Enthousiasme onderhoud je met de ruimte om te pionieren Door: Hattum Hoekstra Fotograaf: Kees Winkelman
Als jongere werken bij de decentrale overheid? Ja gráág, zeggen Eveline Zeeman en Elise Pastoor. Beiden waren genomineerd voor de verkiezing Jonge Ambtenaar van het Jaar. En beiden hebben ze een broertje dood aan kokerdenken, conventies en regeltjes. Ze vertellen over hun werk bij de overheid, over weerstand en over doen wat nodig is. JONGE AMBTENAREN AAN HET WOORD Werken bij de overheid betekent voor mij dat ik daadwerkelijk iets kan betekenen in het leven van mensen. Dat was al zo toen ik projectleider bestemmingsplannen was, en het is nog sterker zo nu ik programmamanager vluchtelingen ben. Aan het woord is Eveline Zeeman, 33 jaar en werkzaam bij de gemeente Zaanstad. En bovendien: winnaar van de Publieksprijs in de verkiezing tot jonge ambtenaar van het jaar. Elise Pastoor Elise Pastoor: Een goede buur is er altijd sneller dan de brandweer. In diezelfde verkiezing reikte Elise Pastoor tot de laatste tien. Als buurtbrandweervrouw in Vlagtwedde heeft ze een heel andere functie in een heel andere omgeving.
Ik was al vrijwilliger bij de brandweerpost Ter Apel en heb er nu als buurtbrandweervrouw een full time baan bij. Inderdaad: erbij, want Pastoor runt samen met haar partner ook nog een winkel. Eigenlijk ben ik ondernemer. En ik onderneem nu ook binnen de overheid. IK HEB NOOIT BRAND Toen Pastoor begon met haar baan bij de Veiligheidsregio Groningen, bestond haar functie niet. Zelfs de term buurtbrandweervrouw is zelf verzonnen. Er was niets, ik kon alles zelf vormgeven. De hoofdzaak was dat we hier veel inwoners hebben bij wie de brandweer niet binnen 18 minuten kan zijn. Dat is de wettelijke norm, maar dat lukt alleen als er meer kazernes komen. En dat is niet rendabel in dit gebied, dus zet ik vol in op preventie. Er wonen hier veel oudere, vaak eenzame mensen, in grote ouderwetse woningen. Dan ben je er qua veiligheid niet met een rookmelder. Dus geeft Pastoor ook voorlichting, helpt ze ouderen appgroepen op te zetten, en stimuleert ze het uitwisselen van sleutels. Want een goede buur is er altijd sneller dan de brandweer. En ze komt weliswaar bij mensen binnen namens de brandweer, maar uiteindelijk gaat het óók om welzijn. Ik heb veel contact met gemeenten, hulpinstanties en woningcorporaties. We werken sectoroverstijgend en dat is alleen maar goed: het gaat om mensen, niet om procedures. We wisselen veel informatie uit. Zo krijgen zij kwetsbare mensen op de radar. En kan ik die mensen steeds beter de weg naar hulp wijzen. Belangrijk, want de ouderen in Groningen zijn niet altijd even happig op hulp. Dat begint al bij de brandmelder. Dan zeggen ze: ik heb nooit brand, dan heb ik zo n ding ook niet nodig. OVER GRENZEN STAPPEN Ook Zeeman gaat bewust sectoroverstijgend te werk. Mijn opdracht is simpel: zorg dat Zaanstad vluchtelingen volwaardig onderdak kan bieden en zorg dat ze zo snel mogelijk mee kunnen doen in de maatschappij. Het ging vorig jaar om 1.600 asielzoekers in de opvang en 383 te huisvesten vergunninghouders, op 152.000 inwoners. Daarnaast heb je ook te maken met omwonenden, vrijwilligers en andere belanghebbenden. En met veel verschillende afdelingen binnen de gemeente. Dan kun je de zaken maar het beste meteen integraal aanpakken, vind ik, meteen over die grenzen heen stappen. Dus ben ik, samen met mijn team, met iedereen gaan praten. In de stad, met bewoners en betrokkenen, én in de organisatie.
Daardoor werden knelpunten aangepakt voor ze echt groot werden. En als je zo van buiten naar binnen werkt, kun je collega s concreter aanspreken op hun vakgebied. Daar worden mensen enthousiaster van dan wanneer je met een abstracte vraag aankomt die later wordt ingehaald door de praktijk. Een deel van de input uit de stad ging over huisvesting. Vergunninghouders krijgen daarbij voorrang wegens urgentie. Veel inwoners vroegen: kan dat niet anders? Mijn kind wil ook een woning. Toen hebben we samen met woningcorporaties het project woningdelen opgezet. Daarbij delen drie vergunninghouders een huis. Natuurlijk kijk je daarbij naar combinaties die passen. En dat zijn er niet enorm veel. Maar het idee is wel dat het beslag op de sociale huurvoorraad zo klein mogelijk wordt. En het gaat er óók om dat je het samen met de stad doet. Op allerlei onderwerpen. Mensen begrijpen prima dat niet alles kan. En ze willen zelf ook graag iets bijdragen. NIET MEE BEMOEIEN Vanuit het programma vluchtelingen wordt huisvesting geregeld, maar wordt ook gezorgd dat mensen begeleiding krijgen bij het solliciteren. Het programma bemoeit zich met sommige andere zaken ook heel nadrukkelijk niet. De vrijwilligers bijvoorbeeld, die waren al volop aan het werk toen ik deze functie kreeg. Die mensen waren enthousiast Eveline Zeeman Eveline Zeeman: Als je van buiten naar binnen werkt, kun je collega s concreter aanspreken op hun vakgebied.
en deden goed werk. Dat varieerde van intellectuele ontwikkeling tot tijdsbesteding. Waarom zou je je als gemeente bemoeien met iets dat goed loopt? We hebben op enig moment alleen een coördinator aangesteld voor facilitaire zaken. Doordat we de vrijwilligers verder vrij lieten, is er nu nog steeds een netwerk waar vluchtelingen op terug kunnen vallen. Aan conventies hebben beide jonge ambtenaren sowieso een broertje dood. Pastoor: Ik kwam eens in een seniorencomplex om over brandveiligheid te praten, maar toen bleek ook dat die mensen nauwelijks de deur uitkwamen. Aan de overkant van de weg was een winkelcentrum, maar die weg was een obstakel. Toen de bewoners allemaal nog zestigers waren, lag dat anders, maar met een rollator was de oversteek wel erg ingewikkeld. Het heeft niks met brandweer te maken, maar ik heb het wel aangekaart bij de gemeente. Daar werd ik eerst een beetje weggelachen, maar ik heb net zo lang volgehouden tot er iemand was die wel een kop koffie wilde drinken. Die heb ik die situatie laten zien. En twee weken later was er een oversteekplaats gerealiseerd. Elise Pastoor Eline Pastoor: Als jongere kun je je ei prima kwijt binnen de overheid, maar je hebt er soms wel een pioniersgeest voor nodig.
RUIMTE OM TE DOEN WAT NODIG IS Zeeman heeft dezelfde aanpak. Je moet doen wat nodig is. Wij kregen veel kritiek toen we vluchtelingen vrijwilligerswerk lieten doen. Dat ging tegen de regels van het COA in. Maar wij, en onze lokale contacten bij het COA, vonden het wel nodig, omdat je de motivatie en integratie echt niet verder helpt door mensen zo lang te laten wachten en niets doen. Dat mes sneed aan twee kanten, de stad had er ook baat bij. En een half jaar later werd landelijk het beleid aangepast. Enthousiasme moet je tenslotte ook onderhouden. Gemeenten kunnen daar sowieso kansen pakken die ze nu nog wel eens laten liggen. Ga vragen wat mensen nodig hebben, lever maatwerk. Zeeman: En overheden moeten de juiste vacatures open durven stellen voor jongeren. Wat iemand kan is veel interessanter dan wat iemand gedaan heeft. Als je ruimte en vertrouwen geeft, stappen jongeren zo over elke grens heen. Om jonge medewerkers te trekken én te houden, moeten gemeentes ze vooral de ruimte bieden om te doen wat nodig is, volgens Zeeman. Jongeren zijn blanco, enthousiast en energiek. Binnen onze organisatie werken ze vaak als aanjager. Natuurlijk is het soms lastig om oudere collega s mee te krijgen. Als je iets al 20 jaar op een bepaalde manier doet, zet je dat niet zomaar overboord. Bij ons helpt het enorm dat we een erg open organisatie zijn, zodat je elkaar makkelijk vindt, als je ergens medestanders voor zoekt. Pastoor: Als jongere kun je je ei prima kwijt binnen de overheid, maar je hebt er soms wel een pioniersgeest voor nodig. En ik denk dat veel overheden meer ruimte zouden moeten geven om te pionieren. Eveline Zeeman: Wat iemand kan is veel interessanter dan wat iemand gedaan heeft.