O.C.M.W.- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING AFDELING: DIENST: FUNCTIEBENAMING: WOONZORGCENTRUM KEUKEN hulpkok(kin) 1. Plaats in de organisatie De hulpkok(kin) ressorteert onder de kok(kin) en werkt samen met het voltallig keukenteam. 2. Functie-analyse 2.1. Doelstelling van de functie De hulpkok(kin)staat mee in voor de zorg voor gezonde, gevarieerde en verzorgde maaltijden voor de bewoners en personeelsleden, in een hygiënische omgeving. 2.2. Inhoud van de functie De functie houdt volgende taken in. 1. Ondersteunt de kok bij de voorbereiding van de voedingswaren en de maaltijden. Het gaat hier zowel om warme maaltijden, als broodmaaltijden. 2. Zorgt ook zelf voor de bereiding van de maaltijden, vnl. in de weekends. Daarbij draagt de hulpkok(kin) zorg voor de kwaliteit van de bereiding en de correcte portionering van de maaltijden. 3. Heeft oog voor de naleving van de HACCP-regels. 4. Onderhoudstaken.:helpt bij het onderhoud van de keuken en de afwas. 5. De hulpkok vervangt de kok(kin) in geval van afwezigheid. 6. Neemt deel aan bijscholingen en periodiek teamoverleg. 2..3. Aard van de functie 2.3.1. Verantwoordelijkheidsdomein Instaan voor verzorgde, evenwichtige, afwisselende en gezonde maaltijden volgens de onderrichtingen van de kok(kin).
Mee verantwoordelijk voor de gedelegeerde taken i.v.m. de organisatie van de keuken (bvb. bij afwezigheid van de kok(kin).) Mee instaan voor de orde, netheid, hygiëne van de infrastructuur en de zijn/haar opgelegde taken.
2.3.2. Specifieke moeilijkheidsgraad Blijvend oog hebben voor orde en netheid. Fysieke werkomstandigheden: hoge temperaturen. Tijdsdruk. 2.3.3. Contacten De voornaamste contacten zijn deze met de collega s in de keuken en de kok(kin). In geval van afwezigheid van de kok(kin) behoren ook de contacten met leveranciers tot de functie. Verrruimende bepalingen Op verzoek van de leidinggevende en in het belang van de goede werking van het O.C.M.W., kan de hulpkok(kin) ingeschakeld worden voor gelijkaardige taken zonder dat de hoofdopdracht in het gedrang komt.
2.4. Functieprofiel 2.4.1. Taakaspecten - Vakkennis: Grondige kennis van voedingsleer en verschillende kooktechnieken. Grondige kennis van de hygiëne m.b.t. huishoudelijke taken, in het bijzonder m.b.t. de HACCP-regels. Kennis van onderhoudsmaterialen,-producten, -technieken. Kennis van het onderhoud van diverse materialen. Basiskennis ergonomisch werken op de werkvloer. Basiskennis van de werking en doelstelling van het O.C.M.W. - Technische vaardigheden: De aangehaalde vakkennis goed in praktijk kunnen omzetten. - Gebruik van uitrusting en/of materiaal Kunnen hanteren van diverse keukenmachines en apparatuur. - Probleemoplossing: Praktische problemen zelf kunnen oplossen. Doorspelen van problemen die betrokkene niet zelf kan oplossen naar de leidinggevende of de juiste dienst/persoon binnen het O.C.M.W. - Systematiek in het werk: De keukenwerkzaamheden op een planmatige manier uitvoeren (in juiste volgorde, met juiste frequentie, ). 2.4.2. Persoonlijke vaardigheden - Zelfstandigheid: Zelfstandig kunnen functioneren. - Verantwoordelijkheid: Instaan voor verzorgde, evenwichtige, afwisselende en gezonde maaltijden volgens de onderrichtingen van de kok(kin). Voor een nette, verzorgde en hygiënische omgeving en voor het correct uitvoeren van opgedragen taken. Zich houden aan de richtlijnen van de kok(kin). - Aanpassingsvermogen: Kunnen omgaan met werkdruk en kunnen werken onder tijdsdruk. Flexibiliteit inzake schommelingen in de werkdruk. - Kunnen omgaan met positieve en negatieve feedback. - Nauwkeurigheid: Is ordelijk, net en hygiënisch ingesteld. Heeft oog voor een correcte portionering.
Geeft correcte informatie door aan het diensthoofd. - Werktempo: Verricht de taken in een aanvaardbare tijdspanne. - Initiatief nemen - Dynamisch zijn: geen afwachtende houding aannemen, maar starten of actie nemen. 2.4.3. Cliëntvaardigheden - Cliënttevredenheid: Zich bvb. bij klachten kunnen in de plaats stellen van de klager/benadeelde partij. 2.4.4. Organisatie-vaardigheden - Aangepast voorkomen en gedrag: Rekening houden met het beroepsgeheim. Een verzorgd uiterlijk vertonen. - Bijdrage tot samenwerking: Zich constructief opstellen t.a.v. de collega s en het diensthoofd. - Zorg voor werkmateriaal: Springt zorgvuldig om met de toebedeelde werkmaterialen. - Engagement in de organisatie - Zich loyaal opstellen t.a.v. het O.C.M.W. - Bezorgd zijn om het positief imago van het O.C.M.W. - Heeft in de organisatie een sterke bekommernis om eigen en andermans veiligheid.
3. Benoemings- & aanwervingsvoorwaarden Wordt begeven bij aanwerving bevordering of interne personeelsmobiliteit. Overeenkomstig de modaliteiten uiteengezet in de rechtspositieregeling van het WZCpersoneel. 4. Functiewaarderingsniveau - Niveau: D. - Weddeschaal: D1 - D3. 5. Specifieke beoordelingscriteria Eerste beoordelaar: kok(kin) Tweede beoordelaar: directeur wzc