit hem door in het residuvat. 14p 18 Maak de minitoets bij opdracht 18. PK-0911-b-12-1-o 13 lees verder einde