Rapportage belastingen 2014
Pagina 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Algemeen 3 2.1 Normenkader 3 2.2 Verantwoordelijkheden 3 2.2.1 Bestuur van BSGR 3 2.2.2 Externe accountant 4 2.2.3 Verantwoordelijkheden deelnemer 4 3 Toelichting rapportage 6 3.1 Heffen en belastingproductie 6 3.2 Belastingdebiteuren en rekening courantpositie 6 3.2.1 Belastingdebiteuren 6 3.2.2 Ouderdomsanalyse en voorziening oninbaar 7 3.2.3 Rekening courant positie 7 3.3 Prognose belastingjaar per deelnemer 8 3.4 Bezwaarschriften 9 3.5 Kwijtscheldingen 11 3.6 WOZ 12 Bijlage 1: Productierapportages per deelnemer 15 Bijlage 2: Rekening courant posities 24 Bijlage 3: Debiteurensaldo 25 Bijlage 4: Oninbaarheid debiteurensaldo 26 Bijlage 5: Prognose 2014 per deelnemer 27
Pagina 2 1. Inleiding De Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) is in juli 2009 formeel in werking getreden en is een samenwerkingsverband van het Hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeenten Bodegraven- Reeuwijk, Gouda, Katwijk, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude. Per januari 2011 is daadwerkelijk gestart met de uitvoering van de belastingactiviteiten voor de deelnemers. De activiteiten richten zich op beleidsadvisering, heffing en invordering van belastingen, alsmede de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken. Onderdeel van het takenpakket betreft de analyse en details van de aanslagoplegging over het boekjaar 2014 voor haar deelnemers in de vorm van een rapportage. De rapportage bestaat uit een algemeen hoofdstuk waarin de kaders van de rapportage uiteen worden gezet (hoofdstuk 2), een hoofdstuk waarin een toelichting wordt gegeven op het belastingjaar 2014 (hoofdstuk 3) en de belastingspecificaties in de bijlagen. Naast de rapportage belastingen legt de BSGR separaat verantwoording af over de prestaties als uitvoeringsorganisatie conform de Wet Gemeenschappelijke Regelingen door middel van een jaarverslag en een jaarrekening.
Pagina 3 2. Algemeen 2.1 Normenkader Bij de totstandkoming van de rapportage belastingen is gebruikgemaakt van het door BSGR gehanteerde normenkader. In het normenkader is aangegeven welke wet- en regelgeving van toepassing is ten aanzien van de rechtmatigheid van de belastingverantwoording. Het normenkader 2014 is vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 juni 2014 en bevat onder meer de volgende wet- regelgeving: Algemene wet bestuursrecht; Algemene wet inzake rijksbelastingen; Besluit proceskosten bestuursrecht; Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009; Wet gemeenschappelijke regelingen; Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland; Gemeentewet; Waterschapswet; Invorderingswet; Kostenwet invordering rijksbelastingen; Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen; Waterwet; Wet waardering onroerende zaken; Faillissementswet; Kadasterwet; Specifieke gemeentelijke belastingvorderingen en waterschapsverordeningen. De specifieke afspraken tussen deelnemer en BSGR met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden zijn vastgelegd in de Dienstverleningsovereenkomst (DVO) en vormen een onderdeel van de rapportage belastingen voor zover deze reeds zijn ingebed in de organisatie. Het betreft hier afspraken over kwaliteitsvereisten, onderlinge communicatie en invulling van de onderlinge afhankelijkheden. Ook in de jaarstukken van de BSGR wordt hierover gerapporteerd. Tevens wordt in de DVO aangegeven op welke wijze de verdere ontwikkeling van de afgesproken dienstverlening plaatsvindt. 2.2 Verantwoordelijkheden 2.2.1 Bestuur van BSGR Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken van de rapportage belastingen 2014 in overeenstemming met de uitgangspunten zoals opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoording houdt onder meer in dat de cijfermatige specificaties opgenomen in de rapportage belastingen een getrouw beeld moeten geven en deze informatie rechtmatig tot stand is gekomen.
Pagina 4 2.2.2 Externe accountant Ten einde een oordeel te vormen over de juistheid en rechtmatigheid van de opgenomen cijfermatige gegevens, is de rapportage onderdeel van onderzoek uit te voeren door de externe accountant EY. Het onderzoek wordt verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder standaard 3000 Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle en beoordeling van historische financiële informatie alsmede het Besluit accountantscontrole decentrale overheden. De accountant accepteert in de controle bepaalde toleranties en richt de controle daarop in. De accountant controleert niet ieder document of iedere financiële handeling, maar richt de controle zodanig in dat voldoende zekerheid wordt verkregen over het getrouwe beeld van de rapportage belastingen en de rechtmatigheid van de verantwoorde financiële informatie en financiële beheershandelingen met een belang groter dan de vastgestelde goedkeuringstolerantie. Met betrekking tot de rapportage belastingen zijn de volgende toleranties voor het belastingjaar 2014 in acht genomen: Deelnemer Gemeente Bodegraven- Reeuwijk Gemeente Gouda Gemeente Katwijk Gemeente Leiden Gemeente Oegstgeest Gemeente Voorschoten Gemeente Wassenaar Gemeente Zoeterwoude Hoogheemraadschap van Rijnland Grondslag van de goedkeuringstolerantie 0,75% van het begrotingstotaal 3,5% van de belastingopbrengsten 3,5% van de belastingopbrengsten 3,5% van de belastingopbrengsten 3,5% van de belastingopbrengsten 3,5% van de belastingopbrengsten 0,75% van het begrotingstotaal 0,75% van het begrotingstotaal 0,75% van het begrotingstotaal Bedrag Goedkeuringstoleranties in euro s Bedrag Rapporteringstoleranties in euro s 462.000 25.000 1.290.000 25.000 800.000 25.000 2.458.000 25.000 389.000 25.000 367.000 25.000 396.000 25.000 128.000 8.500 1.429.000 100.000 2.2.3 Verantwoordelijkheden deelnemer De belastingrapportage heeft als doel de deelnemers te voorzien van een belastingspecificatie per deelnemer ten behoeve van de individuele financiële verantwoordingen. De individuele deelnemers hebben hierbij de volgende verantwoordelijkheden: het samen met de BSGR verzorgen van een analyse (ten opzichte van begroting en realisatie voorgaand jaar) op de cijfermatige verantwoordingen zoals opgenomen in de rapportage belastingen;
Pagina 5 het maken van een aansluiting van de cijfermatige verantwoordingen zoals opgenomen in de rapportage belastingen met de individuele financiële verantwoordingen; het opnemen van de cijfermatige verantwoordingen gepresenteerd in de rapportage belastingen 2014 in de financiële verantwoording per deelnemer; indien hiertoe aanleiding is, het verstrekken van additionele informatie ten behoeve van de specificaties zoals opgenomen in de rapportage belastingen; het tijdig, juist en volledig aanleveren van gegevens ten behoeve van een aantal belastingsoorten (zoals bijvoorbeeld precario) aan de BSGR.
Pagina 6 3 Toelichting rapportage 3.1 Heffen en belastingproductie De totale productie voor 2014 geeft inzicht in de heffingsactiviteiten met betrekking tot alle lopende heffingsjaren die door de BSGR zijn uitgevoerd. Per deelnemer wordt een overzicht per heffingsjaar/belastingsoort weergegeven in de bijgevoegde bijlage. Nagenoeg alle (combi)kohieren zijn opgelegd volgens de planning. Daar waar dit niet lukte was de reden gelegen in het feit dat de informatie voor een heffing vanuit de betreffende deelnemer niet tijdig aangeleverd werd. Overall is de kwaliteit van de kohieren beter dan in voorgaande jaren. De totale bruto oplegging bedraagt in 2014 376 miljoen ten opzichte van 358 miljoen in 2013. De toename in de bruto opleggingen is voornamelijk veroorzaakt door de stijgingen van de tarieven en de betere bronbestanden. Overige ontwikkelingen in 2014 zijn: de bestanden met betrekking tot zelfstandig/onzelfstandig woongebruik zijn verder opgeschoond. Als gevolg van een gerechtelijke uitspraak in oktober 2013 is het opwerken voor een groot gedeelte opnieuw gedaan; de Stuf-WOZ bestanden zijn in 2014 volledig ingelezen en verwerkt door eigen personeel wat de kwaliteit zeker ten goede is gekomen; de afspraken ter bevordering van de aanleveringen van bestanden door de deelnemers worden strikt uitgevoerd. Een bestand dat niet aan een van tevoren vastgesteld formaat voldoet, wordt terug gezonden aan de deelnemer; leveranties en afspraken met derden waaronder de waterbedrijven (voor zuiveringsheffingen en rioolrecht) en afvalverwerkers (voor extra containers), zijn nader uitgewerkt. Deze afspraken zullen gemonitord worden; er zijn afspraken gemaakt met de deelnemers omtrent de controle op volledigheid en juistheid van de leegstand. Een grove berekening laat zien dat daar nog een taak ligt voor de deelnemers; de procedure leegstand is bijna volledig geautomatiseerd. Binnenkort worden de eerste controlelijsten aan de deelnemers uitgereikt; de eerste processen voor bedrijven zijn geautomatiseerd. Hier zal in 2015 een vervolg op moeten plaatsvinden; er kan digitaal aangifte worden gedaan voor de precario, reinigingsrechten (Gouda), toeristenbelasting en zuiveringsheffing bedrijven. De basis staat, optimalisatieslagen zijn echter nog mogelijk; de aangiften van de zuiveringsheffing 2013 zijn al voor een groot deel verwerkt. Dit is ongeveer een half jaar eerder dan voorheen; alle werkzaamheden van Heffen komen nu automatisch in een werkvoorraad in het belastingsysteem terecht. Hierdoor is de gehele werkvoorraad direct in beeld. 3.2 Belastingdebiteuren en rekening courantpositie 3.2.1 Belastingdebiteuren De positie belastingdebiteuren geeft het bedrag weer dat de BSGR voor de deelnemers per 31 december 2014 aan belastingvorderingen heeft uitstaan en bedraagt 30,4 miljoen (2013: 30,5 miljoen). De positie belastingdebiteuren laat per 31 december 2014 een zeer geringe daling zien
Pagina 7 ten opzichte van de positie per 31 december 2013 van 0,1 miljoen. Belangrijkste elementen in de totstandkoming van het debiteurensaldo zijn: ook in 2014 is nog hard gewerkt aan het wegwerken van achterstanden. Daarnaast is in 2014 veel tijd besteed aan het up-to-date brengen van de gegevens in de bestanden en het wegwerken van verschillen tussen de basisregistraties en het heffingensysteem. Dit heeft ertoe geleid dat de bruto opleggingen zijn toegenomen van 358 miljoen in 2013 naar 376 miljoen voor 2014; vanwege de naweeën van de economische crisis blijkt dat het nog steeds moeizaam is om de belastinggelden te innen; er zijn in 2014 geen herinneringen meer verstuurd en de eerste stap in het invorderingsproces is nu het versturen van een aanmaning. Dit versnelt het invorderingsproces; tevens is er in 2014 tweemaal een kenteken -brief verstuurd, waarin gedreigd werd met het beslag leggen op de auto. Dit heeft een zeer positief effect gehad op het innen van de belastinggelden. Vanaf januari 2015 wordt deze brief in het maandelijkse proces meegenomen; de loonbeslagprocedure loopt inmiddels goed, wat eveneens bijdraagt aan de daling van het debiteurensaldo. Bij de bepaling van de debiteurenpositie is evenals voorgaande jaren geen rekening gehouden met de invorderingskosten zoals meegenomen uit de conversie. De invorderingskosten na conversie die vanuit de BSGR aan belastingdebiteuren worden opgelegd, vormen in overeenstemming met de gemaakte afspraken een inkomstenbron voor de BSGR en worden verantwoord in de financiële verantwoording van de BSGR. Van de invorderingskosten meegenomen bij conversie is vastgesteld dat het merendeel van de invorderingsactiviteiten plaatsvindt bij de BSGR. Er is overeengekomen dat ook deze ontvangen invorderingskosten als opbrengsten kunnen worden verantwoord in de BSGR verantwoording en geen onderdeel uitmaken van de opbrengsten bij de deelnemers. Onderdeel van het gepresenteerde debiteurensaldo betreft de werkelijke oninbaar geleden bedragen. In 2014 bedraagt het saldo oninbaar 1,0 miljoen ten opzichte van 1,1 miljoen in 2013. Door de naweeën van de economische crisis hadden veel burgers en bedrijven ook in 2014 met betalingsproblemen te maken. Een vordering wordt over het algemeen pas 2-3 jaar na ontstaan oninbaar geleden. 3.2.2 Ouderdomsanalyse en voorziening oninbaar In voorgaande jaren is op basis van een combinatie van ervaringcijfers van de twee grootste deelnemers een risico-inschatting gemaakt van het aandeel oninbaar in de openstaande vorderingen. Inmiddels beschikt de BSGR over voldoende ervaringscijfers om zelf een risico-inschatting te maken. Op basis van deze risico-inschatting is er een voorstel voor de voorziening oninbaar gemaakt, zie bijlage 4. Rekening houdend met deze risico-inschatting kunnen de deelnemers zelf hun voorziening oninbaar hierop af stemmen. 3.2.3 Rekening courant positie De door de BSGR ontvangen belastinggelden worden na ontvangst zo spoedig mogelijk verwerkt en overgemaakt naar de deelnemers. Met de deelnemers is in de DVO afgesproken dat tot een maximum van 500K ingehouden zal worden.
Pagina 8 Per 31 december 2014 staat per saldo 1,3 miljoen (2013 0,65 miljoen) open als nog af te rekenen met de deelnemers. In het eerste kwartaal van 2015 zal de rekening courant positie conform afspraak worden uitgekeerd aan de deelnemers. Er is in de laatste dagen van december nog relatief veel gestort door de belastingdebiteuren. 3.3 Prognose belastingjaar per deelnemer Om tot een prognose te komen is per heffingsoort, naar de stand van 31 december 2014, systematisch bepaald welke plichten gedurende het heffingsjaar 2014 voor aanslagoplegging in aanmerking zouden moeten komen en tot welke opbrengst dit zou hebben moeten leiden. Daar waar dit niet op automatische wijze kon geschieden, zijn door de afdelingen WOZ (onroerend zaak belastingen) en Heffen (overige heffingen) aanvullende analyses uitgevoerd om een nauwkeurige schatting te maken van de nog op te leggen belastingen en heffingen. Voor de bepaling van de prognose nog op te leggen is uitgegaan van een overzicht per belastingsoort van het totaal aantal objecten zoals opgenomen in het belastingsysteem. Uit dit overzicht zijn de objecten geselecteerd zonder aanslag. In de objecten zonder een aanslag vallen items die om een bijzondere reden nog niet tot een aanslag hebben geleid. Per uitzonderingscategorie is vervolgens beoordeeld of dit in de toekomst nog zal leiden tot een aanslag en hoe hoog de aanslag bij benadering kan zijn. Met betrekking tot de OZB aanslagen is, om tot de prognose te komen, rekening gehouden met de totale taxatiewaarde zoals opgenomen in het taxatiepakket, waarbij deze is afgezet tegen de werkelijke aanslagen opgenomen in het belastingsysteem (rekeninghoudend met vrijgestelde objecten en geblokkeerde objecten). Daar waar nog geen waarde is toegekend voor 2014 is 2013 als basis gehanteerd. Voor de uitzonderingscategorie woningen zonder waarde in 2013 is voor de prognose een gemiddelde waarde toegekend van 170K. Evenals in voorgaande jaren zijn er, om de prognoses 2014 zoveel mogelijk te toetsen, individuele gesprekken gevoerd met de deelnemers waarbij de gehanteerde uitgangspunten zijn doorgenomen. Tevens is de relatie gelegd tussen de realisatie en de prognoses 2014 en de begrotingen 2014 per deelnemer. Het bepalen van de prognoses kwijtscheldingen is ten opzichte van vorig jaar gewijzigd. Per opdrachtgever, per belastingsoort en per heffingsjaar is voor de laatste vier heffingsjaren het gerealiseerde kwijtscheldingspercentage berekend. De kwijtscheldingspercentages ten behoeve van de prognoses per belastingsoort en per opdrachtgever zijn vervolgens bepaald door hier een gewogen gemiddelde van te nemen, waarbij de jongere jaren zwaarder wegen dan de oudere jaren. Met de uitgerekende percentages wordt tenslotte de prognose kwijtschelding bepaald. Ook de prognose oninbaar is ten opzichte van vorige jaren gewijzigd. Tot vorig jaar was de prognose gesteld op 0,5% van de werkelijke aanslagoplegging inclusief de prognose nog op te leggen. De prognose oninbaar wordt in de voorliggende rapportage voor alle heffingsjaren gebaseerd op het oudste heffingsjaar (2011) dat volledig door de BSGR is opgelegd in het huidige belastingsysteem. Per opdrachtgever en per belastingsoort wordt voor 2011 het percentage oninbaar bepaald van de gerealiseerde opbrengst. Dit percentage wordt gebruikt om de prognose oninbaar te bepalen van alle andere heffingsjaren per belastingsoort en per opdrachtgever. Voor de deelnemers die na 2011 zijn toegetreden wordt een gemiddelde bepaald van gemeenten van ongeveer een gelijke omvang.
Pagina 9 3.4 Bezwaarschriften De bezwaarschriften die in het boekjaar 2014 zijn ontvangen, geven het volgende beeld: Bezwaren Openstaande Ontvangen Ambtshalve Totaal Jaar 2014 bezwaren bezwaren Afgewezen Toegewezen in In behandeling vermindering bedrag datum 02-01-2015 per 1-1-2014 in 2014 in 2014 2014 ultimo 2014 in 2014 vermindering Opdrachtgever Bodegraven-Reeuwijk 418 1.370 398 1.317 73 556 608.499 Gouda 792 2.616 1.114 2.173 121 1.772 1.267.447 HH Rijnland 2.920 12.822 3.049 12.355 338 29.245 3.998.906 Katwijk 312 1.106 410 966 42 1.191 446.328 Leiden 1.134 3.072 828 3.263 115 4.045 3.325.596 Oegstgeest 282 618 227 642 31 589 307.402 Voorschoten 215 715 226 689 15 655 247.800 Wassenaar 404 1.255 419 1.178 62 888 870.225 Zoeterwoude 103 285 85 300 3 3.061 322.708 Totaal BSGR 6.580 23.859 6.756 22.883 800 42.002 11.394.911 Per deelnemer is het aantal bezwaarschriften (zowel bezwaren tegen de WOZ-waarde als alle andere bezwaarschriften) weergegeven dat in 2014 is ontvangen. Per deelnemer zijn alle bezwaarschriften meegenomen inclusief bezwaarschriften betrekking hebbend op meerdere deelnemers (hierdoor kan 1 bezwaarschrift meerdere malen terugkomen in het overzicht). In het overzicht zijn tevens de uitspraken opgenomen die ambtshalve zijn gedaan, dus niet naar aanleiding van een bezwaarschrift, maar gebaseerd op eigen bevindingen. Het hoge aantal ambtshalve verminderingen bij de gemeente Zoeterwoude is veroorzaakt doordat de aanslagen Diftar in 1e instantie te hoog werden opgelegd, wat ambtshalve is gecorrigeerd. Een verschil tussen de beginstand 2014 en de eindstand 2013 kan zijn veroorzaakt doordat bezwaren wel waren ingeboekt maar nog niet op bezwaarregel niveau. Ook in 2014 moest nog een deel van de in de afgelopen jaren opgebouwde achterstanden worden weggewerkt. Ten behoeve van de eind 2013 nog openstaande en ingekomen bezwaarschriften tegen plicht en maatstaf is deels extra capaciteit ingehuurd om de bezwaren af te handelen. Op een zeer klein aantal bezwaarschriften na, met name bezwaren aangaande het vraagstuk natuurterreinen (waarvan de verdere afhandeling naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad in samenspraak met het Hoogheemraadschap Rijnland moet gaan plaatsvinden) en bezwaarschriften waarbij nog inhoudelijk overleg plaatsvindt met de belastingplichtige of één van de deelnemers, is de afhandeling van deze oude bezwaarschriften afgerond. Ook het gros van de WOZ bezwaren over oudere jaren die voor 1 januari 2014 zijn ingekomen is inmiddels afgedaan. Er zijn nog 9 WOZ-bezwaarschriften die voor 1 januari 2014 zijn ingediend, maar nog niet zijn afgerond (op een totaal aantal over de jaren 2011 2013 van ruim 13.000). In deze gevallen is er nog sprake van het (wederzijds) uitwisselen van informatie of zijn er nog gesprekken gaande ter afwikkeling van het bezwaar. Daarnaast hebben sommige bezwaarmakers over meerdere jaren bezwaar ingediend. Voor wat betreft de aantallen ingekomen bezwaarschriften in 2014 is met name ten aanzien van de WOZ bezwaren een zeer grote afname geconstateerd. In 2013 zijn tegen de vastgestelde WOZ beschikkingen nog ruim 6.100 bezwaarschriften (waarbij in sommige gevallen tegen meerdere objecten bezwaar is aangetekend) ingediend. In 2014 bedraagt dit aantal nog geen 3.000; dat wil zeggen een halvering van het aantal ingediende bezwaarschriften ten opzichte van 2013. Dit is overigens een landelijke tendens. Een mogelijke - niet fiscale - reden hiervoor is het in de afgelopen jaren steeds verder terugvallen van de WOZ-waarde, waardoor banken zich in toenemende mate terughoudend opstellen bij het verschaffen van hypotheken. Ook bij de bezwaren gericht tegen de plicht en de maatstaf is een terugval te constateren in het aantal ingediende bezwaarschriften, zij het niet zo rigoureus als bij de WOZ-bezwaren. Ten opzichte van 2013 is het aantal ingekomen bezwaarschriften afgenomen met een kleine 20%.
Pagina 10 De wijze waarop de bezwaarafhandeling in 2014 is opgepakt wijkt, met name bij de afhandeling van de WOZ-bezwaren, af ten opzichte van 2013. Medio maart 2014 is op projectbasis de afhandeling van de WOZ-bezwaren anders vorm gegeven. De medewerkers Bezwaar en Beroep werken nu ook fysiek zij aan zij met de taxateurs aan de afhandeling van de bezwaarschriften. Voordeel hiervan is dat de onderlinge communicatielijnen veel korter zijn geworden. Dit resulteert dan ook in een kortere doorlooptijd van de afdoening van de WOZ-bezwaren. Ook de afhandeling van de bezwaren tegen de plicht en de maatstaf heeft ten opzichte van 2013 een wijziging ondergaan, met als gevolg dat ook hier de gemiddelde doorlooptijd aanzienlijk is teruggebracht tot circa 4 weken. Ook bij deze bezwaarschriften is de afhandelingsprocedure aangepast, onder andere op basis van de uitkomst van een LEAN traject. Dit heeft, naast de snellere doorlooptijd, ook geresulteerd in een per ultimo 2014 veel kleinere werkvoorraad van deze bezwaarschriften. Stonden er per 31 december 2013 nog ruim 3.000 te behandelen bezwaarschriften open, dat zijn er nu 289, waarvan het gros al in onderzoek is genomen. Zoals aangegeven is in het eerste kwartaal van 2014 op projectbasis begonnen met een nieuwe systematiek van behandeling van de WOZ-bezwaren. Later in het jaar is, daarbij ook vooruitblikkend op de aanstaande reorganisatie binnen de BSGR, de afhandeling van de maatstaf en plicht bezwaren op vergelijkbare wijze ondergebracht bij de afdeling Heffen. Naast de afhandeling van de WOZ-bezwaren en de maatstaf- en plichtbezwaren zijn ook de bezwaarschriften tegen de invorderingskosten opgepakt. In vergelijking met 2013 is het aantal bezwaren dat is ingekomen tegen de dwanginvorderingsmaatregelen meer dan verdubbeld. Bedroeg dit aantal in 2013 nog circa 200; in 2014 zijn er 432 bezwaren op ingekomen. De voornaamste oorzaak hiervan is waarschijnlijk gelegen in het feit dat er in 2014 voor de eerste keer geen herinneringen zijn verzonden voorafgaand aan de aanmaningen. Ook het aantal beroepszaken (gericht tegen uitspraken aangaande de WOZ en uitspraken op maatstafen plichtbezwaren) ligt in 2014 aanzienlijk hoger dan in 2013. In 2014 zijn er 360 beroepschriften ingediend. Dit aantal bedraagt ruim 40% meer dan in 2013. De oorzaak hiervan ligt o.a. in het feit dat eind 2013/begin 2014 uitspraak is gedaan op bezwaarschriften die waren ingediend door no-cure-nopay bureau s, die daarna beroep hebben aangetekend. In afwijking van de verwachting, gelet op het huidige financiële klimaat, blijft het aantal beroepschriften gericht tegen de uitspraken op kwijtscheldingsverzoeken in 2014 circa 5% achter ten opzichte van het aantal in 2013. In 2014 zijn er 1.260 beroepschriften tegen afgewezen kwijtscheldingsverzoeken ingediend. Naast de bovenstaande fiscale zaken zijn ook niet fiscale zaken opgepakt zoals Wob-verzoeken. Met name in de eerste 7 maanden van dit jaar is er een aanzienlijk aantal van dit soort verzoeken ingekomen ( 25). Deze verzoeken waren met name gericht op het verkrijgen van een kostenvergoeding indien er niet tijdig op het verzoek zou worden gereageerd, de zogenaamde oneigenlijke Wobverzoeken. Alhoewel ook nadien door belanghebbenden een beroep werd gedaan op de Wob, was in de meerderheid van deze gevallen geen sprake van een Wob-verzoek, maar van een meer algemeen verzoek om informatie, waarop de Wob niet van toepassing is.
Pagina 11 Helaas is de verwachting, dat er met ingang van 1 januari een wetswijziging zou worden doorgevoerd, waardoor voor oneigenlijke Wob-verzoeken de dwangsomregeling niet langer van toepassing zou zijn, niet ingelost. 3.5 Kwijtscheldingen In 2014 is bij de afhandeling van de kwijtscheldingsverzoeken wederom gebruik gemaakt van het Inlichtingenbureau (IB). Dit heeft ertoe geleid, dat voor 2014 in 19.649 gevallen geautomatiseerd via het IB kwijtschelding is verleend (voor verzoeken betrekking hebbend op het heffingsjaar 2014). Voor de gevallen die automatisch via het bestand van het IB worden afgewezen, geldt dat er door de burger alsnog een handmatig verzoek gedaan kan worden. Hier maken veel burgers gebruik van. In 2014 zijn ongeveer 15.000 kwijtscheldingsverzoeken handmatig afgehandeld. Nieuw in 2014 was dat er via de website en met gebruik van DigiD, een digitaal verzoek gedaan kon worden. Hier hebben ruim 4.000 burgers gebruik van gemaakt. Het voordeel is dat burgers zelf gegevens invullen die rechtstreeks in het belastingsysteem terecht komen, wat de efficiency verhoogt. Gezien de technische problemen die zich in 2014 nog bij deze functionaliteit voordeden, is de verwachting dat in 2015 het gebruik van deze digitale mogelijkheid zal toenemen. Van de behandelde handmatige kwijtscheldingsverzoeken in 2014 is 57% binnen de termijn van 6 weken afgehandeld, 13% van de betreffende verzoeken is binnen de termijn 6 tot 12 weken afgehandeld en 15% heeft een doorlooptijd gekend van 12 weken of langer. De overige 15% is nog wachtend op bewijsstukken of maakt nog deel uit van de werkvoorraad. Vele verzoeken komen niet volledig binnen, waardoor snelle behandeling niet mogelijk is. Er moet soms meerdere keren om informatie worden gevraagd, waardoor er wachtbestanden ontstaan en het proces niet opgestart kan worden. 40000 35000 30000 25000 20000 15000 2013 2014 10000 5000 0 Totaal Automatisch toegewezen via het IB Handmatig afgewezen Handmatig toegewezen
Pagina 12 De kwijtscheldingsverzoeken die in 2014 zijn ontvangen, geven het volgende beeld: openstaand per ultimo 2013 ontvangen in boekjaar 2014 Handmatig afgew ezen in boekjaar 2014 Handmatig toegew ezen in boekjaar 2014 automatisch toegew ezen in 2014 via IB Openstaand per ultimo 2014 Bodegraven -Reeuw ijk 19 488 109 117 274 7 Gouda 174 3646 810 1006 1971 33 HHRS van Rijnland 1267 32152 6122 8097 18967 233 Katw ijk 46 1217 219 363 673 8 Leiden 348 5878 1258 1560 3355 53 Oegstgeest 32 471 88 121 289 5 Voorschoten 30 640 146 166 352 6 Wassenaar 41 811 131 207 505 9 Zoeterw oude 4 234 9 223 6 0 Een kwijtscheldingsverzoek voor de BSGR kan op regels van meerdere deelnemers betrekking hebben. Dit leidt ertoe dat de werkelijk binnengekomen aanvragen lager uitvallen dan de hierboven gepresenteerde cijfers. Het bovenstaand overzicht geeft de totale populatie van kwijtscheldingen weer, inclusief kwijtscheldingen die betrekking hebben op oudere jaren. 3.6 WOZ Het jaar 2014 heeft voor de afdeling WOZ in het teken gestaan van in control komen op alle primaire WOZ-processen; daar waar achterstanden aanwezig waren, zijn deze grotendeels omgebogen naar beheersbare werkvoorraden. Het is mooi om deze doelstelling te bereiken maar het is zeker, in het licht van de toekomstige bezuinigingen, ook een uitdaging om in control te blijven. De aandacht die er in 2014 is geweest voor het opzetten, uitbreiden en monitoren van interne beheersmaatregelen heeft hier een belangrijke bijdrage aan geleverd. Resultaten vanuit lopende onderzoeken in het kader van ISAE en onderzoek interne beheersing WOZ proces van de Waarderingskamer zijn zoveel mogelijk in de interne beheersmaatregelen geïntegreerd. - Er is extra (deels externe) ingezet op de kwaliteitsslag die in het kader van noodzakelijke verbetering objectkenmerken in de gemeente Katwijk en Bodegraven-Reeuwijk moest plaatvinden. Deze kwaliteitsslag was noodzakelijk, zoals ook door de Waarderingskamer in haar rapportage van december 2013/januari 2014 aangegeven, om aan te sluiten op de werkelijke situatie op straat en zodoende kwalitatief hoogwaardige taxaties af te kunnen geven. Het is niet mogelijk geweest deze kwaliteitsslag volledig af te ronden; het streven is om deze werkzaamheden in 2015 af te ronden. - In het verlengde hiervan is de digitale aanschrijving voor controle van primaire en secundaire objectkenmerken verder uitgebouwd. Door het benoemen van risicogroepen, welke op basis van analyse van de diverse reguliere processen worden vastgesteld, worden gerichte controles uitgevoerd. Door het actief betrekken van de burgers bij deze controles wordt verwacht het draagvlak voor - en het vertrouwen in - een juiste waardevaststelling te verhogen. - Er zijn in 2014 bij een aantal gemeenten goede vorderingen gemaakt in de samenwerking tussen de afdelingen Bouwen en Wonen, de BAG afdelingen en de BSGR om gezamenlijk de beschikbare en benodigde- informatiestroom beter vorm te geven. Het door gemeenten ter beschikking stellen van een goede GIS-omgeving in combinatie met actuele kadastrale gegevens, leidt ertoe dat bij deze gemeenten de WOZ-onderzoeken en mutaties efficiënter gemonitord, onderzocht en uitgevoerd kunnen worden. Hierdoor neemt de doorlooptijd af en kunnen WOZ
Pagina 13 waarden eerder worden bepaald. Een goede ontwikkeling waar ook in 2015 de nodige aandacht voor zal moeten zijn. - De afhandeling van de WOZ bezwaren belastingjaar 2014 is door de nieuwe bezwaarprocedure een efficiënte(re) werkwijze gebleken, waarbij de afdeling WOZ samen met de juridisch medewerkers van de afdeling Bezwaar, Beroep en Beleid ook voor het komende belastingjaar weer mogelijkheden tot verbeteracties ziet. Eind 2014 was 96% van de bezwaren voorzien van een taxatie-technisch advies en was voor 92% van de bezwaarde objecten ook de uitspraak op het bezwaarschrift aan belanghebbende verzonden. De laatste loodjes wegen het zwaarste maar zullen medio februari 2015 (nagenoeg) geheel zijn afgerond. Dit is in lijn met artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht. De achterstand op de bezwaarschriften oude jaren (belastingjaren 2012 en 2013) is ook grotendeels ingelopen doch in een aantal gevallen vindt (met grote belanghebbenden) nog constructieve informatie-uitwisseling of afrondend overleg plaats of hebben hoorzittingen op verzoek van belanghebbenden later plaatsgevonden. Ook deze bezwaren zullen medio februari 2015 (nagenoeg) geheel moeten zijn afgerond zodat voor aanvang van de bezwaarafhandeling belastingjaar 2015 met een min of meer geheel schone lei begonnen kan worden. Om ook in 2015 aan te kunnen blijven sluiten bij de termijnstellingen zoals deze in het beoordelingsprotocol van de Waarderingskamer zijn opgenomen, zullen additionele middelen in de vorm van een reguliere flexibele schil op dit procesonderdeel ter beschikking moeten worden gesteld om te voorkomen dat nieuwe achterstanden zullen gaan ontstaan. De marktontwikkelingen op het gebied van het aantal ingediende bezwaarschriften 2015 zullen op de voet gevolgd worden; negatieve effecten op het aantal ingediende bezwaarschriften naar aanleiding van het WoningWaarderingsSysteem zullen niet eerder dan in 2016 zichtbaar worden - In december 2014 is een aanvang gemaakt met het project optimaliseren van het koppelingsniveau WOZ-BAG met de gemeente Gouda als Pilotgemeente. Dit project zal medio 2015 worden afgerond; de resterende vraagstukken zullen in de reguliere werkvoorraden van bijhouden/registratie van objectkenmerken worden opgenomen. - De aansluiting op de Landelijke Voorziening WOZ (LV-WOZ) is ook in 2014, zoals verwacht, niet haalbaar gebleken. De meeste softwareleveranciers hebben meer tijd nodig voor het aansluiten van hun eerste klant (koploper). Begin 2015 zal een bestuurlijk overleg plaatsvinden waarin door de staatssecretaris van Financiën in overleg met de VNG en Unie van Waterschappen een datum voor inwerkingtreding van openbaarheid van woningwaarden wordt bepaald; waarschijnlijk is dat op deze vast te stellen datum nog niet alle gemeenten zijn aangesloten op de LV-WOZ. Centric heeft voor gebruikers van de Centric-applicatie nog geen aansluiting kunnen realiseren en zal de Samenwerkingsverbanden, vanwege de te verwachten complexiteit, waarschijnlijk als hekkensluiters voor de aansluiting op de LV-WOZ in haar planning opnemen.
Pagina 14
Pagina 15 Bijlage 1: Productierapportages per deelnemer Productierapportage boekjaar 2014 Bodegraven-Reeuwijk Heffings jaar Belastingsoort Belastingsoort Aantal Bruto opgelegd Aantal Verminderingen Aantal Kwijtscheldingen Netto opgelegd 2012 AFV 2012AFV - - 1-251 5-916 -1.167 2012 OZBG 2012OZBG - - 3-1.228 - - -1.228 2013 AFV 2013AFV 159 18.741 81-9.961 39-6.271 2.509 2013 EXCO 2013EXCO 134 6.071 49-4.832 1-168 1.071 2013 HOND 2013HOND 207 15.368 62-3.928 7-428 11.012 2013 OZBE NWN 2013OZBE NWN 165 157.809 80-37.699 - - 120.110 2013 OZBE WON 2013OZBE WON 441 209.083 1.574-47.040 - - 162.043 2013 OZBG NWN 2013OZBG NWN 145 106.788 79-30.444 1-250 76.094 2013 OZBG WON 2013OZBG WON 7 2.756 - - - - 2.756 2013 REIN 2013REIN - - 38-17.788 - - -17.788 2013 RIOE NWN 2013RIOE NWN 74 9.620 40-5.200 - - 4.420 2013 RIOE WON 2013RIOE WON 102 13.260 40-5.200 - - 8.060 2013 RIOG NWN 2013RIOG NWN 60 37.980 87-29.291 - - 8.689 2013 RIOG WON 2013RIOG WON 185 35.018 61-11.350 24-3.931 19.737 2013 TOER 2013TOER 18 95.806 9-45.392 - - 50.414 2013 WOFO WON 2013WOFO WON 41 82.432 15-27.949 - - 54.483 2014 AFV 2014AFV 13.449 3.269.118 574-62.418 344-77.730 3.128.970 2014 EXCO 2014EXCO 306 36.422 28-2.524 1-172 33.726 2014 HOND 2014HOND 2.374 196.273 155-9.175 41-3.150 183.948 2014 OZBE NWN 2014OZBE NWN 2.089 1.459.257 53-21.047 - - 1.438.210 2014 OZBE WON 2014OZBE WON 14.117 5.112.095 208-20.967 1-409 5.090.719 2014 OZBG NWN 2014OZBG NWN 1.417 987.427 89-70.589 2-471 916.367 2014 OZBG WON 2014OZBG WON 59 12.718 - - - - 12.718 2014 REIN 2014REIN 60 27.711 2-857 - - 26.854 2014 RIOE NWN 2014RIOE NWN 1.412 188.078 76-10.123 - - 177.955 2014 RIOE WON 2014RIOE WON 13.294 1.770.761 42-5.594 - - 1.765.167 2014 RIOG NWN 2014RIOG NWN 887 277.242 95-36.669 1-131 240.442 2014 RIOG WON 2014RIOG WON 12.480 2.534.966 439-51.758 327-60.935 2.422.273 2014 TOER 2014TOER 16 30.776 5-845 - - 29.931 2014 WOFO WON 2014WOFO WON 164 321.908 23-41.618 - - 280.290 63.862 17.015.484 4.008-611.737 794-154.962 16.248.785
Pagina 16 Heffings jaar Belastingsoort Aantal Productierapportage boekjaar 2014 Gouda Bruto opgelegd Aantal Verminderingen Aantal Kwijtscheldingen Netto opgelegd 2007 AFV - - - - 1-303 -303 2007 LLG - - 1-15 - - -15 2007 RIOG - - - - 1-124 -124 2008 AFV - - - - 3-859 -859 2008 LLG - - 2-181 - - -181 2008 RIOG - - - - 1-137 -137 2008 RIOG WON - - - - 2-252 -252 2009 AFV - - 1-286 5-1.071-1.357 2009 LLG - - - - 1-2.728-2.728 2009 OZBE - - 2-4.105 - - -4.105 2009 OZBG NWN - - 2-3.273 - - -3.273 2009 REIN - - 1-428 - - -428 2009 RIOG - - - - 1-146 -146 2009 RIOG NWN - - 1-134 - - -134 2009 RIOG WON - - - - 4-437 -437 2010 AFV - - 1-185 25-5.371-5.556 2010 OZBE - - 6-4.341 2-269 -4.610 2010 OZBG NWN - - 2-3.235 1-314 -3.549 2010 PARK - - - - 1-62 -62 2010 REIN - - 3-1.579 - - -1.579 2010 RIOE WON - - - - 2-189 -189 2010 RIOG - - - - 1-155 -155 2010 RIOG NWN - - - - 1-155 -155 2010 RIOG WON - - 1-90 24-2.640-2.730 2011 AFV - - 8-1.031 47-9.631-10.662 2011 HOND - - 4-322 - - -322 2011 OZBE NWN - - 14-22.309 - - -22.309 2011 OZBE WON - - 8-411 2-117 -528 2011 OZBG NWN - - 14-14.056 1-48 -14.104 2011 PARK - - 2-67 - - -67 2011 PREC - - 4-213 - - -213 2011 REIN - - 74-32.604 - - -32.604 2011 RIOE NWN - - 2-206 - - -206 2011 RIOE WON - - 1-103 2-81 -184 2011 RIOG NWN - - 13-1.953 2-337 -2.290 2011 RIOG WON - - 5-450 48-5.379-5.829 2012 AFV 56 10.142 16-2.509 95-21.125-13.492 2012 ALEG - - 4-63 - - -63 2012 BLEG - - 1-250 - - -250 2012 HOND 11 991 9-558 1-57 376 2012 HVNG 36 2.133 8-802 - - 1.331 2012 OZBE NWN 58 156.513 51-46.133 - - 110.380 2012 OZBE WON 141 26.680 33-3.668 4-551 22.461 2012 OZBG NWN 67 82.303 52-54.508 - - 27.795 2012 OZBG WON 1 702 1-87 - - 615 2012 PARK - - 4-138 - - -138 2012 PREC - - 15-11.873 - - -11.873 2012 REIN 282 141.728 44-20.445 1-463 120.820 2012 RIOE NWN 16 1.418 15-1.329 - - 89 2012 RIOE WON 10 886 5-443 4-247 196 2012 RIOG NWN 64 115.565 42-15.600 1-73 99.892 2012 RIOG WON 108 10.795 13-1.041 80-9.331 423 2013 AFV 248 36.649 84-11.139 303-63.995-38.485 2013 ALEG 113 4.744 11-2.329 1-52 2.363 2013 BLEG 254 225.998 22-22.029 - - 203.969 2013 HOND 53 2.733 54-3.130 - - -397 2013 HVNG 43 17.370 7-2.774 1-462 14.134 2013 LIGG 1 518 3-1.558 - - -1.040 2013 OZBE NWN 170 536.276 142-113.332 - - 422.944 2013 OZBE WON 321 135.683 219-16.422 5-675 118.586 2013 OZBG NWN 201 340.164 127-103.474 2-160 236.530 2013 OZBG WON 3 8.849 3-450 - - 8.399 2013 PARK 370 11.987 291-7.103 - - 4.884 2013 PREC 212 51.458 45-12.692 - - 38.766 2013 REIN 432 225.192 23-11.219 1-489 213.484 2013 RIOE NWN 64 6.067 48-4.550 - - 1.517 2013 RIOE WON 54 5.119 9-853 5-319 3.947 2013 RIOG NWN 46 112.036 105-49.138 2-236 62.662 2013 RIOG WON 94 22.020 48-4.601 229-29.222-11.803 2014 AFV 31.495 9.263.133 1.665-191.955 2.870-792.696 8.278.482 2014 ALEG 1.448 73.124 19-989 - - 72.135 2014 BLEG 1.002 771.884 32-6.119 - - 765.765 2014 HOND 3.512 349.529 284-18.426 72-7.421 323.682 2014 HVNG 176 5.957 2-128 - - 5.829 2014 LIGG 37 15.983 2-662 - - 15.321 2014 MKTG 369 124.184 11-2.116 - - 122.068 2014 OZBE NWN 2.760 3.983.543 140-84.233 - - 3.899.310 2014 OZBE WON 31.990 8.601.154 285-17.904 20-4.216 8.579.034 2014 OZBG NWN 2.363 2.734.048 224-143.810 4-289 2.589.949 2014 OZBG WON 11 10.481 - - - - 10.481 2014 PARK 12.998 434.033 585-17.031 - - 417.002 2014 PREC 188 1.031.884 - - - - 1.031.884 2014 REIN 19 23.141 2-1.815 - - 21.326 2014 RIOE NWN 2.312 232.356 54-5.427 - - 226.929 2014 RIOE WON 30.939 3.109.370 23-2.312 19-1.819 3.105.239 2014 RIOG NWN 1.831 720.706 148-75.346 4-457 644.903 2014 RIOG WON 30.994 5.053.347 1.210-111.984 2.831-444.955 4.496.408 2014 STAN 10 19.817 1-2.069 - - 17.748 157.983 38.850.393 6.413-1.300.143 6.733-1.410.115 36.140.135
Pagina 17 Productierapportage boekjaar 2014 Rijnland Heffings jaar Belasting soort Aantal Bruto opgelegd Aantal Verminderingen Aantal Kwijtscheldingen Netto opgelegd 2006 INGO - - - - 5-260 -260 2006 WVOW - - - - 5-534 -534 2007 INGO - - - - 8-410 -410 2007 WSO - - - - 4-148 -148 2007 WVOW - - 1-4 10-773 -777 2008 INGO - - - - 14-727 -727 2008 WSO - - 1-47 3-119 -166 2008 WVOB - - 7-1.277 - - -1.277 2008 WVOW - - 2-163 17-1.695-1.858 2009 WSHE - - 8-207 2-41 -248 2009 WSHG - - 4-245 41-2.443-2.688 2009 ZUIB - - 28-27.257 - - -27.257 2009 ZUIW - - 8-584 51-4.287-4.871 2010 WSHE GEB - - 22-760 1-40 -800 2010 WSHE ONG - - 2-57 - - -57 2010 WSHG - - 9-610 100-6.595-7.205 2010 WVOB - - 6-24.581 - - -24.581 2010 ZUIB - - 190-121.664 - - -121.664 2010 ZUIW - - 16-1.504 128-11.883-13.387 2011 RLEG - - 1-1.250 - - -1.250 2011 WSHE GEB - - 182-9.617 1-19 -9.636 2011 WSHE ONG - - 61-1.677 - - -1.677 2011 WSHE WEG - - 1-211 - - -211 2011 WSHG - - 62-4.774 332-24.760-29.534 2011 WVOB 45 98.825 2-5.885 - - 92.940 2011 ZUIB 2.543 412.120 769-150.847 - - 261.273 2011 ZUIW - - 182-14.876 425-37.821-52.697 2012 RLEG - - 1-1.250 - - -1.250 2012 WSHE GEB 2.950 232.282 803-67.999 1-20 164.263 2012 WSHE NAT 173 2.938 - - - - 2.938 2012 WSHE ONG 472 66.462 91-4.134 - - 62.328 2012 WSHE WEG 40 3.035 - - - - 3.035 2012 WSHG 472 40.686 248-21.378 549-46.230-26.922 2012 WVOB 95-143.360 12-689 - - -144.049 2012 ZUIB 9.648 1.217.434 3.349 74.820 - - 1.292.254 2012 ZUIW 1.449 117.267 526-40.869 762-71.294 5.104 2013 RLEG 1 1.250 1-750 - - 500 2013 WSHE GEB 5.203 599.220 5.040-141.264 6-209 457.747 2013 WSHE NAT 41 4.974 3-10 - - 4.964 2013 WSHE ONG 530 44.960 273-26.041 - - 18.919 2013 WSHE WEG 33 2.095 4-580 - - 1.515 2013 WSHG 2.093 189.207 416-37.546 1.454-128.051 23.610 2013 WVOB 107 170.245 3-105 - - 170.140 2013 ZUIB 12.453 1.312.732 5.725-334.993 - - 977.739 2013 ZUIW 3.745 279.292 1.368-85.478 2.258-180.193 13.621 2014 RLEG 21 35.713 - - - - 35.713 2014 WSHE GEB 611.387 34.775.303 6.181-169.283 22-846 34.605.174 2014 WSHE NAT 5.548 79.335 124-5.106 - - 74.229 2014 WSHE ONG 50.336 3.816.985 700-59.569 1-3.757.416 2014 WSHE WEG 18.515 1.161.164 30-3.824 - - 1.157.340 2014 WSHG 516.555 50.431.265 1.038-101.340 25.948-2.511.264 47.818.661 2014 WVOB 28 402.049 2-206 - - 401.843 2014 ZUIB 30.200 14.212.622 1.967-626.532 - - 13.586.090 2014 ZUIW 540.145 63.492.885 27.675-1.475.516 26.926-2.637.597 59.379.772 1.814.828 173.058.985 57.144-3.497.739 59.074-5.668.259 163.892.987
Pagina 18 Productierapportage boekjaar 2014 Katwijk Heffings jaar Belasting soort Aantal Bruto opgelegd Aantal Verminderingen Aantal Kwijtscheldingen Netto opgelegd 2012 HVNG 1 88 11-262 - - -174 2012 PREC 58 6.304 3-364 - - 5.940 2013 AFV 96 14.924 66-11.592 101-17.007-13.675 2013 EXCO 1 216 1-126 - - 90 2013 GRAF - - 13-728 1-56 -784 2013 HOND 26 1.412 45-2.408 - - -996 2013 HVNG 51 4.083 27-920 - - 3.163 2013 MKTG - - 1-227 - - -227 2013 OZBE NWN 172 190.139 61-35.530 - - 154.609 2013 OZBE WON 427 126.626 101-6.099 1-440 120.087 2013 OZBG NWN 77 140.219 64-43.410 - - 96.809 2013 OZBG WON 4 7.790 - - - - 7.790 2013 PARK 170 4.896 64-1.843 - - 3.053 2013 PREC 96 18.744 36-9.268 - - 9.476 2013 RIOG NWN 28 3.509 51-13.645 - - -10.136 2013 RIOG WON 72 8.096 54-5.228 64-6.160-3.292 2013 TOER 57 227.886 2-3.718 - - 224.168 2014 AFV 24.828 6.934.605 1.004-103.500 976-241.908 6.589.197 2014 EXCO 66 13.854 2-267 1-196 13.391 2014 GRAF 727 44.271 12-739 - - 43.532 2014 HOND 3.685 365.068 262-15.715 62-6.291 343.062 2014 MKTG 215 77.959 14-2.941 - - 75.018 2014 OZBE NWN 2.561 1.968.903 99-44.376 - - 1.924.527 2014 OZBE WON 26.726 5.607.079 174-9.636 3-962 5.596.481 2014 OZBG NWN 2.082 1.209.174 105-48.979 1-189 1.160.006 2014 OZBG WON 9 1.250 - - - - 1.250 2014 PARK 3.968 116.446 222-6.534 - - 109.912 2014 PREC 540 2.421.767 18-4.076 - - 2.417.691 2014 RIOG NWN 1.736 526.524 120-27.614 1-95 498.815 2014 RIOG WON 24.453 3.350.591 734-54.934 960-125.809 3.169.848 92.932 23.392.423 3.366-454.679 2.171-399.113 22.538.631
Pagina 19 Heffings jaar Belasting soort Aantal Productierapportage boekjaar 2014 Leiden Bruto opgelegd Aantal Verminderingen Aantal Kwijtscheldingen Netto opgelegd 2001 OZBG WON - - - - 1-168 -168 2006 OZBE WON - - - - 1-334 -334 2006 PREC - - 6-1.465 - - -1.465 2006 RIOW - - - - 2-140 -140 2006 TOER - - 1-3.044 - - -3.044 2007 AFV - - - - 8-837 -837 2007 OZBE WON - - - - 1-470 -470 2007 OZBG NWN - - 1-793 - - -793 2007 RIO NWN - - 1-85 - - -85 2007 RIO WON - - - - 8-425 -425 2007 TOER - - 1-710 - - -710 2008 AFV - - 1-132 10-1.106-1.238 2008 OZBE WON - - - - 1-471 -471 2008 RIOP WON - - 1-83 10-694 -777 2009 AFV - - 4-292 22-2.863-3.155 2009 OZBE NWN - - 1-1.992 - - -1.992 2009 OZBE WON - - - - 2-873 -873 2009 OZBG NWN - - 1-1.989 - - -1.989 2009 RIOP WON - - 4-161 22-1.612-1.773 2010 AFV - - 4-498 36-5.017-5.515 2010 OZBE NWN - - 4-11.916 - - -11.916 2010 OZBE WON - - 2-423 2-860 -1.283 2010 OZBG NWN - - 5-23.143 1-340 -23.483 2010 PREC - - 34-4.824 - - -4.824 2010 RIOG NWN - - 1-65 - - -65 2010 RIOP WON - - 5-296 36-2.615-2.911 2011 AFV - - 37-4.264 52-7.305-11.569 2011 OZBE NWN - - 39-53.984 - - -53.984 2011 OZBE WON - - 11-3.733 1-401 -4.134 2011 OZBG NWN - - 22-37.240 2-776 -38.016 2011 OZBG WON - - 1-4.134 - - -4.134 2011 PREC - - 475-35.709 - - -35.709 2011 RIOG NWN - - 35-24.894 2-226 -25.120 2011 RIOP WON - - 39-2.171 53-3.719-5.890 2012 AFV 485 64.592 201-22.424 156-19.188 22.980 2012 OZBE NWN 96 248.180 128-535.171 - - -286.991 2012 OZBE WON 296 91.526 56-16.893 3-1.129 73.504 2012 OZBG NWN 125 388.227 107-491.420 - - -103.193 2012 OZBG WON 1 285 - - - - 285 2012 PREC 33 5.303 577-51.699 - - -46.396 2012 RIOG NWN 417 196.459 63-33.481 2-231 162.747 2012 RIOP WON 680 37.831 189-10.498 231-11.706 15.627 2012 TOER 3 26.668 - - - - 26.668 2013 AFV 653 72.367 419-41.778 457-58.366-27.777 2013 OZBE NWN 306 3.321.802 160-209.481 - - 3.112.321 2013 OZBE WON 299 139.993 309-36.048 2-823 103.122 2013 OZBG NWN 329 3.498.958 179-310.254 5-1.623 3.187.081 2013 OZBG WON 4 10.191 2-546 - - 9.645 2013 PREC 54 7.526.762 8-8.746 - - 7.518.016 2013 RIOG NWN 233 116.383 137-61.528 6-511 54.344 2013 RIOP WON 590 30.395 416-18.979 455-26.814-15.398 2013 TOER 62 143.126 26-2.122 - - 141.004 2014 AFV 56.440 10.926.679 4.699-377.983 4.819-861.793 9.686.903 2014 OZBE NWN 4.629 12.035.475 151-193.683 - - 11.841.792 2014 OZBE WON 57.261 20.274.934 310-27.267 24-6.842 20.240.825 2014 OZBG NWN 4.099 10.168.033 281-406.705 6-2.160 9.759.168 2014 OZBG WON 11 19.156 1-261 - - 18.895 2014 PREC 91 69.798 12-27.242 - - 42.556 2014 RIOG NWN 2.734 847.211 193-55.524 4-381 791.306 2014 RIOP WON 56.206 4.864.950 4.667-166.383 4.818-385.117 4.313.450 2014 TOER 39 476.673 - - - - 476.673 186.176 75.601.957 14.027-3.324.156 11.261-1.407.936 70.869.865
Pagina 20 Productierapportage boekjaar 2014 Oegstgeest Heffings jaar Belasting soort Aantal Bruto opgelegd Aantal Verminderingen Aantal Kwijtschelding Netto opgelegd 2006 OZBE - - 1-125 - - -125 2006 RIOG WON - - 1-119 - - -119 2009 OZBE - - 1-437 - - -437 2009 OZBG NWN - - 1-26 - - -26 2010 AFV - - - - 2-332 -332 2010 OZBE - - 1-437 - - -437 2010 OZBE NWN - - 1-973 - - -973 2010 OZBG NWN - - 3-953 - - -953 2010 RIOG WON - - - - 3-276 -276 2011 AFVT - - - - 6-1.035-1.035 2011 HOND - - 1-85 - - -85 2011 OZBE NWN - - 2-961 - - -961 2011 OZBE WON - - 7-1.302 - - -1.302 2011 OZBG NWN - - 5-3.813 - - -3.813 2011 RIOB WON 28 10.953 6-3.364 - - 7.589 2011 RIOG NWN 13 10.909 3-238 - - 10.671 2011 RIOG WON 1 398 - - - - 398 2011 RIOP WON - - 1-43 7-642 -685 2012 AFVT 26 4.635 8-1.000 15-2.682 953 2012 HOND 11 601 10-493 - - 108 2012 OZBE NWN 13 83.271 9-22.651 - - 60.620 2012 OZBE WON 34 11.990 24-1.690 1-112 10.188 2012 OZBG NWN 20 40.093 14-15.230 - - 24.863 2012 OZBG WON 1 80 - - - - 80 2012 RIOB WON 34 13.336 1-492 - - 12.844 2012 RIOG NWN 25 41.575 8-13.456 - - 28.119 2012 RIOP WON 25 1.663 8-422 13-838 403 2013 AFVT 32 4.445 20-2.159 36-6.988-4.702 2013 HOND 191 12.821 55-3.917 1-87 8.817 2013 OZBE NWN 19 81.688 11-8.897 - - 72.791 2013 OZBE WON 38 25.901 200-8.487 2-190 17.224 2013 OZBG NWN 24 55.074 16-30.355 - - 24.719 2013 OZBG WON 1 142 - - - - 142 2013 PREC - - 4-4.586 - - -4.586 2013 RIOB WON 46 52.833 11-37.120 - - 15.713 2013 RIOG NWN 15 6.044 13-6.200 - - -156 2013 RIOP WON 25 2.076 21-1.518 36-4.870-4.312 2013 TOER 4 130.906 - - - - 130.906 2014 AFVT 9.776 2.414.291 465-45.477 285-68.372 2.300.442 2014 EXCO 80 16.685 6-939 1-209 15.537 2014 HOND 1.280 112.282 140-8.322 8-708 103.252 2014 OZBE NWN 576 749.361 14-6.569 - - 742.792 2014 OZBE WON 10.519 3.316.435 224-8.909 4-649 3.306.877 2014 OZBG NWN 480 497.126 26-19.049 - - 478.077 2014 OZBG WON 6 840 - - - - 840 2014 PREC 46 1.573.884 - - - - 1.573.884 2014 RIOB WON 93 21.148 3-3.189 1-153 17.806 2014 RIOG NWN 313 228.620 20-7.674 - - 220.946 2014 RIOP WON 9.767 1.922.043 527-35.618 285-51.093 1.835.332 33.562 11.444.149 1.892-307.295 706-139.236 10.997.618
Pagina 21 Heffings jaar Belasting soort Productierapportage boekjaar 2014 Voorschoten Aantal Bruto opgelegd Aantal Verminderingen Aantal Kwijtscheldingen Netto opgelegd 2006 AFV - - - - 1-323 -323 2006 RIOG WON - - - - 1-91 -91 2007 OZBG NWN - - 1-97 - - -97 2007 RIOG NWN - - 1-93 - - -93 2008 AFV - - - - 1-328 -328 2008 OZBG NWN - - 1-96 - - -96 2008 RIOG NWN - - 1-126 - - -126 2008 RIOG WON - - - - 1-126 -126 2009 AFV - - - - 4-998 -998 2009 OZBG NWN - - 1-98 - - -98 2009 RIOG NWN - - 1-130 - - -130 2009 RIOG WON - - - - 3-291 -291 2010 AFV - - - - 3-782 -782 2010 OZBE - - 1-214 - - -214 2010 OZBG NWN - - 3-780 - - -780 2010 RIOG NWN - - 2-258 - - -258 2010 RIOG WON - - 1-8 3-387 -395 2011 AFV - - 3-818 5-984 -1.802 2011 HOND - - 1-46 - - -46 2011 OZBE NWN - - 1-457 - - -457 2011 OZBE WON - - 2-401 - - -401 2011 OZBG NWN - - 4-1.066 - - -1.066 2011 PREC - - 1-2.898 - - -2.898 2011 RIOT NWN - - 5-735 - - -735 2011 RIOT WON - - 5-597 6-698 -1.295 2012 AFV 35 5.973 8-1.460 26-5.244-731 2012 HOND 3 35 7-191 - - -156 2012 OZBE NWN 37 20.209 5-12.980 - - 7.229 2012 OZBE WON 117 42.195 46-7.250 - - 34.945 2012 OZBG NWN 19 7.324 10-11.879 - - -4.555 2012 RIOT NWN 10 1.679 7-923 - - 756 2012 RIOT WON 35 2.927 13-1.089 26-3.180-1.342 2013 AFV 42 5.928 17-2.132 61-11.410-7.614 2013 HOND 13 474 45-1.680 6-248 -1.454 2013 OZBE NWN 26 28.819 23-17.523 - - 11.296 2013 OZBE WON 106 57.908 144-17.000 2-444 40.464 2013 OZBG NWN 32 14.054 29-10.733 - - 3.321 2013 OZBG WON 1 977 - - - - 977 2013 PREC 34 12.244 2-501 - - 11.743 2013 RIOT NWN 11 1.635 23-3.692 - - -2.057 2013 RIOT WON 43 3.708 26-1.440 51-7.397-5.129 2013 TOER 1 17.676 - - - - 17.676 2014 AFV 10.889 2.993.477 555-53.514 454-109.520 2.830.443 2014 HOND 1.452 71.607 129-4.580 53-2.523 64.504 2014 OZBE NWN 712 506.269 41-10.908 - - 495.361 2014 OZBE WON 11.855 3.871.786 232-13.621 4-1.020 3.857.145 2014 OZBG NWN 606 349.898 41-20.835 1-310 328.753 2014 OZBG WON 2 1.129 - - - - 1.129 2014 PREC 38 466.079 - - - - 466.079 2014 RIOT NWN 470 96.521 33-6.177 1-206 90.138 2014 RIOT WON 10.916 2.095.973 442-38.915 428-85.491 1.971.567 2014 TOER 2 41.389 - - - - 41.389 37.507 10.717.893 1.913-247.941 1.141-232.001 10.237.951
Pagina 22 Heffings jaar Belasting soort Productierapportage boekjaar 2014 Wassenaar Aantal Bruto opgelegd Aantal Verminderd Aantal Kwijtscheldingen Netto opgelegd 2009 OZBE 0 0 1-250 0 0-250 2010 AFV 0 0 1-76 2-320 -396 2010 OZBE 0 0 3-783 0 0-783 2010 OZBG NWN 0 0 5-21.647 0 0-21.647 2010 RIOG WON 0 0 1-44 1-109 -153 2011 AFV 0 0 3-737 12-2.952-3.689 2011 HOND 0 0 0 0 1-75 -75 2011 OZBE NWN 0 0 3-251 0 0-251 2011 OZBE WON 0 0 6-3.165 0 0-3.165 2011 OZBG NWN 0 0 24-10.541 0 0-10.541 2011 PREC 0 0 5-484 0 0-484 2011 REIN 0 0 10-3.405 0 0-3.405 2011 RIOG NWN 0 0 10-3.139 0 0-3.139 2011 RIOG WON 0 0 5-555 11-1.193-1.748 2012 AFV 39 9.881 8-1.625 20-5.528 2.728 2012 EXCO 28 14.378 21-16.725 1-182 -2.529 2012 HOND 8 720 11-478 2-134 108 2012 OZBE NWN 23 31.932 16-23.516 0 0 8.416 2012 OZBE WON 17 14.373 18-15.364 2-1.084-2.075 2012 OZBG NWN 31 28.027 36-44.627 0 0-16.600 2012 PREC 0 0 5-465 0 0-465 2012 REIN 20 9.756 19-8.523 0 0 1.233 2012 RIOG NWN 46 23.805 16-4.942 1-97 18.766 2012 RIOG WON 80 15.030 16-1.121 22-3.429 10.480 2013 AFV 76 15.872 38-6.505 64-15.274-5.907 2013 BAAT 0 0 1-428 0 0-428 2013 EXCO 189 71.656 34-23.393 1-189 48.074 2013 HOND 35 1.805 60-3.642 2-26 -1.863 2013 OZBE NWN 55 229.911 38-33.954 0 0 195.957 2013 OZBE WON 143 179.624 111-51.763 2-1.125 126.736 2013 OZBG NWN 58 167.028 50-37.716 0 0 129.312 2013 PREC 89 58.794 18-3.793 0 0 55.001 2013 REIN 16 8.236 39-22.664 0 0-14.428 2013 RIOG NWN 57 27.851 48-15.968 0 0 11.883 2013 RIOG WON 147 28.293 98-12.884 74-9.317 6.092 2013 TOER 8 57 8 0 0 0 57 2014 AFV 11.655 4.458.153 789-126.848 506-176.895 4.154.410 2014 BAAT 69 15.004 3-614 0 0 14.390 2014 EXCO 384 182.387 63-34.123 3-827 147.437 2014 HOND 1.988 165.065 180-10.481 68-5.551 149.033 2014 OZBE NWN 1.050 1.319.089 45-39.296 0 0 1.279.793 2014 OZBE WON 12.520 6.619.347 196-118.575 0 0 6.500.772 2014 OZBG NWN 945 951.979 62-34.555 0 0 917.424 2014 OZBG WON 12 1.323 0 0 0 0 1.323 2014 PREC 325 1.846.179 5-676 0 0 1.845.503 2014 REIN 398 216.206 63-28.492 0 0 187.714 2014 RIOG NWN 651 367.058 46-9.866 0 0 357.192 2014 RIOG WON 10.965 2.113.919 429-103.654 449-68.544 1.941.721 2014 TOER 8 821.471 0 0 0 0 821.471 42.135 20.014.209 2.667-882.353 1.244-292.851 18.839.005