Rapportage effectiviteit energiebesparingsaanpakken. De conversie van projectinvestering naar behaalde energiebesparing, en de succes- en faalfactoren van energiebesparingsaanpakken. Deze rapportage is opgesteld naar aanleiding van het volgende scriptieonderzoek: Scriptie: Een onderzoek naar de meest effectieve energiebesparingsaanpakken gericht op particuliere woningeigenaren Auteur: Richard Keijzer (student bedrijfskunde MER aan de Haagse Hogeschool) Periode: maart 2016 juli 2016 Afronding: Succesvol afgerond, eindcijfer scriptie: 9,8 Aanleiding Gemeenten in Nederland zetten zich in om particuliere woningeigenaren te bewegen naar een duurzame woning. Een veelheid aan aanpakken zijn de afgelopen jaren geïnitieerd met wisselend succes. Lokale overheden en marktpartijen vragen zich af wat wel en niet werkt. Daardoor ontstaat de behoefte naar een benchmark waarin aanpakken op basis van objectieve criteria worden gerangschikt. Dit onderzoek is uitgevoerd in de periode van maart 2016 tot en met juli 2016. Het rapport is geschreven in het kader van het afstuderen aan de opleiding Bedrijfskunde MER aan De Haagse Hogeschool. Susteen heeft behoefte aan inzicht in de uitgevoerde energiebesparingsprojecten in Nederland met bijbehorende (klant)aanpak. De aanleiding van dit onderzoek is de wens van Susteen om een beter beeld te krijgen van de gehanteerde aanpakken met bijbehorende communicatiestrategieën en stakeholders. In dit onderzoek is er antwoord gegeven op de hoofdvraag: Wat zijn de meest effectieve energiebesparingsprojecten die gericht zijn op particuliere woningeigenaren? Om hier een passend antwoord op te geven, is er gekeken naar: Wat de belangrijkste projectkenmerken en criteria zijn om een project op effectiviteit te kunnen beoordelen; Hoe de verschillende geanalyseerde projecten kunnen worden geordend; Welke communicatiestrategieën er bij de diverse aanpakken zijn gebruikt; Welke stakeholders er in het werkveld zijn en welke (mate van) invloed zij hebben; De effectiviteit (en efficiëntie) van de afzonderlijke projecten, uitgemeten in milieu-, communicatie- en kosteneffectiviteit; Wat zijn de belangrijkste succes- en faalfactoren bij de aanpakken? Onderzoeksmethoden Er zijn evaluatierapportages en beleidsstudies, zoals de evaluatierapporten van de RvO en het IVAM - naar aanleiding van de landelijke Blok-voor-Blok projecten - bestudeerd. Voorafgaand aan de interviews zijn er oriënterende gesprekken gevoerd met de RVO. Tijdens deze gesprekken zijn contactgegevens overhandigd - van directbetrokkenen bij energiebesparingsaanpakken in Nederland - om voor dit onderzoek te kunnen benaderen. In totaal zijn er zeven interviews op locatie afgenomen. Er zijn vele telefonische gesprekken gevoerd met betrokkenen bij projecten om ontbrekende projectgegevens aan te vullen. Daarnaast hebben respondenten nog per e-mail resterende projectvragen beantwoord. 1
Benchmark-tool Om prestaties van projecten met elkaar te vergeleken is een projectoverzicht opgesteld. Deze benchmark-tool maakt het mogelijk een relatief goede afspiegeling te geven van de voor dit onderzoek belangrijkste kenmerken van elk project. Het overzicht bestaat uit (o.a.) de volgende projectkenmerken: - Leidende organisatie; - Rol leidende organisatie; - Samenwerkende organisaties; - Kenmerken van de doelgroep; - Bouwjaar woning; - Klantaanpak; - Klantpropositie; - Aantal benaderde woningen; - Inspanningen in uren; - Projectkosten; - CO2-reductie; - Aantal maatregelen; - Aantal gerealiseerde duurzame woningen Onderzoeksresultaten Na een zorgvuldig uitgevoerde (voor)selectie - op basis van opgestelde criteria zijn er ca. 30 projecten in dit onderzoek meegenomen die zowel kwantitatief als kwalitatief zijn geanalyseerd. Uiteindelijk zijn er 22 projecten overgebleven met vrijwel volledige data. Dat wil zeggen dat deze projecten kunnen worden gebruikt ter beantwoording van alle deelvragen in dit onderzoek en dat er ook in kwantitatieve zin het e.e.a. kan worden gezegd over de mate van effectiviteit (en efficiëntie) van deze projecten. Om deze projecten inzichtelijker te maken, zijn zij onderverdeeld in de volgende 3 type (klant)aanpakken: De wijkaanpak met energieadvies; Het initiatief door buurtbewoners; De collectieve inkoopacties Kwantitatieve resultaten rangschikking naar kosteneffectiviteit Om de projecten met elkaar te kunnen vergelijken en te rangschikken op basis van kosteneffectiviteit (totale kosten vs. het aantal uitgevoerde maatregelen), zijn de totale projectkosten waar mogelijk opgevraagd. Vanwege missende data zijn voor enkele van deze projecten de kosten naar eigen inzicht berekend. Hiertoe is een rekenmodule ontwikkeld waarin rekening wordt gehouden met: Het gemiddelde aantal deelnemers/betrokken partijen bij een project; Het gemiddelde aantal uren van deze deelnemers besteed aan overleg; Het totaalaantal benaderde woningen per project; De toegepaste communicatiemiddelen om de woningeigenaren te bereiken De rekenmodule is na ontwikkeling getest op de projecten waarvan de totale projectkosten bekend waren. De foutmarge lag bij enkele projecten binnen de 10%, in het merendeel van de gevallen lagen de werkelijke kosten aanzienlijk hoger dan de berekende kosten, en in slechts een enkel geval weken de werkelijke kosten ten opzichte van de berekende kosten naar beneden af. 2
Resultaten: Succes- en faalfactoren, en een kwantitatieve succesinterpretatie. Factoren die bij een bepaald project als succesvol worden gezien, zullen niet direct hetzelfde (gewenste) effect opleveren in een ander (toekomstig) project. Zelfs al is er op het eerste oog aan alle voorwaarden voldaan (zie blok-voor-blok Eindhoven), dan nog geeft dit onvoldoende zekerheid over de werkelijke succeskansen van een project. Bij de projecten zijn wel overeenkomende factoren door de respondenten als succesvol bestempeld. De kans op succes is blijkbaar bij toepassing van deze factoren aanzienlijker groter, waardoor dit dan waarschijnlijk de meest kansrijke factoren zijn bij een aanpak. De meest kansrijke factoren en grootste valkuilen worden in dit rapport per projecttype (energieadvies, buurtinitiatief, en collectieve inkoop) aangekaart. Deze factoren zijn geformuleerd op basis van alle geanalyseerde projecten, rapportages, interviews en gesprekken met respondenten samen. Tevens wordt voor alle aanpakken het succes op gebied van kostenefficiëntie uiteengezet: Hiervoor wordt voor ieder project gekeken naar de gerealiseerde CO2-reductie uitgedrukt in kg per jaar per (geraamde) bestede projecteuro. Belangrijkste Resultaten: collectieve inkoopacties De collectieve inkoopactie die Susteen in Leeuwarden heeft uitgevoerd is met 6.38 kg CO2-reductie per projecteuro per jaar beduidend effectiever dan de collectieve inkoop Aalsmeer. Tevens is de collectieve inkoop in Leeuwarden van alle 22 aanpakken (collectief, buurtbewoners, en energieadviezen) degene met de hoogste CO2-reductie per projecteuro per jaar. Vitale succesfactoren voor een collectieve inkoopactie: Ontwikkel een servicegerichte propositie met de volgende onderdelen: Ontzorg door middel van een woningbezoek (persoonlijk maken); Maak een scherpe prijs-kwaliteit verhouding mogelijk voor bewoners; De subsidieregeling: deze financiële prikkel is van grote invloed op de beslissing van bewoners om uiteindelijk mee te doen aan het project. 3
Belangrijkste Resultaten: wijkaanpakken met energieadvies Met betrekking tot de kosteneffectiviteit van de wijkaanpak met energieadvies, is het project van Susteen in De Bilt het meest effectief: voor elke euro die in dit project is gestopt, wordt er op jaarbasis 4,11 kg aan CO2 gereduceerd. Vitale succesfactoren voor een wijkaanpak met energieadvies: Ontwikkel een vraaggerichte propositie met daarin de volgende ingrediënten: De grootste kans op een klik is er wanneer de informatie heel dicht bij de mensen wordt gebracht (maak het persoonlijk); Een goede samenwerking door het projectteam, dat hiermee een lokale marktbeweging kan creëren; Aanzet tot action door het energieadvies direct te koppelen aan offertes. Belangrijke aandachtspunten (faalfactoren) bij de wijkaanpak: De communicatiestrategie moet niet beperkt blijven tot alleen billboards en advertenties; Zorg ervoor dat er duidelijk naar bewoners wordt gecommuniceerd over de aanwezigheid van maatregelsubsidie(s) en duurzaamheidsleningen. 4
Belangrijkste Resultaten: initiatieven door buurtbewoners Het project in Haarlem (De Haarlemse methode) blijkt bij de initiatieven door buurtbewoners het meest kosteneffectief te zijn. Her wordt een reductie van 2.017kg CO2-uitstoot per projecteuro per jaar behaald. Vitale succesfactoren voor een initiatief door buurtbewoners: Ontwikkel een betrouwbare propositie met de volgende ingrediënten: Zet bij het benaderen van bewoners uitsluitend (straat)ambassadeurs in. Woningeigenaren vertrouwen hen het meest; Laat mensen zien wat hun comfortwinsten zullen zijn; Voorbeeldwoningen, waarin bewoners hun huis openstellen voor geïnteresseerde mensen, lijken een zeer effectief middel te zijn om mensen te stimuleren zelf ook maatregelen te treffen. Belangrijke aandachtspunten (faalfactoren) bij buurtinitiatieven: Slechte communicatie zorgt ervoor dat klanten vroegtijdig afhaken; Bewoners haken ook af wanneer afspraken niet (of onvoldoende) worden nagekomen. Daarnaast zorgt dit voor zeer slechte reclame voor het project. 5
Conclusie en toekomstperspectief Er is veel behoefte aan deze benchmark. Nieuwe projecten dienen zich aan waardoor deze eerste ranking kan worden doorontwikkeld naar een nieuw overzicht. Mijn wens is dat uiteindelijk gemeenten i.s.m. marktpartijen tot de beste klantbenaderingen kunnen komen. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met: Rob van Haren 06-26376882 rob.vanharen@susteen.nl Richard Keijzer is met dit scriptieproject afgestudeerd, hij heeft zijn scriptie voor de studie bedrijfskunde MER aan de Haagse Hogeschool met een 9.8 weten af te sluiten. 6