Wijziging pagina 5: het centraal examen duurt 180 minuten FILOSOFIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V17.09.1
De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens voortgezet onderwijs en draagt zorg voor de kwaliteit en het niveau van de examens. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is belast met de praktische uitvoering en organisatie van de staatsexamens. Met vragen over deze vakinformatie kunt u contact opnemen met de afdeling Examendiensten van DUO: (050) 599 89 33 of staatsexamens@duo.nl. pagina 2 van 11
Inhoud 1 Kernpunten 5 2 Centraal examen 5 3 College-examen 5 4 Schema examenstof 7 Bijlage 1 Beschrijving examenstof 8 Bijlage 2 Hulpmiddelen 10 Bijlage 3 Tips 11 pagina 3 van 11
top 1 Kernpunten Het examen bestaat uit een schriftelijk centraal examen en een mondeling collegeexamen. Het centraal examen heeft een nieuw onderwerp: Persoonlijke identiteit. Voor het college-examen is het raadzaam bij de voorbereiding gebruik te maken van een geschikte lesmethode. Tips voor dit examen staan in de bijlage. De berekening van het eindcijfer staat in een overzicht. 2 Centraal examen Het onderwerp van het centraal examen filosofie is: Persoonlijke identiteit. Voor de bestudering van de examenstof is een boek uitgegeven: IK, Filosofie van het zelf, geschreven door Leon de Bruin e.a. (Boom, Amsterdam 2016) In de syllabus op examenblad staat aangegeven wat de kandidaat moet weten. Ga hiervoor naar: examenblad.nl, 2018, havo, filosofie, syllabus 2018. Daarnaast kunnen tijdens het centraal examen ook vragen gesteld worden over de centrale begrippen en begrippenparen van alle domeinen (zie: Beschrijving examenstof). Overzicht centraal examen wat schriftelijk examen over: - onderwerp: Persoonlijke identiteit - centrale begrippen en begrippenparen van alle domeinen hulpmiddelen tijdsduur cijfer basispakket en woordenboek 180 minuten A 3 College-examen Het college-examen is een mondeling examen waarin de stof uit alle domeinen gevraagd kan worden. Kandidaten kunnen zich het beste voorbereiden met behulp van een lesmethode filosofie voor het voortgezet onderwijs. In totaal duurt het examen 40 minuten. Hieraan voorafgaand krijgt de kandidaat 20 minuten de tijd om zich voor te bereiden aan de hand van een casus die hij in het voorbereidingslokaal ontvangt. De casus bestaat uit een of meer artikelen over filosofische pagina 5 van 11
vraagstukken. De kandidaat mag aantekeningen op de casus maken en deze gebruiken bij het examen. De casus blijft eigendom van de staatsexamens. Bij het college-examen wordt aandacht besteed aan: 1. bespreking van filosofische vraagstukken door middel van beantwoorden van vragen naar aanleiding van een casus en de hierbij relevante examenstof 2. bespreking van filosofische vraagstukken door middel van beantwoorden van vragen over de andere onderwerpen van het college-examen Bij beide onderdelen onderzoeken de examinatoren in hoeverre de kandidaat kennis heeft van, en inzicht heeft in filosofische posities, en gaan zij na in hoeverre de kandidaat in staat is om een beargumenteerd filosofisch standpunt in te nemen en een conclusie te trekken. Overzicht college-examen wat voorbereiding mondeling examen over: hoe bestuderen van casus en beantwoorden van eventuele vragen beantwoorden van vragen naar aanleiding van de casus en hierbij relevante examenstof - wijsgerige antropologie - ethiek - sociale filosofie beantwoorden van vragen over de andere onderwerpen van het college-examen hulpmiddelen basispakket en woordenboek tijdsduur 20 minuten ca. 10-20 minuten ca. 20-30 minuten cijfer deelcijfer a deelcijfer b en c Overzicht berekening eindcijfer wat wegingsfactor cijfer (afgerond op één decimaal) eindcijfer (afgerond op een geheel getal) centraal examen 1 A college-examen - deelcijfer a 0,4 - deelcijfer b 0,3 - deelcijfer c 0,3 B (A + B) gedeeld door 2 terug naar top pagina 6 van 11
4 Schema examenstof filosofie havo domein A: vaardigheden centraal examen collegeexamen argumentatieve vaardigheden x x onderzoeksvaardigheden en benaderingswijzen x x oriëntatie op studie en beroep x* domein B: wijsgerige antropologie centrale begrippen en begrippenparen x x lichaam, geest en emotie x de mens als redelijk wezen x domein C: ethiek centrale begrippen en begrippenparen x x het goede leven integriteit en verantwoordelijkheid x x domein D: sociale filosofie centrale begrippen en begrippenparen x x schaarste, begeerte en macht x ideologie x onderwerp persoonlijke identiteit x * Oriëntatie op studie en beroep wordt alleen geëxamineerd in combinatie met een profielwerkstuk Hierna volgt een beschrijving van de examenstof. terug naar top pagina 7 van 11
Bijlage 1 Beschrijving examenstof havo Een beschrijving van de examenstof speciaal voor het centraal examen is hier niet opgenomen. Deze informatie staat op: examenblad.nl, 2018, havo, filosofie, syllabus 2018 Domein A: Vaardigheden De kern van dit domein is dat de kandidaat de belangrijkste filosofische vaardigheden beheerst. Dat zijn de volgende drie: het maken van een begripsanalyse het formuleren van vooronderstellingen het beargumenteerd innemen van een standpunt of positie De kandidaat moet deze vaardigheden kunnen laten zien bij een betoog: - een betoog analyseren - een betoog beoordelen - een logisch correct en overtuigend betoog opzetten en houden een filosofisch onderzoek: - vooronderstellingen onderzoeken waarop een vraagstuk berust - verschillende filosofische posities bij een vraagstuk beargumenteerd innemen De kandidaat moet verschillende opvattingen over filosofische vraagstukken kritisch kunnen evalueren. Dit houdt in dat de kandidaat een afweging kan maken van verschillende visies op grond van argumenten, waarbij vooronderstellingen en consequenties van de positie worden betrokken. Domein B: Wijsgerige antropologie: Wat is de mens? De kern van dit domein zijn de kenmerken van een mens, in onderscheid met een dier of een machine. De kandidaat moet het verschil tussen mens en dier of machine kunnen uitleggen op het gebied van rede en instinct, (zelf)bewustzijn, vrije wil en ethisch besef, van het gebruik van taal en symbolen en in hun relatie tot de omgeving; en ten aanzien van vrijheid en transcendentie. De kandidaat dient kennis van en inzicht in de belangrijkste opvattingen over de mens te hebben. Hij moet de opvattingen kunnen herkennen en toepassen in een casus en bij een filosofisch vraagstuk. Het gaat hierbij om opvattingen over: - de verhouding tussen lichaam en geest - de aard en functie van emoties en gevoelens - de mens als redelijk wezen - de geldigheid van kennis De kandidaat moet de volgende begrippen en begrippenparen kunnen herkennen, uitleggen en in een filosofische context toepassen en kritisch evalueren: centrale begrippen: bewustzijn, rede (Kant), emotie, identiteit, subject, intersubjectiviteit, lichamelijkheid, gender, transcendentie begrippenparen: geest (ziel) en lichaam, gevoel en verstand, mens en dier, mens en machine, monisme en dualisme, vrijheid en determinisme, cultuur en natuur, taal en symbool pagina 8 van 11
Domein C: Ethiek: Wat is goed? De kern van dit domein is dat de kandidaat kennis van en inzicht heeft in de belangrijkste ethische theorieën en dit kan aantonen bij een concreet ethisch vraagstuk. Het gaat hierbij om: - deugdethiek - plichtsethiek - gevolgenethiek De kandidaat moet kunnen uitleggen dat het fundament van onze waarden in de natuur ligt (Aristoteles), het verstand (Kant), morele gevoelens (Hume) en het vitale leven waarin de Wil tot Macht tot uitdrukking komt (Nietzsche). Daarnaast moet de kandidaat kennis en inzicht hebben van de volgende onderwerpen en deze kunnen toepassen in een casus of op een vraagstuk: - het goede leven: de verhouding tussen nut en geluk - de rol van integriteit en verantwoordelijkheid De kandidaat moet de volgende begrippen en begrippenparen kunnen herkennen, uitleggen en in een filosofische context toepassen en kritisch evalueren: centrale begrippen: het goede, geluk, deugd (Aristoteles), rechtvaardigheid, nut (utilisme), genot (hedonisme), autonomie, plicht (Kant), moraal begrippenparen: egoïsme en altruïsme, goed en kwaad, waarden en normen, descriptief en prescriptief, intrinsieke en instrumentele waarde, universalisme en relativisme/ etnocentrisme Domein D: Sociale filosofie: wat is een rechtvaardige samenleving? De kandidaat moet kennis hebben van, en inzicht in de achtergronden van de belangrijkste sociaal-filosofische opvattingen die antwoord geven op de vraag naar een rechtvaardige samenleving. De kandidaat moet deze kennis en dit inzicht toe kunnen passen op een concreet maatschappelijk vraagstuk. De kandidaat moet verschillende opvattingen over een aantal fundamentele concepten uit de sociale filosofie kunnen herkennen en toepassen in een casus of bij een maatschappelijk vraagstuk: - de aard en functie van begeerten en behoeften - de samenhang tussen schaarste en behoeften - de oorsprong en vormen van macht - de rol en invloed van ideologieën in de maatschappij - de filosofische en levensbeschouwelijke uitgangspunten van ideologieën De kandidaat moet de volgende begrippen en begrippenparen kunnen herkennen, uitleggen en in een filosofische context toepassen en kritisch evalueren: centrale begrippen: staat, legitimiteit, natuurtoestand, maatschappelijk verdrag, schaarste, vervreemding, ideologie, rechtvaardigheid, gelijkheid, macht, disciplinering, utopie begrippenparen: macht en recht, recht en plicht, natuurrecht en positief recht, negatieve en positieve vrijheid Een uitgebreide beschrijving van de examenstof voor het college-examen en het centraal examen voor wat betreft de centrale begrippen(paren) staat in de filosofiehandreikingen van SLO. terug naar top pagina 9 van 11
Bijlage 2 Hulpmiddelen Basispakket - schrijfmateriaal - tekenpotlood - blauw en rood kleurpotlood - liniaal met millimeterverdeling - passer - geodriehoek - vlakgum - rekenmachine Ook is het toegestaan om hulpmiddelen mee te brengen die geen relatie hebben met de exameneisen maar wel functioneel kunnen zijn, zoals: markeerstift, puntenslijper, leesliniaal (loep). Woordenboek Nederlands-Nederlands (eendelig) óf Nederlands-thuistaal van de kandidaat (eendelig) Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. De hulpmiddelen van het basispakket zijn toegestaan bij alle examens. Zij zijn niet alle nodig. Uitgebreide informatie over hulpmiddelen voor de centrale examens staat in de Regeling toegestane hulpmiddelen. Kies: examenblad.nl, 2018, havo, onderwerpen, hulpmiddelen terug naar top pagina 10 van 11
Bijlage 3 Tips Centraal examen het is belangrijk als voorbereiding heel veel te lezen en veel oefenopgaven te maken; oude examens vindt u op examenblad.nl het is raadzaam om met hulp van een vakdocent filosofie de examenstof door te werken oefen in het goed formuleren en het opzetten van een juiste redenering oefen in het formuleren van een eigen filosofisch standpunt en het verdedigen van dit standpunt; formuleer daarbij helder en precies: vermijd omhaal van woorden en vaag taalgebruik College-examen bekijk de informatiefilm over het mondeling college-examen op de site: duo.nl, staatsexamenkandidaat, Hoe het staatsexamen vo werkt volg de actualiteit (het nieuws, de krant, etc.) en probeer de filosofische vragen eruit te halen het is raadzaam om met hulp van een vakdocent filosofie de examenstof door te werken oefen in het goed formuleren en het opzetten van een juiste redenering oefen in het formuleren van een eigen filosofisch standpunt en het verdedigen van dit standpunt; formuleer daarbij helder en precies: vermijd omhaal van woorden en vaag taalgebruik oefen met de voorbeeldcasus op de site: duo.nl, staatsexamenkandidaat, oefenen ken de belangrijkste filosofische begrippen, begrippenparen en theorieën en oefen in het uitleggen ervan; ken ook de namen van de belangrijkste filosofen hierbij terug naar top pagina 11 van 11
pagina 12 van 11