SUBSIDIEREGLEMENT SOCIAAL CULTURELE VERENIGINGEN STAD BERINGEN Deel I: Werkingssubsidies Artikel 1 Binnen de perken van de kredieten die elk jaar op de begroting voorzien worden en volgens artikel 7 van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid, worden er werkingssubsidies verleend aan verenigingen die voor 1 juli van het jaar, voorafgaand aan het begrotingsjaar, erkend zijn volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgesteld. Artikel 2 Verenigingen, adviesraden en organisaties die subsidies via een ander gemeentelijk reglement verkrijgen of genieten van andere financiële ondersteuning van een overheid komen niet in aanmerking, met uitzondering van projectsubsidiëring. Artikel 3 Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van een werkingssubsidie moet de vereniging, na verificatie van de stedelijke cultuurdienst en na advies van de stedelijke cultuurraad en de stedelijke cultuurdienst, erkend worden door het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen doet binnen de drie maanden na de uiterste indiendatum uitspraak over elke aanvraag tot erkenning mits de aanvrager voldoet aan volgende voorwaarden: a) lid zijn van de stedelijke cultuurraad van Beringen; b) opgericht zijn door uitsluitend private personen die geen beroeps-, winst- of handelsdoeleinden hebben; c) minstens twee jaar bestaan (eventuele aanvulling: minstens 1 of 2 jaar lid zijn v. CR?) d) de werking van de vereniging dient hoofdzakelijk gericht te zijn op het Beringse gemeenschapsleven; e) jaarlijks voor 1 maart volgende documenten indienen bij de stedelijke cultuurdienst: een werkings- of activiteitenverslag waaruit blijkt dat er minimaal 3 bestuursvergaderingen en minstens 4 activiteiten gedurende het voorbije kalenderjaar zijn doorgegaan die behoren tot de in f) opgesomde categorieën. Een kalenderjaar loopt van 1 januari t.e.m. 31 december. Bij de opgegeven activiteiten dient vermeld te worden of het gaat om een actieve of passieve deelname aan een activiteit. Onder actieve deelname wordt verstaan dat de vereniging organisator is of een actieve medewerking verleent. Onder passieve deelname wordt verstaan dat de vereniging aanwezig is zonder zelf een inhoudelijke inbreng te doen; op vraag van de stedelijke cultuurdienst een verantwoording van de wijze van aanwenden van de toegekende subsidies van het afgelopen kalenderjaar aan de hand van een verslag van inkomsten en uitgaven en de nodige financiële bewijsstukken (facturen en kassatickets). De toegekende subsidies dienen aangewend te worden voor sociaal-culturele doeleinden beschreven onder de in 2
f) opgesomde categorieën. Per jaar vraagt de stedelijke cultuurdienst willekeurig bij minstens 20 verenigingen deze verantwoording op; de statuten en/of het huishoudelijk reglement. Uitzondering: indien de statuten voorheen reeds ingediend zijn bij de stedelijke cultuurdienst en ze sedertdien niet meer gewijzigd zijn, moeten ze niet opnieuw ingediend worden tenzij op uitdrukkelijke vraag; de doelstellingen, samenstelling van het bestuur, het aantal leden en de omvang van het bereikte publiek. f) activiteiten organiseren voor haar leden of voor een breed publiek en zich richten op volgende categorieën: Categorie 1: verenigingen gericht op algemene vrijetijdsbesteding: hieronder ressorteren hobbyverenigingen, verzamelclubs, dansverenigingen, zangkoren, muziekverenigingen, fotoclubs, ouderverenigingen, verenigingen voor autozoektochten, reisverenigingen, carnavalverenigingen, schuttersverenigingen die cultureel erfgoed bewaren Categorie 2: gepensioneerdenbonden en verenigingen gericht op sociale en/of culturele vorming en/of hulpverlening: hieronder ressorteren bonden voor gepensioneerden, volkstuinontwikkeling, ontwikkelingshulp via missiecomité s, sociaalcultureel vormingswerk, ideologische verenigingen, filosofische verenigingen en informatieverstrekkende verenigingen, zelfhulpgroepen, radio-omroepen, lokale TVstations, bibliotheken en discotheken en soortgelijke diensten, gezinsbonden, Verenigingen gericht op algemene vrijetijdsbesteding op voorwaarde dat zij kunnen aantonen dat er jaarlijks minstens twee verschillende voor een breed publiek bestemde vormingsactiviteiten georganiseerd worden op het grondgebied van Beringen waarvan de vereniging hoofd- of evenwaardige medeorganisator is. Verenigingen die zich richten op amateurkunsten en verenigingen met louter cultuurscheppende, cultuurbevorderende en cultuurbewarende activiteiten op voorwaarde dat zij kunnen aantonen dat er jaarlijks minstens 100 uren deelnemersoefeningen plaatsvinden en er jaarlijks minstens één voor een breed publiek bestemde culturele activiteit georganiseerd wordt op het grondgebied van Beringen waarvan de vereniging hoofd- of evenwaardige medeorganisator is. Activiteiten die onderdeel uitmaken van een gesubsidieerd project in het kader van deel II van dit reglement komen niet in aanmerking. Activiteiten met een in hoofdzaak commercieel karakter komen eveneens niet in aanmerking. Categorie 3: verenigingen met specifiek humanitaire doelstellingen en verenigingen ter nagedachtenis van de wereldoorlogen: hieronder ressorteren het Rode Kruis, het Vlaamse Kruis, ziekenzorgorganisaties, armoedezorgorganisaties zoals OpenHart, Diabetes Liga, De Draaischijf en Sint Vincentius, bonden voor weggevoerden Categorie 4: verenigingen die zich richten op amateurkunsten en verenigingen met louter cultuurscheppende, cultuurbevorderende en cultuurbewarende activiteiten: hieronder ressorteren kunstkringen, theatergezelschappen, toneelverenigingen, literatuurgenootschappen, heemkundige kringen, foto- en videoclubs, zangkoren Deze categorie stelt als voorwaarde dat er jaarlijks minstens 100 uren deelnemersoefeningen plaatsvinden en er jaarlijks minstens 2 verschillende voor een breed publiek bestemde culturele activiteiten georganiseerd worden op het grondgebied van Beringen waarvan de vereniging hoofd- of evenwaardige medeorganisator is. Activiteiten die onderdeel uitmaken van een gesubsidieerd project in het kader van deel II van dit reglement komen niet in aanmerking. Activiteiten met een in hoofdzaak commercieel karakter komen eveneens niet in aanmerking. 3
Categorie 5: nationale strijdersbonden: op voorwaarde dat deze participeren aan de manifestaties die ter gelegenheid van 21 juli, 11 november, 15 november, bevrijdingsfeesten, herinneringen aan het bombardement van 12 mei e.a. nationale plechtigheden georganiseerd worden. Categorie 6: harmonieën en fanfares: op voorwaarde dat er jaarlijks minstens 100 uren deelnemersoefeningen plaats vinden, er jaarlijks minstens 2 verschillende voor een breed publiek bestemde activiteiten georganiseerd worden op het grondgebied van Beringen waarvan de vereniging hoofd- of evenwaardige medeorganisator is en op voorwaarde dat zij in traditioneel fanfare- of harmoniekostuum op vraag van het stadsbestuur Beringen mee opstappen tijdens vaderlandslievende plechtigheden in de stad Beringen (zie opsomming cat. 5). Activiteiten die onderdeel uitmaken van een gesubsidieerd project in het kader van deel II van dit reglement komen niet in aanmerking. Activiteiten met een in hoofdzaak commercieel karakter komen eveneens niet in aanmerking. Behoren niet tot het sociaal cultureel verenigingsleven: comités die volksspelen organiseren n.a.v. jaarlijkse kermissen, comités die voor een éénmalige activiteit opgericht worden, jeugdverenigingen, sportverenigingen, buitenschoolse opvang, politieke partijen, vakbonden, mutualiteiten, beroepsverenigingen die sociaal culturele activiteiten organiseren, werkgroepen of deelverenigingen en verenigingen gericht op cultusbeoefening. Indien het college van burgemeester en schepenen het advies van de stedelijke cultuurraad inzake de erkenning van een vereniging niet volgt, dient het dit te motiveren. Artikel 4 De door het college van burgemeester en schepenen erkende verenigingen, kunnen jaarlijks een subsidiebedrag krijgen na indiening van de onder art. 3, e) vereiste stukken op basis van de in art. 3, f) opgesomde categorieën. De aanvragende vereniging duidt op het aanvraagformulier aan tot welke categorie de vereniging behoort. De aanvraag tot erkenning en subsidiëring als sociaal-culturele vereniging moet gebeuren op de daartoe voorziene aanvraagformulieren. Deze formulieren zijn te bekomen bij de cultuurdienst, Casino, Kioskplein 25, 3582 Beringen, 011/45 03 10, via e-mail: cultuur@beringen.be of via www.beringen.be. De aanvraag tot erkenning en subsidiëring als sociaal-culturele vereniging dient uiterlijk voor 1 maart van het lopende kalenderjaar bezorgd te worden aan: Cultuurdienst Beringen, Casino, Kioskplein 25, 3582 Beringen of via e-mail verstuurd te worden naar cultuur@beringen.be. 4
Artikel 5 Het jaarlijks subsidiebedrag is afhankelijk van de categorie waaronder de vereniging overeenkomstig art. 3, f) ressorteert. Per categorie wordt volgend subsidiebedrag vastgesteld: Categorie 1: Categorie 2: verenigingen gericht op algemene vrijetijdsbesteding ontvangen een subsidie van 100 EUR per jaar. gepensioneerdenbonden en verenigingen gericht op sociale en/of culturele vorming en/of hulpverlening ontvangen 150 EUR per jaar. Categorie 3: verenigingen met specifiek humanitaire doelstellingen en verenigingen ter nagedachtenis van de wereldoorlogen ontvangen 375 EUR per jaar. Categorie 4: Categorie 5: Categorie 6: verenigingen die zich richten op amateurkunsten en verenigingen met louter cultuurscheppende, cultuurbevorderende en cultuurbewarende activiteiten ontvangen 400 EUR per jaar. nationale strijdersbonden ontvangen 500 EUR per jaar. harmonieën en fanfares ontvangen 2000 EUR per jaar. Bovenop deze subsidie per categorie ontvangen verenigingen met meer dan 75 leden jaarlijks een bijkomende subsidie van 25 EUR. Bovenop deze subsidie per categorie ontvangen verenigingen die op alle vergaderingen van de stedelijke cultuurraad (sectorale deelraad + cultuurforum) aanwezig waren, jaarlijks een bijkomende subsidie van 30 EUR. Artikel 6 Een vereniging kan bij het stadsbestuur Beringen een aanvraag indienen om in een categorie met een hogere subsidie ingeschaald te worden op voorwaarde dat deze vereniging kan aantonen dat ze voldoet aan de voorwaarden gesteld in deze categorie. Dergelijke aanvragen worden geverifieerd door de stedelijke cultuurdienst. Na advies van de stedelijke cultuurraad en de stedelijke cultuurdienst beslist het college van burgemeester en schepenen over de aanvraag. Artikel 7 Controle op de naleving van de voorschriften en op de juistheid van de ingediende gegevens kan lastens het schepencollege op ieder ogenblik worden uitgeoefend door een afgevaardigde van de stedelijke cultuurdienst, vergezeld van een afgevaardigde van de stedelijke financiële dienst. Wanneer de vereniging de verplichte verantwoording niet verstrekt of zich verzet tegen de uitoefening van controle ter plaatse, is zij krachtens de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen gehouden tot terugbetaling van de subsidie. Artikel 8 Het college van burgemeester en schepenen regelt alle niet - voorziene gevallen en beslist bij betwistingen telkens na advies van de stedelijke cultuurraad en de stedelijke cultuurdienst. 5
Deel II: Vernieuwende en bijzondere sociaal-culturele projecten Artikel 9 In het kader van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid en binnen de perken van de kredieten die elk jaar op de begroting voorzien worden, wordt onder de hierna vermelde voorwaarden een subsidie verleend aan vernieuwende en bijzondere projecten van sociaal-culturele aard. Hierbij worden initiatieven bedoeld die niet regelmatig worden ingericht en die een uitzonderlijk karakter hebben. Artikel 10 De projecten moeten het lokale niveau overschrijden, een ruime uitstraling hebben en zich richten tot een ruim publiek. Stedelijke instellingen en diensten, adviesorganen en vzw s of projecten die reeds op een andere manier financieel ondersteund worden door de stad Beringen komen niet in aanmerking voor deze subsidie. Projecten met een in hoofdzaak commercieel karakter komen eveneens niet in aanmerking. Artikel 11 Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van projectsubsidies moet de aanvragende vereniging voldoen aan volgende voorwaarden: - De maatschappelijke zetel bevindt zich op het grondgebied van de Stad Beringen; - De vereniging bestaat meer dan twee jaar; - De vereniging is lid van de stedelijke cultuurraad. Het ingediende project is een vernieuwend en bijzonder project van sociaal-culturele aard. Hierbij worden initiatieven bedoeld die niet regelmatig worden ingericht en die een uitzonderlijk karakter hebben. Het ingediende project richt zich tot een ruim publiek en vindt plaats in de stad Beringen. Bij de beoordeling van ingediende projecten wordt rekening gehouden met de volgende criteria: 1. Vernieuwend en/of experimenteel karakter; 2. Eigen creatie; 3. Cultuurparticipatie van en cultuurspreiding bij bijzondere doelgroepen; 4. Uitstraling buiten de grenzen van de stad (regionaal, nationaal, internationaal); 5. Educatief aspect; 6. Tijdelijk karakter; 7. Samenwerking met andere sociaal-culturele actoren; 8. Participatie van Beringse inwoners bij de realisatie (andere dan de eigen leden van de initiatiefnemers). Er dient voldaan te worden aan minstens vier van de acht criteria. Voor elk project dient een zichtbaarheids- of toonmoment voorzien te worden (tentoonstelling, voorstelling van het eindproduct, ) in Beringen. In uitzonderlijke gevallen en mits degelijke motivatie kan hiervan afgeweken worden. 6
Artikel 12 De aanvragen gebeuren op de daartoe bestemde aanvraagformulieren. Deze formulieren zijn te bekomen bij de Cultuurbalie, Casino, Kioskplein 25, 3582 Beringen, 011/ 45 03 10, via e-mail cultuur@beringen.be of via de website www.beringen.be. De aanvraagformulieren bevatten steeds volgende gegevens: - De identiteit van de aanvrager(s); - De omschrijving van het project: inhoud, doelstellingen, doelgroep, het vernieuwende karakter, de uitstraling van het project; - Een motivatie m.b.t. de in artikel 11 opgesomde criteria; - De start en de duur van het project; - Praktische gegevens: o.a. waar en wanneer, toegangsprijs, - Een begroting van alle inkomsten en uitgaven verbonden met het project. Hierbij worden de vaste kosten van de vereniging niet in aanmerking genomen. Elke aanvraag dient uiterlijk op 1 november voorafgaand aan het jaar waarin het project plaatsvindt bezorgd te worden aan: Cultuurdienst Beringen, Casino, Kioskplein 25, 3582 Beringen of via e-mail verstuurd te worden naar cultuur@beringen.be. In uitzonderlijke gevallen en mits degelijke motivatie kan afgeweken worden van de uiterste indiendatum. Artikel 13 Het college van burgemeester en schepenen doet na controle van het dossier en advies van de stedelijke cultuurdienst en de stedelijke cultuurraad, uiterlijk binnen de 2 maanden na de uiterste indiendatum uitspraak over de aanvaarding van het project. Artikel 14 Er worden per werkingsjaar maximum 3 projecten gehonoreerd. Per goedgekeurd project bedraagt de tussenkomst maximum de helft van de kosten met een maximum van 1250,00 EUR. Het doel van de projectsubsidies is het ondersteunen van unieke of bijzondere sociaal-culturele projecten in Beringen. Er wordt hierbij enkel tussengekomen in de culturele en artistieke kosten (vb. niet in de aankoop van drank, voedsel, decoratie, ). Er kan slechts éénmaal een aanvraag ingediend worden voor éénzelfde project. Er kan per aanvrager slechts één project per werkingsjaar erkend worden. Het project dient gerealiseerd te worden in het jaar volgend op het jaar waarin de projectsubsidie werd aangevraagd. In uitzonderlijke gevallen en mits degelijke motivatie kan hiervan afgeweken worden. Met het oog op de definitieve vaststelling van het subsidiebedrag verstrekt de aanvrager binnen de drie maanden na het plaatsvinden van het initiatief de rekening van inkomsten en uitgaven, samen met de nodige financiële bewijsstukken en het verslag van de activiteit, gestaafd met documenten. De uitbetaling van de toelage gebeurt enkel op voorwaarde dat voorgaande bewijsstukken tijdig worden ingediend bij de stedelijke cultuurdienst. Om gemotiveerde redenen en in uitzonderlijke gevallen kan een eerste schijf van de toelage eerder worden uitbetaald. 7
Het college kan zich genoodzaakt zien de principieel toegekende subsidie terug in te trekken indien de aanvrager de gevraagde bewijsstukken niet binnen de vastgelegde termijn instuurt of indien er onregelmatigheden geconstateerd worden (zie ook artikel 17). Artikel 15 Indien het project aanvaard wordt, verbindt de aanvrager zich ertoe het stadslogo te gebruiken op al de publicaties en steeds te vermelden dat het project ondersteund wordt door het stadsbestuur Beringen. Het bewijs hiervan wordt aan de stedelijke cultuurdienst bezorgd. De aanvrager bezorgt de cultuurdienst om de 2 maanden een stand van zaken over de voortgang van het ingediende project. Artikel 16 Indien het project aanvaard wordt, is het eventueel gebruik van de stedelijke culturele infrastructuur en het stedelijk materieel dat ontleend wordt via de stedelijke uitleendienst gratis. Artikel 17 De aanvrager nodigt het college van burgemeester en schepenen en de stedelijke cultuurdienst uit op het toonmoment van het project waarvoor de subsidie principieel wordt toegekend, zodat controle en beoordeling mogelijk is. Wanneer de aanvrager de verplichte verantwoording niet verstrekt of zich verzet tegen de uitoefening van controle ter plaatse, kan het college van burgemeester en schepenen krachtens de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen zich genoodzaakt zien de principieel toegekende subsidie terug in te trekken. Artikel 18 In geval van betwisting beslist het college van burgemeester en schepenen telkens na advies van de stedelijke cultuurdienst. Artikel 19 Dit reglement heft het voorgaande reglement van 10 november 2008 op. 8