GGZ ingeest Visie en richtlijnen, oktober 2016 Deze beleidsnotitie beschrijft onze visie over het omgaan met en het betrekken van familie en naasten bij de behandeling van onze patiënten. Tevens worden een aantal algemene richtlijnen genoemd waar wij als organisatie aan willen voldoen. Iedere afdeling is vrij om het beleid binnen de bestaande kaders vorm te geven. Met deze beleidsnotitie vervalt de beleidsnotitie van januari 2010, en het handboek familiebeleid van mei 2013. In de tekst zijn links opgenomen naar aanvullende informatie. Definitie familie/naasten Onder familie en naasten 1 verstaan we familieleden en/of andere belangrijke naastbetrokkenen van patiënten die bij GGZ ingeest in behandeling zijn, zowel ambulant als klinisch gezien. Doel Het doel van het familie/naastenbeleid is: - naasten te informeren over en te betrekken bij de behandeling, - een stabiele situatie voor de patiënt en de naasten te realiseren, - het herstel van de patiënt te bevorderen, - oog te hebben voor familie en naasten, - veiligheid bieden voor kinderen. Samen gaat het beter GGZ ingeest staat voor het bieden van goede zorg aan mensen met een psychiatrische aandoening. Wij streven daarom naar een samenwerking tussen patiënt, familie en hulpverlening. In het meerjarenplan 2015-2017 (november 2014) zijn acht sleutelwoorden geformuleerd die omschrijven waar we voor staan en hoe we met elkaar omgaan. Binnen het familie/naastenbeleid willen we twee sleutelwoorden verder uitlichten. Contextgericht Geen mens staat los van zijn of haar omgeving: familie, vrienden, ketenpartners en collega s. We maken deel uit van verschillende netwerken. Om zo effectief mogelijk te zijn in ons werk is het van groot belang om over onze eigen grenzen heen te kijken. Het familie/naastenbeleid sluit aan bij dit kernwoord door: - Familie en naasten te betrekken bij de behandeling, tenzij de patiënt dat niet wil. Als dit het geval is doet de hulpverlener zijn best om de relatie te herstellen, indien dit mogelijk en wenselijk is. - In het behandelplan rekening te houden met de context van de patiënt. Bijvoorbeeld bij overbelasting van het systeem extra ondersteuning bieden aan familie en naasten of kijken of tijdelijke opname mogelijk is. 1 Familie en/of naasten kunnen ook optreden als vertegenwoordiger. Het protocol vertegenwoordiging is dan van toepassing.
- Familie en naasten te informeren over het ondersteuningsaanbod voor naasten. Er kunnen meerdere personen geïnformeerd worden (dit in verband met verbroken familierelaties). - Speciale aandacht te geven aan de kinderen van onze patiënten middels het project KOPP & schouders, waar er aandacht is voor de kinderen en het ouderschap. Er worden verschillende ondersteuningsmogelijkheden geboden. Steeds meer afdelingen zullen gaan werken met het voorlichtingsgesprek (onderdeel van de kindcheck). Preventief Voorkomen van problemen is altijd beter dan het oplossen ervan. Met een actieve en preventieve houding in ons werk voorkomen wij dat problemen ontstaan of groter worden. Zo houden we oplossingen zo simpel mogelijk en haalbaar. Het familie/naastenbeleid sluit als volgt bij dit kernwoord aan: - Familie en naasten spelen een grote rol in het signaleren bij terugval van de patiënt. Het is van belang dat zij weten welke stappen gezet kunnen worden en wie hij of zij kan benaderen voor ondersteuning. - Zorgen voor iemand met psychiatrische problemen kan zeer belastend zijn. Naasten zijn hierdoor een risicogroep. Door het actief bieden van psycho-educatie en ondersteuning, individueel of in groepen, krijgen naasten handvatten om beter om te kunnen gaan met hun naaste met psychische problemen en om ook goed voor zichzelf te zorgen. - Kinderen van ouders met psychiatrische problemen lopen risico voor erfelijke en sociale belasting en behoren ook tot een risicogroep. Het is belangrijk dat zij in beeld komen en informatie krijgen. Hiervoor gebruiken we de kindcheck. Er zal opnieuw aandacht worden geschonken aan de bekendheid van de kindcheck bij hulpverleners. Er zijn korte lijnen om door te verwijzen naar o.a. KOPP-groepen. Veiligheid Om de veiligheid van de familie en naasten te waarborgen is het van belang een goede samenwerking te hebben met Veilig thuis. Zij kunnen worden benaderd bij vermoedens en tekenen van mishandeling en verwaarlozing. Het gaat hier om kindermishandeling/verwaarlozing, ouderenmishandeling en huiselijk geweld. Veilig thuis geeft informatie en advies over de situatie en doen onderzoek naar de casus, ook schakelen zij instanties in wanneer de situatie uit de hand loopt. Per juli 2013 is de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling verplicht. GGZ ingeest heeft deze verplichting uitgewerkt in het stappenplan meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Hierin staat beschreven hoe je als hulpverlener moet handelen wanneer er vermoedens of tekenen zijn van kindermishandeling of huiselijk geweld. De kindcheck is een onderdeel van de meldcode en heeft tot doel kindermishandeling eerder te signaleren doordat de hulpverlener nagaat of een volwassen patiënt de zorg heeft voor minderjarige kinderen en of deze veilig kunnen opgroeien.
Richtlijnen Onderstaande richtlijnen zijn opgesteld om het familie/naastenbeleid te borgen op de afdeling. Familie/naasten registreren in het EPD Aan het begin van de behandeling wordt de patiënt gevraagd wie van de familie/naasten als contactpersoon fungeert. Deze contactgegevens worden ingevoerd in het EPD (elektronisch patiënten dossier). Indien nodig kunnen er meerder contactpersonen ingevoerd worden. De hulpverlener bespreekt met de patiënt welke rol hij ziet voor de contactpersoon. Dat kan gaan over het betrekken van de contactpersoon en of welke informatie de contactpersoon krijgt. De wensen van de patiënt worden met de contactpersoon besproken en op haalbaarheid getoetst. De patiënt kan zijn wensen te allen tijde wijzigen; Belangrijk is om de gegevens actueel te houden. Vraag daarom regelmatig na of de gegevens nog kloppen; De hulpverlener bespreekt welke rol familie/naasten voor zichzelf zien. Verwachtingen rond informatieverstrekking (wat wordt wel en niet gecommuniceerd), bejegening naar familie/naasten, betrokkenheid (hoe vaak is er contact en op welke manieren), ondersteuning en bereikbaarheid van de familie/naasten worden uitgesproken. De hulpverlener geeft daarbij aan of dit mogelijk is binnen de wettelijke kaders en de wensen van de patiënt; Verslagen van gesprekken met familie/naasten kunnen in het EPD gerapporteerd worden onder het kopje familiebeleid binnen het behandelplan; Wanneer een patiënt inzage in of een afschrift van het dossier verzoekt, zijn wij verplicht om informatie van derden af te schermen. Een procedure hiervoor staat in het kwaliteitshandboek. Veiligheid Tijdens het opname gesprek vraagt de hulpverlener of de patiënt kinderen heeft en waar zij op dat moment zijn. Wanneer kinderen alleen thuis achter zijn gebleven, en zij zijn onder de 16 jaar, moet er opvang worden geregeld voor hen via de patiënt, de andere ouder, de contactpersoon van de patiënt of Veilig thuis; Bij vermoeden van mishandeling/verwaarlozing van kinderen, maar ook van andere familieleden/naasten, of huiselijk geweld, worden de stappen van de meldcode gevolgd. Informatie aan en ondersteuning van familie/naasten Familie/naasten moeten altijd een aanspreekpunt hebben. Dit kan ook een niet bij de behandeling betrokken medewerker van GGZ ingeest zijn om het contact met de familie te onderhouden. Deze medewerker geeft alleen inhoudelijke informatie over de behandeling als hier toestemming voor is. Wanneer de behandeling wijzigt (overplaatsing, van klinisch naar ambulant etc.) geeft de hulpverlener opnieuw aan wie het aanspreekpunt is. Dat kan eventueel ook iemand van buiten GGZ ingeest zijn, bijvoorbeeld de huisarts. Familie/naasten krijgen de brochure Mét familie, gaat het beter uitgereikt en deze wordt met hen doorgenomen (in deze brochure staat het ondersteuningsaanbod vanuit Prezens, de familievertrouwenspersoon en het familieklachtrecht); Kinderen en/of verzorgers van de cliënt krijgen de folder KOPPen bij elkaar en schouders eronder uitgereikt en worden geïnformeerd over KOPP-cursussen Prezens/Kenter Jeugdhulp, en ondersteund bij eventueel aanmelden KOPP groep; Er is aandacht voor risicovol ouderschap en er wordt hiervoor ondersteuning geboden; Samenwerking met Kenter Jeugdhulp en Prezens m.b.t. ondersteuning van familie/naasten en kinderen, denk hierbij aan meedenken bij casussen, aanmelding ondersteuning individueel of in groepsverband; Familie/naasten psycho-educatie aanbieden en uitleg medicatiegebruik;
Bezoek van kinderen aan hun vader of moeder in de kliniek goed begeleiden en organiseren; Werkwijze als patiënt toestemming geeft om familie te betrekken (NB: verifieer of patiënt voor alle genoemde punten toestemming geeft of slechts voor bepaalde) Na intake een afspraak plannen met patiënt (met kinderen en eventueel andere ouder, afhankelijk van de leeftijd van de kinderen geven de ouders toestemming) voor voorlichtingsgesprek. Het voorlichtingsgesprek is een pilot op locatie Zuiderpoort, en zal naar verwachting organisatie breed worden geïmplementeerd; Bij opname familie/naasten binnen 2 weken een uitnodiging voor een familiegesprek aanbieden, binnen 6 weken deze uitvoeren; Familie/naasten betrekken bij het behandelplan: indien mogelijk en gewenst uitnodigen bij Voorbereiding en/ of behandelplanbespreking; Familie/naasten betrekken bij signaleringsplan, afspreken welke taken familie/naasten op zich kan nemen en ondersteuning bieden aan familie/naasten na crisissituatie; (Contactpersoon van de) familie/naasten inlichten 2 bij gedwongen opname, overplaatsing of ontslag van Bopz-patiënt, start en stop van dwangbehandeling of toepassing van middelen of maatregelen; Verlof/ontslag met familie/naasten overleggen en nabespreken; Bij ontslag Familie/naasten uitnodigen voor een evaluatiegesprek en overdragen aan volgende zorgverlener, denk hierbij aan ander team, huisarts e.d., welke ondersteuning familie/naasten wil en of iemand kinderen heeft, en wie er voor hen zorgt; In geval van TS of suïcide familie uitnodigen voor de nabespreking; Specifieke richtlijnen wanneer patiënt niet wil dat familie wordt betrokken Bij gedwongen opname, overplaatsing of ontslag van Bopz-patiënt, start en stop van dwangbehandeling of toepassing van middelen of maatregelen: (contactpersoon van de) familie/naasten op de hoogte brengen; Familie/naasten uitleggen aan de hand van de wet- en regelgeving wat er mogelijk en onmogelijk is, indien gewenst familie/naasten algemene informatie meegeven over GGZ ingeest en over de ondersteuningsmogelijkheden, niet over de patiënt; Nagaan wat dit voor de kinderen betekent en of iemand dit kan uitleggen aan de kinderen (Prezens en Kenter Jeugdhulp kunnen hier bij ondersteunen); Familie/naasten informeren dat de instelling niet is toegestaan informatie over de patiënt aan de familie/naasten te verstrekken, maar het wel mogelijk is om algemene informatie te krijgen; Inspanning van hulpverlener om het contact tussen familie/naasten en patiënt zodanig te herstellen zodat familie/naasten geïnformeerd mag worden en betrokken wordt bij de behandeling; Informeren over de cursussen, bijeenkomsten en familiespreekuur voor familie/naasten welke door de organisatie geboden worden; De familievertrouwenspersoon benaderen om het contact met de familie/naasten te onderhouden, zonder informatie te geven over de medische gegevens van de patiënt. Advies: vraag een collega behandelaar/verpleegkundige die niet direct bij de cliënt is betrokken hiervoor; Familie/naasten wijzen op ondersteuningsaanbod van Prezens en familieorganisaties zoals Labyrint- In Perspectief en Ypsilon. 2 Onder kennisgeving aan derden verstaat de wet Bopz: aan de wettelijk vertegenwoordiger, indien deze ontbreekt aan de schriftelijk gemachtigde, en anders aan echtgenoot (partner) van de patiënt, dan wel ouder, kind, broer of zus van de patiënt. Kennisgeving geschiedt in deze volgorde.
Goed hulpverlenersschap Wanneer de hulpverlener informatie krijgt van familie die ernstige gevolgen kan hebben voor de patiënt, komt hij in een situatie waarin hij toch iets moet doen op basis van die informatie als goed hulpverlener. Bijvoorbeeld als de familie aangeeft dat cliënt diabetes mellitus heeft, terwijl de patiënt dit ontkent. De wet bepaalt in artikel 453 van de Wet op de Geneeskundige Behandel Overeenkomst: De hulpverlener moet bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en handelt daarbij in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard. Conflict van plichten Het kan gebeuren dat familie/naasten komt met informatie over de patiënt die de hulpverlener in een conflict van plichten brengt. Bijvoorbeeld als familie aangeeft dat de patiënt in het bezit is van een (vuur)wapen en daarmee van plan is iemand te verwonden. Op de themasite juridische informatie wordt uitgelegd wat de hulpverlener in een dergelijke situatie moet doen en wie hij daarbij kan raadplegen. De richtlijnen zijn tot stand gekomen in samenspraak met familieleden, patiëntvertegenwoordigers en medewerkers van GGZ ingeest. Tevens zijn de criteria van het LPGGz en het document Betrokken omgeving door Cliëntenbond, LSOVD, Labyrint-In Perspectief, LPR, GGZ Nederland en Ypsilon.
Belangrijke websites www.ggzingeest.nl/uw-naaste Themasite voor familieleden en naasten. Op deze site staat informatie over het ondersteuningsaanbod, de familievertrouwenspersoon, de familieraad en het familieklachtrecht. Tevens kan hier de brochure Mét familie gaat het beter gedownload worden. www.ggzingeest.nl/kopp_schouders Themasite voor kinderen en verzorgers. Op deze site staat informatie over het ondersteuningsaanbod voor kinderen, de KOPP-groepen, en voor ouders, de opvoedondersteuning. Tevens kan hier de brochure KOPPen bij elkaar, schouders eronder gedownload worden. www.prezens.nl Website van Prezens. Op deze site staan de ondersteuningsgroepen en informatiebijeenkomsten voor familieleden en het familiespreekuur, evenals de KOPP-groepen in Amsterdam. http://ggzintranet/kwaliteit/ Het kwaliteitshandboek van GGZ ingeest. https://kenterjeugdhulp.nl/ De website van Kenter Jeugdhulp. Op de site staat het aanbod voor ouders en kinderen in Haarlem, Haarlemmermeer en Amstelveen. www.lsfvp.nl Website van de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen. www.kindcheck-ggz.nl Deze site is ontwikkeld door de projectgroep Landelijke Implementatie impuls Kindcheck bij de GGZ en heeft als doel om GGZ professionals die werkzaam zijn binnen een instelling en vrijgevestigde, te begeleiden bij de implementatie van de Kindcheck. De projectgroep doet dit in samenwerking met de verschillende GGZ (branche-) organisaties. www.020veiligthuis.nl www.veiligthuis-ken.nl Deze websites zijn er om je te helpen bij die eerste stap naar hulp en advies bij vermoedens van kindermishandeling (voor Amsterdam en Kennemerland). Meldcode App Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een app gemaakt die je stapsgewijs door de meldcode loodst. Via Google Play (voor Android) en de Appstore (IPhone) is deze app gratis verkrijgbaar.