Hoe maak je zelf een animatiefilm?

Vergelijkbare documenten
istof Van De Ke Koen Pierlet, Kr & Gerwin De D Handleidi

6 Mens en techniek ICT 1ste graad

Els Wydaeghe Muzische dag 23 november 2011

Thema: Tarik en Tina op een schip 25. Hoe kun je het optillen? Driehoeksconstructie en hefbomen

Schematisch. Ontwikkelingsdoelen kleuteronderwijs. Eindtermen basisonderwijs

DERDE LEERJAAR. Gerwin De Dec

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek

Timing: 50 min. Graad: 2-3. Leerplandoelen: VVKBaO

MUZO AD 19 Genoegen beleven aan muzisch bezig zijn.

De leerlingen maken van bamboestokken en elastiekjes een brug en gebruiken hiervoor verschillende technische inzichten.

Leerplandoelen: VVKBaO. WO TE 6.6 Kinderen zien in dat producten gemaakt worden volgens bepaalde technische principes

Werken met movie maker

HANDLEIDING TECHNO BOXEN

Timing: 50 min. Graad: 2-3. Leerplandoelen: VVKBAO:

Steekkaart: nummer 2W

Duiding bij het pakket Kijk, Wat(t) een huis! Pagina 1

Animaties maken. Je krijgt een zoëtroop te zien. Het was in de negentiende eeuw populair speelgoed. 1 Leg uit waardoor een bewegend beeld ontstaat.

Een stop-motion film maken

Handleiding Windows Movie Maker

ANIMATIE S MAKEN Les 1 Les 2 Les 3 Les 4

Je eigen nieuwjaarsbrief

Multidisciplinair lesprogramma voor groep 7-8. Handleiding voor leerkrachten

*Ook met het programma Paint van Windows kunnen foto s bewerkt worden

Doelgroep. Lesdoelen. Materialen. Experimenteren met Biochemie / Bioplastic

Onderwerp. VVKBaO. Leerlingen maken een account, krijgen een rondleiding door Scratch en verkennen het programma.

Handleiding 3D foto's maken.

Schuilt er een onderzoeker in jou?

TEKENEN MET PIVOT. Twee lessen om animatie s te maken met. het Pivot tekenprogramma

Opzet en uitvoering. Inhoudsopgave. 1 Wat is Kiezen voor je leven? 3. 2 Hoe maak je een Digi-tale? 4. 3 Stap voor Stap Technische kant...

Doelgroep. Lesdoelen. Materialen. Experimenteren met Biochemie / Tandpasta

HANDLEIDING DOBBELSTEEN

Basisles 4: Windows Movie Maker

Naschoolse activiteit Omschrijving Duur Locatie Prijs. Stap in een nieuwe wereld met fotografie en film! x x x x x x. Op school of het spilcentrum

algemeen uitgangs punten voor de film Maak een scenario Scene 1 Scene 2 Sprekende beelden in de klas

Handleiding TATE20W - EVV_cover.indd 2-3 TATE20H - EVV.indd : :06:04

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist)

1 TECHNOLOGISCHE OPVOEDING LEERKRACHTENFICHE. Hoofdthema: elektriciteit / energie Onderwerp : Eenvoudige stroomkring maken Doelgroep: 2 e graad

Piramide 4: muzische vorming

Hoe moet je een prachtige presentatie maken?

Lesfiche. Doel: Leerlingen laten nadenken over het bewerken en publiceren van foto s van anderen.

Evalueren Inleiding projectdoelstelling Evalueren is geen doel op zich TIPS! vakgroep leerlijn leerlingen en ouder(s)

Animatie. Middenbouw

HANDLEIDING EENVOUDIG PROGRAMMEREN MET SPHERO SPRK

CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK

OPDRACHT Zeeuwse Havens

Vertel: Dit is de eerste les van een serie van vier lessen. In die lessen gaan we het hebben over media en mediawijsheid. Aan het eind van deze serie

Timing: 50 min. Graad: 1-2. Leerplandoelen: VVKBAO:

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

Stop Motion- THE MOVIE

De wereld om je heen. Project met een green screen

Hoofdstuk 1: Trucs om mooie foto s te maken 2. Macrostand 3 Licht 7 Compositie 8 Foto liggend of staand 9 Lensopening zelf bepalen 12

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

Steekkaart: nummer 3We

De lamp. Copyright Vakcollege Groep B.V Alle rechten voorbehouden.

EEN PAPIEREN VLIEGTUIG

Virgo + WPS Office. Tabletproject

Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Zoek op wat de betekenis is van het woord media en. in de witte kader.

Nele Mestdagh. Handleidi

Lesbrief/informatie. Cultuurmenu projecten audiovisueel groep 1-5

Hoe werkt een balpen?

Locatie Prijs Materiaal kosten. Naam workshop Omschrijving Duur Aantal deelnemers

Agenda: Stop motion: Gedicht van Hugo Korte voorstelling stagiair 5 min.

Samenvatting. Context. Doelstellingen. Vaardigheden computationeel denken. Katholiek onderwijs. Gemeenschapsonderwijs

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Vooraf. Lesbrief voor leerkrachten: Sketchup

Theater/Bioscoop De Nieuwe Kolk

Stappenplan Movie Maker

MINDSTORM LEGO ROBOTS

Theater/Bioscoop De Nieuwe Kolk

hoge stroming Fase Ontdek en onderzoek

1 TECHNOLOGISCHE OPVOEDING LEERKRACHTENFICHE

IEDEREEN BEROEMD! Filmfan. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materiaal. Doelen STERKE SCHAKELS

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Doelgroep. Lesdoelen. Materialen. Biochemie / Streekkaas maken. De leerlingen hebben al kennis van biochemie. De leerlingen kunnen

1 Vooraf. 2. Doelgerichte opdrachten voor in de klas. Lesbrief voor leerkrachten: Tinkercad en 3D-printen

docentenhandleiding Sprekende beelden in de klas

Hoek 10 Sector: Bouw

Lesbrief 'Vivi's fantastische pretflat'

MINDSTORM LEGO ROBOTS

Welke meningen over reclame staan tegenover elkaar? Teken een verbindingslijn tussen de 2 zinnen die bij elkaar horen:

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT

Lesbrief Strip maken. Doel Leerlingen te laten nadenken wat ze op het internet doen en hoe ze hier op een positieve manier mee om kunnen gaan.

Animatoren van de toekomst Groep 7-8

Onderwerp. Voorkennis. VVKBaO WIS DO 8 In wiskundige situaties samenwerken en communiceren met anderen

Films kijken op internet: verboden of niet?

Naam en voornaam School Functie Mailadres. Oudere kleuters. speelgoed van vroeger en nu dobbelsteen gebruiken tijdens allerlei spelen

Thema Beroepen. Les 1: Beroepen doorheen de tijd

Projectinformatie DIGITAL PLAYGROUND ANIMATIEWORKSHOP. Leerjaar 1 Nieuwe Media Voortgezet Onderwijs

OVSG- toets. school. vorming.

maak zelf een filmpje

ontwikkeling Sociale en emotionele III Werkvormen: Lesdoelen: Benodigdheden: Kinderboek: Les 8: Mannen en vrouwen (in de media) Lesoverzicht

Thuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt

OUDERE KLEUTERS. Schoolvoorstelling, toonmomenten, schoolfeest, theatervoorstelling, poppenkast

Lesvoorbereidingsformulier

Korte Film Individueel

HANDLEIDING WINDOWS MOVIE MAKER

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

Leerplandoelen: VVKBaO WO TE 6.18 Kinderen kunnen met techniek omgaan in verschillende toepassingsgebieden.

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren.

Eindtermen Techniek De leerlingen onderzoeken waarneembare eigenschappen van courante materialen en grondstoffen i.f.v. een technisch proces.

Transcriptie:

oe maak je zelf een animatiefilm? TEMA S: Tarik en Tina organiseren een filmnamiddag Film Media ICT-toestellen Nieuwe uitvindingen TOEPASSINGSGEBIED: DUUR VAN DE LES: Grafische industrie 100 min DE LES IN ET ORT De leerlingen maken kennis met soorten animatiefilms. Ze maken zelf een scenario voor een animatiefilmpje. Ze maken foto s met een webcam of een digitaal fototoestel en maken hiervan een filmpje in Movie Maker. DOELEN Matrix van technische geletterdheid D C ET ET + concretisering Begrijpen anteren Duiden TS TS TS 2.5 Illustreren dat technische systemen evolueren en verbeteren. De leerlingen zien in dat de manier van animatiefilm maken geëvolueerd is door de vooruitgang van de technische systemen die hiervoor gebruikt worden. 2.10 2.15 Bepalen aan welke vereisten het technisch systeem dat ze willen gebruiken of realiseren moet voldoen. Technische systemen in verschillende toepassingsgebieden van techniek gebruiken. De leerlingen bepalen welk technisch systeem (digitaal fototoestel, webcam, computer, laptop) ze gaan gebruiken voor het realiseren van hun animatiefilm. 2.17 Illustreren dat techniek en samenleving elkaar beïnvloeden. De leerlingen kunnen voorbeelden geven hoe ze in hun leven met animatiefilm te maken hebben: als ontspanning, in reclame... Leerplandoelen VVBAO 06.08.00 De leerlingen zien in dat in hun omgeving verschillende informatieverwerkende toestellen voorkomen, waarvan ze er zelf enkele kunnen instellen en / of bedienen. 06.08.02 De leerlingen kunnen een cd-speler, een videorecorder, een zakrekenmachine, een pc, een cassetterecorder... zelf bedienen. 06.09.00 De leerlingen weten dat mensen steeds nieuwe systemen, instrumenten en producten hebben uitgevonden en zullen uitvinden om hun werk aangenamer, beter, vaardiger, sneller, mooier, preciezer... te maken. 06.09.03 De leerlingen brengen waardering op voor de positieve resultaten van technologische ontwikkeling. 06.11.00 De leerlingen kunnen zeggen aan welke eisen een bestaande constructie en een constructie die ze zelf willen maken of gebruiken, moet voldoen. oe maak je zelf een animatiefi lm? docentenhandleiding 36

OVSG 02.1.20 De leerlingen illustreren dat technische realisaties een eigen geschiedenis hebben. 02.1.21 De leerlingen illustreren dat technische realisaties evolueren en verbeteren. 02.2.02 02.2.04 De leerlingen bepalen aan welke vereisten de technische realisatie, die ze willen gebruiken, moet voldoen. De leerlingen gaan vaardig en correct om met materialen en gereedschappen die aan hun leeftijd aangepast zijn. 02.3.03 De leerlingen illustreren dat techniek en samenleving elkaar beïnvloeden. 02.3.04 De leerlingen illustreren dat technische realisaties worden ontwikkeld om aan maatschappelijke behoeften te voldoen. GO! 02.3.3.2.17 02.3.3.4.1 02.3.3.4.5 02.3.3.5.1 Van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen illustreren dat ze evolueren en verbeteren. oe was het vroeger? Is het systeem geëvolueerd / verbeterd? Aantonen dat technische systemen aangepast worden in functie van de behoefte van de mens. Ontdekken dat technische systemen doorheen te tijd wijzigen. Ontdekken dat de functie van een technisch systeem en haar onderdelen kan evolueren in de tijd. Ontdekken dat gebruikte materialen en grondstoffen wijzigen in de tijd en verklaren waarom (omwille van keuzes, behoeften die wijzigen, kennis van materialen, nieuwe technische en wetenschappelijke inzichten ). Ontdekken welke technische principes, eigenschappen van materialen en natuurlijke verschijnselen voor verbetering zorgen. Een probleem, ontstaan vanuit een behoefte, oplossen door een gepast technisch systeem correct te gebruiken. Correct gebruiken van het technisch systeem al dan niet aan de hand van een stappenplan, handleiding, werktekening Effecten van technische systemen op het dagelijks leven en de samenleving illustreren. Welk effect heeft het technisch systeem op ons dagelijks leven, op de samenleving? Voorbeelden Gsm: straling van gsm, makkelijk bereikbaar zijn Internet: privacy op internet, communicatie via Facebook Mobiliteit: file op de weg, mijn auto mijn vrijheid Televisie: veel tv-zenders op de kabel, meer keuze via de kabel Gps: weg vinden met de gps, sluipverkeer MATERIAAL Individueel werkboek p. 13 t/m 19 In groep een digitaal fototoestel of een webcam een camerastatief materiaal dat de leerlingen zelf meebrengen om hun animatiefilm te maken: tekeningen voor een leganimatie, plasticine, popjes, LEGO of PLAYMOBIL figuurtjes en attributen... kopieerbladen 1a en 1b (badges) kopieerblad 2 (storyboard) VOORAF DOEN opieer voor elke groep de kopieerbladen 1a en 1b. opieer voor elke groep kopieerblad 2 één of meerdere keren. Verzamel het materiaal dat de leerlingen zelf niet aanbrengen. 37 oe maak je zelf een animatiefi lm? docentenhandleiding

INFO Tekenfilm / getekende animatie Verschillende tekeningen, meestal met lichtbak getekend, die later met behulp van een camera op film gezet worden. Cut-out animatie / leganimatie Bij een leganimatie worden stukken van een tekening uitgeknipt en telkens een klein stukje verschoven voor een volgende beeld. De snelle weergave van al deze beelden na elkaar zorgt ervoor dat de figuurtjes bewegen. leianimatie / claymation De animator vervormt het plasticinefiguurtje telkens een klein beetje. Telkens wordt er een nieuwe opname van gemaakt. Door deze beelden snel na elkaar af te spelen, lijkt het of de plasticinefiguurtjes bewegen. Stopmotion / voorwerp- of modelanimatie In deze vorm van animatie kun je voorwerpen of dingen laten bewegen. Door ze telkens een klein stukje te laten bewegen en een foto te nemen lijkt het of ze zelf bewegen. Poppenfilm ier worden poppen steeds in een andere positie gezet alvorens een foto te nemen. Door de foto s snel na elkaar te vertonen, kun je de poppen laten bewegen. Pixillatie ier zijn echte mensen de acteurs. Ze bewegen telkens een klein stukje voor de volgende foto. Deze foto s snel achter elkaar zorgen ervoor dat het lijkt of mensen door de ruimte schuiven, zweven... 2D-computeranimatie Tegenwoordig wordt er vaak een computer gebruikt voor animatiefilms, om tekeningen via een scanner in de computer te brengen, om tekeningen in te kleuren... De tekeningen worden nog steeds met potlood of inkt gemaakt door een tekenaar. 3D-computeranimatie Bij computeranimatie wordt met speciale computerprogramma s alles met de computer gedaan: de figuren en het decor worden met de computer gemaakt en ook de belichting wordt helemaal met de computer geregeld. Toch gebeurt er ook nog veel handmatig: modellen worden beeld voor beeld op de goede plaats gezet, de computer maakt er, na veel rekentijd, de uiteindelijke plaatjes voor de film van. Succesvolle producenten van computeranimatie zijn Pixar Animation Studios, DreamWorks Animation Studios en Blue Sky Studios. LESVERLOOP 1 Introductie 1.1 Inleidend verhaal (werkboek p. 13) Vertel of lees voor. Tarik en Tina hebben heel wat opzoekingswerk gedaan in verband met de geschiedenis van de film. Ze waren heel erg verwonderd over het pionierswerk van de eerste filmmakers. Ze willen nu zelf in de voetsporen van Disney een eigen animatiefilmpje maken! 2 Leskern 2.1 Soorten animatiefilm (werkboek p. 14) Bespreek met de leerlingen welke animatiefilms ze kennen. Bespreek telkens ook de kenmerken en hun oordeel erover. Laat de leerlingen in groepjes de opgesomde films rubriceren volgens soort animatiefilm. 2.2 Zelf een animatiefilm maken (werkboek p. 15) Vertel de leerlingen dat ze vandaag zelf een animatiefilm gaan maken. Vorm groepen naargelang het aantal computers dat je ter beschikking hebt. Verdeel en bespreek de taken: organisator, verslaggever, bemiddelaar, medewerkers (kopieerbladen 1a en 1b). Elke leerling duidt zijn functie aan in het werkboek. Bespreek met hen welk soort animatiefilm ze zelf zouden kunnen maken en wat ze daarvoor moeten doen. Een leganimatie, claymation of modelanimatie zijn perfect te doen met de leerlingen. Zorg dat ze in elk groepje een digitaal fototoestel ter beschikking hebben of een webcam met bijhorende software waarbij je bij elke muisklik een foto maakt. oe maak je zelf een animatiefi lm? docentenhandleiding 38

De leerlingen maken telkens een foto, veranderen het beeld een klein beetje en maken een nieuwe foto. Wanneer je in Movie Maker je foto's invoegt en ze snel achter elkaar laat afspelen, kun je je eigen animatiefilmpje bekijken. Sla je filmpje op als.wmv of.avi om het te bekijken. In Movie Maker stel je bij extra opties geavanceerd in hoe lang elke foto getoond wordt. (Opgelet: eerst instellen, daarna je foto's toevoegen in de tijdlijn!) Via het internet zijn er verschillende beschrijvingen te vinden hoe dit moet in Movie Maker. Eventueel kun je nog andere toepassingen vinden om van de foto s een film te maken. 2.3 Aan de slag (werkboek p. 15 en 16) De leerlingen spreken samen een onderwerp voor hun film af en maken een storyboard. ierop staan de titel en de verschillende scènes voor hun film (kopieerblad 2). De leerlingen zorgen dat alles klaar staat: de voorwerpen, LEGO of PLAYMOBIL figuurtjes, popjes uit plasticine of andere popjes; een achtergrond of decor voor hun animatie (dit kunnen ze eventueel in een creales schilderen of knutselen); een digitaal fototoestel of webcam (liefst op statief zodat de camera vaststaat); zorg dat de belichting in orde is (eventueel met een bureaulamp of spot). De leerlingen kunnen zelfstandig aan het werk met de apparatuur die ze ter beschikking hebben. Bespreek met de leerlingen hoe ze als verantwoorde en competente techniekgebruikers met deze middelen moeten omgaan. Wanneer de leerlingen de foto s genomen hebben, kunnen ze deze importeren in Movie Maker (of andere software) en bewerken tot hun filmpje. Wijs de leerlingen erop dat ze ook zorgen voor een begin- en eindgeneriek. ier vermelden ze de titel, medewerkers, auteurs, animatoren... van hun filmpje. Ze kunnen dit ook met uitgeknipte letters als leganimatie realiseren. 3 Slot van de les 3.1 Voorstelling van de animatiefilmpjes en nabespreking De verschillende groepen tonen hun filmpjes aan elkaar. Ze tonen aan hun klasgenoten hoe hun technische realisatie werkt en hoe ze hiervoor te werk zijn gegaan. 3.2 Evaluatie van het groepswerk (werkboek p. 17) De leerlingen verwoorden en noteren in hun groep welke problemen ze hebben ondervonden en hoe ze die aangepakt hebben. Gebruik hiervoor de evaluatiekaart in het werkboek. 3.3 Wat onthoud ik? (werkboek p. 18) De leerlingen vullen individueel de onthoudkaart in. Bespreek kort de juiste antwoorden. 3.4 Talenten (werkboek p. 19 en 103) Bespreek met de leerlingen de activiteit. Vonden zij het leuk / niet leuk? Vonden zij het moeilijk / gemakkelijk? Wat vonden ze leuk? Wat vonden ze niet leuk? Wat was moeilijk? Wat was gemakkelijk? De leerlingen noteren hun mening in het werkboek. Bespreek: wat kon je goed? Wat kon je niet goed? Leg hiermee de link naar de tien talenten in het werkboek. De talenten verbonden aan (de vijf stappen van) het technisch proces : creatief handig kritisch planmatig problemen oplossen 39 oe maak je zelf een animatiefi lm? docentenhandleiding

De overkoepelende talenten: veilig zorgzaam nauwkeurig sociaal communicatief ritisch en kwaliteitsbewust, probleemoplossend denken, veilig en zorgzaam zijn zeker waardevolle talenten in deze activiteit. De leerlingen denken na of ze de talenten bezitten die nuttig waren voor deze activiteit en in welke mate. Ze beoordelen zichzelf en geven zichzelf punten. 5: zeer goed 4: goed 3: behoorlijk 2: minder goed 1: niet goed Ze kleuren ook de punten in op het syntheseblad in het werkboek p. 103: voor elk punt één vakje van de staafjes. Door deze werkwijze bouwen de leerlingen een diagram op. Na het uitwerken van alle activiteiten kunnen ze dit diagram bespreken, analyseren, interpreteren en kunnen ze hun besluiten formuleren. Zo verkrijgen we een talentenprofiel. Dit kan eventueel in een wiskundeles gebeuren als toepassing op het werken met diagrammen en grafieken. AANDACTSPUNTEN DIDACTISCE TIPS De lessen worden best in onderstaande volgorde gegeven. oe maak je een film met bewegende beelden? oe maak je zelf een animatiefilm? oe maken filmmakers een 3D-film? Plaats de gemaakte animatiefilmpjes eventueel op YouTube. Correctiesleutel C18 oe maak je zelf een animatiefi lm? docentenhandleiding 40

oe maak je een 3D-film? TEMA: TOEPASSINGSGEBIED: DUUR VAN DE LES: Tarik en Tina organiseren een filmnamiddag Grafische industrie 100 min DE LES IN ET ORT De leerlingen onderzoeken hoe filmmakers er in slagen 3D-films te maken. oe komt het dat je als het ware midden in het beeld zit? En door welke techniek kan dit? De leerlingen maken zelf een 3D-bril en 3D-tekening. DOELEN Matrix van technische geletterdheid D C ET ET + concretisering 2.5 Illustreren dat technische systemen evolueren en verbeteren. De leerlingen kunnen verwoorden hoe films anders bekeken worden door 3D-techniek. TS 2.6 Illustreren hoe technische systemen onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of over natuurlijke verschijnselen. De leerlingen kunnen verwoorden hoe 3D-techniek werkt op basis van de kennis over de werking van de ogen. 2.12 euzes maken bij het gebruiken of realiseren van een technisch systeem, rekening houdend met de behoefte, met de vereisten en met de beschikbare hulpmiddelen. TS 2.13 Een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. De leerlingen kunnen zelf een 3D-bril maken volgens een eenvoudig stappenplan en de bril testen. 2.17 Illustreren dat techniek en samenleving elkaar beïnvloeden. De leerlingen kunnen toepassingen van 3D-technologie in het dagelijks leven verwoorden (bv. in architectuur, geneeskunde... maar ook voor ontspanning: in de bioscoop). TS 2.18 Aan de hand van voorbeelden uit verschillende toepassingsgebieden van techniek illustreren dat technische systemen nuttig, gevaarlijk en / of schadelijk kunnen zijn voor henzelf, voor anderen of voor natuur en milieu. De leerlingen kunnen voor- en nadelen verwoorden van deze nieuwe techniek (bv. mensen komen zeeziek of met hoofdpijn uit de bioscoop). Begrijpen anteren Duiden 41 oe maak je een 3D-fi lm? docentenhandleiding

Leerplandoelen VVBAO 06.13.00 06.13.03 06.09.00 06.09.02 06.09.03 De leerlingen kunnen een constructieactiviteit of een bereiding correct uitvoeren. De leerlingen kunnen aan de hand van een al dan niet zelfgemaakte eenvoudige werktekening of handleiding het geschikte materiaal en gereedschap kiezen en daarmee de constructieactiviteit of de bereiding stap voor stap juist en veilig uitvoeren. De leerlingen weten dat mensen steeds nieuwe systemen, instrumenten en producten hebben uitgevonden en zullen uitvinden om hun werk aangenamer, beter, vaardiger, sneller, mooier, preciezer... te maken. De leerlingen stellen vast dat vele uitvindingen het leven van mensen ingrijpend hebben gewijzigd. De leerlingen brengen waardering op voor de positieve resultaten van technologische ontwikkeling. OVSG 02.1.07 De leerlingen illustreren hoe technische realisaties onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of op kennis over natuurkundige verschijnselen. 02.1.20 De leerlingen illustreren dat technische realisaties een eigen geschiedenis hebben. 02.1.21 De leerlingen illustreren dat technische realisaties evolueren en verbeteren. 02.2.03 De leerlingen maken keuzes bij het gebruiken van een technische realisatie, rekening houdend met de behoefte, vereisten en beschikbare materialen en hulpmiddelen. 02.2.24 De leerlingen voeren een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uit. 02.3.02 De leerlingen zien het belang in van techniek voor hun dagelijks leven. 02.3.03 De leerlingen illustreren dat techniek en samenleving elkaar beïnvloeden. 02.3.07 De leerlingen illustreren aan de hand van voorbeelden uit verschillende toepassingsgebieden dat technische realisaties nuttig, gevaarlijk en / of schadelijk kunnen zijn voor henzelf, voor anderen of voor natuur en milieu. GO! Van veelvoorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen illustreren dat ze onder meer gebaseerd zijn op kennis van eigenschappen van materialen en / of over natuurkundige 02.3.3.2.10 verschijnselen en / of over technische principes, bv. onderzoeken welke jas waterdicht is en welke niet en hoe dat komt. Een gsm is o.a. gemaakt uit waterdicht materiaal. Van veelvoorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen illustreren dat ze evolueren en verbeteren. oe was het vroeger? Is het systeem geëvolueerd / verbeterd? Aantonen dat technische systemen aangepast worden in functie van de behoefte van de mens. Ontdekken dat technische systemen doorheen de tijd wijzigen. 02.3.3.2.17 Ontdekken dat de functie van een technisch systeem en haar onderdelen kan evolueren in de tijd. Ontdekken dat gebruikte materialen en grondstoffen wijzigen in de tijd en verklaren waarom (omwille van keuzes, behoeften die wijzigen, kennis van materialen, nieuwe technische en wetenschappelijke inzichten ). Ontdekken welke technische principes, eigenschappen van materialen en natuurlijke verschijnselen voor verbetering zorgen. Uit verschillende ontwerpen kiezen en deze keuze realiseren door rekening te houden met 02.3.3.3.12 beschikbare grondstoffen en materialen. Uit verschillende ontwerpen kiezen en deze keuze realiseren door rekening te houden met 02.3.3.3.13 hanteerbare en beschikbare machines / gereedschappen. 02.3.3.3.17 Een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. Correct gebruiken van het technisch systeem al dan niet aan de hand van een stappenplan, 02.3.3.4.05 handleiding, werktekening Illustreren met eigen voorbeelden dat de samenleving de ontwikkeling van techniek al dan niet 02.3.3.5.02 kan bevorderen. Aan de hand van eigen voorbeelden uit verschillende toepassingsgebieden van techniek 02.3.3.5.04 illustreren dat technische systemen nuttig, gevaarlijk en / of schadelijk kunnen zijn voor henzelf, voor anderen of voor natuur en milieu. oe maak je een 3D-fi lm? docentenhandleiding 42

MATERIAAL Individueel werkboek p. 21 t/m 28 kopieerblad 3 (3D-bril) VOORAF DOEN opieer voor elke leerling het kopieerblad 3 op stevig papier. LESVERLOOP 1 Introductie 1.1 Inleidend verhaal (werkboek p. 21) Vertel of lees voor. Tarik en Tina moeten een beetje lachen. Ze zijn in de bioscoop en alle mensen hebben zo n gek brilletje op. Een nieuwe filmsensatie!, lezen ze op de affiches. Tina vraagt zich af wat dat zou kunnen zijn en waarom ze zelf ook zo n brilletje op krijgt. Na afloop van de film weet ze waarom het zo sensationeel was. et was alsof ze zelf midden in de film zat. Tarik vond de film ook heel leuk. ij vraagt zich echter af hoe men dit technisch voor elkaar krijgt en waarom hij zonder brilletje zo n raar beeld te zien krijgt. oe wordt die 3D-filmsensatie gerealiseerd? 2 Leskern 2.1. 2D of 3D? (werkboek p. 22) Bespreek met de leerlingen over welke filmsensatie het gaat bij Tarik en Tina. Laat de leerlingen zelf vertellen over hun 3D-ervaringen. Waar hebben jullie dit nog gezien? (3D- of zelfs 4D-attracties in pretpark, 3D-film) Wat waren jullie bevindingen? (ervaring met 3D-bril, mogelijk hoofdpijn, verrassend, schrikwekkend...) Bespreek het verschil tussen 2D en 3D. Laat de leerlingen een huis tekenen in 2 dimensies (plat vlak) en nadien een huis in 3 dimensies. De leerlingen zien in hoe ze nu ook diepte aan hun tekening geven (door perspectief toe te voegen). Eventueel kun je nog een vierkant en een kubus laten tekenen om het verschil aan te tonen. Bespreek de voordelen van een 3D-voorstelling: mensen die een huis bouwen of een nieuwe keuken zetten, zien dankzij een 3D-voorstelling veel beter hoe het huis er in het echt zal uitzien. Tegenwoordig bestaan er vele nieuwe toepassingen (software) om tekeningen in 3D voor te stellen. 2.2 3D in de bioscoop Bespreek met de leerlingen waarom filmmakers zouden kiezen voor 3D-effecten. Is 3D-film hetzelfde als 3D-computeranimatie? Neen, net zoals de kubus en het vierkant zijn computergegenereerde tekenfilmfiguren driedimensionaal getekend, maar ze worden nog steeds op een plat vlak vertoond. Met 3D-films bedoelt men stereoscopische films: deze films bekijk je met een speciale bril waardoor er diepte ontstaat, net zoals in het echte leven. Zo kan men ook de illusie creëren dat dingen uit het beeld richting de kijker komen. 2.3 Evolutie in 3D (werkboek p. 22) De leerlingen zoeken op hoe het 3D-systeem werkt, hoe het evolueerde in de tijd. Ze zoeken de voor- en / of nadelen van 3D. 2.4 Je eigen 3D-bril 2.4.1 Maak zelf een 3D-bril (de anaglyphische bril) (werkboek p. 25 en 26) Geef de leerlingen de opdracht zelf een 3D-bril te maken. Ze zoeken zelf op hoe dit kan of laat ze gebruik maken van kopieerblad 3 (3D-bril). 2.4.2 3D-afbeeldingen bekijken (werkboek p. 23 en 24) De leerlingen bekijken met hun 3D-bril de afbeeldingen in het werkboek. Ze zoeken op het internet 3D-afbeeldingen op. Ze maken zelf 3D-tekeningen met behulp van 3D-toepassingen op het internet. Bv. Zoek op het internet naar: 3D Squiggler, neave anaglyph, 3D Animation... 43 oe maak je een 3D-fi lm? docentenhandleiding

INFO De allereerste 3D-brillen (de anaglyphische bril) hadden een rood en een blauw of groen glas. et beeld voor het linkeroog wordt met rood licht geprojecteerd en voor het rechteroog met groen of blauw licht. De gekleurde filters in de bril zorgen ervoor dat elk oog het juiste beeld te zien krijgt. Onze hersenen zorgen ervoor dat we het juiste beeld met dieptezicht te zien krijgen. De 3D-brillen met gekleurde lenzen kunnen goedkoop gefabriceerd worden. Vandaar dat dit 3D-systeem nog vaak wordt gebruikt. Ondertussen is de techniek veel verbeterd. De leerlingen zullen ook vertellen dat ze nu geen rood-groen brilletje meer moeten dragen, maar een hele moderne bril die lijkt op een zonnebril. et principe is echter hetzelfde gebleven: er wordt een apart beeld getoond voor het rechteroog en het linkeroog en de bril zorgt dat het juiste oog het juiste beeld te zien krijgt. Dikwijls krijgen mensen barstende hoofdpijn of worden ze zeeziek bij het kijken naar 3D-films. Dit heeft de maken met het verschillend beeld dat de ogen te zien krijgen en de bewerking die de hersenen hiermee moeten doen. Vijf procent van de mensen zal nooit 3D zien omwille van verschillende oorzaken: een lui oog, de beide ogen die niet goed samenwerken... Ook het kunnen onderscheiden van licht, schaduw en kleursterkte speelt een rol. Werking rood-blauwe 3D-bril in bioscoop. 2.4.3 3D-tekeningen maken (werkboek p. 26) De leerlingen experimenteren met het maken van eigen 3D-tekeningen. Ze moeten hierbij de juiste rode of groen / blauwe kleur gebruiken. Indien het effect niet zo duidelijk is, gebruiken ze een andere tint van rood of groen / blauw. 3 Slot van de les 3.1 Nabespreking (werkboek p. 27) Bespreek met de leerlingen de gevonden of zelfgemaakte 3D-afbeeldingen. Bekijk en bespreek de 2D- en 3D-tekening op de onthoudkaart. Sta met de leerlingen verwonderd stil bij deze technologische vooruitgang. Laat ze even brainstormen welke sensaties ze nog zouden kunnen toevoegen aan de film naast bv. het surroundgeluidseffect. Bespreek waarvan de benaming 4D komt bij de attracties in een pretpark (= de extra effecten met water, wind, beweging van de zetels...). 3.2 Talenten (werkboek p. 28 en 103) Bespreek met de leerlingen de activiteit. Vonden zij het leuk / niet leuk? Vonden zij het moeilijk / gemakkelijk? Wat vonden ze leuk? Wat vonden ze niet leuk? Wat was moeilijk? Wat was gemakkelijk? De leerlingen noteren hun mening in het werkboek. Bespreek: wat kon je goed? Wat kon je niet goed? Leg hiermee de link naar de tien talenten in het werkboek. oe maak je een 3D-fi lm? docentenhandleiding 44

De talenten verbonden aan (de vijf stappen van) het technisch proces : creatief handig kritisch planmatig problemen oplossen De overkoepelende talenten: veilig zorgzaam nauwkeurig sociaal communicatief De leerlingen denken na of ze de talenten bezitten die nuttig waren voor deze activiteit en in welke mate. Ze beoordelen zichzelf en geven zichzelf punten. 5: zeer goed 4: goed 3: behoorlijk 2: minder goed 1: niet goed Ze kleuren ook de punten in op het syntheseblad in het werkboek p. 103: voor elk punt één vakje van de staafjes. Door deze werkwijze bouwen de leerlingen een diagram op. Na het uitwerken van alle activiteiten kunnen ze dit diagram bespreken, analyseren, interpreteren en kunnen ze hun besluiten formuleren. Zo verkrijgen we een talentenprofiel. Dit kan eventueel in een wiskundeles gebeuren als toepassing op het werken met diagrammen en grafieken. Correctiesleutel C22 45 oe maak je een 3D-fi lm? docentenhandleiding