Vierde kwartaalrapportage 2013 Bureau Jeugdzorg Groningen 15 februari 2014

Vergelijkbare documenten
Tweede kwartaalrapportage 2014 Bureau Jeugdzorg Groningen. 15 augustus 2014

Jeugdzorg in Gelderland april 2009

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Derde kwartaalrapportage 2012 Bureau Jeugdzorg Groningen 15 november 2012

Presentatie Samen Veilig

Cliëntgegevens. Aan de leden van de Provinciale Staten. Nr.: /51/A.31, W Groningen, 16 december 2004

Factsheet Jeugd in cijfers

Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006

Memo JB/JR voor FO Jeugd. In deze memo komen de volgende onderdelen aan de orde:

FINANCIEEL. FINANCIELE EN INHOUDELIJK ANALYSE BJZ 2 e kwartaal 2012

Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT

Jeugdzorg in Gelderland september 2011

Gedeputeerde Staten HK Haarlem. Betreft: beleidsinformatie jeugdzorg. Geachte leden,

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland e kwartaal versie 13/3/15

Het inzetten van drang en dwang in het primair proces. Regio FoodValley

Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet!

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Jeugdzorg in Gelderland september 2012

Werkwijze & doelgroepen van Gecertificeerde Instellingen (GI s) Regio Amsterdam-Amstelland & Zaanstreek-Waterland Versie december 2017

Jeugdbescherming in Nederland

Factsheet gemeente Westland

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007

Beantwoording raadsvragen ChristenUnie-SGP rondom gang van zaken bij Veilig Thuis / SAVE.

Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2016

Veilig Centrum Jeugd en Gezin Lelystad. Lelystad. hoofdstad provincie Flevoland inwoners ( ) 31% jongeren tot en met 23 jaar

SAMEN VOOR KINDEREN IN DE KNEL INFORMATIE VOOR WIJKTEAMS

Beschermen & Versterken

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht

6 februari 2012 Voortgang Transitie Jeugdzorg Raadsinformatieavond Haaren februari 2012

De Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS) zo handelen we bij schoolverzuim!

Concept-Convenant verlaging caseload gezinsvoogdij. Convenant. 1. De Minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering

Kennisateliers Jeugdbescherming Jeugdreclassering. Juni 2013 Anna van Beuningen

Zicht op veiligheid kind bij start netwerkpleegzorg. Rapportage implementatie protocol netwerkpleegzorg

Jeugdbescherming en jeugdreclassering

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh

Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming. Mathilde Roubos Anjo Mangelaars

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen!

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

Aan de leden van Provinciale Staten

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Jeugdbescherming en jeugdreclassering. Inleiding Nicis/G32 Den Haag, 15 april 2011 Adri van Montfoort

Mededeling van het college aan de gemeenteraad ( )

Datum : 28 februari 2008 Briefnummer Zaaknummer

Transitie Jeugdzorg. Presentatie PMA Donderdag 24 november Monique te Wierik Beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Factsheet Jeugd in cijfers 2011

Datum 16 augustus 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Kooiman over het bericht dat de Raad voor de Kinderbescherming 130 tijdelijke mensen aanneemt.

Versie 16 maart 2009 Vastgesteld door Stuurgroep BAM, d.d. 23 maart Rapportageformat Beleidsinformatie Jeugdzorg Herziene versie (2009)

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland e kwartaal versie 1/9/14

7 Het zorgaanbod jeugdzorg Inleiding Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015

Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering

Jeugdbescherming en jeugdreclassering 1e kwartaal 2015

Transitie van de zorg voor jeugd: SAmenwerken aan Veiligheid (SAVE)

Inhoud presentatie. Introductie Voorbeeld op film Visie op jeugdbescherming Vormgeving jeugdbescherming. Vragen?

Gespreksleidraad voor gemeenten Continuïteit in de uitvoering van de jeugdbescherming en reclassering voor 2018 en verder

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie

Informatiebijeenkomst IB-netwerken

Kinderen beschermen we samen. Gemeente en Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe Stelsel voor de jeugd

De Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS) zo handelen we bij schoolverzuim!

Inhoudsopgave Ontwerpbesluit pag. 3 Toelichting pag. 5 Bijlage(n): 1

Jeugd-lvg AWBZ OBC s betreft het aantal cliënten in Orthopedagogische Behandelcentra (OBC s); Zie verder Kerncijfers LVG (PWC, 2009).

Actieplan Jeugdhulp. Evaluatie van de Jeugdwet op 30 januari In januari 2018 is de nieuwe Jeugdwet voor het eerst geëvalueerd.

Brancherapport Bureaus Jeugdzorg

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Jaarbericht 2015 Utrecht, 21 juni 2016

Monitor aanpak wachtlijsten 2018 Pagina 1 van 7

PROGRAMMA JEUGDZORG STATENCOMMISSIE ZORG WELZIJN CULTUUR 4 APRIL 2006

Cijfers Regio Achterhoek 2009

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening

Jeugdzorg Plus plaatsingsgegevens 2017

çjeugdbescherming jeugdreclassering 2017

Pagina 1 van 10. Legenda voortgang. Resultaten Veilig Thuis NHN Datum 1 april 2019

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 november 2009

VEILIG THUIS GELDERLAND ZUID. Probleemanalyse en afspraken Verkorte memo t.b.v. portefeuillehouders. 2 juli 2015

Jeugdzorg Plus plaatsingsgegevens

Onderzoek 1Gezin1Plan. Presentatie voor gemeenten, instellingen en hulpverleners

Jeugdreclassering Informatie voor jongeren

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

CONCEPT PRODUCTEN JB & JR 2019

Jeugdzorg Plus plaatsingsgegevens

De Limburgse Jeugdmonitor

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

Transitie jeugdzorg: gevolgen voor de jeugdreclassering en bescherming. 31 januari 2013 Wim Kemp Wethouder gemeente Roermond

de jeugd is onze toekomst

AANPAK SCHOOLVERZUIM FORZA 4 AANPAK SCHOOLVERZUIM FORZA

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Ons aanbod. Voor professionals

Cijfers Regio Rivierenland 2009

De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1

Zorgmonitor. Januari 2019

Cijfers Regio Arnhem 2009

Eenheid Frequentie Integraal Wmo Jeugd Integra al uurtarief

Ontwerp. Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2013

Regio-indeling bij de vorming van AMHK 14 NOVEMBER VNG-ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA AMHK

Transcriptie:

Vierde kwartaalrapportage 2013 Bureau Jeugdzorg Groningen 15 februari 2014 Vierde kwartaalrapportage 2013 Bureau Jeugdzorg Groningen

Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. TOELICHTING PRIMAIR PROCES... 4 2.1 Toegang... 4 2.2 AMK... 4 2.3 Jeugdbescherming... 5 2.4 Jeugdreclassering... 6 2.5 Kindertelefoon... 7 3. TOELICHTING BEDRIJFSVOERING... 9 3.1 Personeel... 9 3.2 Informatievoorziening en automatisering... 9 3.3 Financiën... 9 4. RISICOPARAGRAAF...10 BIJLAGEN...12 BIJLAGE 1 Productie-aantallen...13 BIJLAGE 2 Wachtlijsten Groningse zorgaanbieders...14 BIJLAGE 3 Buitenprovinciale plaatsingen...15 BIJLAGE 4 Landelijk rapportageformat...16 2

1. INLEIDING Als maatschappelijke organisatie heeft Bureau Jeugdzorg Groningen als kerntaak de noodzakelijke zorg op tijd en op maat te organiseren voor kinderen die in hun ontwikkeling bedreigd worden. Hierbij is het van groot belang dat Bureau Jeugdzorg Groningen snel en adequaat haar diensten inzet, zonder onnodige wachttijden. Bij ons werk gaan we uit van de eigen verantwoordelijkheid en autonomie van de jeugdige en staat het versterken van hun positie centraal. Daar waar de veiligheid in het geding is nemen we nadrukkelijk de regie. Om effectieve hulpverlening te realiseren, stimuleren wij de samenwerking in de jeugdzorgketen en de afstemming met systemen rond de jeugdigen. Wij houden zicht op de hulpverlening in de totale jeugdzorgketen om de kwaliteit te waarborgen en de effecten te meten. De gegevens in deze rapportage hebben betrekking op het gehele jaar 2013. In de rapportage zijn de voortgang op de provinciale onderwerpen en de werkelijke productiecijfers opgenomen. In de voorliggende rapportage ontbreken de financiële gegevens, deze zijn opgenomen in de jaarrekening over 2013. Bureau Jeugdzorg Groningen werkt niet met een zogenaamde periodeafsluiting. Voor bepaalde onderdelen in de registratie is dit niet mogelijk. Voor het definitief aanleveren van een maatregel zijn wij bijvoorbeeld afhankelijk van de Rechtbank. Om deze problematiek zoveel mogelijk intern te kunnen beheersen, worden uitspraken van de Kinderrechter met een voorlopig kenmerk ingevoerd. In sommige gevallen komt het voor dat de Kinderrechter zijn uitspraak ter zitting aanhoudt, maar de uiteindelijke uitspraak op een later moment toch per zittingsdatum laat ingaan. Hier kunnen wij als Bureau niet op anticiperen, waardoor deze productiecijfers nog van invloed kunnen zijn op een eerder kwartaal. Dit heeft gevolgen voor de onderdelen Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. 3

2. TOELICHTING PRIMAIR PROCES 2.1 Toegang In 2010 is afgesproken met de Provincie dat Bureau Jeugdzorg Groningen een lumpsum financiering ontvangt. Deze afspraak is gemaakt omdat destijds werd aangenomen dat de ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) het beroep op Bureau Jeugdzorg zou verkleinen. De ruimte die dan in de financiering van Bureau Jeugdzorg zou ontstaan kon dan ingezet worden om de ontwikkeling van de CJG te bevorderen. In de praktijk werden we in de Toegang echter al enkele jaren geconfronteerd met een stijgend beroep op onze dienstverlening. In 2013 hebben we een aantal aanpassingen geëffectueerd in onze werkwijze die ertoe hebben geleid dat minder indicatiebesluiten zijn afgegeven, minder specialistische diagnoses zijn verricht, meer professionele verwijzingen zijn gedaan en de basisvariant casemanagement minder vaak is ingezet dan in 2012. Bovendien hebben we gezorgd voor een steeds betere beschikbaarheid van onze medewerkers in het lokale veld en hebben we samenwerking met lokale ketenpartners geïntensiveerd. We merken dat zorgmeldingen van professionals bij Bureau Jeugdzorg hierdoor vaker kunnen worden voorkomen en dat oplossingen frequenter worden gevonden in het netwerk of door gebruik te maken van vrij toegankelijke lokaal beschikbare zorg. Het aantal aanmeldingen en acceptaties binnen de Toegang is met 5% gestegen ten opzichte van 2012. Het totaal aantal zorgmeldingen is afgenomen ten opzichte van 2012. Opvallend is echter dat het aantal zorgmeldingen van de politie met 20% is gestegen. Vanaf 1 juni heeft de politie een nieuw systeem, ProKid genaamd, in gebruik genomen. Prokid is een automatisch systeem dat zorgmeldingen politie automatisch kan signaleren en doorsturen naar Bureau Jeugdzorg vanuit het registratiesysteem van de politie. In het vierde kwartaal zijn er 98 crisissen geregistreerd. Over heel 2013 is een overproductie gerealiseerd van 31% boven de begroting. Dit komt echter doordat de begroting nog steeds gebaseerd is op de aantallen van 2010 die in de lumpsum zijn opgenomen. Ten opzichte van 2012 is er sprake van een daling van het aantal crisissen met 20%. Doordat onze aandacht steeds meer gericht kan worden op onveilige gezinssituaties waarbij sprake is van ernstige meervoudige problematiek kunnen crisissen tijdens de uitvoering van het casemanagement beter voorkomen worden. Wel hebben we nog steeds te maken met een flink aantal aanmeldingen die als crisis bij ons binnen komen. Casemanagement bieden we in een administratieve variant (ACM) en een intensieve variant (UCM). Met de intensieve variant ondersteunen we vooral de kinderen en hun gezinnen waarbij sprake is van meervoudige problematiek (multi-problem). Het totaal aantal casemanagementzaken is in het vierde kwartaal iets gedaald, in aantallen betekent dit een daling van 23 basiscasemanagementzaken en stijging van 16 zware (plus) zaken. De daling van het aantal basiszaken heeft te maken met de verwijzing via een professionele verwijzing, waarna indien mogelijk de zaak wordt afgesloten. Tevens is van invloed dat de medewerkers van de Toegang het lokale veld steeds meer ondersteunen om deze zaken zelf op te pakken Aantal casemanagement op 01-10-2013 Aantal casemanagement op 31-12-2013 Basis (ACM) 356 333-7% Plus (UCM) 397 413 4% In het vierde kwartaal van 2013 zijn er 154 eerste indicatiebesluiten afgegeven. De gemiddelde doorlooptijd tot het eerste indicatiebesluit lag met 57 dagen binnen de norm van 77 dagen die de Provincie Groningen heeft gesteld. Specifiek voor PGB s zijn in het vierde kwartaal 66 indicatiebesluiten afgegeven met een gemiddelde doorlooptijd van 29 dagen. Dit is onder de gestelde norm van 56 dagen. 2.2 AMK Het AMK heeft in het vierde kwartaal wederom een overproductie gerealiseerd. In het totaal is in 2013 een overproductie gerealiseerd van 25%. Deze overproductie wordt veroorzaakt door de consulten (+10%) en onderzoeken/meldingen (+33%), het aantal adviezen blijft 23% achter op de begroting. Ten 4

opzichte van 2012 was er sprake van een daling van 14% op het aantal afgegeven adviezen, een gelijk aantal consulten en een stijging van 13% op het aantal meldingen. De onderzoeken naar een melding zijn het meest arbeidsintensieve product van het AMK. Vanaf 1 juli 2013 is de Wet Meldcode ingegaan; dit heeft bijgedragen aan een stijging van het aantal meldingen. De gemiddelde doorlooptijd tot afronding van het onderzoek bedroeg 65 dagen in het vierde kwartaal. Alle onderzoeken zijn binnen 5 dagen gestart. Van de afgeronde onderzoeken in het vierde kwartaal is 59% binnen 10 weken afgerond, 62% binnen de wettelijke termijn van 13 weken. Bij 38% van de onderzoeken heeft het onderzoek langer dan 13 weken geduurd. Uit nader onderzoek blijkt dat hiervoor een aantal oorzaken aan te wijzen is: 1. Het streven blijft om zoveel mogelijk onderzoeken binnen de gestelde termijnen af te ronden. Het onderzoek van het AMK is in eerste instantie altijd gericht op het stoppen van kindermishandeling en het vervolgens op gang brengen van hulp om herhaling te voorkomen. Daarbij streven we ernaar om kinderen waar mogelijk in de eigen gezinssituatie te houden en het gezin op vrijwillige basis hulp te bieden. Daarvoor zijn echter probleembesef en motivatie belangrijke voorwaarden. In complexe multiprobleemgezinnen kost het onderzoek daarom soms wat meer tijd dan de norm stelt. Dit is vaak ook het geval bij meldingen over ongeboren baby s. Wij vinden een langere doorlooptijd in een aantal situaties acceptabel als de kindermishandeling is gestopt, de zorgvuldigheid dit vereist en het resultaat is dat het gezin hulp aanvaardt die effectief kindermishandeling helpt te voorkomen. In deze gevallen achten we een langere doorlooptijd gerechtvaardigd in het belang van het kind. 2. Binnen het AMK worden alle medewerkers getraind in Signs of Safety. Dit vraagt een investering qua tijd. Medewerkers moeten deze nieuwe benaderingswijze zich eigen maken en dat leidt soms tot meer contacten met het gehele cliëntsysteem, terwijl de medewerker voorheen alleen met de ouders/opvoeders en informanten in gesprek ging. Het AMK kiest bewust voor deze kwaliteitsslag, waarbij de doorlooptijd van onderzoeken soms iets oploopt, maar waarbij veiligheid van het kind altijd voorop staat en goed in de gaten gehouden wordt. Het is onze verwachting dat deze extra tijdsinvestering van tijdelijke aard is en zal afnemen naar gelang de medewerkers ervaren worden in het werken volgens Signs of Safety. 3. Een andere reden van het oplopen van de doorlooptijden is dat er veel urgente meldingen binnenkomen waar acuut in gehandeld moet worden. Hierdoor lopen de doorlooptijden van minder urgente zaken op. De gemiddelde doorlooptijd van onderzoeken blijft echter wel binnen de wettelijke termijn. 2.3 Jeugdbescherming In het vierde kwartaal stonden er gemiddeld 453 jeugdigen onder toezicht (OTS). Het gemiddeld aantal OTS-en tot en met december komt uit op 456. Dit betekent een onderproductie van 9% ten opzichte van de begroting. Deze onderproductie wordt grotendeels veroorzaakt door de eerstejaars OTS-en. Deze lopen namelijk 18% achter op de begroting. Sinds juni 2012 was er sprake van een dalende trend in het aantal eerste jaars OTS-en, oftewel de nieuwe onder toezichtstellingen. In juli 2013 is deze trend doorbroken en vertoont het aantal eerstejaars OTS-en weer een stijgende lijn. Het aantal OTS-en langer dan een jaar daalt sinds juni 2013 licht. In december 2013 is het aantal OTS-en langer dan een jaar gedaald naar 290 jeugdigen, in september waren dat er nog 307. Het aantal jeugdigen met een voogdijmaatregel is licht gedaald naar gemiddeld 249 jeugdigen in het vierde kwartaal. Het aantal voogdijen in 2013 komt daarmee precies op het begrootte aantal van 255 uit. De gemiddelde doorlooptijd van datum in kennisstelling tot mededeling aan de jeugdige/ouders bedroeg in het vierde kwartaal 1 dag. In het vierde kwartaal van 2013 zijn er 26 eerste contacten geregistreerd. Wanneer er wordt uitgegaan van de definities van het Landelijke Rapportageformat 2011 (LRF) vonden 4 plaats binnen de norm van 5 werkdagen. Het LRF gaat uit van de datum waarop de maatregel wordt uitgesproken. De Wet op de Jeugdzorg rekent met de datum waarop wij (en de cliënt) in kennis zijn gesteld van de uitspraak. Wanneer er gerekend wordt vanaf de datum in kennisstelling, vonden er 6 eerste contacten plaats binnen de termijn, dit is 23% van de contacten welke binnen de norm plaatsvonden. 5

De gemiddelde doorlooptijd tot het eerste contact is onder andere te hoog vanwege het feit dat het redelijk vaak voorkomt dat de eerste afspraak afgezegd wordt door ouders. Er moet dan een nieuwe afspraak gepland worden, waardoor de doorlooptijd niet gehaald wordt. In het vierde kwartaal van 2013 zijn er 36 plannen van aanpak vastgesteld voor ondertoezichtstellingen. Uitgaande van de definities van het LRF 2011 zijn er 5 plannen binnen de termijn vastgesteld. De gemiddelde doorlooptijd vanaf de datum aanvang bedroeg 82 dagen. Wanneer we kijken naar de doorlooptijd vanaf de datum in kennisstelling zien we dat er 14 plannen binnen de termijn zijn vastgesteld met een gemiddelde doorlooptijd van 66 dagen. We zijn in het tweede kwartaal gestart met de invoering van Signs of Safety en de implementatie van de nieuwe methodiek voogdij. Hiermee vestigen we de aandacht nadrukkelijk op de kwaliteit van beide hoofdprocessen. Een belangrijk methodisch element hierin is dat we het plan van aanpak binnen 6 weken vaststellen. Hierop wordt gericht gestuurd door de leidinggevenden van de Jeugdbescherming. De hoge doorlooptijd wordt onder andere veroorzaakt door een plan van aanpak in een gezin met vier kinderen. In dit gezin is bewust gekozen om Signs of Safety in te zetten. Gezien het feit dat het de eerste keer is dat we dit inzetten in een dergelijk groot gezin met een groot netwerk heeft dit tot een lange doorlooptijd geleid. Ook is er een aantal jeugdbeschermers langdurig ziek waardoor collega s de zaken moeten overnemen. Dit leidt ook tot een lange doorlooptijd. Er is 1 plan voogdij vastgesteld met een doorlooptijd van 133 dagen vanaf de datum aanvang. Vanaf de datum in kennis stelling is de doorlooptijd 131 dagen. De gemiddelde duur van de geëindigde ondertoezichtstellingen in het vierde kwartaal bedroeg 2,36 jaar. Volgens de definitie van het rapportageformat 2009 is de gemiddelde duur van de afgesloten ondertoezichtstellingen 2,49 jaar. Dit is onder de norm van 2,67 jaar die voor eind 2013 gesteld is. Het jaargemiddelde voor 2013 is uitgekomen op 2,36 jaar. Volgens de definitie van het rapportageformat 2009 komt de gemiddelde doorlooptijd uit op 2,47. Dit jaargemiddelde komt tevens uit onder de gestelde norm van 2,67 jaar. Ondanks de lage doorlooptijd van de OTS-en beoordelen we continue of een dossier in een gedwongen kader gecontinueerd moet worden of dat deze in een vrijwillig kader of met steun vanuit het netwerk kan worden voortgezet. De veiligheid van de jeugdige vormt hierbij het belangrijkste criterium. Helaas moeten we constateren dat de doorlooptijden tot het eerste contact en het eerste plan van aanpak nog niet voldoen aan de gestelde normen. Wel hebben we kans gezien de gemiddelde duur van de ondertoezichtstelling te verlagen. Vanuit het perspectief van onze cliënten maar ook maatschappelijk gezien is dit een belangrijk resultaat. We kiezen er bewust voor om flink in te zetten op verkorting van de duur van de OTS en verhoging van de kwaliteit van onze dienstverlening. Hierbij besteden we uiteraard ook aandacht aan de verbetering van de tussentijdse doorlooptijden. De kwaliteitsslag die we aan het maken zijn vraagt echter tijd. Het ziekteverzuim bij de Jeugdbescherming was in het vierde kwartaal 6,29 %. Dit is een lichte stijging ten opzichte van het derde kwartaal. 2.4 Jeugdreclassering De totale productie bij de afdeling Jeugdreclassering is 15% lager dan begroot. Het totale aantal jeugdigen met een jeugdreclasseringsmaatregel blijft achter op de begroting. Er is sprake van een toename van het aantal schoolverzuimzaken, andere reguliere maatregelen worden minder vaak uitgesproken. Er is sprake van een dalende trend in de gehele strafrechtketen. Een mogelijke oorzaak hiervan lijkt gevonden te kunnen worden in de gewijzigde prioritering door de politie. Ook in Drenthe en Friesland lopen de aantallen terug. De aantallen in Drenthe en Friesland dalen in dezelfde orde van grootte als in Groningen. Het aantal Individuele traject begeleidingen (ITB) Harde Kern en CRIEM is respectievelijk 39% en 55% lager dan begroot. In het vierde kwartaal is één voorbereiding gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) opgelegd. De uitvoeringsvariant van GBM is niet opgelegd. Ook zijn er in het vierde kwartaal geen scholings- en trainingsprogramma s (STP) opgelegd. Er liggen verschillende oorzaken ten grondslag aan het feit dat er minder instroom binnenkomt bij Bureau Jeugdzorg voor jeugdreclasseringsmaatregelen. Jeugdreclassering is in 2013 nog veel meer in de aandacht gekomen dan voorheen. De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel 6

adolescentenstrafrecht eind november 2013 aangenomen. Parallel aan het wetsvoorstel is bij de Reclassering een aangepaste begeleidingsmethodiek voor adolescenten ingevoerd. De begeleidingsmethodiek ASR wordt in 2014 aan Bureau Jeugdzorg aangeboden (Jeugdzorg Nederland). Reclassering Nederland is zich volop aan het voorbereiden op de invoering van het adolescentenstrafrecht. Voorheen kreeg Bureau Jeugdzorg een groot deel van de beschikkingen van de 18-plussers binnen, tegenwoordig gaan er veel meer opdrachten naar Reclassering Nederland. In de ZSM-werkwijze (Zo Simpel/Snel/Slim/Samen Mogelijk), die in de drie noordelijke provincies per mei 2013 van start is gegaan, wordt na aanhouding van de verdachte zo spoedig mogelijk een beslissing genomen over het afdoeningstraject. Omdat Bureau Jeugdzorg geen justitiële ketenpartner is zitten wij niet aan de ZSM spreektafel; de Raad voor de Kinderbescherming vertegenwoordigt ons hier. We merken dat sinds de invoering van deze werkwijze minder zaken via de jeugdreclassering worden afgedaan. De zaken die niet kunnen worden afgedaan aan de ZSM-tafel worden besproken in het wekelijkse regionale JCO. Doordat er veel zaken worden afgedaan binnen het ZSM worden er minder zaken besproken tijdens het JCO. In het najaar 2013 heeft het JCO zich opgesplitst in een JCO voor schoolverzuim, een JCO voor meerplegers en een regulier JCO (regionale JCO met Drenthe en Friesland). In samenwerking met de Raad voor de Kinderbescherming, het Openbaar Ministerie en leerplichtambtenaren is eind 2013 in Noord Nederland een JCO Schoolverzuim gestart. In een frequentie van een cyclus van 3 weken vindt het JCO-S plaats; elke week in een andere provincie. Het overleg richt zich op schoolverzuim in de desbetreffende provincie en de aanpak daarvan: afbuigen naar zorg of proces verbaal opmaken en het vervolg daarop vaststellen. De eerste resultaten zijn positief. Het JCO-S zal mogelijk positieve gevolgen voor de instroom van Bureau Jeugdzorg kunnen hebben. Een gevolg van het LIJ (Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen) voor de Jeugdreclassering is, dat interventies ingezet worden voor de juiste doelgroep. In de praktijk zien wij dat waar eerder jongeren dikwijls in het gedwongen kader een (civiele) maatregel opgelegd kregen, nu via het LIJ worden doorverwezen naar het vrijwillig kader als er geen sprake is van een strafmaatregel. Eveneens zien wij dat LIJ de Criem jongeren niet monitort, waardoor we extra scherp moeten zijn geen Criem te missen. Samenvattend zijn er verschillende oorzaken voor een verminderde instroom van de jeugdreclasseringsmaatregelen in 2013. De oorzaken hebben een onderlinge samenhang, respectievelijk ASR, ZSM, JCO en het LIJ. De stijging in het aantal schoolverzuimzaken zorgt daarentegen voor een minder grote negatieve uitkomst ten opzichte van de begroting. In het vierde kwartaal van 2013 zijn er 17 plannen van aanpak vastgesteld binnen de Jeugdreclassering. Wanneer er volgens de definitie van het LRF gekeken wordt naar de datum aanvang zijn er 7 plannen (41%) binnen de termijn afgerond met een gemiddelde doorlooptijd van 58 dagen. Wanneer er wordt gekeken naar de doorlooptijd tussen het moment dat wij in kennis worden gesteld van de maatregelen en het vaststellen van het plan van aanpak, dan zien we dat er 12 plannen (71%) binnen de termijn vallen. Deze plannen hebben een gemiddelde doorlooptijd van 45 dagen. Het ziekteverzuim bij de Jeugdreclassering was in het vierde kwartaal 4,98% ten opzichte van 3,68% in het derde kwartaal. 2.5 Kindertelefoon De Kindertelefoon Groningen heeft in het vierde kwartaal van 2013 meer telefonische contacten afgehandeld dan in het vierde kwartaal van 2012. In het vierde kwartaal van 2013 zijn er 11515 telefonische gesprekken gevoerd (in het vierde kwartaal van 2012 bedroeg dit 7854), dit is een stijging van 52%. Deze groei heeft te maken met de extra trainingen die gegeven zijn en de daarbij behorende extra vrijwilligers die konden worden ingezet. Deze extra bezetting heeft tot meer inzetbaarheid bij de telefoonlijnen geleid. 7

Het aantal chatgesprekken in het vierde kwartaal van 2013 was 3481, dit is een stijging wanneer dit afgezet wordt tegen het vierde kwartaal (3235) van 2012 (8%). De stijging van het aantal chatgesprekken heeft ook te maken met de extra vrijwilligers die ingezet konden worden. 8

3. TOELICHTING BEDRIJFSVOERING 3.1 Personeel Cijfers In het 4e kwartaal 2013 begon Bureau Jeugdzorg Groningen met 252 medewerkers op 1 oktober (216,31 fte). Het kwartaal is afgesloten met 249 medewerkers (214,31 fte). In deze periode verlieten 7 medewerkers onze organisatie (tegenover een instroom van 4). Het uitstroompercentage bedraagt 2.67%. Het ziekteverzuim (excl. zwangerschap en ziekte als gevolg van zwangerschap) in het 4e kwartaal 2013 bedraagt 5.76%. In hetzelfde kwartaal 2012 lag dit percentage hoger, namelijk 7,13%. Ontwikkeling van de medewerkers In het vierde kwartaal van 2013 is opnieuw aandacht uitgegaan naar de ontwikkeltrajecten voor personeel. Een aantal medewerkers van de Jeugdbescherming en Jeugdreclassering is druk met de noodzakelijke certificering aan het werk. Bij de Jeugdreclassering heeft een groep het begeleidingstraject voor het portfolio gedaan. De medewerkers van de Toegang hebben een feedback training gehad met als onderwerp: gezinnen met ouders met een lichte verstandelijke beperking, herkennen van de mens achter het IQ. Bij het AMK is men gestart met de basistraining voor Signs of Safety. Daarnaast hebben ze een training gehad over KOP kinderen. Eén medewerker heeft de basistraining van het AMK gevolgd. Medewerkers in het primaire proces zijn allemaal druk doende om zich te registreren in het beroepsregister. Het aantal geregistreerde medewerkers waarvoor de procedure is afgerond is 60. Ruim 80 medewerkers zijn in afwachting van de bevestiging van de registratie. 3.2 Informatievoorziening en automatisering De Europese aanbestedingsprocedure voor de vervanging van de door ons gebruikte cliëntinformatiesystemen IJ en KitS is eind juni afgerond. Samen met 10 andere Bureaus Jeugdzorg en de William Schrikker Groep hebben we Capgemini de opdracht gegeven om met ons een vervangend systeem voor IJ en KitS te bouwen. Dit vernieuwingstraject wordt gesteund door de Ministeries van VWS en Veiligheid & Justitie en door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en hun kwaliteitsinstituut KING. Het nieuwe systeem, WIJZ gedoopt, is transitieproof en ondersteunt de ontwikkelingen in de jeugdzorg naar gezinsgericht werken. De ontwikkeling van WIJZ is gericht op resultaten voor cliënten en stakeholders en op het verminderen van de administratieve last voor professionals. Cap Gemini is in de zomer begonnen om samen met professionals van de deelnemende Bureaus Jeugdzorg te bouwen aan het systeem. De planning is dat vóór de zomer van 2014 twee Bureaus Jeugdzorg een pilot gaan uitvoeren en dat na de zomer alle bureaus het nieuwe systeem gaan gebruiken. Het systeem zal door Capgemini ook beschikbaar gesteld worden aan andere partners in de (jeugd)zorg en kan een belangrijke bijdrage leveren aan de transformatie van de jeugdzorg. Aan het einde van het vierde kwartaal was een groot deel van de functionaliteit voor de eindgebruikers gerealiseerd. De planning is krap want deze is gericht op oplevering in de zomer van 2014. Tot nu toe verloopt het project in grote lijnen volgens planning. Vanuit Bureau Jeugdzorg Groningen participeren we actief binnen de gebruikersgroep, coördineren we de projectgroep die zich bezig houdt met beleidsinformatie en nemen we deel aan het landelijk team van verandermanagers. In het vierde kwartaal hebben we de interne projectorganisatie opgestart, vanaf het eerste kwartaal zal dit project intern ook veel aandacht gaan vragen. De implementatie van WIJZ zal bijdragen aan het gezinsgericht werken en daarmee ook de transformatie in de jeugdzorg ondersteunen. 3.3 Financiën De financiële cijfers zijn in deze rapportage, conform afspraak, niet opgenomen aangezien deze in de jaarrekening 2013 worden gepresenteerd. 9

4. RISICOPARAGRAAF Externe ontwikkelingen Gevolg "Financieel" risico Beheersmaatregelen Consequenties Regeerakkoord Mogelijke opheffing of gedeeltelijke opheffing Bureau Jeugdzorg richting 2015 Zie rapportage De Jong & Laan, juni 2013 Goede overdracht van mensen, middelen en dienstverlening op maat. Op tijd anticiperen op mogelijke toekomst inzake de dienstverlening BJZ i.o.m. gemeenten Consequenties Regeerakkoord BJZ heeft financiële ruimte en inhoudelijke ontwikkelruimte nodig om met haar dienstverlening te anticiperen op de toekomst Niet op tijd klaar met de dienstverlening voor de gemeenten waardoor hogere overdrachtskosten ontstaan en mogelijk overschot (en kosten) personeel Afspraken maken over de ontwikkelruimte en afstemming van de dienstverlening met de gemeenten Onvoldoende vergoeding van de OVA 2013 en 2014 2.65% korting door VWS in 2014 1.40% korting door V&J in 2014 Dienstverlening aan cliënten komt in gevaar. Grote kans op wachtlijsten en niet behalen doorlooptijden Dienstverlening aan cliënten komt in gevaar Werkdrukverhoging Dienstverlening aan cliënten komt in gevaar Werkdrukverhoging P.M. 2.65% van de subsidie 2013 (exclusief Justitie taken) is 220.000 1.4% van de subsidie 2013 (exclusief Vrijwillige taken) is 110.000 Als werkgeversorganisatie tegen loonsverhoging in de onderhandelingen als het OVA convenant wordt opgezegd. Ontstaan van wachtlijsten en langere doorlooptijden Ontstaan van wachtlijsten en langere doorlooptijden Bedrijfsrisico's Gevolg "Financieel" risico Beheersmaatregelen Fluctuatie in de instroom ten opzichte van begroting Personeelsverloop Ziekteverzuim Personeelsoverschot of -tekort. Mogelijke wachtlijsten. Minder inkomsten dan begroot Continuïteit van de dienstverlening en productieverlies Hoog ziekteverzuim verhoogt de druk op productie. Discontinuïteit dienstverlening. P.M. P.M. Is niet begroot, ziekte wordt alleen op kernfuncties vervangen Trends met ketenpartners bepalen. Acceptatie van onvoorspelbaarheid Boeien en binden van medewerkers. Verloop onder de 5% houden Sturen op terugdringen ziekteverzuim Rijkstarieven Niet kostendekkend voor JB en JR. Niet halen doorlooptijden en opbouwen wachtlijsten. Geen caseloadverlaging Uitgangspunt 4% voor JB 228.000 en JR 92.000 Landelijk overleg en overleg Provincie 10

Schaarste middelen Mogelijk optreden incidenten Mogelijk niet halen doorlooptijden en opbouwen wachtlijsten Verhoging intensiteit van de verantwoording met tijdsinvestering P.M. P.M. Maandelijks monitoren en keuzes en afspraken maken met Provincie Overleg met de Provincie en Inspectie indien van toepassing 11

BIJLAGEN 12

BIJLAGE 1 Productie-aantallen Financiële productiecijfers De financiële cijfers zijn in deze rapportage, conform afspraak, niet opgenomen aangezien deze in de jaarrekening 2013 worden gepresenteerd. Productie Kindertelefoon Jaarcijfers begroting 1 e kw 2 e kw 3 e kw 4 e kw Totaal 2013 telefoontjes 8750 9952 9247 11515 39464 Chatgesprekken 1 e kw 2 e kw 3 e kw 4 e kw Totaal 2013 chatten 2683 3399 2335 3481 11898 In totaal woont 5,78% van de Nederlandse jeugd in de provincies Groningen en Drenthe (het verzorgingsgebied van de Kindertelefoon Groningen). Alle telefonische contacten en chatcontacten vanuit geheel Nederland worden centraal gedistribueerd over de verschillende vestigingen van de Kindertelefoon. De Kindertelefoon Groningen handelt dus niet specifiek de contacten vanuit de provincies Groningen en Drenthe af. Productie Trajectberaden 1 e kwartaal 2013 2 e kwartaal 2013 3 e kwartaal 2013 4 e kwartaal 2013 Aantal trajectberaden 12 12 3 5 13

BIJLAGE 2 Wachtlijsten Groningse zorgaanbieders Aantal unieke cliënten die > 9 weken wachten op geïndiceerde provinciale jeugdzorg per 1 januari 2013 totaal alle Groningse zorgaanbieders 1 1 Bruto wachtlijst Zie definitie onder 1 14 2 af: jeugdigen die in de wachtperiode een vorm van geïndiceerde provinciaal gefinancierde jeugdzorg ontvangen (zie def. 2) 10 1 minus 2 Netto wachtlijst A 4 3 af: jeugdigen die in de wachtperiode een vorm van niet geïndiceerde provinciaal gefinancierde jeugdzorg ontvangen (zie def. 3) 0 1 minus 2 minus 3 Netto wachtlijst B 4 1 Dit betreft de wachtenden bij Elker, Leger des Heils Noord en Pleegzorg en MJD Groningen 14

BIJLAGE 3 Buitenprovinciale plaatsingen 1e kwartaal 2013 2e kwartaal 2013 3e kwartaal 2013 4e kwartaal 2013 Regio Zorgaanbieder Amsterdam Spirit Amsterdam 0 2 8 William Schrikker 11 7 4 Drenthe Yorneo 4 1 5 2 Friesland Gelderland- Midden Gelderland- Noord Bureau Jeugdzorg Friesland 1 2 Jeugdhulp Friesland 6 1 1 KINNIK Kind- en Jeugdpsychiatrie 1 1 Avenier Harreveld 4 0 1 Otto Gerhard Heldringstichting 1 0 Hoenderloo Groep 4 9 4 Rentray 3 Transferium Jeugdzorg 1 Utrecht Almata 0 1 Emaus 0 1 15

BIJLAGE 4 Landelijk rapportageformat 16