DE TOEPASSING IN BELGIË VAN DE EUROPESE IPR-VERORDENINGEN
Het Centrum voor Beroepsvervolmaking in de Rechten (CBR) is een feitelijk samenwerkingsverband tussen de Raad van de Orde der Advocaten bij de balie te Antwerpen en de faculteit Rechten van de Universiteit Antwerpen. Het CBR organiseert postacademische vorming voor al wie in de praktijk wordt geconfronteerd met de toepassing van het recht. De doelgroep van het CBR bestaat dan ook voornamelijk uit praktijkjuristen, onder wie zowel juristen in de strikte betekenis (qua opleiding) als juridische medewerkers in de ruime opvatting (qua professionele activiteiten). Een stuurgroep waarin de verschillende juridische beroepsgroepen vertegenwoordigd zijn, adviseert het CBR bij de opstelling van zijn jaarprogramma. De Raad van Bestuur werkt de door de stuurgroep geselecteerde suggesties verder uit tot een vast jaarprogramma van zes studieavonden en drie workshops. Met dit jaarprogramma streeft het CBR naar een harmonisch evenwicht tussen uiteenzettingen over nieuwe wetgeving enerzijds en een overzicht van de ontwikkelingen in rechtspraak en rechtsleer anderzijds. Samenstelling stuurgroep van het CBR Luc Baetens, Steven Brouwers, Pascale Buyck, Ilse Couwenberg, Koen Lips, Luc Demeyere, Johan du Mongh, Jan Ghysels, Yves Liégeois, Jan Meerts, Eric Michoel, Joëlle Rozie, Stefan Rutten, Dirk Scheers, Kris Slabbaert, Ferdi Spanoghe, Dirk Torfs, Luc Truyens, Anton Van Bael, Nadia Van Baelen, Anne Van Regenmortel, Dirk Vanheule en Thierry Vansweevelt. Samenstelling Raad van Bestuur CBR Steven Brouwers, Pascale Buyck, Jan Ghysels, Jan Meerts, Joëlle Rozie, Stefan Rutten, Dirk Vanheule en Anne Van Regenmortel.
DE TOEPASSING IN BELGIË VAN DE EUROPESE IPR-VERORDENINGEN Thalia Kruger Onderzoeksgroep Persoon en Vermogen, Universiteit Antwerpen Honorary Research Associate, Universiteit van Kaapstad m.m.v. Eline Ulrix Onderzoekster in het EUPILLAR project advocaat-stagiair Allen & Overy (Brussel) Antwerpen Cambridge
De toepassing in België van de Europese IPR-verordeningen Thalia Kruger m.m.v. Eline Ulrix 2016 Intersentia en Thalia Kruger & Eline Ulrix Antwerpen Cambridge www.intersentia.be ISBN 978-94-000-0804-5 D/2016/7849/115 NUR 828 Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van de tekst bestede zorg, kunnen noch de auteurs noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige fout die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.
De auteur bedankt Eric Somers en Fieke van Overbeeke voor hulp bij de taalverzorging en referenties.
INHOUD 1. Inleiding.......................................................... 1 2. Brussel I.......................................................... 3 2.1. Internationale bevoegdheid........................................ 3 2.1.1. Exclusieve bevoegdheidsgronden............................. 3 2.1.2. Stilzwijgende aanvaarding van de bevoegdheid door de verweerder................................................ 5 2.1.3. Beschermde partijen........................................ 6 A. Consumentencontracten................................. 6 B. Arbeidscontracten....................................... 7 C. Verzekeringscontracten.................................. 9 2.1.4. Forumbedingen........................................... 10 A. Algemeen............................................. 10 B. Schriftelijke overeenkomst............................... 10 C. Handelswijze gebruikelijk tussen de partijen............... 12 D. Gewoonte in de internationale handel..................... 13 E. Taal: geen vormvereiste................................. 14 2.1.5. Bijzondere bevoegdheidsgronden: verbintenissen.............. 14 A. Kwalificatievraag....................................... 15 B. Contracten............................................ 16 C. Onrechtmatige daad.................................... 19 2.1.6. Bijzondere bevoegdheidsgronden: meerdere verweerders of meerdere vorderingen...................................... 20 2.1.7. Voorlopige maatregelen.................................... 21 2.1.8. Ambtshalve toetsing van de internationale bevoegdheid bij een afwezige verweerder.................................... 22 2.1.9. Parallelle procedures....................................... 23 2.2. Erkenning en uitvoerbaarheid..................................... 23 2.2.1. Openbare orde............................................ 24 2.2.2. Betekening en verstekvonnissen............................. 25 2.2.3. Afgifte van een certificaat.................................. 25 2.2.4. Bewarende maatregelen bij uitvoering........................ 25 Intersentia vii
De toepassing in België van de Europese IPR-verordeningen 3. Brussel IIbis...................................................... 27 3.1. Toepassingsgebied............................................... 27 3.2. Internationale bevoegdheid....................................... 30 3.2.1. Huwelijksbeëindiging...................................... 30 A. Algemeen............................................. 30 B. Gewone verblijfplaats................................... 31 C. Echtscheiding tussen personen van hetzelfde geslacht....... 36 3.2.2. Ouderlijke verantwoordelijkheid............................ 37 A. Algemeen............................................. 37 B. Gewone verblijfplaats van een kind....................... 37 C. Prorogatie van internationale bevoegdheid................ 39 D. Doorverwijzing van internationale bevoegdheid............ 41 3.2.3. Internationale kinderontvoering............................ 42 A. Algemeen............................................. 42 B. Terugkeerprocedure.................................... 43 C. Terugkeerprocedure onder Brussel IIbis en tweedekansprocedure............................................. 44 3.2.4. Voorlopige maatregelen.................................... 46 3.2.5. Litispendentie............................................. 47 3.3. Erkenning en uitvoerbaarheid..................................... 48 3.4. Toekomstblik................................................... 49 3.4.1. Huwelijksontbinding...................................... 49 3.4.2. Ouderlijke verantwoordelijkheid............................ 50 3.4.3. Internationale kinderontvoering............................ 50 4. Onderhoudsverordening........................................... 53 4.1. Toepassingsgebied............................................... 53 4.2. Internationale bevoegdheid....................................... 54 5. Conclusie........................................................ 57 viii Intersentia