MUZIEK VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

Transcriptie

1 MUZIEK VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens voortgezet onderwijs en draagt zorg voor de kwaliteit en het niveau van de examens. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is belast met de praktische uitvoering en organisatie van de staatsexamens. Met vragen over deze vakinformatie kunt u contact opnemen met de afdeling Examendiensten van DUO: (050) of staatsexamens@duo.nl. pagina 2 van 14

3 Inhoud 1 Kernpunten 5 2 Centraal examen 5 3 College-examen 5 4 Examenstof 7 Bijlage 1 Beschrijving examenstof 8 Bijlage 2 Examendossier samenstellen en opsturen 10 Bijlage 3 Voorblad 11 Bijlage 4 Hulpmiddelen 12 pagina 3 van 14

4 pagina 4 van 14

5 1 Kernpunten Het examen muziek bestaat uit een schriftelijk centraal examen en een praktisch/mondeling college-examen. Het centraal examen wordt afgenomen met behulp van een computer. De kandidaat moet zelf een koptelefoon meebrengen. Het college-examen bestaat uit het musiceren en bespreken. Voor het college-examen moet de kandidaat op tijd een examendossier in tweevoud opsturen (zie: de bijlagen 2 en 3). De kandidaat neemt voor zichzelf een exemplaar mee naar het examen. Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het college-examen) : 2 afgerond op een geheel getal. 2 Centraal examen Wat, waar, wanneer Het centraal examen bestaat uit een zitting van 150 minuten. Bij de aanmelding geeft de kandidaat een voorkeurplaats voor de schriftelijke examens op. Het examenrooster schriftelijk staat op de site: DUO/particulieren/staatsexamenkandidaat. De examenoproep voor de schriftelijke examens verstuurt DUO uiterlijk twee weken voor aanvang van het examen. Daarin staan datum, tijd en locatie vermeld. Het examen bestaat uit: een opgavenboekje, een cd-rom met geluidsfragmenten. De geluidsfragmenten krijgt de kandidaat te horen via een computer. De beantwoording gebeurt op papier. Hulpmiddelen Naast het basispakket hulpmiddelen is een woordenboek toegestaan (zie bijlage 4). De kandidaat heeft ook een koptelefoon nodig, die hij zelf moet meebrengen. Oefenen Examenbundels of oude examens zijn geschikt om ervaring op te doen. Oude centrale examens zijn te vinden op onder andere examenblad.nl (stel linksboven een bepaald jaar in en vind onder vwo en muziek de examendocumenten van dat jaar). 3 College-examen Wat, waar, wanneer Het college-examen bestaat uit een praktisch examen van 50 minuten. De examenstof staat in hoofdstuk 4 en bijlage 1. pagina 5 van 14

6 Het examen vindt plaats in de periode juni/juli/augustus. Bij de aanmelding geeft de kandidaat een voorkeurplaats voor de mondelinge examens op. De examenoproep verstuurt DUO uiterlijk twee weken voor aanvang van het examen. Daarin staan datum, tijd en locatie vermeld. De kandidaat dient voor muziek een examendossier samen te stellen en dit tijdig op te sturen (zie: de bijlagen 2 en 3). Voorafgaand aan het examen heeft de kandidaat 20 minuten tijd om in te spelen/zingen in het muzieklokaal van de locatie. Het college-examen bestaat uit de volgende onderdelen: Musiceren (zingen en spelen) en onvoorbereid spelen van ritmes en zingen van melodieën. Gedurende de eerste 30 minuten dient de kandidaat: - een repertoire van vocale muziek uit te voeren; - een repertoire van instrumentale muziek (speelstukken) uit te voeren; - een aantal eenvoudige onvoorbereide melodieën zingen (van blad zingen) - een aantal eenvoudige onvoorbereide ritmes te spelen (van blad spelen) De beide genoemde repertoires dienen gevarieerd te zijn: zowel uit de klassieke muziek (diverse stijlen) als uit de lichte muziek. De examinatoren beoordelen de uitvoering van het repertoire op: correcte realisatie (stijl, stemgebruik), expressiviteit en technische beheersing. Een gesprek over het vocale en instrumentale repertoire en muziekgeschiedenis. Gedurende ca. 20 minuten wordt de kandidaat mondeling bevraagd op: - het kunnen plaatsen van het vocale en instrumentale repertoire in een historische, culturele en/of sociale context; - het kunnen plaatsen van de beluisterde muziekstukken in een historische, culturele en/of sociale context; - het door de kandidaat gekozen onderwerp uit de muziekgeschiedenis; - de kennis van en het inzicht in de muziekgeschiedenis aan de hand van muziekfragmenten uit de gehele muziekgeschiedenis. In het gesprek moet de kandidaat ook de vaktermen uit de algemene muziekleer kunnen hanteren (zie Examenblad.nl/ 2017/ vwo/ muziek/ syllabus muziek vwo bijlage 2). Overzicht: voorbereiding college-examen inspelen en inzingen in het muzieklokaal van de locatie musiceren gesprek over het vocale en instrumentale repertoire en muziekgeschiedenis (deels aan de hand van muziekfragmenten) 20 minuten 30 minuten 20 minuten Hulp (-middelen en mensen) De kandidaat moet zelf schrijfmateriaal (basispakket hulpmiddelen, zie bijlage 4) meenemen. In het lokaal staat een piano of keyboard en een drumstel die gebruikt mogen worden. Als de kandidaat andere wensen voor instrumenten heeft, dan kan hij hiervoor een verzoek indienen pagina 6 van 14

7 bij DUO, afdeling Examendiensten In overleg wordt gezocht naar een oplossing. Bij het uitvoeren van het vocale en instrumentale repertoire is soms begeleiding nodig (begeleiding op een piano, met een gitaar of een ander muziekinstrument). De kandidaat dient daarvoor indien nodig - een eigen begeleider mee te brengen. Bij de uitvoering van bijvoorbeeld pop, jazz of lichte muziek mag de kandidaat ook een eigen begeleidingsgroepje meebrengen. Voor het afspelen van eventueel meegebrachte begeleidingsmuziek is een muziekinstallatie aanwezig in het lokaal. Tip: Het is aan te bevelen vaak te oefenen in aanwezigheid van toehoorders. Beoordeling college-examen Voor het praktisch examen worden de volgende deelcijfers gegeven: één deelcijfer voor muziekgeschiedenis (het plaatsen in een historische, culturele of sociale context van zijn/haar repertoire, de beluisterde muziekstukken en het eigen onderwerp): deelcijfer a één deelcijfer voor het musiceren (zingen en spelen): deelcijfer b één deelcijfer voor de onvoorbereide melodieën en ritmes (improviseren): deelcijfer c Het cijfer voor het college-examen wordt als volgt berekend: (4a + 5b + c): 10, afgerond op 1 decimaal. 4 Examenstof (schematisch weergegeven) Muziek Domein A: Vaktheorie Domein B: Praktijk centraal examen Subdomein A1: Waarnemen en weten X X Subdomein A2: Analyseren en interpreteren X X Subdomein A3: Muziek en cultuur X Subdomein B1: Zingen en spelen X Subdomein B2: Improviseren en componeren X Domein C: Oriëntatie op studie en beroep X* collegeexamen * Domein C: Oriëntatie op studie en beroep wordt alleen geëxamineerd in combinatie met het profielwerkstuk. In bijlage 1 van deze vakinformatie staat een beschrijving van de examenstof. Bij het bestuderen van de examenstof is het raadzaam om gebruik te maken van een lesmethode of examenkatern. pagina 7 van 14

8 Bijlage 1 Beschrijving examenstof Domein A: Vaktheorie Subdomein A1: Waarnemen en weten De kandidaat kan: een muzieknotatie volgen; klinkende eenvoudige ritmes en melodiefragmenten noteren; muzikale aspecten onderscheiden, herkennen en benoemen naar aanleiding van klinkende voorbeelden. Toelichting Het gaat hier om luistervaardigheid en muzikaal voorstellingsvermogen. Voor specificaties van de luistervaardigheid en het muzikaal voorstellingsvermogen, zie: examenblad.nl/ 2017/ vwo/ kunstvakken/ syllabus bijlage 1. Het muzikaal voorstellingsvermogen houdt onder andere in: het volgen en het noteren van ritme/melodie. het noteren van klinkende voorbeelden; het kunnen volgen van een muzieknotatie of een partituur. Subdomein A2: Analyseren en interpreteren De kandidaat kan: muzikale structuren analyseren naar aanleiding van klinkende voorbeelden; muzikale processen interpreteren; zijn muzikale beleving in verband brengen met de muzikale aspecten, betekenissen en functies van muziek. Toelichting Voor specificaties van de luistervaardigheid en het muzikaal voorstellingsvermogen, zie: examenblad.nl/ 2017/ vwo/ kunstvakken/ syllabus bijlage 2. Subdomein A3: Muziek en cultuur De kandidaat kan: historische ordening aanbrengen in de ontwikkeling van muzikale vormen en genres; hem bekende werken plaatsen in de ontwikkelingslijn van muzieksoorten, in een geografische regio en een maatschappelijke context en kan daarbij verbanden leggen tussen cultuurhistorische perioden; hem onbekende werken plaatsen op basis van culturele, stilistische, vormtechnische en muziekhistorische argumenten; Domein B: Praktijk Subdomein B1: zingen en spelen De kandidaat kan een gevarieerd repertoire uitvoeren een gevarieerd repertoire uitvoeren van één- en meerstemmige vocale en/of instrumentale muziek; pagina 8 van 14

9 Aan het repertoire worden eisen gesteld van representativiteit en spreiding over de gebruikelijke periodes en stijlen. Variatie kan aangebracht worden in opbouw, genres, stijlen, functies, culturele en historische achtergrond; Het repertoire kan bestaan uit liederen, liedbewerkingen, canons, speelstukken en klankspelen. In de composities komen de gebruikelijke muzikale aspecten, muzikale structuren en muzikale processen voor. Samenhang tussen musiceren en elementen uit Domein A (met name muzikale aspecten, betekenissen, functies en Muziek en cultuur) speelt een grote rol; Het repertoire wordt individueel (en in samenwerking met anderen) uitgevoerd; In het repertoire kan de nadruk worden gelegd op de muziek uit de twintigste eeuw. De kandidaat kan: onvoorbereid een melodie/muziekstuk spelen; een melodie treffen: een zanger dient zich met behulp van de notatie een voorstelling te kunnen maken van wat er moet klinken. Een zanger moet de juiste toon weten te treffen. Subdomein B2: Improviseren en componeren De kandidaat kan muziek improviseren en componeren, vanuit een probleemstelling en met weloverwogen gebruik van muzikale materialen en middelen. De kandidaat kan muziek improviseren en componeren, vanuit een probleemstelling en met weloverwogen gebruik van muzikale materialen en middelen: het muzikaal voorstellingsvermogen; improviseren / componeren: een planning maken; het werk organiseren en op methodische wijze uitvoeren; de voortgang van het werk bewaken; overleggen met anderen; rekening houden met anderen; een eigen standpunt innemen en verdedigen; samen met anderen of zelf het werk uitvoeren en presenteren. In de syllabus die voor dit examen is samengesteld, staat meer uitgebreide informatie over de examenstof. Kies hiervoor: examenblad.nl/ 2017/ vwo/ kunstvakken/ muziek. pagina 9 van 14

10 Bijlage 2 Examendossier samenstellen en opsturen SAMENSTELLEN Het examendossier dient er als volgt uit te zien: - voorblad met gegevens van de kandidaat. Gebruik hiervoor bijlage 3. - inhoudsopgave met paginanummering; - minimaal 4 speelstukken en 4 songs, waaruit op de examenzitting minimaal 2 van elk door de examinator worden uitgekozen; - de bladmuziek (noten) van de speelstukken en songs, m.a.w. de partituur, bij popmuziek is dit minimaal de melodie/tekst met de akkoordaanduidingen; - een toelichting bij zijn/haar instrumentale en vocale repertoire (hierbij tevens aangeven de historische, culturele en/of sociale context van het repertoire); - een lijst van beluisterde muziekstukken (minimaal 8 muziekstukken uit verschillende perioden van de klassieke muziekgeschiedenis en de lichte muziek), inclusief een toelichting over de historische, culturele en/of sociale context van het repertoire; - een beschrijving (minimaal 2 A4) van een zelfgekozen onderwerp uit de muziekgeschiedenis. Let op: repertoire van zowel speelstukken, songs alsmede beluisterde stukken dienen gevarieerd te zijn (zie ook bij 3. college-examen); OPSTUREN Het examendossier moet op papier in tweevoud vóór 1 april van het jaar waarin het examen wordt afgenomen, worden opgestuurd naar: DUO staatsexamens VO, Postbus 30158, 9700 LK Groningen. Als de kandidaat na 3 weken nog geen ontvangstbevestiging heeft ontvangen, moet hij contact opnemen met Examendiensten. Kandidaten die geen examendossier hebben opgestuurd worden niet opgeroepen voor het mondeling examen. Bovenstaande regeling geldt alleen voor reguliere staatsexamenkandidaten. Kandidaten uit het VSO sturen het examendossier niet op. Na 1 april is slechts een beperkte aanpassing van het examendossier mogelijk; deze aanpassing dient dan twee weken voor afname van het praktisch examen muziek naar de afdeling Examendiensten van de Dienst uitvoering Onderwijs te worden opgestuurd. pagina 10 van 14

11 Bijlage 3 Voorblad muziek staatsexamen vwo (inzenden vóór 1 april 2017) Examendossier Gegevens kandidaat ED-nummer: Naam en voorletters: Postcode en woonplaats: Instrument: pagina 11 van 14

12 Bijlage 4 Hulpmiddelen Noodzakelijk Koptelefoon Voor het beluisteren van de muziekfragmenten bij het centraal schriftelijk examen. Toegestaan De hulpmiddelen hieronder zijn toegestaan bij alle examens. Zij zijn niet alle nodig: Basispakket Het standaard basispakket bij alle centrale examens en college-examens bevat: - schrijfmateriaal - tekenpotlood - blauw en rood kleurpotlood - liniaal met millimeterverdeling - passer - geodriehoek - vlakgum - elektronisch rekenapparaat Ook is het toegestaan om hulpmiddelen mee te brengen die geen relatie hebben met de exameneisen maar wel functioneel kunnen zijn, zoals: markeerstift, puntenslijper, leesliniaal (loep). Woordenboek Een eendelig verklarend woordenboek Nederlands is toegestaan bij alle schriftelijke examens. In plaats van het eendelig woordenboek Nederlands mag ook gebruik gemaakt worden van een woordenboek van Nederlands naar een vreemde taal (de thuistaal van de kandidaat). Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. Uitgebreide informatie over deze hulpmiddelen voor de centrale examens en hulpmiddelen voor kandidaten met een beperking staat in de Regeling toegestane hulpmiddelen. Kies: examenblad.nl/ vwo of havo/ onderwerpen/ hulpmiddelen/ 2017 pagina 12 van 14

13 pagina 13 van 14

14 pagina 14 van 14