Instructiekaart: gebruik van een lendengordel 1. Doel: Duidelijkheid scheppen bij verpleegkundigen over hoe een lendengordel aan bed en de patiënt moet bevestigd worden. Het ziekenhuis hanteert een fixatie-arm beleid, evalueer steeds de noodzaak tot fixatie met behulp van de beslissingsboom (zie protocol Fixatie-arm beleid op enora). 2. Indicatie: Enkel in bed te gebruiken. Fixeren mag enkel toegepast worden wanneer alle andere maatregelen falen (zie alternatieven). Fixatie is alleen verantwoord indien er meer schade kan voorkomen worden dan veroorzaakt bij niet fixeren! Er wordt nooit langer gefixeerd dan nodig! Een lendengordel wordt steeds gebruikt samen met minstens 1 polsbandje en 1 enkelbandje, d.w.z. steeds 3-puntsfixatie! Aanleg pols- en/of enkelbandje : zie instructiekaart. 3. Materiaal: 2 matrasriemen voor bevestiging aan bed 2 riemen aan het buikgedeelte vast te maken aan de matrasriemen Brede riem voor rond de buik 3 magneetsloten + magneet
4. Werkwijze: 4.1 Stap 1: Installeren in bed - Installeer de lendengordel bij voorkeur vóór de patiënt in bed ligt. - Leg de fixatiegordel zodanig in het bed dat de kleine lussen richting voeteneinde liggen. Deze lussen dienen om eventueel polsbanden aan te bevestigen. - Breng aan beide bedzijden de bevestigingsband van de gordel via de binnenkant van het bedframe naar buiten t.h.v. de overgang hoofdeinde en middenstuk. Let op dat de gordel enkel aan het bedframe is bevestigd, nooit aan de bedhekkens.
- Plaats een metalen pin tussen de 2 stoflagen van de onderste band en sluit met een magneetslot. Zorg dat de lendengordel zo strak mogelijk aansluit aan de matras. 4.2 Stap 2: Aanleggen lendengordel bij de patiënt - Zorg ervoor dat de patiënt een glad kledingstuk draagt onder de lendengordel (geen gespen of knopen). - Leg de lendengordel rond de taille van de patiënt, onder de ribben en boven het bekken. De lendengordel mag niet kunnen schuiven en niet gedraaid zitten. - Sluit de lendengordel over de buik van de patiënt met het magneetslot. De zwarte dop bevindt zich steeds aan de buitenzijde van de gordel, moet een zekere speling hebben en kunnen ronddraaien. Let er op dat het slot zich steeds in het midden van de gesloten lendengordel bevindt. - Controleer de taillewijdte van de lendengordel en pas zo nodig aan. Let op dat de lendengordel nauw maar niet strak rond het lichaam zit. Er moet een open hand tussen de lendengordel en het lichaam passen. Te los is gevaarlijk omdat de patient kan draaien of doorschuiven en de lendengordel te strak kan komen te zitten.
- Observeer de ademhaling van de patiënt: ga na of de patiënt vlot kan in- en uitademen. - Bevestig steeds de laterale banden aan de zijkant van het bed om draaien onmogelijk te maken. Maak deze laterale banden vast met hetzelfde slot als aan het bedframe. Controleer of draaien onmogelijk is. Het niet vastmaken van deze band kan leiden tot ernstige verwondingen bij de patiënt. TE LOS!
4.3 Stap 3: Afwerking - Plaats het bed in de laagste stand. - Zorg ervoor dat de magneetsleutel in het bereik van het bed is, maar niet in het bereik van de patiënt (vb. magneetbord op kamer). - Controleer zelf en laat een collega controleren of de bevestigingen in orde zijn. - Fixeer nooit in vlakke rugligging omwille van verstikkingsgevaar. Plaats het bed in fowlerhouding en buig het bed thv. de knieen. Dit is ook de beste houding voor decubituspreventie. - Leg het patientenalarm in de nabijheid van de patient. - Hou er rekening mee dat de patient nu niet meer zelfstandig kan opstaan (vb. toiletbezoek). - Gebruik de lendengordel steeds in combinatie met minstens 1 polsbandje en/of enkelbandje!l - Maak een algemeen fixatieblad op en vul de observatiefiche in. 5. Bijlagen, verwijzingen: Protocol : Fixatie-arm beleid in AZ Sint-Lucas Instructiekaart : Gebruik van algemeen fixatieblad Instructiekaart : Gebruik van observatiefiche fysieke fixatie Instructiekaart : Fixatie via zorgplanning