PROJECTBESCHRIJVING VERHALEN

Vergelijkbare documenten
PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT NIEUWE VERHALEN

PROJECTBESCHRIJVING EVEN VOORSTELLEN

PROJECTBESCHRIJVING EVEN VOORSTELLEN

PROJECTBESCHRIJVING DE WIJK IN

PROJECTBESCHRIJVING DAT HAD JE GEDROOMD

PROJECTBESCHRIJVING NAAR BUITEN

PROJECTBESCHRIJVING ECHT IETS VOOR MIJ

PROJECTBESCHRIJVING HISTORISCHE PLEKKEN

PROJECTBESCHRIJVING GROTE VERHALEN

PROJECTBESCHRIJVING DAT HAD JE GEDROOMD

PROJECTBESCHRIJVING PERSPECTIEF

PROJECTBESCHRIJVING WIJ ZIJN BIJZONDER

PROJECTBESCHRIJVING VAN A NAAR B

PROJECTBESCHRIJVING SCHATTIG SPELEN

PROJECTBESCHRIJVING SCHATTIG SPELEN

PROJECTBESCHRIJVING HAAGS LICHT

PROJECTBESCHRIJVING RECHT EN ONRECHT

PROJECTBESCHRIJVING TEKST IN BEELD

PROJECTBESCHRIJVING MIJN BOOMHUT

PROJECTBESCHRIJVING DE MASKERADE

PROJECTBESCHRIJVING DAT BEN JIJ

PROJECTBESCHRIJVING MIJN SCHATKIST

PROJECTBESCHRIJVING DAT BEN JIJ

PROJECTBESCHRIJVING TEKST IN BEELD

PROJECTBESCHRIJVING MIJN BOOMHUT

PROJECTBESCHRIJVING VERHUIZEN

PROJECTBESCHRIJVING TOVEREN EN GAMES

PROJECTBESCHRIJVING STADSKRETEN

PROJECTBESCHRIJVING ZIT DAT ZO?

PROJECTBESCHRIJVING HAAGSE BOODSCHAPPEN

PROJECTBESCHRIJVING BOEKENHELDEN

PROJECTBESCHRIJVING KUNST IN DEN HAAG

PROJECTBESCHRIJVING DROMEN

PROJECTBESCHRIJVING IN RAP EN ROER

PROJECTBESCHRIJVING METAMORFOSE IN BEELD

PROJECTBESCHRIJVING VERHALEN IN DE MUZIEK

PROJECTBESCHRIJVING DEN HAAG HOFSTAD

PROJECTBESCHRIJVING MET DE MODE MEE

PROJECTBESCHRIJVING IK SPEEL DUS IK BEN

PROJECTBESCHRIJVING VERHALEN IN DE MUZIEK

Inhoudsopgave BIJLAGEN

PROJECTBESCHRIJVING MIJN LETTERS

PROJECTBESCHRIJVING IK MAAK

PROJECTBESCHRIJVING SPEUREN

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode

Hoi! Leuk dat je toela/ng komt doen op Het Lyceum Ro7erdam bij de rich/ng Kunst.

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 5 en 6

PROJECTBESCHRIJVING DEN HAAG DANSSTAD

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT TEKST IN BEELD

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT IK SPEEL

Lesvoorbereiding. Datum: 19 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: Groep: 4

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT PRIVACY, NOODZAKELIJK OF NIET?

Meetkunst. Les 1 Ruimte vangen in de klas

Tref woorden inhoud * interpretatie titel * verhaal van de fotograaf

De bedoeling van een recensie is om anderen een indruk te geven van het boek dat je gelezen hebt.

Meetkunst Les 4 Spelen met perspectief

Amsterdam DNA is een project voor NT2 cursisten. Het is ontwikkeld door het Amsterdam

Erfgoedonderwijs. 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren. 4. Erfgoed in de klas voorbeelden

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT RAAR

TOOLKIT voor co-creatie. Download Acrobat Reader voor tablet / computer / etc om deze interactieve pdf te gebruiken.

PROJECTBESCHRIJVING HAAGSE VOGELS

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

PROJECTBESCHRIJVING ZOMAAR EEN DAG

PROJECTBESCHRIJVING IK SPEEL

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT DURF

Nu nog beter... Toegepaste kunst Kunst BV

Cultuuronderwijs op zijn Haags

Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek

Cultuureducatie met Kwaliteit

PROJECTBESCHRIJVING BOEKENHELDEN

Verslag CKV museum Rijksmuseum

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT UTOPISCHE GAMEWERELD

Doelen: - De leerlingen weten dat talent, hard werken en een goede voorbereiding belangrijk zijn als je beroemd wilt worden;

Wat is herdenken? Volledige lesmodule: 60 min

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT FANTASTISCHE REIZEN

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Mediawijsheid. Werkblad Auteursrecht bij foto s. Foto s en auteursrecht

China Pagina 1. - Wie nodig jij uit voor een Chinese maaltijd? -

AUGUSTUS. ergens op de vlakte. naverwerking lesmap voor leraren

lesmateriaal Taalkrant

Reizen in de tijd Leren van de plek waar je opgroeit. Leeswijzer bij KUNSTHUIS

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren.

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT DE WIJK IN Leerlijn Erfgoed Thema Identiteit Groep 3 en 4 februari 2018

WORKSHOP LEERLIJNEN. Dag van de Cultuureducatie: workshop leerlijnen

Hoe kunnen we WAT ACTIE zodat IETS VERANDERT

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT DANS & SPORT

Ik ben Alice - docenten

PROJECT EVEN VOORSTELLEN

Ben jij Vindingrijk? Kolom

PROJECTBESCHRIJVING RAAR

Intakemiddag

Bijlage 1: Vragenlijst voormeting Kidzwise...2 Bijlage 2: Aanvullingen vragenlijst eindmeting Kidzwise...6 Bijlage 3: Project geldgenoeg voormeting,

Lesbrief Theater Dakota

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs

Google naar Instructieposter, kies daar goede voorbeelden uit (korte en krachtige teksten, afbeeldingen) die u in bij opdracht 2 kunt gebruiken 1.

Transcriptie:

PROJECTBESCHRIJVING VERHALEN Leerlijn beeldend Thema Verhalen Groep 7/8 juli 2017

Cultuuronderwijs op zijn Haags Leerlijn beeldend Thema Verhalen Groep 7/8 juli 2017 Deze projectbeschrijving wordt regelmatig geactualiseerd. Kijk voordat u ermee aan de slag gaat op www.cultuurschakel.nl/coh voor de nieuwste versie. Hierbij treft u een projectbeschrijving: waarmee u een project van 6-8 lessen van 45 min. kunt uitvoeren; waarin veel ruimte is voor uw eigen inbreng; waarop u uw lesvoorbereidingen kunt baseren. De structuur van de projectbeschrijving is gebaseerd op het doorlopen van het creatief proces. Na de introductie van het project oriënteert de leerling zich op de inhoud van het thema. Hierbij doorloopt de leerling drie deelopdrachten waarin hij steeds onderzoekt, uitvoert, presenteert en evalueert. Bij elke stap van het creatief proces zijn reflectievragen geformuleerd. Maak hieruit een keuze of formuleer zelf passende vragen. Gebruik ook vooral uw eigen inzicht en ervaring bij andere onderdelen, zoals het filosofisch gesprek en de evaluatievragen. Lees allereerst de korte beschrijving van het project in het document Informatie voor de leerkracht, zodat u een goed beeld krijgt van de opdrachten, werkwijze en context. 2

Verhalen 1. Introductie van het project 1. Duidelijke verhalen In de middeleeuwen konden maar weinig mensen lezen en schrijven. Om ze toch met de verhalen uit de bijbel in aanraking te brengen, werd de kerk volledig aangekleed met beelden, schilderijen en glas-in-loodramen. Met deze 2-en 3 dimensionale beelden werden de verhalen zonder woorden verteld. Zo waren deze verhalen toen voor iedereen bekend. In diezelfde tijd werden de verhalen voor de mensen die wel konden lezen en schrijven, verlucht met illustraties. Op deze illustraties waren scènes uit het verhaal te zien. Bekijk en bespreek de volgende werken: o o De verschillende annunciaties van Michelangelo, Jan van Eyck en Cimabue. Bespreek welk verhaal hier verbeeld is. Door welke versie wordt jij het meeste geraakt? Google op schilderij oorlog en bekijk hoe op verschillende manieren bijvoorbeeld Napoleon of de landing in Normandië in beeld is gebracht. Elk kunstwerk vertelt een verhaal, de ene keer is dit wat duidelijker dan de andere keer. 2. Duidelijke verhalen? Niet bij elk kunstwerk is meteen duidelijk wat de kunstenaar heeft willen vertellen. Bekijk en bespreek hier een aantal voorbeelden van: o René Magritte, Verboden af te beelden, 1937 o Christian Boltanski, Zonder titel, 1989 o Wassily Kandinsky, Schilderij met witte vorm, 1913 o M.C. Esher, Relativiteit, 1953 Welk verhaal denken de leerlingen te zien? Komen deze verhalen overeen of verschillen ze juist erg? 2. Oriëntatie 2.1. Het filosofisch gesprek Is een verhaal in beeld ook een verhaal? Mag je kunst op muren spuiten? Wanneer is graffiti kunst en wanneer vandalisme? Moet een verhaal altijd meteen duidelijk zijn? Mag je overal je eigen verhalen bij verzinnen? Mag een verhaal ook verborgen zijn? Wanneer is een verhaal kunst? Zit in alle kunst een verhaal? 3

2.2. Oriëntatie op het thema Bekijk en bespreek (één van) onderstaande filmpjes. Bekijk hoe de kunstenaar tot zijn verhaal komt, welke verhalen hij vertelt en met welke materialen. Folkert de Jong http://hollandsemeesters.info/posts/show/7736 Mark Manders http://hollandsemeesters.info/posts/show/7949 Bespreek met de leerlingen hoe ze tot nu toe tot hun verhalen zijn gekomen bij het maken van hun beeldende werkstukken en met welke materialen zijn daarbij het liefste werkten. Bespreek in hoeverre de filmpjes hen op andere ideeën hebben gebracht. Reflectievragen Oriëntatie VERHALEN Wat valt je op aan de verhalen die door de kunstenaars verteld werden in de middeleeuwen en nu? Welke verhalen raken je het meest? Licht toe. Met welke verhalen heb je helemaal niets? Licht toe. Welk gebeurtenis die jij ooit hebt meegemaakt, zou je in een beeld willen vertellen? 4

3. Deelopdracht 1: Fotoverhaal 3.1. Onderzoek Fotoverhaal 1. Bekijk en bespreek een aantal foto s van de volgende kunstenaars: Ed van der Elsken, Beethovenstraat Amsterdam, 1967 Henri Cartier-Bresson, De sprong, 1932 Johan van der Keuken, Quatorze Juillet, 1958 Martin Parr, Ascot, 1999 Marcel van den Bergh, Fort Pannerden gekraakt, 2014 August Sanders, Boxers, 1929 Teun Hocks, diversen Hans van der Meer, Hollandse velden, serie Irving Penn, Saul Steinberg met neusmasker, 1966 Saul Steinberg, Last selfportrait, 1999 Vraag de leerlingen bij elke getoonde foto drie woorden op te schrijven die hen te binnen schieten als ze de foto zien. Inventariseer de gevonden woorden op het bord. Toon daarmee de enorme diversiteit van associaties en bespreek deze. 2. Geef de leerlingen de opdracht om ieder van één van bovenstaande foto s een werk te kiezen waarover ze later een verhaal van ongeveer 300 woorden schrijven. Vraag hen tien woorden te noteren die bij hen opkomen als ze de foto zien. 3. Bekijk als voorbeelden van verhalen bij foto s bijvoorbeeld de boekjes van K. Schippers ( s Nachts op het dak en Sok of sprei). Reflectievragen Onderzoek Fotoverhaal Welke foto sprak jou het meeste aan? Wat kan je zeggen over de gevonden woorden? Welk verhaal had je meteen in je hoofd? Wat is het verschil in effect tussen kleurenfoto s en zwartwitfoto s? Hoe verliep het verzinnen van de woorden 3.2. Uitvoeren Fotoverhaal 1. Geef de leerlingen de opdracht op basis van de bedachte woorden een verhaal bij de foto te verzinnen en dit op te schrijven. 2. Geef de leerlingen de opdracht een pagina te maken waarop de foto te zien is, de gegevens van de fotograaf/ titel/ jaartal, met daarbij het verzonnen verhaal. 3. Vraag de leerlingen een titel te verzinnen voor het verhaal. 4. Vraag de leerlingen de pagina digitaal aan te leveren en vraag een aantal leerlingen de pagina s tot een digitaal boekje te vormen. 5

Reflectievragen Uitvoeren Fotoverhaal Hoe verliep het schrijven van het verhaal? Wat veranderde er tijdens het schrijven in je verhaal? Wat vind je van het uiteindelijke resultaat? Hoe heb je de pagina vormgeven en waarom zo? Hoe verliep het verzinnen van een titel? Hoe was het op alle woorden te verwerken? Wat voor soort verhaal heb je geschreven? Spannend, humoristisch, verdrietig, actie, etc? 3.3. Presenteren Fotoverhaal Toon een aantal foto s op het digibord en laat de leerlingen hun verhaal voordragen. Geef elke leerlingen een kort maar heftig applaus. Reflectievragen Presenteren Fotoverhaal Hoe ging het voordragen? Hoe was de reactie van de klas op het voordragen van je verhaal? Is de essentie van je verhaal duidelijk geworden? Welk verhaal vond je het meest indrukwekkend? Welke overeenkomsten en verschillen heb je tussen de verhalen opgemerkt? 3.4. Evalueren Fotoverhaal Bespreek het doorlopen proces en de gemaakte producten: Ben je achteraf tevreden over de gekozen foto, of had je toch liever een andere willen kiezen? Bij welke foto s zou je ook nog een verhaal willen schrijven? Welke foto zou je graag in de klas willen ophangen? Welke foto hoef je nooit meer te zien? Wat op de foto heb je gezien dat je in eerste instantie niet was opgevallen? Vind je de foto een kunstwerk? Licht toe. In hoeverre kan het verhaal bestaan zonder de foto? 6

4. Deelopdracht 2: Verhaal op straat 4.1. Onderzoek Verhaal op straat Bekijk en bespreek een aantal voorbeelden van kleine ingrepen in de openbare die voor een grote verwondering en misschien wel verwarring bij de voorbijgangers zorgt, bijvoorbeeld: Adidas, Ringen in metro, Singapore: http://www.advertolog.com/focus/best-metro-ads-subwayunderground/4734855/ Adidas, Parallel bars, Singapore: https://www.coloribus.com/adsarchive/prints/adidas-parallel-bars- 4734755/ Pedestrain Council of Australia, Drink driving ends here: http://www.buzzingbees.be/drink-drivingends-here/ Amnesty Internation, Wrong Colour, Wrong Opinion, Wrong Faith: https://www.adforum.com/creativework/ad/player/29548/wrong-colour/amnesty-international Energizer Monorail: https://www.coloribus.com/adsarchive/prints/energizer-monorail-4799005/ Wildbreien Grappige verkeerslichten: http://www.globaltimes.cn/content/754012.shtml Banksy: http://www.radiotimes.com/news/2014-06-13/banksy-to-release-new-film-set-in-new-york Theo van Laar, Mini aan gebouw: http://www.haagsebeeldbank.nl/beeldbank/indeling/detail/form/advanced/start/14?q_searchfield=theo+ van+laar Welke eigenschappen van de openbare ruimte zijn gebruikt om de verwarring te scheppen? Wat is het effect van de toevoeging bij de voorbijganger? Reflectievragen Onderzoek Verhaal op straat Welk gevoel roepen de ingrepen bij jou op? Welke ingreep vond je het opvallendst? Van welke schrok je? Van welke moest je lachen? Hoe zou de maker op zijn idee zijn gekomen? Mag je dit soort ingrepen in de openbare ruimte doen? Wanneer mag het wel en wanneer mag het niet volgens jou? Licht toe. 4.2. Uitvoeren Verhaal op straat 1. Geef de leerlingen de opdracht een kleine toevoeging in de openbare ruimte aan te brengen welke verwondering, woede, angst, schrik, blijdschap, etc. oproept. Dit kan dicht bij school, maar ook elders in de wijk of in de stad. Geef de leerlingen de ruimte op zoek te gaan naar een goede plek. De toevoeging kan echt worden aangebracht, of indien lastig op een foto van de plek. 2. Indien de toevoeging is gerealiseerd, vraag dan leerlingen een tijdje in de buurt van hun toevoeging te gaan staan en reacties van passanten te bekijken of uit te lokken. Reflectievragen Uitvoeren Verhaal op straat Hoe verliep het zoeken van een goede plek en het bedenken van de toevoeging? Heb je eerst de toevoeging bedacht of eerst de plek? Licht toe. 7

Welk gevoel roept jouw toevoeging op? Waarom heb je voor deze insteek gekozen? Wat waren reacties van passanten? Is het effect van je toevoeging ook echt wat je bedoeld had 4.3. Presenteren Verhaal op straat 1. Geef de leerlingen de opdracht in groepjes een verhalenkaart samen te stellen waarop te zien is waar welke toevoeging te bekijken zijn. Doe dit in woord en beeld. 2. Loop met de leerlingen op basis van de gemaakte kaarten een route langs alle toevoegingen in de nabije omgeving van de school. Reflectievragen Presenteren Verhaal op straat Wat valt je op aan alle toevoegingen? Welke gevoelens roepen de toevoegingen bij je op? Welke ordening is er aan te brengen? Met wie zou je deze wandeling ook wel eens willen lopen? Als de wandeling een tentoonstelling zou zijn, bij welke toevoeging zou je dan de opening willen doen? Maken jullie toevoegingen de wijk een beetje leuker? Licht toe. Wanneer ga je de toevoeging weghalen? Licht toe. Etc. 4.4. Evalueren Verhaal op straat Bespreek het doorlopen proces en de gemaakte producten. Wat is de beste grap en waarom? Wat is de meest indrukwekkend? Wie zou de toevoegingen misschien niet leuk vinden of zelfs boos worden? Mag je altijd overal in de openbare ruimte iets aanbrengen of veranderen? Licht toe. Waar in de rest van de wereld of het heelal zou je iets willen toevoegen 8

5. Deelopdracht 3: Het is meer dan je ziet 5.1. Onderzoek Het is meer dan je ziet 1. Bekijk en bespreek een aantal kunstwerken waarbij door voorwerpen te combineren een (nieuwe) betekenis ontstaat en waarmee een niet realistisch verhaal wordt verteld. Denk bijvoorbeeld aan: Salvador Dalí, Witte lustopwekkende telefoon, 1936 Salvador Dalí, Objet scatologique de fonctionnement symbolique, 1930 (1970) Meret Oppenheim, Le Déjeuner en fourrure (Theekop), 1936 Man Ray, Het raadsel van Isidor Ducasse, 1920/1971 Karel Appel, Italiaanse beelden David Bade, diversen Edward Kienholz, diversen Tejo Remy, Voddenstoel en Ladenkast (1991) Gebruik daarbij bijvoorbeeld de volgende vragen: Wat zie je? Welke voorwerpen zijn gebruikt? Welk verhaal komt als eerste bij je op? 2. Deel de verhalen met elkaar en zoek naar overeenkomsten en verschillen. Wat komt er in alle verhalen wel voor? Reflectievragen Onderzoek Het is meer dan je ziet Welk kunstwerk heeft je het meest verrast? Welk werk zou sterk uitvergroot het goed doen in de Haagse beeldenroute? Welk werk sprak je het meest aan en waarom? Wat gebeurt er met de oorspronkelijke betekenis van de voorwerpen als ze verrassend gecombineerd worden met andere voorwerpen? Wat zijn de meest opvallende overeenkomsten en verschillen tussen de verhalen 5.2. Uitvoeren Het is meer dan je ziet 1. Geef de leerlingen de opdracht om bestaande voorwerpen in een ruimtelijke collage te combineren zodat zij een nieuwe betekenis krijgen en waardoor een verhaal ontstaat. Let op: * Kies hierbij duidelijk een soort verhaal: Avonturenverhaal Dierenverhaal Griezelverhaal Historisch verhaal Humoristisch verhaal Liefdesverhaal Sciencefiction verhaal sprookje/ mythe 9

Het gebruik van foto s, stiften en verf is ook aan te bevelen. * ruimtelijke werking van het beeld, het moet van alle kanten interessant zijn om te zien * besteed aandacht aan de techniek, verbindingen, constructie 2. Geef de leerlingen de opdracht een titel voor de collage te geven. De titel moet een verwijzing zijn naar het verhaal. Reflectievragen Uitvoeren Het is meer dan je ziet Is het soort verhaal duidelijk voor de toeschouwers? Waarmee heb je het soort verhaal benadrukt? Denk bijvoorbeeld aan materiaal en kleur. Waarom koos je voor deze constructie? Hoe is de ruimtelijke werking van het beeld? Ben je tevreden of de titel van het beeld? Licht toe. Zou je nog iets willen veranderen om je verhaal duidelijker te maken? 5.3. Presenteren Het is meer dan je ziet 1. Bekijk de werken en laat medeleerlingen associëren bij de gemaakte beelden. Onderzoek met elkaar welke verhalen er in de beelden zitten. 2. Geef duo s de opdracht om twee tot drie beelden te combineren waarmee zij weer een nieuw verhaal kunnen vertellen. Reflectievragen Het is meer dan je ziet Zagen jouw medeleerlingen het verhaal dat jij hebt willen vertellen? Stel dat deze verhalen in een bibliotheek moesten worden geplaatst, op welke plank zou je ze zetten? Hoe luidt de titel van de verhalenbundel die jullie hebben samengesteld? Welk effect heeft de combinatie van jouw beeld met een ander werk op de uitstraling van jouw beeld? In welke combinatie vind je jouw beeld het beste tot zijn recht komen. 5.4. Evalueren Het is meer dan je ziet Bespreek het doorlopen proces en de gemaakte producten: Welke elementen uit bestaande verhalen komen terug in jullie nieuwe verhalen? Waar ben je beter in, in vertellen in beelden of in vertellen met woorden? Welk beeld heeft eigenlijk geen verhaal nodig? Welk beeld vertelt een sterker verhaal als het alleen is? Welk beeld doet het goed in combinatie met een ander beeld? Hoe komt dat? Op welke plek zou je beeld goed tot zijn recht komen? Welke kunstenaar heeft jou beïnvloed bij het maken van je beeld? 10

6. Algemene beoordeling Voor het beoordelen van de leerlingprestaties kunt u gebruikmaken van het beoordelingsformulier voor leerkracht en leerling. De vier beoordelingscriteria zijn afgestemd op de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie en de uitgangspunten van COH. De leerlingprestaties in het gehele project worden meegenomen in de beoordeling. Voor het gebruik van de formulieren is een korte toelichting beschikbaar. De beoordelingsformulieren en de toelichting op het beoordelingsformulier vindt u in de bijlagen van het document Informatie voor de leerkracht. 11