(Logo bestuur) Geachte lezer,

Vergelijkbare documenten
1 Inleiding Contactgegevens Reglement Algemeen... 3 Organisatie... 3 Inschrijven en betalingen... 3 Veiligheid... 3 Klachten...

Beleid TussenSchoolseOpvang.

Beleidsplan Overblijven Regenboog - Maria

Overblijfbeleid openbaar primair onderwijs Lochem

STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS WEST-FRIESLAND

Beleidsplan Overblijven PCBS De Regenboog

Reglement Tussenschoolse opvang OBS de DIJK

3 Taakbeschrijvingen coördinator, assistent coördinator en overblijfkracht

Regeling en reglement

Formele vaststelling Vastgesteld door het bestuur van VPCO De Viermaster op:

Overblijfreglement Galvanischool

3 Taakbeschrijvingen coördinator, financieel coördinator en overblijfkracht

Activiteitenplan. Medezeggenschapsraad

STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS WEST-FRIESLAND

Protocol Overblijven Obs. De Kern Hardenberg

Jaarplan MR OBS Gieten Inhoud

Reglement Overblijven Daltonschool De Margriet. Begrippen. Artikel 1

Huidige situatie Op de scholen van de Stichting Fluenta is de situatie als volgt.

activiteitenplan MR Ter Tolne

Activiteitenplan Medezeggenschapsraad NHJ-A

MEDEZEGGENSCHAPSRAAD obs Juliana van Stolberg Castricum JAARVERSLAG

Jaarplan 2018/ Medezeggenschapsraad. OBS De Bonckert

OUDERVERENIGING. Basisschool Th. J. Rijken. Hertog Janstraat 16, 5154 AL Elshout KvK

BELEID TUSSENSCHOOLSE OPVANG Geactualiseerd versie d.d. 31 augustus 2015

Succesvol overstappen naar een nieuwe tso

SPOVenray. Organisatiebeleidsplan voor de Tussenschoolse Opvang

Medezeggenschapsraad Informatie

Overblijven/andere schooltijden op de St. Bernadetteschool 2015

Basisschool De Sprankel

Beleidsplan Tussen Schoolse Opvang (TSO) OBS Sjtadssjool

Overblijfkracht Vrijwilligers die tegen een onkostenvergoeding de TSO begeleiden.

REGLEMENT TUSSENSCHOOLSE OPVANG (TSO) T.B.V. RKBS DE RUIF

Reglement T.S.O. stichting P.C.P.O. De Vier Windstreken Versie: 13 september 2011

Managementstatuut van Stichting Lijn 83 primair onderwijs

MR werkplan. o.b.s. de Wezeboom WERKPLAN MR

Activiteitenplan MR Ter Tolne

Informatieblad. De belangrijkste punten op een rij INFOBLAD TUSSENSCHOOLSE OPVANG (OVERBLIJVEN) Inhoudsopgave

Huishoudelijk regelement Oudervereniging Basisschool De Vlasbloem

Jaarverslag Medezeggenschapsraad Theo Thijssenschool Schooljaar

Activiteitenplan Medezeggenschapsraad

Jaarprogramma Medezeggenschapsraad (MR)

Managementstatuut. Stichting Invitare Openbaar Onderwijs. Managementstatuut. Zoals vastgesteld. Geldig tot uiterlijk:

verantwoord overblijven

Jaarverslag 2014/2015 Medezeggenschapsraad. Inhoudsopgave. 1. Inleiding Pagina Samenstelling en werkwijze MR Pagina 3

Klachtenregeling. Spectrum-SPCO

Medezeggenschapsraad Josephschool Pijnacker. Jaarverslag

7.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school

1. Aanleiding. 2. De huidige situatie

In deze brief wil ik u uitgebreid informeren over het overblijven, zoals het wordt georganiseerd per augustus 2007.

Activiteitenplan Medezeggenschapsraad Basisschool Matthias 2014/2015

JAARPLAN MR Daltonschool De Meer Van t Hofflaan EP Amsterdam

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs

Broodje SKIK. Reglement tussenschoolse opvang. CBS de Tarissing Oudehaske

Huishoudelijk reglement Oudervereniging KBS De Bolster

Overblijfreglement OBS Molenakker

Activiteitenplan Medezeggenschapsraad Alphense Montessorischool 2008/2009

Andere schooltijden Wat is er al geweest?

MR De Vuurvogel. Waar staat de MR voor? Waar gaat de MR voor?

Jaarplan 2014 / 2015 Medezeggenschapsraad OBS Harlekijn Versie: 1.0

Klachtenbeleid Stichting KOM Kinderopvang

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden

Managementstatuut VO - PO

Overblijfplan CBS De Bron

Overblijfprotocol schooljaar

Jaarplan SOPOH Personeel. Onderwijs. Organisatie. Voor ieder kind het beste bereiken, met passie, plezier en professionaliteit.

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden:

Het bevoegd gezag van de VCOG wordt vertegenwoordigd door de directeur-bestuurder, dhr. E. Vredeveld.

Overblijfkracht: Een vrijwilliger die tegen vergoeding de leerlingen begeleidt tijdens het overblijven.

5.5 Managementstatuut

Het Spectrum Nesselande. MR Jaarplan

Actuele wet- en regelgeving

Jaarverslag Medezeggenschapsraad Anninksschool Schooljaar

Actuele wet- en regelgeving

Overleg met de Toezichthouder

Een klacht, wat nu? Klachtenregeling bestemd voor ouders, voogden, verzorgers en medewerkers

SKPO-gids: Organisatie Handreiking tussenschoolse opvang SKPO / blad 1. Handreiking Tussenschoolse Opvang SKPO. (april 2007)

Reglement functioneringsgesprekken

Klachtenregeling Stedelijk Dalton Lyceum Inleiding. 1 Mondelinge klachten. 2 schriftelijke klachten. 2.1 Interne afhandeling op locatieniveau

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR

Huishoudelijk reglement Medezeggenschapsraad van Bs. St.-Willibrordusschool

Reglement Overblijven Purmerend

MANAGEMENTSTATUUT TABIJN

Continurooster? Voorlichtingsbijeenkomst ouders 28 november 2012

Werkplan. Medezeggenschapsraad

Overblijfprotocol. St. Boter Kaas & Overblijf en Basisschool De Vink. Schooljaar definitieve versie

Beleid Verklaring Omtrent Gedrag

Jaarverslag Medezeggenschapsraad. De Sleutelbloem

Openbare Basisschool De Flint

Jaarverslag MR Guido de Brès Status september 2016: definitief

Interne klachtenregeling

Reglement Tussenschoolse Opvang

Jaarverslag MR de Bongerd

Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland

Reglement Verenigingsmanager NVLF

Jaarplan MR Verburchhof Schooljaar

Huishoudelijk reglement van de Participatieraad Goirle. Inleiding

Reglement voorfase klachtbehandeling H 3 O ten behoeve van het primair en voortgezet onderwijs

Convenant TSO tussen Basisschoolafdeling Brede School Lingewaard en Stichting WASKO

TUSSENSCHOOLSE OPVANG (TSO) BS PANTA RHEI

STATUUT MEDEZEGGENSCHAP LEERRIJK!

Transcriptie:

(Logo bestuur) Geachte lezer, Op 1 augustus 2006 werd ons schoolbestuur, als gevolg van een wijziging in de Wet Primair Onderwijs, verantwoordelijk voor de tussenschoolse opvang (tso) op onze scholen. Destijds zijn de consequenties van die wijziging door een werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers namens de scholen, de overblijfmedewerkers en het centraal management, in beeld gebracht. De opdracht aan de werkgroep was tweeledig: Onderzoek hoe het goede uit de bestaande opvang kan worden behouden. Geef aan hoe de bestuurlijke verantwoordelijkheid op een adequate wijze kan worden ingevuld. Onderliggende voorwaarden bij dit proces waren dat er een breed draagvlak voor de gemaakte keuzes bij alle betrokken partijen moest zijn en dat er voldoende ruimte moest blijven om de tussenschoolse opvang op de individuele scholen een eigen gezicht te kunnen geven. De uitkomsten werden verwerkt in het beleidsplan tussenschoolse opvang, dat op 1 januari 2007 in werking trad. In de tussenliggende jaren is er hard gewerkt om de tussenschoolse opvang verder te verbeteren. Het beleidsplan uit 2007 vormde daarbij het kader. Nu na bijna drie jaar blijkt uit de evaluatie met betrokkenen dat het beleid op enige onderdelen dient te worden aangepast. In samenspraak met een beleidsadviseur van de Vereniging Openbaar Onderwijs zijn deze aanpassingen uitgewerkt en opgenomen in het voorliggende concept beleidsplan. Met vriendelijke groet, (namens het bestuur) Ans Weterings (algemeen directeur). 1

Huidige situatie. Op dit moment wordt de tussenschoolse opvang op de meeste scholen, met behulp van vrijwilligers, in eigen beheer georganiseerd. Op de Voetelinkschool (speciale school voor basisonderwijs) wordt het overblijven geregeld door het schoolteam in samenwerking met studenten van de SPW-opleiding onderwijsassistent. Omdat het overblijven hier integraal deel uitmaakt van de schooldag zijn er voor de leerlingen geen kosten aan verbonden. Op drie scholen is de tussenschoolse opvang uitbesteed aan een externe organisatie (Stichting Kinderdagcentra Zwartewaterland). De scholen hebben in de afgelopen jaren hun organisatie aangepast aan de eisen zoals die beschreven staan in het beleidsplan tussenschoolse opvang. De verschillende situaties waarin de scholen verkeren hebben geleid tot een diverse, maar verantwoorde opvang met een eigen gezicht. Gezien de positieve ontwikkeling van de kwaliteit van de voorziening voor de tussenschoolse opvang binnen de diverse scholen heeft het de voorkeur van betrokkenen de huidige situatie te bestendigen. Hiermee blijft (ook in de toekomst) een ruime inbreng van de direct betrokkenen mogelijk en wordt voorzien in de wens om het eigen karakter op schoolniveau zoveel mogelijk te behouden. Uitgangspunten. Bij het opstellen van het voorliggende beleidsplan tussenschoolse opvang zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: - De organisatie en uitvoering van de tussenschoolse opvang voldoen aan de door de wet gestelde eisen. - Het goede uit de bestaande voorzieningen wordt zoveel mogelijk gehandhaafd. - De bovenschoolse kaders voor de tussenschoolse opvang laten ruimte voor de scholen om een eigen invulling te geven aan de voorziening. - Op alle scholen waar vraag is naar de mogelijkheid het kind te laten overblijven, wordt voorzien in een voor alle ouders toegankelijke opvang. - De voorziening voor tussenschoolse opvang voldoet tenminste aan de in dit beleidsplan gestelde kwaliteitsnormen. - De opzet van de voorziening borgt de continuïteit, ook op de langere termijn. - De exploitatie van de tussenschoolse opvang wordt primair bekostigd uit de bijdrage die de ouders voor het overblijven betalen. - Het tso-budget, dat de overheid via de lumpsum ter beschikking stelt, wordt aangewend voor kwaliteitverbetering (professionalisering van de uitvoerenden, aanpassing van de overblijfruimte), ondersteuning (aanstellen van een bovenschools coördinator) en het oplossen van knelpunten. De inzet van deze middelen wordt besproken met de directies van de scholen en verantwoord naar de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad GMR. 2

De deelgebieden: Organisatie / aansturing: Geredeneerd vanuit de verantwoordelijkheid die het schoolbestuur vanaf 1 augustus 2006 draagt is een heldere, effectieve organisatie en aansturing van belang. Dit komt de transparantie ten goede en maakt de controle op de uitvoering eenvoudiger. Op elke school is een reglement aanwezig waarin de gang van zaken rond de tussenschoolse opvang beschreven staat. In dit reglement komen in elk geval aan de orde: de organisatie van de tso, de aanmelding, de kosten en wijze van betaling, de wijze waarop de verantwoording is geregeld, de registratie van de leerlingen die overblijven, de regels die worden gehanteerd en de wijze waarop de communicatie is geregeld. In alle schoolgidsen is een tekst opgenomen waarin de noodzakelijke elementen (verantwoordelijkheid, aansturing, verantwoording, klachtenregeling, enz.) staan verwoord. Deze tekst kan worden aangevuld met schoolspecifieke informatie. Op elke school, met uitzondering van de scholen waar de tussenschoolse opvang is uitbesteed aan een professionele organisatie voor kinderopvang of door het schoolteam wordt georganiseerd, is een coördinator aanwezig die verantwoordelijk is voor de organisatie en uitvoering van het overblijven op schoolniveau. Tenminste drie keer per jaar is er overleg tussen de tso-coördinator en de directie. De directie neemt aan het begin van het schooljaar het initiatief om deze momenten van overleg te plannen. Als beide partijen geen punten hebben voor een gepland overleg vervalt deze. Uiteraard hoeft door beide partijen niet te worden gewacht tot een dergelijk moment. Een regelmatig (informeel) contact kan bijdragen aan een goede afstemming en komt ten goede aan de kwaliteit van de tso. De directeur maakt de tso van dichtbij mee. Hij kan met zijn kennis en ervaring de coördinator adviseren en ondersteunen. Samen met de bovenschoolse coördinator bewaakt hij de kwaliteit van de tussenschoolse opvang. De bovenschoolse coördinator tussenschoolse opvang voert namens het schoolbestuur het overleg met de belanghebbenden over bovenschoolse zaken ten aanzien van de tso en ondersteunt de directies en tso-coördinatoren bij de uitvoering van het beleidsplan en eventuele veranderingen in de opvang. De bovenschoolse coördinator brengt verslag uit aan de algemeen directeur en draagt zorg voor een eenduidige aanlevering van de financiële en administratieve gegevens. Tevens verzorgt de bovenschoolse coördinator het jaarverslag van de tussenschoolse opvang. De bovenschoolse coördinator heeft een aanstelling voor 8 uur per week. De aard van de werkzaamheden vraagt om een flexibele inzet van de beschikbare uren. De bovenschoolse coördinator beschikt over de benodigde competenties op het vlak van organisatie, communicatie en administratie. De bekostiging van de bovenschoolse coördinator vindt plaats vanuit de middelen die door de overheid voor de tso beschikbaar worden gesteld. Op alle scholen zijn de taken en bevoegdheden van de medewerkers en de coördinator van de tussenschoolse opvang vastgelegd. Voor de bovenschoolse coördinator is op bestuursniveau een taakomschrijving aanwezig. 3

Omvang en continuïteit: De bovenschoolse coördinator zoekt samen met de coördinatoren van de afzonderlijke scholen naar mogelijkheden om nieuwe tso-medewerkers te werven. Tevens wordt er beleid ontwikkeld om het aantrekkelijker maken om tso-medewerker te worden / te blijven. Alle scholen hanteren de landelijke richtlijn van maximaal vijftien leerlingen per overblijfkracht met een minimum van twee aanwezige overblijfkrachten per dag. In die situaties waarin op één dag minder dan tien kinderen van de tso gebruik maken kan worden volstaan met één overblijfkracht, mits er een (schriftelijke) afspraak is met het schoolteam over de aanwezigheid van een leerkracht die als back-up wil functioneren als dat noodzakelijk is. Het is in het belang van de leerlingen te voorkomen dat ongewenste personen binnen de opvang actief worden. Daarom verplicht het schoolbestuur alle tso-medewerkers om een verklaring omtrent gedrag te overleggen. De kosten die hiermee zijn gemoeid worden vergoed door het bestuur (vanuit de door de overheid beschikbaar gestelde vergoeding). Een dergelijke verklaring is voor onderwijsgevenden al verplicht. De verklaringen worden door het stichtingsbestuur centraal bewaard en beheerd. De kosten: De kosten die de organisatie van de TSO op schoolniveau met zich meebrengt (de vergoeding voor de vrijwilligers, administratie, spelmaterialen, knutselmaterialen en eventuele extra s ), worden primair bekostigd vanuit de inkomsten verkregen vanuit de bijdrage die ouders voor de tussenschoolse opvang betalen. Daarnaast ontvangt elke school een vaste vergoeding ( 500,00) uit de lumpsum. Dit bedrag moet worden aangewend voor het verbeteren van de kwaliteit van de opvang. De bijdrage die wordt gevraagd aan de ouders bedraagt minimaal 1,00 en maximaal 2,00 per keer per kind. Aanpassing van de schoolspecifieke bijdrage kan slechts één keer per kalenderjaar plaats vinden en behoeft instemming van de oudergeleding van de MR van de school. Een verhoging mag niet leiden tot een bijdrage die hoger ligt dan het bovenschools vastgestelde maximum. Aanpassing van dat maximum kan alleen met toestemming van de oudergeleding van GMR. Let op: deze bedragen gelden ook voor die situaties waar de tussenschoolse opvang door een externe organisatie wordt verzorgd. Scholen hebben binnen de kaders die het bestuur heeft vastgesteld de ruimte om eigen tarieven te hanteren, maar hebben ook de verplichting voor een dekkende exploitatie te zorgen. Scholen mogen een eigen betalingssysteem voor de bijdrage van de ouders hanteren, zolang dit systeem de betaling waarborgt, transparant is en een goede controle op de administratie mogelijk maakt. De tso-medewerkers en tso-coördinator (op schoolniveau) voeren hun taken uit binnen de kaders van de vrijwilligersvergoeding, zoals die door de overheid is vastgesteld. Dit 4

betekent dat per jaar maximaal 1.500,00 mag worden vergoed aan een persoon, met een maximum van 150,00 per maand. De bekostiging van de overblijfkrachten en overblijfcoördinatie op schoolniveau vindt plaats vanuit de opbrengsten van de ouderbijdrage voor het overblijven. Daarnaast hanteert de belastingdienst een vergoeding van maximaal 4,50 per uur als norm. Een gemiddelde inzet van twee uur per keer betekent dat een bedrag van 9,00 wordt geaccepteerd. Op de scholen van Stichting Op Kop ligt is de totale inzet voor een dag vastgesteld op 2.22 uur. Hierin zijn taken als af- en aanmeldingen, beantwoorden van de telefoon, boodschappen, scholing, enz. opgenomen. Een hoger bedrag dan deze 10,00 per keer is alleen acceptabel als aannemelijk kan worden gemaakt dat de tijdsinvestering van de tso-medewerker daarmee in overeenstemming is. Tso-coördinatoren krijgen op schoolniveau voor het begeleiden van een groep dezelfde vergoeding als andere tso-medewerkers. Daarnaast voeren zij extra taken uit die te maken hebben met de organisatie van de tso. Te denken valt aan administratieve taken, de boekhouding, planning, communicatieve taken, bewaken van de kwaliteit, enz. Voor deze taken wordt een vergoeding verstrekt die is gerelateerd aan de omvang van de overblijfvoorziening: Scholen met gemiddeld minder dan 50 overblijfkinderen per week Scholen met gemiddeld 50 tot 100 overblijfkinderen per week Scholen met gemiddeld 100 tot 150 overblijfkinderen per week Scholen met gemiddeld 150 tot 200 overblijfkinderen per week Scholen met gemiddeld 200 tot 250 overblijfkinderen per week Scholen met gemiddeld meer dan 250 overblijfkinderen per week 10,00 p/m 20,00 p/m 30,00 p/m 40,00 p/m 50,00 p/m 60,00 p/m De genoemde bedragen zijn vergoedingen per maand. Als peildata voor het aantal kinderen zijn twee momenten in het schooljaar gekozen: de eerste maand na de zomervakantie en de maand januari. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de eventuele toename / afname van het aantal leerlingen gedurende het schooljaar. Door de wettelijke eisen die aan de vrijwilligersvergoedingen worden gesteld is een onbeperkte inzet van tso-medewerkers niet mogelijk. Een duidelijke administratie van de uitbetalingen is daarom van groot belang. Om de vergoeding op de verschillende scholen enigszins op elkaar af te stemmen geldt er een minimumvergoeding van 5,00 en een maximum van 10,00 per keer. Deze vergoeding laat bij een gemiddelde inzet van drie per week ook nog enige ruimte voor stimuleringsbeleid. Bovendien kan met deze maximum vergoeding een overblijfkracht gedurende het gehele schooljaar vijftien keer per maand actief zijn. Alle gelden die ten behoeve van de TSO via de lumpsum binnenkomen worden bovenschools beheerd. Hiervan worden alle kosten die de organisatie van de TSO op de scholen met zich meebrengt betaald (bovenschools coördinator, teambuilding, werving en selectie, VOG s, nieuwsbrieven, kwaliteitsverbetering, de vaste jaarlijkse vergoeding per school van 500,- etc). Ook kan het budget worden aangewend voor aanpassingen van de TSO ruimtes of (indien het eigen budget niet toereikend is) aanschaf van meubilair. Scholen moeten hiertoe zelf een verzoek indienen, waarbij de regel wordt gehanteerd dat de helft van de benodigde investering door de school (TSO) zelf wordt betaald. Uiteraard kunnen verzoeken alleen worden ingewilligd als 5

er nog voldoende budget resteert en de school een deugdelijke begroting voor de aanpassing presenteert. Verzoeken worden beoordeeld door de algemeen directeur na overleg met de bovenschools TSO coördinator. De verantwoording: Het afleggen van verantwoording over het gevoerde tso-beleid is een van de aspecten van de schoolbestuurlijke verantwoordelijkheid. Het bestuur verantwoordt zich tegenover de oudergeleding van de GMR. De verantwoording heeft betrekking op het gevoerde (bovenschoolse) beleid, waaronder ook het financiële beleid. Het bestuur doet er verstandig aan zich niet alleen te richten op de GMR, maar ook op andere belanghebbenden (ouders, overblijfkrachten, enz.). Zij kunnen rechtstreeks worden geïnformeerd, maar ook via de eigen school. Dit zou bijvoorbeeld kunnen worden opgedragen aan de overblijfcoördinator of de directie. In die situaties waarin op bestuurs- en/of schoolniveau wezenlijke veranderingen in de tso worden doorgevoerd heeft de oudergeleding van de GMR instemmingsrecht. Als er mogelijk grote gevolgen voor ouders (invoering continurooster, uitbesteding aan een professionele organisatie, enz.) voortvloeien uit een dergelijke verandering, is het aan te bevelen een ouderpeiling te houden. In geval van het aanpassen van de schooltijden (kortere of langere middagpauze) is dat zelfs verplicht..daar waar het gaat om wijzigingen in de tso op schoolniveau, binnen de bovenschools vastgestelde kaders, dan is er sprake van instemmingsrecht van de oudergelding van de MR van die school. In samenspraak tussen de bovenschoolse coördinator en tso-coördinatoren van de scholen is een eenduidige (financiële) registratie ontwikkeld, waarin per dag het aantal kinderen dat gebruik maakt van de tso-voorziening staat opgenomen en het aantal tsomedewerkers dat die dag actief is geweest. De financiële administratie van de tso-voorziening is zo ingericht dat deze volledig transparant is en inkomsten en uitgaven traceerbaar zijn. In de financiële administratie zijn in elk geval de volgende aspecten opgenomen: - een grootboek: overzicht van de (dagelijkse) inkomsten en uitgaven gerelateerd aan de belangrijkste posten; - een overzicht van de uitbetaalde bedragen per jaar per overblijfkracht; - jaaroverzicht / jaarverslag; - een begroting voor het lopende boekjaar. Bij het afsluiten van het boekjaar wordt naast jaarverslag en het financieel verslag over het afgelopen jaar ook een begroting voor het komende boekjaar opgesteld. Het schoolbestuur draagt zorg voor (periodiek) toezicht op de financiële administratie per school. Deze taak is opgedragen aan de bovenschoolse coördinator. De formele controle van de totale financiën op bestuursniveau ligt bij de financiële medewerker van het bestuur. Het schoolbestuur ontwikkelt voorafgaand aan de overdracht van de tussenschoolse opvang aan een externe partij, beleid waarin duidelijk wordt gemaakt binnen welke kaders de opvang dient te worden vormgegeven. Dit beleid wordt contractueel vastgelegd. De externe uitvoerder is gehouden aan de uitvoering van dit beleid. Het 6

schoolbestuur zorgt voor toezicht op een correcte uitvoering. In het contract wordt tevens vastgelegd dat de externe uitvoerder jaarlijks verantwoording aflegt aan het schoolbestuur over de uitvoering van de tussenschoolse opvang en, desgewenst, een toelichting geeft aan de GMR. Daarnaast krijgt de uitvoerende organisatie de verplichting belanghebbenden als ouders, overblijfkrachten, enzovoort, te informeren. De uitvoerenden: Alle tso-medewerkers voeren hun taken uit binnen de kaders zoals deze in de wet en dit beleidsplan staan geformuleerd. Het bestuur heeft het recht te allen tijde in te grijpen als dit uitgangspunt niet wordt nageleefd. Er is een procedure die wordt gehanteerd bij het werven/aanstellen van nieuwe krachten. Bij het aanstellen van nieuwe tso-medewerkers is er sprake van een proefperiode waarin betrokkenen zich een beeld kunnen vormen van het werk en van elkaar. Aan het eind van de proefperiode kunnen beide partijen, eenzijdig, afzien van samenwerking. In de procedure is opgenomen wie de nieuwe kracht tijdens de proefperiode begeleidt en wie het besluit neemt om wel of niet de samenwerking aan te gaan. De bovenschoolse coördinator voert een beleid dat gericht is op het stimuleren en faciliteren van de tso-medewerkers en -coördinatoren om zich verder te professionaliseren. Zij ondersteunt dit beleid in woord en daad, door het beschikbaar stellen van tijd en ruimte en het zorgen voor een inhoudelijk, kwalitatief goed en op de behoefte van de overblijfkrachten afgestemd scholingsaanbod. Ten aanzien van de tso-coördinatoren en hun plaatsvervangers geldt dat zij zich op de benodigde competenties (bij)scholen. Er is een centraal scholingsplan waarvan de inhoud door de bovenschoolse coördinator in samenspraak met de coördinatoren van de scholen wordt samengesteld. Door de scholing centraal te coördineren kan een aanbod op maat worden gecreëerd dat zo veel mogelijk in de eigen omgeving kan worden gevolgd. Voor augustus 2011 is er op elke school een situatie gerealiseerd waarbij er tijdens het overblijven minimaal één geschoolde kracht aanwezig is. Ook is er tenminste één kracht aanwezig die over een ehbo of bhv diploma beschikt. Dit kan ook een leerkracht zijn die zich bereid heeft verklaard als zodanig te willen optreden indien noodzakelijk. De ruimte en de materialen: Het bestuur reserveert, binnen de vergoeding die zij voor het overblijven van de overheid krijgt, budget voor bijvoorbeeld investeringen in het aanpassen van de huisvesting en het professionaliseren van de overblijfmedewerkers. Op schoolniveau zijn de beperkingen van de huidige huisvesting van het overblijven in kaart gebracht. Op basis van deze inventarisatie wordt gekeken hoe, met eenvoudige middelen, verbeteringen kunnen worden gerealiseerd. Het schoolbestuur neemt de wensen van de overblijf mee in haar plannen voor ver- en nieuwbouw. Hierbij dient niet uit het oog te worden verloren dat de middelen die beschikbaar zijn beperkt van omvang zijn. De 7

grote wensen en knelpunten ten aanzien van de overblijfruimte zullen veelal niet (direct) kunnen worden opgelost. Indien scholen van mening zijn dat knelpunten onvoldoende (snel) worden opgelost, kan op schoolniveau worden overwogen de bijdrage van de ouders iets te verhogen om toch voldoende middelen te genereren voor de gewenste aanpassingen. Dit moet echter wel binnen de bovenschools gestelde kaders gebeuren. In het veiligheidsbeleid van de scholen wordt een passage opgenomen over hoe de veiligheid tijdens het overblijven vorm wordt gegeven. Communicatie: Op elke school wordt inhoudelijk overleg tussen coördinator en tso-medewerkers verplicht gesteld, met een minimum van vier keer per jaar. Op bovenschools niveau overleggen de bovenschoolse coördinator en de coördinatoren van de scholen minimaal twee keer per jaar. Het initiatief om deze bijeenkomsten te organiseren ligt bij de bovenschoolse coördinator. Drie keer per jaar vindt er overleg plaats tussen de directie en de coördinator op schoolniveau. Het initiatief voor het plannen van deze bijeenkomsten ligt bij de directeur. (Bovenschools) nieuws over de tussenschoolse opvang wordt opgenomen in de nieuwsbrief van de afzonderlijke scholen. Twee keer per jaar verschijnt er een nieuwsbrief voor alle tso-medewerkers. Deze nieuwsbrief wordt samengesteld door de bovenschoolse tso-coördinator. Scholen zoeken zelf (al of niet begeleid) naar mogelijkheden om de communicatie tussen de tussenschoolse opvang en de ouders te verbeteren. Het gaat hierbij om het informeren van de ouders en het communiceren tussen ouders en tso-medewerkers. Alternatieven Mogelijke alternatieven voor de tussenschoolse opvang door vrijwilligers zijn het werken met een continurooster, of het (voor een deel) werken met professionele krachten. Beide mogelijkheden hebben zo hun eigen voor- en nadelen, die eerst goed in beeld gebracht en op draagvlak bij betrokkenen onderzocht moeten worden. Het continurooster heeft bijvoorbeeld te maken met beperkingen vanuit de Arbowetgeving, die de inzet van onderwijzend personeel tijdens de middagpauze bijna onmogelijk maakt, en met de Wet Medezeggenschap Onderwijs, waarin de aanpassing van de schooltijden als onderdeel van medezeggenschap wordt benoemd. Tevens kan er bij een continurooster geen verplichte bijdrage voor de opvang aan de ouders worden gevraagd. Daarmee zal het buitengewoon lastig worden om voldoende vrijwilligers te vinden die bereid zijn de opvang uit te voeren. Overigens geldt ook bij het werken met een continurooster de scholingseis van minimaal 50% geschoolde personen die belast zijn met het toezicht op de leerlingen tijdens de middagpauze. Het is aan het bestuur en de oudergeleding van de medezeggenschapsraad om vast te stellen wat de omvang van deze scholing moet zijn. 8

Het werken met een continurooster wordt toegestaan, zo lang de invulling geschiedt binnen de bovenschoolse kaders. School voor speciaal basisonderwijs Op de school voor speciaal basisonderwijs wordt de huidige wijze van tussenschoolse opvang voortgezet. De door de rijksoverheid beschikbaar gestelde middelen die het mogelijk maken om extra uren onderwijsondersteuning in te zetten, worden onverkort doorgegeven aan de school. Bijlage organisatie, taken en bevoegdheden Organogram: Schoolbestuur Oudergeleding GMR bovenschoolse coördinator tussenschoolse opvang coördinator coördinator coördinator coördinator coördinator coördinator school 1 school 2 school 3 school.. school.. school Schoolbestuur: Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de tussenschoolse opvang zoals deze op de onder haar gezag ressorterende scholen wordt vormgegeven. Zij kan het toezicht op de inrichting en uitvoering van het overblijven uitbesteden aan een externe organisatie, bijvoorbeeld een stichting voor kinderopvang. Het schoolbestuur is er voor verantwoordelijk dat de uitvoering van de tussenschoolse opvang binnen de door de wet gestelde kaders plaatsvindt. Uit dien hoofde kan het schoolbestuur een eigen afweging maken over het voorgenomen beleid, welke zij vervolgens voorlegt aan de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Het schoolbestuur kan de verantwoordelijkheid voor de uitvoering uitbesteden aan een externe partij. In het contract dat het bestuur met deze partij sluit dienen afspraken te worden gemaakt over de kaders waarbinnen de uitvoering vorm moet krijgen en de middelen die daartoe beschikbaar worden gesteld. 9

Het schoolbestuur heeft een bovenschoolse coördinator in dienst, die het schoolbestuur, de coördinatoren en directies op de scholen adviseert en ondersteunt. Het schoolbestuur legt jaarlijks verantwoording af aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad door het aanleveren van een jaarverslag, een financieel jaarverslag en een begroting voor het nieuwe jaar. Indien gewenst wordt een toelichting op deze stukken verzorgd. Bovenschoolse coördinator: Het schoolbestuur stelt een bovenschools coördinator aan die namens haar toezicht houdt op de inrichting en uitvoering van de tussenschoolse opvang op de individuele scholen. Deze coördinator bespreekt met de directeur van de school de invulling van de tussenschoolse opvang (binnen de bovenschoolse kaders) en overlegt met de tso-coördinatoren van de verschillende scholen over hoe zaken die alle scholen betreffen: (financiële) administratie, werving en selectie, scholing, informatie schoolgids, enz., efficiënt kunnen worden aangepakt Zij adviseert het schoolbestuur over de bovenschoolse kaders en ondersteunt de coördinatoren van de scholen bij de invoering en uitwerking ervan. Tevens voert de bovenschoolse coördinator de controle uit op de (financiële) administratie van de tso op de scholen en draagt zij zorg voor een eenduidige aanlevering van gegevens en schrijft het jaarverslag. De bovenschoolse coördinator rapporteert aan de algemeen directeur van het schoolbestuur. Coördinator: Op elke school is een tso-coördinator actief die is belast met de organisatie van de uitvoering en de aansturing van de overblijfkrachten in de dagelijkse praktijk. De coördinator participeert in het bovenschoolse coördinatorenoverleg en draagt zorg voor de aanlevering van de schoolspecifieke (administratieve) gegevens aan de bovenschoolse coördinator. Tevens is de coördinator het aanspreekpunt voor tso-medewerkers, ouders en leerkrachten die vragen hebben over de tussenschoolse opvang. Omwille van de continuïteit wordt aanbevolen om op elke school in een plaatsvervanger van de coördinator te voorzien. Directeur: De directeur van de school moet in de praktijk zo min mogelijk werk hebben aan de tussenschoolse opvang. Toch is de directeur, als verlengstuk van het schoolbestuur, (mede) verantwoordelijk voor de invulling en uitvoering op schoolniveau. De directeur wordt door het bestuur belast met het voorleggen en afhandelen van wijzigingsvoorstellen over het overblijven aan de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. Uiteraard kan de directeur, vanuit de eigen verantwoordelijkheid, het bestuur rechtstreeks over zaken adviseren. Geschillen: Indien een geschil ontstaat tussen het schoolbestuur en de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad over aanpassing van de bovenschoolse kaders 10

dan moet een dergelijk geschil, indien het onderling niet kan worden opgelost, door het schoolbestuur worden voorgelegd aan de landelijke geschillencommissie medezeggenschap. Dit geldt ook indien er een geschil ontstaat tussen het schoolbestuur en de oudergeleding van de medezeggenschapsraad op een school over een aanpassing van de schoolspecifieke invulling van het overblijven. Uitspraken van de geschillencommissie zijn bindend. Klachten: Klachten over het overblijven vallen per 1 augustus 2006 onder de klachtenregeling voor het onderwijs. De klachtenprocedure en de gegevens van de klachtencommissie zijn opgenomen in de schoolgids. Bijlage Taakbeschrijvingen Het schoolbestuur: draagt zorg voor het aanwezig zijn van een voorziening voor tussenschoolse opvang op elke school waar dat door de ouders wordt gewenst; zorgt voor bovenschoolse kaders waarbinnen de tussenschoolse opvang plaats vindt; verantwoordt zich over het tso-beleid en de uitvoering ervan tegenover de GMR; draagt zelf verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de tussenschoolse opvang of besteedt deze uit aan een externe organisatie; zorgt voor toezicht op de kwaliteit van de uitvoering van de tso, zoals deze in de bovenschoolse kaders is geformuleerd; maakt beleid voor kwaliteitsverbeterende maatregelen ten behoeve van de tso; stuurt de bovenschoolse coördinator aan; De bovenschoolse coördinator: houdt toezicht op het inrichten en uitvoeren van de tso binnen de bestuurlijke kaders, op de individuele scholen; voert zo vaak als nodig, maar minimaal vier keer per jaar, overleg met coördinatoren van de scholen over thema s als (financiële) administratie, werving en selectie, scholing, het informeren van ouders via de schoolgids, enz. en stemt de invulling van het beleid, voor zover nodig, af; adviseert en ondersteunt coördinatoren en directies; rapporteert aan het schoolbestuur; voert controle uit op de (financiële) administratie van de tso van de verschillende scholen en ordent deze gegevens op bestuursniveau; levert de financiële gegevens van de tso voor de jaarrekening van het bestuur aan; schrijft de paragraaf over de tso voor het jaarverslag; volgt regelmatig scholing op het gebied van (financiële) administratie, organisatie en personeel; schrijft teksten voor nieuwsbrieven en schoolgidsen voor zover het gaat om bovenschoolse aangelegenheden; inventariseert de scholingsbehoefte onder de tso-medewerkers en draagt vervolgens zorg voor een passend scholingsaanbod. Geplande inzet (indicatief): 11

- overleg met coördinatoren: 20 uur (inclusief voorbereiding en verslag) - overleg met overblijfcommissies: 36 uur - ondersteuning coördinatoren en overblijfcommissies: 112 uur - rapportages aan schoolbestuur: 16 uur - uitvoeren controle op (financiële) administratie: 56 uur - aanleveren financiële gegevens voor jaarrekening: 16 uur - schrijven jaarverslag: 16 uur De uren kunnen flexibel worden ingezet. In de beginfase zal waarschijnlijk meer tijd nodig zijn dan later in het jaar. De tso-coördinator: draagt zorg voor een goede organisatie en uitvoering van de tso op schoolniveau; geeft leiding aan de tso-medewerkers; is verantwoordelijk voor de (financiële) administratie van de tso op schoolniveau en levert de benodigde gegevens aan bij de bovenschoolse coördinator; overlegt met de directie van de eigen school; neemt deel aan de bovenschoolse bijeenkomsten over de tso; bereidt (de agenda van) de vergaderingen met de tso-medewerkers voor en leidt deze; is het aanspreekpunt voor ouders, tso-medewerkers en leerkrachten die vragen hebben over de tso; volgt regelmatig scholing op het gebied van administratie, organisatie en personeel. De directeur: vertegenwoordigt het schoolbestuur betreffende de tso op het niveau van de eigen school; legt (namens het bestuur) eventuele schoolspecifieke wijzigingsvoorstellen over de tso voor aan de oudergeleding van de medezeggenschapsraad; draagt als beheerder van het gebouw zorg voor een adequate invulling van het veiligheidsbeleid (ehbo/bhv). overlegt met tso coördinator van eigen school De tso-medewerkers: zorgen voor een adequate uitvoering van de tso; voeren de werkzaamheden uit zoals vastgelegd in het tso-reglement; functioneren binnen de door het bestuur opgestelde kaders voor de tso en de nadere invulling ervan door de school; aanvaarden leiding van de coördinator en (betreffende veiligheid) de directeur van de school; staan open voor initiatieven die de professionaliteit en kwaliteit bevorderen. 12

De oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad: beoordeelt voorgenomen beleid, met betrekking tot schooloverstijgende zaken rond de tso, van het schoolbestuur en reageert binnen de daar voor geldende termijnen; voorziet haar reactie op het voorgenomen beleid van argumentatie. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad: beoordeelt voorgenomen beleid, met betrekking tot de schoolspecifieke invulling van de tso, van het schoolbestuur en reageert binnen de daarvoor geldende termijnen; voorziet haar reactie op voorgenomen beleid van argumentatie. Bijlage Werving en selectie / stimuleringsbeleid : Om de continuïteit van de voorziening te bewaken is het van belang tijdig, gerichte maatregelen te treffen om de kwantiteit en kwaliteit van de tso-medewerkers op peil te houden. Om dit te realiseren kan worden gedacht aan aspecten met betrekking tot de werving, zoals: - het direct benaderen van nieuwe ouders; - het benutten van netwerken van ouders en leerkrachten; - het actief benaderen van studenten, senioren, enz.; - het plaatsen van een oproep via de vrijwilligersvacaturebank; - het onderzoeken van de mogelijkheid van werkervaringsplaatsen via de sociale dienst; - adverteren in het plaatselijke nieuwsblad. Om het aantrekkelijk te maken voor mensen om zich als tso-medewerker beschikbaar te stellen / te blijven moeten maatregelen worden getroffen die daaraan bijdragen. Hierbij kan gedacht worden aan maatregelen als: - het voorzien in een duidelijke taakbeschrijving; - het opstellen en uitvoeren van een inwerkplan, waarin de duur en wijze van begeleiding is opgenomen; - het bieden van scholingsmogelijkheden; - het zorgdragen voor een prettige werksfeer en werkomstandigheden. Bij nieuwe tso-medewerkers wordt op alle scholen volgens dezelfde lijn gewerkt. Zo wordt er op alle scholen een proefperiode van twee maanden in acht genomen. Aan het eind van de proefperiode kunnen beide partijen, eenzijdig, afzien van verdere samenwerking. Verder wordt duidelijk aangegeven wie de nieuwe kracht tijdens de proefperiode begeleidt, wat die begeleiding inhoudt en wie het besluit neemt over de eventuele voortzetting van de samenwerking. Om problemen op een specifieke school te voorkomen kan ook aan (niet schoolgebonden) tso-medewerkers worden gevraagd of zij bereid zijn om in geval van nood ook (tijdelijk) op een andere school te worden ingezet. 13

14