stabulletin Schilderwerk is de vreemde eend in de bijt De STABU-Standaard 2012 is aan alle STABUlicentiehouders,



Vergelijkbare documenten
Wijzigingen UAV2012 t.o.v. de UAV1989

en noodzaak uniforme contractvoorwaarden

UAV Uneto-Vni. Mr. Sjoerd J.H. Rutten. 20 januari 2012

Open Specificaties Formaat

Motivatie. aanpassingen STABU-catalogus in. relatie tot de Verordening bouwproducten. nr. 305/2011. (CPR, Construction Products Regulation)

BIM in de bouwkolom. Inhoud opgave: 1 Wat is BIM en moet ik er nu al wat mee doen?: 2. 2 BIM vereist een andere wijze van samenwerken: 2

2 e BIM- Bijeenkomst. 23 april 2013

Handleiding Nederlandse Besteksystematiek

raadgevend ingenieurs

Leren over: - BIM - SE - GIS - COINS

Building Information Modeling Informatie in een digitaal prototype van het ontwerp kostenmanagement bbn adviseurs juni 2013

Standaardisering..Waarom? Vanuit het oogpunt van de installateur. Alexander Hoos 09 mei 2016

Auteursrecht en STABU. STABU Bezoekadres: Telefoonweg 32 Postbus GC EDE. Tel Website:

Nieuw in KUBUS Spexx 5

Jaarplan 2013 buildingsmart Chapter Benelux

Nieuwsbrief Bouw & Projectontwikkeling

STABU helpt Onderwerp: Leeswijzer (een voorbeeld)

Inmeting en Opname. Voorlopig Ontwerp& Definitief Ontwerp. (Bouw)vergunning aanvraag. 2D, 3D en BIM tekenwerk. Maatvoering.

INTERVIEW. STABU en BIM. ARCHITECTENpunt

BIM in de praktijk. Alexander Hoos / Kuijpers

Het Digitale Fundament van de Bouw Bibliotheek. BouwConnect is powered by

Algemene voorwaarden

Doel ITANNEX: Verbeteren van de kwaliteit van de bebouwde omgeving en van het proces waarmee het ontworpen, gerealiseerd en beheerd wordt

kwaliteitsgarantie in schade-expertise RICHTLIJN BIJ OPTREDEN DERDE EXPERT

Communicatie bij implementatie

academy INNOVEREN MET BIM Praktische training Dome

ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN

Contractvormen op golfbanen en sportvelden

Welkom. Praktische Workshop BIM (10.00 uur uur) Introductie - Marktontwikkelingen BIM-ID Praktijkvoorbeelden - Afsluiting

STABU en BIM TEKSTMARIEKE POOL FOTOGRAFIERONALD BRUININK

DE JURIDISCHE KANT VAN BIM

De vraag Wat is BIM levert geen eensluidend antwoord. BIM is een typisch voorbeeld van een containerbegrip.

ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN:

De ontwikkelingen bij Stabiplan ondersteunen onze doelstellingen tot procesverbetering...

Concept Communicatieplan

CVDR. Nr. CVDR47847_1. Richtlijnen aanbesteding

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding

Bent u ook zoveel tijd kwijt met het zoeken naar de laatste en enig juiste! - versie van uw marktonderzoek

Algemene Voorwaarden

Oplossingsvrij specificeren

Praktische toelichting op de UAV 2012

PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D

OVEREENKOMST VOOR AANNEMING VAN WERK Delven en opruimen van graven begraafplaatsen gemeente Venlo

Voorwaarden Preproductieomgeving DigiD (Leverancier)

Nr. 6, februari 2010

ETIM voor bouw- en installatiesector

EEN VAN ONZE EXPERTS

Voor je begint met bloggen

RAW-bestekken en bijdrage RAW-systematiek Versie april 2012

Inhoudsopgave Woord vooraf 5 Afkortingen 7 Bijzondere terminologie 9 De meest gebruikte contractvormen en algemene voorwaarden in de bouw 11

Productvoorwaarden voor dienstverlening en uitvoering werkzaamheden

Fiches claimen en beheren als fichebeheerder

PUBLICATIE NIEUWE NEN 3569; Wat zijn bouwbreed de gevolgen?

Privacy- en cookieverklaring BIM Loket (versie )

ALGEMENE VOORWAARDEN

VISI vanzelfsprekend. Rotonde Dortmuiden

Algemene leveringsvoorwaarden I-webs webdesign & internetmarketing

AFDELING I: AANBESTEDENDE DIENST AFDELING II: VOORWERP VAN DE OPDRACHT II.1 BESCHRIJVING I.1 NAAM, ADRESSEN EN CONTACTPUNT(EN)

Projectplan normcommissie Human Resource Management

Partner voor het leveren van alle soorten (industrie) gebouwen.

Bouwproces volgens de visie van Veelzijdigbouw

Door mr. C.R. van Breevoort, Hekkelman Advocaten N.V. te Nijmegen

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Coördinatieovereenkomst Centrumvernieuwing Emmen

SCRATCH KLANT AAN HET WOORD

Hyarchis.Net MKB. Hyarchis.Net MKB voor efficiënte ondernemers. Stroomlijn al uw digitale- en papierstromen

Cliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij

DE BIM WERKMETHODIEK. Gezocht: BIM-Partners. De toekomst is NU!

INNOVATIEF (SAMEN)WERKEN: BIM: BOUW INFORMATIE MODEL. De standaard van de toekomst! Guido Leenders, Arno Vonk

INLEIDING. Wij doen dat onafhankelijk. Dat wil zeggen dat geen enkele financiële instelling invloed heeft op de adviezen die wij aan U verstrekken.

Raamovereenkomst ARBIT inzake IV Expertisediensten 2017

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

1. Verbod van combinatievorming Er wordt weliswaar een reden opgegeven, maar niettemin blijft staan dat een verbod opleggen niet is toegestaan.

Kiezen opdrachtgevers het juiste bouworganisatiemodel?

De openheid van de standaard en het standaardisatieproces is een bijzonder aandachtspunt voor het expertonderzoek.

Incore Solutions Learning By Doing

Recente ontwikkelingen rond bestekken. Leidraad voor de bestekschrijver. rs.br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam

ISSO-kennispartner. Kennis delen en vermenigvuldigen

OVEREENKOMST VAN ONDERAANNEMING

Handleiding. VGT Portal

De laatste update van 2015 Nieuwe module: Tender Start Formulier, eenvoudig decentrale inkoopverzoeken stroomlijnen & vastleggen

Persoonlijk opleiding plan

DE BIM-WERKMETHODIEK. Gezocht: BIM-Partners. Stap in de toekomst!

Handleiding STABU Bouwbreed MS Office Word Add-in versie 1.0

WAT IS EEN CUR-AANBEVELING? Doel, positie en status

Opleiding Directievoering UAV 2012/ STABU

BESPREEKPUNTEN EXPERTMEETING HERZIENING UAV MEI 2010

STABU Bouwbreed STABU Gebruikersdag ONTWIKKELINGEN

Zou het niet iedeaal zijn

Algemene voorwaarden zakelijke dienstverlening

RfC W Definitie van waterbodem up-to-date maken

De hierna met een hoofdletter aangeduide begrippen hebben in deze Voorwaarden de volgende betekenis:

Het Digitale Huis. Samenwerkende software voor de bouw

Aanbesteden voor dummies. 24 november 2011 Seth van der Wielen Adviesburo De Meent b.v

Het is noodzakelijk om dit proces zorgvuldig te doorlopen en de rapportages en het voorstel voor het alternatief zorgvuldig te beoordelen.

Een standaard voor objectenbibliotheken in de installatiemarkt

Legionella. Een grote gedeelde Zorg

24/7. Support. smart fms

Handleiding. VGT Portal

Productvoorwaarden voor dienstverlening en uitvoering werkzaamheden

Transcriptie:

stabulletin ja a r g a n g 27 n u m m e r 01 m a a r t 2012» pagina 12» pagina 24» pagina 30 Recht van spreken: Termijnverlenging Schilderwerk is de vreemde eend in de bijt Praktische workshops BIM Nieuwe STABU-Standaard 2012 Aangezien de herziene UAV 2012 onderdeel vormt van de STABU²-systematiek heeft Stichting STABU het uitleveren van het boekwerk STABU-Standaard op het vaststellen van de UAV 2012 afgestemd. In de STABU-Standaard 2012 is zowel de basiskwaliteit voor de woning- en utiliteitsbouw vastgelegd als het standaardcontract UAV. Om de gebruikers van deze standaard snel te informeren over de verschillen tussen de U.A.V. 1989 en de UAV 2012 zijn beide contracten naast elkaar afgedrukt, op de linkerzijde de tekst van de U.A.V. 1989 en op de rechterzijde de nieuwe tekst van de UAV 2012. De STABU-Standaard 2012 is aan alle STABUlicentiehouders, samen met de update 2012-1 van de STABU²-systematiek toegezonden in de laatste week van februari. Belangrijk Dit boekwerk maakt deel uit van de contracten die op basis van de nieuwe UAV 2012 worden afgesloten en dat betekent dat alle partijen hierover moeten kunnen beschikken. Losse exemplaren zijn daarom te bestellen bij Stichting STABU: stabu.org/stabu-uitgaven/stabu-standaard De kosten bedragen 85 euro *. * exclusief 6% BTW en inclusief verzendkosten. Vraag het STABU In deze uitgave o.a. antwoord op de vragen: Waar komen de bouwtermen 1 e en 2 e oplevering toch vandaan? Komt bemonstering ook voor in aanbestedingsreglementen?» lees de antwoorden vanaf pagina 28 Nieuwe STABU Viewer Na het besluit van STABU om alle kennisvelden aan te bieden vanuit een nieuwe Online database, is er bij DUNCAN Automatisering direct gestart met het ontwikkelen van een nieuwe viewer voor alle STABU content. In nauwe samenspraak met Radboud Baayen (hoofd technische zaken STABU), Ronald van Passel (programmeur STABU) en DUNCAN wordt weer een mooi stuk software ontwikkeld, dat naadloos aansluit op de uitgebreide mogelijkheden van STABUText. Begin 2010 is bij STABU gestart met het opzetten van een nieuwe database, waarin onder andere de huidige STABU-catalogus wordt ondergebracht.» Lees verder op p. 4 Nieuwe UAV (2012) definitief vastgesteld Het meest gebruikte contract in de nederlandse bouw zijn de "Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken" oftewel de UAV. Naar schatting wordt er met de UAV per jaar rond de vijftig miljard euro bouwomzet vastgelegd in de grond-, weg-, en waterbouw en de woning- en utiliteitsbouw samen. Dit 'standaardcontract' is een typisch Nederlandse polderontwikkeling geweest. In 1968 is het als set van algemene voorwaarden tussen de Rijksoverheid en de aannemersorganisatie op de markt gekomen. Door de ondersteuning van dit standaardcontract door de standaardbestekssystemen RAW en STABU zijn de UAV in de loop der jaren door alle professionele opdracht gevers geaccepteerd.» Lees verder op p.3 STABULLETIN 1

Binnen de STABU²-systematiek is het voor fabrikanten/toeleveranciers mogelijk om een kant-en-klare omschrijving van producten op te nemen. Het neemt de bestekschrijver veel werk uit handen wanneer door de fabrikant reeds "receptjes" van het product zijn opgenomen in het bestand. Daarnaast is het uiteraard een uitstekend middel om een product meer bekendheid te geven bij architecten- en adviesbureaus. Het totale overzicht staat op www.bestekservices.nl. De volgende fabrikanten zijn met de STABUuitgave 2012-1 toegevoegd:» Acosorb B.V. Akoestische (spuit)pleister» AGS Products B.V. Prefab loodelementen» Altop International B.V. Luchtbehandelingskasten» AMG Balustradesystemen Glazen balustrades» Aquacombi Nederland Waterontharder» Ardex GmbH Mortels en tegellijm» Blauwplaat BV Lichtbetonnen geïsoleerde kantplank, Isolatieplaat, constructieplaat voor tegel en stuc ondergrond» Burghouwt Schuifdeurenbeslag» Cembrit b.v. Vezelcementplaat» Danfoss Energie Systemen B.V. Stadsverwarmingsunit, 2 & 3 weg kleppen, platenwarmtewisselaar» EnSafe B.V. Valbeveiliging» Evonik Industries AG Kunststof bekledingspaneel» Fortes Import B.V. Installatie agenturen» Havebo B.V. Boilers, warmwatersystemen, verdeelsystemen voor vloerverwarming en koeling» Hitmetal B.V. Schanskorf» Interflow - BAM Techniek bv Plafond- & wandsystemen voor cleanrooms» Luvema Technische Industrie en Handelsonderneming Aluminium onderdorpels» Nering Bögel BV Vloergootelementen, vetafscheiders, benzineafscheiders, olieafscheiders» Normstahl Entrematic Segmenthefdeuren, kanteldeuren, horizontaal schuivende segmentdeuren» Novenco B.V. Stuwdruk- en axiaalventilatoren» PAM Galerij en Balkonverhoging B.V. Balustradeverhogingen, galerij- & balkonverhoging» Paroc GmbH Minerale dekens, minerale schalen» Permoxx Nederland BV Magnesietplaat» Schipper Ede Aluminium schuifpui» Schreuder & Co Metalen schuifdeurframe, binnendeurscharnieren» Serge Ferrari SAS Kunststof daken gevelfolie» Siemens Nederland N.V. Energy Sector Hoogspanning transformatoren, schakelen verdeelinrichtingen» Steni Benelux BV Kunststof bekledingspanelen» VERGOKAN NV Kabelgoten, kabelladders, vloergoten, draadgoten» Villeroy & Boch p.a. Bosman Agenturen Tegels Meer informatie Om de mogelijkheden voor uw organisatie toe te lichten, kunt u een geheel vrijblijvende afspraak maken met José Schaap en/of Henk Gidding via: 0318-63 30 26 of e-mail verkoop@stabu.nl. 2 STABULLETIN

Van de redactie Op YouTube is een STABU-film te vinden met daarin een boodschap van de medewerkers van STABU. Nieuwsgierig geworden? Wij nodigen u uit om de 1 minuut en 29 seconden lange film eens te bekijken. Het kanaal heet "STABUbouwbreed". We horen graag wat u ervan vindt! Voor dit bulletin hebben de auteurs hun best gedaan om bijvoorbeeld de consequenties van de invoering van de UAV 2012 uit een te zetten. Laat ons weten welke onderwerpen u nog meer zou willen lezen, dan gaan we daarmee aan het werk!» vervolg coverpagina 'Nieuwe UAV (2012) definitief vastgesteld' In de vorm van de UAVTI wordt deze ook door de installatietechnische aannemers geaccepteerd. Deze UAV is in 1989 aangepast aan jurisprudentie en wijzigingen in wet- en regelgeving. In 2009 is een Werkgroep Herziening UAV 1989 samengesteld die dezelfde operatie van aanpassing aan jurisprudentie en wijzigingen in wet- en regelgeving moest uitvoeren. De markt, bouwrechtadvocatuur en wetenschap zij daartoe geraadpleegd middels een uitnodiging commentaar aan de Werkgroep kenbaar te maken alsmede door middel van twee drukbezochte expertbijeenkomsten. Voor zover passend in de opdracht te komen tot een lichte herziening is al dit commentaar vertaald in de nieuwe UAV 2012. De Werkgroep heeft haar werkzaamheden in februari 2011 afgerond en thans hebben zowel de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie hun handtekening gezet (Staatscourant 30 januari 2012). Diana Kervel Stichting STABU P.S. Wij ontvingen een foto van waarschijnlijk de jongste lezer van STABUbulletin. Bedankt Frederike van Ballegooij voor deze leuke inzending. Inhoud» pagina 4 Vervolg coverpagina: Nieuwe STABU-viewer Update IFD Library for buildingsmart» pagina 6 Uit de praktijk van SMI» pagina 8 STABU creëert ruimte» pagina 8 Eén van de pioniers van STABU neemt afscheid» pagina 10 Nederlands Architectuurinstituut LinkedIn» pagina 11 Korte berichten» pagina 12 Recht van spreken» pagina 14 Consequenties invoering UAV 2012» pagina 15 Nieuw in Hoofdstuk Schilderwerk Industriële coatings op metalen ondergrond» pagina 16 Van goede kwaliteit» pagina 18 Risico van het vak» pagina 20 Element» pagina 21 S-Bestek, bestekken maken via internet» pagina 22 Op het rechte pad» pagina 24 STABU-projectgroep 'Schilderwerk' wisselt van voorzitter "Schilderwerk is de vreemde eend in de bijt"» pagina 25 Opvolging» pagina 26 Cursusaanbod STABU 2012» pagina 28 Vraag het STABU» pagina 30 Praktische Workshops BIM» pagina 32 Colofon Prijsoverzicht STABULLETIN 3

Er is ingezet op een viewer-uit-één-stuk, d.w.z. alle informatie overzichtelijk beschikbaar in één, flexibel instelbaar venster. Kijk op www.stabuviewer.nl voor een demofilm.» vervolg coverpagina 'Nieuwe STABU viewer' De bestaande database dateert uit de jaren '90 en is technisch gezien verouderd. Om te komen tot één systeem voor de kenniszuilen die STABU Bouwbreed Informatiesysteem voert is besloten om alle informatie online (via internet) te ontsluiten. STABU catalogus: nu en straks Momenteel levert STABU de bestaande database twee keer per jaar uit op DVD (ook als ZIP-download via internet). In STABUText wordt deze database uitgelezen door gebruik te maken van een zgn. windowslibrary (DLL-bestand) die tevens door STABU wordt aangeleverd. Dit vormt tezamen een offline sys teem. De nieuwe catalogus wordt via internet door STABU aangeboden als webservice, die binnen STABUText is te gebruiken. Koppelingen vanuit de specificaties naar andere informatie op internet zijn hierin opgenomen, bijvoorbeeld naar het nieuwe Kennis Systeem Techniek van STABU. Met FPS- Plus wordt een scala aan fabrikanteninformatie ontsloten. Er is een nieuwe viewer ontwikkeld waarin de STABU-catalogus online kan worden opgeroepen. STABU-Element Naast de vernieuwing op het vlak van de online technologie komt STABU ook met een nieuwe methodiek: STABU-Element. Deze methode bouwt voort op de elementenmethode (NL/SfB) en creëert een aansluiting op de STABU²werksoortensystematiek. De elektronische uitgave van NL/SfB wordt door STABU beheerd. Afgelopen tijd is er (o.a. op LinkedIn, STABU-gebruikersgroep) al onderling van gedachten gewisseld over de toegevoegde waarde van de Elementenmethode bij het opstellen van een bestek. We constateren dat STABU-Element niet in plaats maar naast de huidige STABU²-systematiek komt. En elke methodiek kent zo vooren nadelen. Binnen STABUText is straks brede ondersteuning voor beide systemen. BIM Met STABU-Element is de mogelijkheid om een bestek te koppelen aan een Bouw Informatie Model (BIM) dichterbij gekomen. De methodiek sluit goed aan op het 3D ontwerp en kan op een logische manier worden ingebracht in de eigen componentenbibliotheek. De bestekschrijver bekijkt het 3D ontwerp in een viewer en koppelt straks in STABUText via de nieuwe STABU Viewer de specificaties (op prestatie of technisch niveau) aan de getoonde componenten in het 3D ontwerp bij het opbouwen van het bestek. Er ontstaat dan een projectbestek gesorteerd op STABU-Element of STABU². PVE Voor het opstellen van een Programma van Eisen ontwikkelt DUNCAN een nieuwe module, waarmee op een gestructureerde manier gebruik kan worden gemaakt van de informatie die STABU hiervoor aanreikt in de vorm van prestatieteksten. Deze module sluit aan op het bestek, dat met STABU-Element in STABUText wordt opgebouwd. Zo kan van de eerste tot de laatste fase gebruik worden gemaakt van één logisch systeem. Meedenken Bij deze nieuwe ontwikkelingen is het gewenst om van gedachten te wisselen met gebruikers. Dat komt het ontwikkelproces zeker ten goede. DUNCAN nodigt u uit om hiervoor contact op te nemen per mail (info@duncanbv.nl) of telefoon 010-426 95 12 met Paul van t Hoff. STABU BIM Standaard internationaal geaccepteerd De ontwikkelingen rondom de basis van het vastleggen van informatie ten behoeve van een BIM (Bouwwerk Informatie Model) heeft veelvuldig het nieuws gehaald afgelopen jaren. Eén van die ontwikkelingen is gestart bij STABU onder de naam STABU LexiCon. In samenwerking met Noorwegen, Verenigde Staten en Canada is dit initiatief onder de naam IFD Library for buildingsmart tot internationale standaard doorontwikkeld. De eerste implementaties in de praktijk worden inmiddels gedaan. Inmiddels is dit initiatief onderdeel geworden van een internationale beweging die zich richt op het creëren van open- BIM standaarden: buildingsmart. Binnen buildingsmart International worden voor het vastleggen en uitwisselen van informatie in BIM (Building Information Modelling) drie standaarden gebruikt die een basis hebben op ISO (International Standardisation Organisation) niveau. Deze drie standaarden richten zich op de peilers die noodzakelijk zijn om een project te kunnen realiseren. buildingsmart International zal de standaarden voortaan benoemen in begrijpbare namen, waarbij de technische onderlegger bestaat uit de ISO standaard en het raamwerk. De naamgeving van de openbim standaarden die door buildingsmart worden gehanteerd: buildingsmart Data Model (Raamwerk: IFC); buildingsmart Data Dictionary (Raamwerk: IFD); buildingsmart Processes (Raamwerk: IDM). 4 STABULLETIN

Interessant is te zien dat buildingsmart International nu veel waarde hecht aan de onderdelen van het proces (buildingsmart Processes) en het product (building- SMART Data Dictionary) en dat deze standaarden voor een groot deel in Nederland zijn ontwikkeld. We kunnen daarmee vaststellen dat het gedachtegoed van Nederlandse voortrekkers internationaal worden verankerd. Er staat ons dus ook niets in de weg om als Nederland deze standaarden zelf ook te gaan implementeren. De huidige bouwsector wordt overspoelt met de term BIM in vele hoedanigheden. Hoe oppervlakkig of diep je ook wilt gaan zijn er twee onderdelen die in BIM van belang zijn: Het zelfstandig naamwoord BIM: Bouwwerk Informatie Model Het werkwoord BIM: Bouwwerk Informatie Modelleren Uiteindelijk gaat het om samenwerken en afspraken om samen te kunnen werken. Iso 12006-3 (IFD) terms data Iso 16739 (IFC) process Iso 29481 (IDM) Samengevat, de standaarden van buildingsmart hebben betrekking op de juiste vastlegging van het product, het leveren van hulpmiddelen voor het proces, en een communicatiemedium voor de technische invulling. uit de buildingsmart Benelux nieuwsbrief: Drie-eenheid bij (bouw)projecten In onze wereld van open standaarden wordt veel met afkortingen gewerkt, waardoor de strekking van het begrip waar zo n afkorting voor staat niet altijd voor iedereen duidelijk is. buildingsmart is ontstaan rond de mogelijkheid om digitale data op uniforme wijze op te slaan. Daaruit is IFC gegroeid. Maar bij projecten in het algemeen, en bouw- en infrastructurele werken in het bijzonder, is het opslaan van data nooit een doel op zich. Sterker, het bouwen is nooit een doel op zich. Misschien alleen voor de mensen die in de bouw industrie hun brood verdienen, maar voor iedere opdrachtgever gaat het primair om huisvesten. Het onder dak brengen van produceren, verplegen, opleiden of wonen is het doel. En om dat te kunnen realiseren is een veelal lange weg nodig, -het proces-, dat uiteindelijk moet leiden tot het technisch realiseren van de gewenste huisvesting. Of verplaatsing, in geval van infrastructuur. Vanuit dit gezichtsveld ligt de drie-eenheid voor bouwprojecten vast; De doelstelling, als het vastleggen van het product dat gerealiseerd moet worden; Het proces, als de weg die afgelegd moet worden om de doelstelling te realiseren; De techniek, die gehanteerd moet worden om binnen het proces het verlangde product te realiseren. Het is begrijpelijk dat er vanuit de technische wereld in eerste instantie vooral gekeken is naar een mogelijkheid om data op zo n wijze uniform op te slaan dat er communicatie mee mogelijk is. IFC dus. Maar voor de opdrachtgever die een huisvestingsvraag heeft, is dat nauwelijks interessant. Het gaat dan vooral om de goede definiëring van het product, en de juiste invulling van het proces. Als we vervolgens de thans gehanteerde buildingsmart standaarden IFD, IDM en IFC in dit kader plaatsen, ontstaat het volgende beeld. a) Het te leveren eindproduct. Een éénduidige omschrijving van het product is een voorwaarde voor een opdrachtgever die geleverd wil krijgen wat hij wenst. Dat geldt uiteraard voor het product als totaal, waartoe bijvoorbeeld prestatieomschrijvingen een goed middel zijn. Maar uiteraard ook investeringsmaximum in relatie tot exploitatie uitgangspunten, en leveringsmoment. En nader in detail is het uniform vastleggen van bouwdelen en onderdelen van belang waarbij ook de relaties onderling een belangrijke rol spelen. Tot deze productterminologie behoort IFD, het International Framework For Dictionaries. IFD Library gaat tbv communicatie vanuit buildingsmart International verder onder de naam buildingsmart Data Dictionary. Hier ligt het raakvlak met de BIM Standaarden die STABU momenteel voor de markt beschikbaar stelt. b) Het Proces. Het gehele traject van initiatief, ontwerpen, engineeren, realiseren en exploiteren vormt een proces dat beheerst moet worden. Daarbij wordt voortdurend teruggevallen op de bekende w-s, het wie, waarom, wat, welke wijze, wanneer, waar en waarmee. De juiste vastlegging van het proces vormt de basis voor IDM, International Delivery Manual, waarbij een directe relatie bestaat naar VISI, de Nederlandse standaard over coördinatie en procesbeheersing. IDM gaat tbv communicatie vanuit buildingsmart International verder onder de naam buildingsmart Processes. c) De Techniek. Volgens het overeengekomen proces wordt techniek ingevuld om het gewenste product te realiseren. Daarbij is het van belang om de data van de techniek, omwille van de communicatie, op een uniforme wijze op te slaan. COINS, de Nederlandse standaard, legt de resultaten vast die met de techniek worden gerealiseerd, terwijl de IFC standaard, de Industry Foundation Classes er voor zorgt dat de technische data, tot in de alle details, kan worden vastgelegd. IFC gaat tbv communicatie vanuit buildingsmart International verder onder de naam buildingsmart Data Model. meer info: http://www.ifd-library.org http://www.buildingsmart.com http://www.buildingsmart.nl STABULLETIN 5

Stichting Marktwerking Installatietechniek is een stichting die aanbestedingsprocedures ten behoeve van installatiebedrijven verder wil verbeteren. Daarbij streeft SMI naar evenwichtige, objectieve en transparante vraag- en aanbodverhoudingen. Uit de praktijk Door: mr. ir. Pieter van den Eijnden & Margreet van Deurzen Dan zijn hier... UAV 2012 De vaststelling van de herziene UAV heeft lang op zich laten wachten. Maar 2012 begon goed want tegen het einde van januari 2012 kwam het bericht dat de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de UAV hebben vastgesteld. Ook voor de installatiebranche breekt weer een nieuwe periode aan, want de vertrouwde UAVTI 1992 is nu samengevoegd met de UAV, voluit genaamd: 'Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012)' Belangrijk is dat de typische 'TI' bepalingen zijn overgenomen. De bepaling over bijvoorbeeld de beproeving is essentieel als het gaat om een goed werkende installatie, zoals in het bestek omschreven, op te leveren. Voor Uneto-Vni 1), die ook aan de werkgroep Herziening UAV deelnam, stond ook vanaf het begin buiten kijf dat tegen samenvoeging op zich geen bezwaar was, maar dat dit niet tot een verandering van rechten en plichten zou leiden. Dat was immers de uitdrukkelijke opdracht: een lichte herziening, ofwel een actualisering aan vaststaande rechtspraak en maatschappelijke ontwikkelingen, dwingendrechtelijke bepalingen en wettelijke terminologie. Voor ingrijpende wijzigingen in rechtsposities van de partijen was in deze opdracht geen ruimte. Aanpassingen aan de praktijk Er zijn een aantal slagen gemaakt, die voor de praktijk tot heldere werk- of handelwijze zal leiden en het aantal discussies zal kunnen verminderen (dit is geen uitputtende opsomming). Zo zal de aannemer nu de directievoerder moeten waarschuwen voor klaarblijkelijke tegenstrijdigheden in bestekstukken in plaats van aan de opdrachtgever. In de praktijk zit immers de opdrachtgever op afstand en heeft juist een directievoerder aangewezen om hem te vertegenwoordigen. De consequenties van het ontdekken van tegenstrijdigheden zijn ook veel beter door de directievoerder in te schatten dan door de opdrachtgever, die meestal geen kennis van de techniek heeft. De gelijktrekking van voorgeschreven leverancier en onderaannemer doet ook meer recht aan de praktijk van vandaag, waarin leveranciers veelal ook een deel van het werk aannemen. De scheiding is niet altijd even scherp tussen het zijn van leverancier en onderaannemer. Helder is ook de toevoeging in 17 lid 5, inhoudende dat de directievoerder zijn goedkeuring voor het gebruik van andere dan met fabrieksnaam aangeduide bouwstoffen dan in het bestek was voorgeschreven, niet op onredelijke gronden mag onthouden. Helaas werd er nogal eens rauwelijks afgekeurd (zonder hout snijdende reden) terwijl er een kwalitatief goed of gelijkwaardig - vaak nog beter met oog op duurzaamheid - alternatief wordt voorgesteld. En een gelijke regeling is er nu met het inschakelen van onderaannemers: ook dan mag goedkeuring niet op onredelijke gronden worden onthouden. Dan de bepaling over gevaarlijke stoffen in 6 lid 16a: deze aanpassing is gedaan vanwege de wetgeving rondom gevaarlijke stoffen, maar zal ook in de praktijk tot een betere handelwijze kunnen leiden: de aannemer is de initiatiefnemende partij, zodra hij voorwerpen of stoffen aantreft, die gevaarlijk kunnen zijn. Dit bevordert adequaat handelen in gevaarsituaties. Wat de kosten betreft, kan de aannemer terecht bij de regeling in 29 lid 3, deze worden door de opdrachtgever vergoed. Mocht het nog tot niet in te lopen vertraging leiden, dan biedt 8 lid 4 de oplossing voor termijnverlenging. Dat verslagen van de bouwvergadering nu ook 'geregeld' zijn, draagt bij aan een heldere communicatie tussen de bouwpartners. En dat zijn toch de sleutelwoorden voor een goedlopend project. Alle bouwpartners hebben nu gelegenheid 6 STABULLETIN

van SMI om daar waar de verslaglegging niet zorgvuldig is geweest, dit te corrigeren. Dat vergt van alle partijen wel om de verslag legging nauwkeurig te volgen. De 'blinde vlekken' bijvoorbeeld, die pas later in het bouw proces cruciaal voor de planning blijken te zijn, kunnen hiermee worden voorkomen. Onderhoud verduidelijkt! Het verduidelijken van het begrip 'gebrek in de onderhoudsperiode' van 11 is een verademing. Dit begrip onderhouds- (U.A.V. 1989) of onderhouds- en servicetermijn (in UAVTI 1992) leidde altijd tot verwarring. In STABU-bestekken voor installatiewerken werd vaak zowel de optie 'onderhoudstermijn' geselecteerd als de 'servicetermijn': 01.02.11 ONDERHOUDSTERMIJN 01 ONDERHOUDSTERMIJN De onderhoudstermijn bedraagt in maanden: 12 kalendermaanden 02 SERVICETERMIJN De servicetermijn bedraagt: 12 maanden Deze invulling van een bestek onderstreept maar weer eens dat het zelf in- en aanvullen van standaardbestekken geen koud kunstje is. Wat was nu de bedoeling van deze bestekschrijver? Beide 'kopjes' verwijzen immers naar de UAV en wel 11 (zie nummering 01.02.11). En in de UAVTI stond onderhouds- of servicetermijn en niet onderhouds- en servicetermijn. Er moest dus een keuze gemaakt worden in plaats van beiden op te nemen in het bestek. Onbekend was vaak dat beide termijnen niet op het 'echte' onderhoud betrekking hadden, dat in de installatiesector een welbekend begrip is, namelijk correctief en preventief onderhoud. De voorwaarden en afspraken daarvoor worden in een afzonderlijk met de installateur af te sluiten onderhoudscontract opgenomen. Navraag bij de bestekschrijver leerde dat hij ervan uitging dat ook het gehele onderhoud werd gedaan. Inderdaad dus het vervangen van vervuilde filters, vier keer per jaar inspectie, alle storingen verhelpen, etcetera. Terwijl dat nergens in het bestek verder was beschreven! In de praktijk kwamen en komen deze discussies (niet zelden met dezelfde opdrachtgevers of hun adviseurs!) zeer regelmatig voor. Om de onduidelijkheden rondom het begrip onderhoud in de UAV weg te nemen is in 11 toegevoegd dat: 'gebreken als gevolg van onjuist of onzorgvuldig gebruik dan wel als normale slijtage als gevolg van het feitelijk gebruik' niet onder de verplichting vallen van de onderhoudstermijn in die paragraaf. Dit zijn typisch gebreken, mankementen die de installateur herstelt onder een apart afgesloten onderhoudscontract (voor correctief, preventief onderhoud) of als dit 'extra' was opgenomen in het bestek, uitgebreid beschreven. Zo'n bestek is dan eigenlijk uitgebreid met een meerjarig onderhoudscontract. Op zich niks mis mee, als dat maar expliciet blijkt. Wat blijft bij het oude? Buiten de opdracht zou vallen het grondig aanpassen van aansprakelijkheidsbepaling 12. Er is al het nodige over via de (moderne) media aan standpunten en visies gewisseld en getwitterd, zodat volstaan kan worden met de kern: de aansprakelijkheidsregel doet op deze manier recht aan het karakter van de UAV: werk in uitvoering met nauwlettend toezicht. Mocht een opdrachtgever kiezen voor een andere invulling, dan is het redelijk dat hij daarvoor ook de consequentie draagt en niet de aannemer. UAV, bouwteam of UAV-GC? De UAV 2012 zijn een geheel van met elkaar samenhangende bepalingen, dat was al zo met de voorgangers en blijft zo. Voor aanvullingen van punten die niet (geheel) geregeld zijn is altijd plaats. Als daardoor de rechtsposities van aannemer en opdrachtgever niet wezenlijk verandert. Maar wijzigingen van de voorwaarden, in de praktijk altijd leidend tot een verslechtering van de positie aannemer zonder redelijke tegenprestatie, moeten de wereld uit. Aansprakelijkheid voor reeds gemaakte bestekstukken, voor het niet-coördineren van de verschillende bouwkundige, werktuigbouwkundige en elektrotechnische ontwerpen zijn disproportionele contractvoorwaarden. Gelukkig is een meerderheid van de Tweede Kamer vóór om hieraan met de nieuwe aanbestedingswet paal en perk te stellen voor in ieder geval alle overheidsaanbesteders. Wat ontwerpfouten en aansprakelijkheid betreft, is de opdrachtgever het beste af als hij een zorgvuldige afweging maakt bij de keuze van een contractvorm: welke deskundigen kunnen voor het desbetreffende project op welk moment het beste worden ingeschakeld? Contracteert hij een ervaring-in-de-uitvoering- en kostendeskundige alleen bij uitvoering (aannemer), dan past het UAV-contract als een jas. Ziet hij de meerwaarde ervan om deze ervaring van de aannemer al in de ontwerpfase te betrekken, dan doet hij er verstandig aan om een andere contractvorm te kiezen, bouwteam of UAV-GC. Wie is SMI? SMI ondersteunt - met kennis, expertise en praktisch (juridisch) advies - individuele installateurs op het gebied van aanbestedingen en contractvorming van installatietechnische werken in Nederland. Doordat SMI een onafhankelijke partij is, kan zij bij uitstek de aanbestedende partij op onjuistheden wijzen. SMI slaat bovendien een brug tussen installatie bedrijven enerzijds en de aanbestedende partijen in de bouwkolom anderzijds, als het gaat om aanbestedingsreglementen en de gevolgen ervan voor de dagelijkse praktijk. 1) De ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel STABULLETIN 7

STABU creëert ruimte Als we starten met specificeren denken we al snel aan 'werksoorten'. De traditionele wijze voor de bouwsector om met specificaties in bestekken om te gaan is goed bekend maar er is meer. Denkend aan de toekomst zien we BIM in het speelveld verschijnen, een methode van samenwerken in een bouwproject met gebruikmaking van geavanceerde wijzen van communicatie en data overdracht. Wanneer we in een bouwproject samenwerken is er een noodzaak tot het overdragen van informatie aan de ene kant, terwijl er behoefte is aan (goede) informatie aan de andere kant. De informatie die STABU tot nu toe levert bestaat uit specificaties, geordend volgens werksoorten. Het niveau van detail voor traditionele bestekken gaat tot op het niveau van het product of de bouwstof, informatie die we aan het einde van de ontwerpfase nodig hebben. Kijkend naar het nieuwe bouwproces waar BIM wordt gebruikt is er een groeiende behoefte aan georganiseerde informatie op verschillende detailniveaus, zoals functionele of prestatie specificaties. Werksoorten Stichting STABU is destijds begonnen met de ontwikkeling van de eerste stap van een bouwbreed informatiesysteem door de uitgifte van het STABU² werksoortgerichte besteksysteem. Het resultaat van deze werkmethodiek is een technische beschrijving van het project zelf. Samen met het administratieve deel en de tekeningen is het een contractstuk tussen opdrachtgever en aannemer. De werksoort systematiek is door de markt geaccepteerd als defacto standaard voor de Nederlandse bouwsector. STABU - RUIMTEN Initiatief STABU - ELEMENT Internationale Standaarden Definities PvE Bestek Uitvoering adopteren & beïnvloeden STABU 2 Nationale Standaarden Werkmethodes Inhoud sjablonen Kennis STABU - ELEMENT oplossingen bieden STABU - RUIMTEN Beheer Regionaal/ lokaal projecten Implementatie 'De Markt' Elementen Vanwege een veranderende markt is er een grotere behoefte om binnen een bouwproject op een hoger abstractieniveau te beginnen met het vastleggen van informatie dan wordt geleverd door de werksoortmethodiek. De logische vervolgstap die STABU nu heeft ontwikkeld, is de aansluiting van een meer objectgerichte classificatie aan de werksoortclassificatie. Hierbij is gekozen voor de reeds geaccepteerde en gebruikte classificatie van NL/SfB, elementenmethode. Deze Standaard is STABU- Element genoemd. Behalve het creëren van een ingang tot een bestaande werkmethodiek door bouwdelen en bouwdeelcomponenten, heeft deze stap ook ruimte gecreëerd voor het vastleggen van prestatiebeschrijvingen op een hoger abstractieniveau. Met de keuze voor de classificatie van NL/SfB als ingang wordt ook de mogelijkheid om aan te sluiten op de internationaal ontwikkelde concepten en definities binnen de building- SMART Data Dictionary gecreëerd. Deze aansluiting levert legio voordelen op wanneer verschillende partijen in het bouwproces haar eigen werkmethodieken willen kunnen gebruiken om toch de juiste aansluiting van informatie te realiseren. Ruimten De laatste stap om voor het gehele bouwproces een digitale fundering voor specificeren te bieden is het creëren van een classificatietabel met gebouwtypen en ruimten. Meer en meer vragen rijzen vanuit de markt hoe informatie binnen het BIM in een vroege fase van ontwikkeling te kunnen gebruiken voor bijvoorbeeld een Programma van Eisen en aan het einde van het bouwproces voor Facility Management. Voor deze fasen is een Standaard op het niveau van gebouwtypen en ruimten noodzakelijk. 8 STABULLETIN 'STABU is destijds begonnen met de ontwikkeling van een bouwbreed informatiesysteem middels een uitgifte van het STABU 2 werksoortgerichte besteksysteem' De eerste uitgevoerde fase was het opstellen van concepten van ruimten met bijbehorende definities. Deze standaard wordt in het eerste kwartaal van 2012 aangeboden aan de markt via de nieuwe online infrastructuur van het STABU Bouwbreed Informatiesysteem. De eerste praktijkprojecten waar deze standaard in toegepast gaat worden zullen ook in dit kwartaal van start gaan. In 2012 worden de benodigde specificaties om op het niveau van gebouwen en ruimtes beschrijvingen te kunnen maken op functioneel en prestatieniveau ontwikkeld. Dit is een groeipad, waarbij input vanuit de markt een belangrijke bijdrage kan leveren aan deze ontwikkeling. Aansluiting met de buitenwereld Stichting STABU heeft de taak om nationale standaarden en bijbehorende inhoud voor uitwisseling van informatie in alle fasen van het bouwproces te ontwikkelen. In deze positie heeft STABU altijd om zich heen gekeken om ontwikkelingen van internationale standaarden te beïnvloeden en daar waar mogelijk te adopteren. Gekoppeld aan deze standaarden biedt STABU de bijbehorende specificaties, inclusief de bijbehorende contractinformatie aan de markt aan en zorgt ervoor dat deze informatie 100% up-to-date en betrouwbaar is. Dit Bouwbreed Informatiesysteem wordt uitgebreid met het in ontwikkeling zijnde Kennissysteem Bouwrecht en het Kennissysteem Bouwtechniek.

In 1976 is Stichting STABU opgericht. De officiële introductie van het 'STABU-standaardbestek' op 26 maart 1986 in de Haagse Rolzaal werd door een groot aantal genodigden bijgewoond. Drs. A. van Tilburg, namens het ministerie van Economische Zaken (op foto rechts) krijgt bij de introductie van het Standaardbestek een uitleg van STABU-medewerker Hans Swagers. De eerste geslaagde cursisten van de Opleiding Bestekschrijver op 14 april 1994 zijn intensief begeleid door Hans Swagers. één van de pioniers van STABU neemt afscheid Na een dienstverband van 29 jaar, bereikt Hans Swagers in juni 2012 de pensioengerechtigde leeftijd. Voor vele gebruikers van de STABU-systematiek is hij een bekend figuur door het verzorgen van voorlichtingsgesprekken door het hele land, beurspresentaties, de jaarlijkse gebruikersdagen, maar ook als vraagbaak voor diverse bestekgerelateerde problemen. Een gesprek met een van de pioniers van STABU. Aanvang "Door te reageren op een advertentie in een vakblad ben ik als bouwkundig projectcoördinator bij Stichting STABU komen te werken", trapt Hans Swagers af. Voor die tijd was hij werkzaam voor bijzondere projecten van de Gemeente Amsterdam. Met de ervaring van de aanleg van diverse metrostations en de parkeergarage van Amsterdam RAI op zijn cv, is hij zich vervolgens gaan bezighouden met de sloop en herbouw van grachtenbruggen in Amsterdam. Met die opgedane bouwkundige kennis is Hans Swagers - via een automatiseringsbedrijf en een reclamebureau - uiteindelijk in 1983 bij STABU in dienst getreden. Meten is weten Zeven jaar na de oprichting van Stichting STABU - in 1976 - bestond het werk vooral uit het opzetten van beschrijvingen van diverse gangbare onderdelen in de bouw zoals metsel-, beton- en stukadoorwerk. Door het opzetten van onderwerpgerelateerde projectgroepen van deskundigen was een basis gelegd voor de STABU-systematiek. Swagers: "In het begin was het vooral pionierswerk wat gedaan moest worden. Er is veel onderzoek gedaan en we kwamen tot de conclusie dat er bijvoorbeeld op het gebied van 'vlakheid' niets was vastgelegd. Ik heb het project begeleid om tabellen te maken van de oppervlaktebeoordelingscriteria, zoals we die nu nog kennen. We zijn letterlijk gaan meten bij woningen, scholen, kerken etc. De grootste gemene deler hebben we in de tabellen gezet. De toenmalige coördinatiecommissie stemde alle gegevens af die uit de diverse projectgroepen naar voren kwamen, om te zorgen dat het - horizontaal - één geheel werd." Nostalgie Hans Swagers kijkt met plezier terug naar de officiële introductie van het STABU-standaardbestek in de Haagse Rolzaal. "De daaraan voorafgaande weken zijn we niet alleen onophoudelijk bezig geweest met de content, maar ook met de uiteindelijke presentatie van de boekwerken. Ik moet bekennen dat we in maart 1986 nog niet 100% klaar waren waardoor er enkele pagina's ontbraken en dát terwijl de fine fleur van de Nederlandse bouw aanwezig was." Via deelname aan beurzen, voorlichtingsbijeenkomsten is de bekendheid van STABU gegroeid en zijn de eerste aanvragen voor STABU binnengekomen. De huidige directeur Maarten van Hezik is in 1986 onder meer aangetrokken om een beleidstrategie daarvoor op te zetten. Met de uitbreiding van het STABU-kantoor met projectcoördinatoren schoof het werkveld van Hans Swagers steeds meer richting de commercie. "De interactie met mensen is iets wat ik nog steeds met veel plezier doe. Mede via het - door mij - opzetten van de Opleiding Bestekschrijver is een zeer gemotiveerd (bestekschrijver)publiek aangetrokken. Om de motivatie ook bij de diverse scholen - van LBO tot en met Universiteit - naar boven te brengen is vaak een verschillende aanpak nodig. Hier is geen vast patroon voor aan te geven; een standaardtype bestaat niet! De inleiding zet de toon, je maakt communicatie mogelijk en zorgt voor laagdrempeligheid bij het stellen van vragen. Daarmee maak je de dag levendig en verre van saai. Het gaat om informatie op een goede manier over te dragen", benadrukt Swagers. STABU² "Met de komst van STABU² is het beheer van de systematiek eenvoudiger geworden door het aan te» Lees verder op p. 10 STABULLETIN 9

» vervolg p. 9 bieden als database." De coördinator externe kwaliteit vult aan: "Overigens is het frappant dat wij de naam 'STABU2' nooit zelf hebben verzonnen. De buitenwacht heeft deze naam eraan gegeven om vervolgens door iedereen - ook door ons zelf - te worden geadopteerd." Desgevraagd naar de leermomenten afgelopen decennia komt de heer Swagers met: "Hoewel je niet harder moet lopen dan de markt wil volgen, zijn mijns inziens de ontwikkelingen niet snel genoeg gegaan. STABU is voor en door de markt opgericht, waardoor je met verschillende doelgroepen consensus probeert te bereiken. Toch is het belangrijk de markt voor te zijn met je ontwikkelingen." Toekomst Hans Swagers vervolgt: "Dat STABU Bouwbreed Informatiesysteem zich online gaat profileren vind ik niet meer dan logisch. De Elementenstructuur en de STABUruimtetabel is gereed, ik ben vooral benieuwd naar de softwarematige toepassing hiervan en uiteraard de uitwerking in de diverse BIM-pakketten. Ook wil ik de STABU-medewerkers het belang van prestatie-invullingen meegeven, voor zover ik daar al niet voldoende op heb gewezen. STABU zal behoorlijke inspanningen moeten leveren om daar een goede invulling aan te geven. Veel meer vakgebieden liggen open. Denk ook aan de functionele specificaties binnen de tabellen van ruimten/bouwdelen, onderhoud gebouwen, etc." Leven na STABU "Na mijn afscheidsreceptie op 29 maart 2012 zal ik mijn collega's gaan missen, maar ook de gebruikers waar ik een band mee heb opgebouwd. Hoewel het er soms verhit aan toe kon gaan bij discussies, is gezamenlijk altijd gestreefd naar de hoogst mogelijke kwaliteit van de systematiek. Op vaktechnisch gebied heb ik nog enkele aanbiedingen liggen. Op het persoonlijke vlak zal ik met mijn vrouw hopelijk nog vele (verre) reizen maken. Ook kan ik aan mijn hobby wielrennen weer de nodige tijd besteden. Na de beklimming van de Alpe d'huez van vorig jaar, roepen de Griekse bergen mij nu toe. Met het STABU-shirt daarbij aan, blijf ik toch altijd lid van de club", aldus Hans Swagers. Nederlands Architectuurinstituut Voor iedereen met interesse in architectuur biedt het Neder lands Architectuurinstituut NAi inspirerende tentoonstellingen, lezingen, debatten en educatieve activiteiten. In het NAi zijn meestal drie verschillende tentoonstellingen te zien. In de nieuwe permanente tentoonstelling Schatkamer kunnen 100 topstukken uit de omvangrijke collectie van het NAi worden bewonderd. De Schatkamer toont werk van iconen uit de Nederlandse architectuurgeschiedenis zoals Cuypers, Dudok en Oud. De Schatkamer is ingedeeld in zes thematische clusters die verwijzen naar de Nederlandse architectuurtraditie. Eén zo n typisch Nederlandse traditie is sociale woningbouw. De unieke samenwerking tussen overheid, particuliere woningcorporaties en architecten leidt tot steeds nieuwe en onverwachte oplossingen. Een voorbeeld hiervan zijn de woningblokken van De Klerk (Amsterdamse school) die ook wel paleizen voor de arbeiders werden genoemd. Een andere traditie is de experimenteerdrift van Nederlandse architecten die de afgelopen tweehonderd jaar telkens tot vernieuwingen in de architectuur heeft geleid zoals het wereldberoemde experiment van De Stijl. LinkedIn LinkedIn heeft de beschikking over groepen, waaronder de STABU-gebruikersgroep. Recent is de gesloten gebruikersgroep omgezet naar een open groep. Dit betekent dat discussies ook gelezen kunnen worden door personen die geen deelnemer zijn aan de STABU-gebruikersgroep op LinkedIn. Niet-deelnemers kunnen discussies lezen maar kunnen zelf geen discussie starten of reageren op lopende discussies. Dan zal men zich alsnog dienen aan te melden voor de STABU-gebruikersgroep. STABU bestaat voor en door de bouw en wil zich graag met haar licentiehouders, klanten en geïnteresseerden verbinden. Nu dus ook via Linkedin en u kunt hier mee praten, nieuws lezen, aankondigingen 'stel ons vragen, neem deel aan discussies en vergroot uw netwerk' lezen. En verder kunt u vragen stellen, aan discussies deelnemen, maar ook uw netwerk vergroten! Kortom; wij nodigen u van harte uit om zich met ons op Linkedin te verbinden! Ruim 493 personen gingen u voor! LinkedIn is een virtueel sociaal netwerk dat gericht is op vakmensen. Het belangrijkste doel van de website is geregistreerden gebruik te laten maken van elkaars (zakelijke) netwerk. Dat gebeurt door contacten te leggen met anderen die men vertrouwt. Een netwerk is opgebouwd uit directe contacten, de relaties van die contacten, enzovoorts. Al deze personen kunnen behalve direct haar of zijn netwerk ook uitbreiden via een introductie door een reeds in het eerste- of tweedelijnsnetwerk aanwezige contactpersoon. Meer informatie: Het Nederlands Architectuurinstituut is gevestigd aan Museumpark 25 te Rotterdam. Nieuwe tentoonstellingen zijn te vinden op www.nai.nl Meer informatie: Voor vragen over de gebruikersgroep van STABU op Linkedin kunt u contact opnemen met Diana Kervel van STABU tel. (0318) 63 30 26 of e-mail: dkervel@stabu.nl. 10 STABULLETIN

Klein nieuws dat we u toch niet wilden onthouden. Korte Berichten Gebruikersdagen STABU Regelmatig organiseert Stichting STABU zogeheten gebruikersdagen. Deze zijn primair bedoeld voor gebruikers van de STABU-bestekssystematiek. Uitnodigingen voor deze (gratis) bijeenkomsten worden in de regel meegezonden met de STABU-bestanden maar ook via de STABU-website en via de digitale nieuwsbrief worden de sessies aangekondigd. De beschikbare presentaties zijn te vinden op de website van STABU (www.stabu.org), evenals die van een aantal eerdere gebruikersbijeenkomsten. Wanneer u als geïnteresseerde licentiehouder niet in de gelegenheid bent geweest om deel te nemen, kunt u op deze manier toch kennis nemen van de inhoud. De eerste gebruikersdag van 2012 staat 3 april 2012 op de planning. Het programma en aanmeldingsformulier staan op www.stabu.org. In de steigers De bouwsector verandert en STABU verandert mee. De bestaande STABU 2 werksoort systematiek is nog steeds een belangrijke standaard voor het sluiten van contracten binnen de bouwsector. Ook in deze systematiek komen onderdelen voor die aan vernieuwing toe zijn. Naast de ontwikkelingen die STABU in gang heeft gezet op de infrastructuur (van DVD naar webservice) en standaarden (Ruimten, Elementen en Werksoorten), wordt ook gewerkt aan de inhoud van de informatie die hiermee voor de sector wordt ontsloten. Een onderwerp waar bij STABU al langere tijd over wordt gesproken is Tekeningen en Berekeningen. Momenteel wordt bij STABU gewerkt aan een bredere scope waarbij documenten door de aannemer te vervaardigen opnieuw wordt opgezet. Het onderwerp zal dan ook worden benoemd als Te Vervaardigen Documenten. Het doel is om deze werkzaamheden in 2012 af te ronden. In de komende maanden wordt u op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. STABUm@il Het is ook mogelijk om regelmatig nieuws over STABU in uw inbox te krijgen. STABU heeft hiervoor een digitale nieuwsbrief in het leven geroepen, STABUm@il genaamd. Regelmatig zal daarin geïnformeerd worden over zogenaamde STABU-evenementen zoals gebruikersdagen, nieuwe uitgaven, beurzen, etc. Zo worden actuele zaken in een kort artikel weergegeven en de aandacht gevestigd op uitgebreidere artikelen die op onze website staan. STABUm@il wordt ongeveer 6 x per jaar verzonden naar alle geïnteresseerden. Wilt u de informatie ook ontvangen, meldt u zich aan via de website van STABU, www.stabu.org. Helpdesk Stichting STABU biedt de helpende hand bij het vinden van een antwoord op mogelijke vragen via de STABU-helpdesk. Naast de mogelijkheden van de STABU-systematiek in algemene zin, worden dagelijks vele vragen beantwoord over inhoudelijke, technische onderwerpen. Het aantal vragen over wet- en regelgeving, administratieve bepalingen, normering en certificering is significant toegenomen. De meest gestelde vragen worden gepubliceerd in de vragenrubriek van STABU-bulletin en de website. Vragen? tel.: (0318) 63 30 26 e-mail: postmaster@stabu.nl website: www.stabu.org/stabu Helpdesk STABULLETIN 11

Vanuit een eigen adviesbureau adviseert Pim Herber zowel aannemers als opdrachtgevers zonodig procedeert hij zaken uit bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw. In deze rubriek gaat hij in op de dagelijkse - met name juridisch getinte - bouwpraktijk. Recht van Termijnverlenging In de U.A.V. 1989 wordt nog gesproken over termijnsverlenging. In de komende UAV 2012 wordt consequent gesproken over termijnverlenging. Maar behalve dat de letter 's' is komen te vervallen, valt er wel wat meer over termijnverlenging te zeggen. Termijnverlenging als gunst Paragraaf 8 lid 4 van de nieuwe UAV behandelt de situatie dat de aannemer geen recht heeft om later te mogen opleveren, maar hij de latere oplevering termijnverlenging dus- als een gunst vraagt. Voorbeeld: het werk valt tegen, er gaat onverwacht een onderaannemer of leverancier van de aannemer failliet etc. De aannemer heeft dan geen recht op termijnverlenging maar vraagt om een gunst: vindt u het goed dat ik het werk later oplever dan is overeengekomen? Paragraaf 8 lid 4 bepaalt dat de aannemer in zo n geval het verzoek tot termijnverlenging schriftelijk moet indienen en ten minste veertien dagen voor het verstrijken van de termijn bij de directie moet bezorgen. Directievoerders dienen te beseffen dat zij geen mandaat hebben om termijnverlenging te verlenen. Alleen de opdrachtgever kan dat. Termijnverlenging als recht Paragraaf 8 lid 5 UAV 2012 bepaalt wanneer de aannemer recht heeft op termijnverlenging. Dat betekent dat de opdrachtgever, ook als hij dat niet wil, moet dulden dat de aannemer het werk later oplevert zonder dat de aannemer boete wegens te late oplevering is verschuldigd. De aannemer vraagt dan niet om een gunst, maar claimt het recht om later te mogen opleveren. Wanneer heeft de aannemer dat recht? Paragraaf 8 lid zegt dat de aannemer dit recht toekomt wanneer zich een van de volgende vier situaties zich voordoen: situatie 2 rekening van de opdrachtgever komen Voorbeeld: de opdrachtgever stelt het werkterrein te laat beschikbaar, produceert werktekeningen te laat, etc. Behalve dat de aannemer het recht heeft om later op te leveren, moet de opdrachtgever ook de door de aannemer geleden stagnatieschade betalen. De aannemer moet de termijnverlenging wel zo spoedig mogelijk claimen. Dat geldt ook voor de stagnatieschade, waarover hierna meer. Situatie 3 Door het door of namens de opdrachtgever aanbrengen van bestekswijzigingen. Voorwaarde is wel dat de aannemer de termijnverlenging al in zijn offerte waarin hij de prijs van de bestekswijzing offreert, noemt. Zie 36 lid 6 UAV 2012. Een enkele aannemer beseft pas aan het einde van het werk dat als gevolg van de termijnverlenging ook de algemene bouwplaatskosten hoger worden en stuurt hiervoor aan het eind van het werk dan nog een factuur. Terecht wijst de Raad van Arbitrage dat af; deze extra kosten worden immers geacht opgenomen te zijn in de overeengekomen prijs van de bestekswijziging. situatie 1 Overmacht Voorbeeld: een vliegtuig stort neer op het werk, het werk stroomt onder als gevolg van een dijkdoorbraak, etc. De aannemer mag dan later opleveren. De door hem geleden stagnatieschade moet hijzelf dragen en kan hij niet verhalen op de opdrachtgever omdat die niets te verwijten valt. Situatie 4: Door wijzigingen in de uitvoering van het werk die door of namens de opdrachtgever zijn aangebracht. Voorbeeld: als de opdrachtgever de aannemer opdraagt het werk in een andere volgorde uit te voeren waardoor vertraging ontstaat, heeft de aannemer recht op termijnverlenging. Ook hier moet de opdrachtgever eventuele stagnatieschade van de aannemer vergoeden en is de aannemer gehouden de stagnatieschade zo spoedig mogelijk te claimen. 12 STABULLETIN

SPREKEN» vervolg van pagina 7 door mr. W.J.M. (Pim) Herber Kortom: als de aannemer recht heeft op termijnverlenging, dient de opdrachtgever hem ook de schade te vergoeden die de aannemer als gevolg van de latere oplevering lijdt. Dat is alleen anders als sprake is van overmacht; dan heeft de aannemer wel recht op termijnverlenging, maar moet hij zijn eigen schade dragen. Proactief handelen is geboden! De aannemer moet alert en proactief handelen. Het is voor de opdrachtgever van groot belang dat hij in een zo n vroeg mogelijk stadium te horen krijgt dat het werk later wordt opgeleverd. Daarom moet de aannemer zijn recht op termijnverlenging direct kenbaar maken zodat de opdrachtgever maatregelen kan nemen om de gevolgen van de latere oplevering zo veel mogelijk te beperken. Datzelfde geldt voor de vordering van de aannemer tot vergoeding van schade die hij als gevolg van de latere oplevering lijdt: paragraaf 6 lid 15 UAV 2012 bepaalt immers dat de aannemer deze vordering zo spoedig mogelijk schriftelijk bij de opdrachtgever kenbaar moet maken. Dat is logisch, want alleen dan kan de opdrachtgever nagaan dat de aannemer inderdaad de geclaimde schade lijdt en kan de opdrachtgever maatregelen nemen om de schade te beperken. Het kan gebeuren dat de aannemer het recht heeft om later op te leveren, maar nog niet precies weet hoeveel dagen met de vertraging gemoeid zijn. In dat geval moet de aannemer in ieder geval termijnverlenging claimen en deze zo spoedig mogelijk concretiseren. Doet de aannemer dit niet, dan blijft hij recht houden op termijnverlenging maar zal het voor hem erg moeilijk worden te bewijzen hoeveel dagen later hij mag opleveren. Niet proactief handelen leidt heel makkelijk tot problemen. Als de aannemer in zijn offerte nalaat de tijdsconsequenties van de bestekswijziging 'de aannemer moet alert en proactief handelen; het is van groot belang dat hij in een vroeg stadium aangeeft dat het werk later wordt opgeleverd' te noemen, mag de opdrachtgever ervan uit mag gaan dat de bestekswijziging niet leidt tot latere oplevering. Als de aannemer vervolgens pas aan het einde van het werk termijnverlenging wegens opgedragen bestekswijzigingen claimt, hoeft de opdrachtgever dat niet te accepteren. Pas als de meerwerkwaarde van de bestekswijzigingen hoger is dan 10% van de aanneemsom, dient bouwtijdverlenging te worden gegeven waarbij geldt dat voor de eerste 10% meerwerkwaarde geen bouwtijdverlenging hoeft te worden toegekend. De moraal van het verhaal zal de lezer nu wel duidelijk zijn: de opdracht gever mag van zijn aannemer verwachten dat hij alert en proactief acteert en zijn opdrachtgever dus tijdig op de hoogte stelt van opgelopen vertraging en de daarmee gemoeid zijnde kosten. Met een aannemer die dat niet inziet loopt het juridisch altijd verkeerd af. Over de auteur De heer mr. W.J.M. (Pim) Herber is na zijn rechtenstudie in Amsterdam eigenlijk bij toeval in de bouwnijverheid terecht gekomen. Als directiesecretaris en bedrijfsjurist heeft hij enige tijd bij een aannemer gewerkt. Daarna zijn de werkzaamheden bij een van de voorlopers van Bouwend Nederland, het Nederlands Verbond van Ondernemers in de Bouwnijverheid (NVOB) voortgezet. De kennis van de aannemerij is via een groot advocatenkantoor in Amsterdam aangevuld met ervaring vanuit het oogpunt van de opdrachtgevers. Vervolgens is Pim Herber benaderd door de toenmalige Directie Coördinatie Bouwnijverheid van Ministerie VROM voor het herzien van regelgeving op aanbestedingsgebied. Voor zijn functie van rijksambtenaar had hij voldoende juridische bagage en relaties in de bouw om hieraan gehoor te geven. De heer Herber is momenteel op diverse fronten actief. Naast het lesgeven, via organisaties als STABU en BOB, heeft hij eigen adviesbureau opgezet van waaruit hij zowel aannemers als opdrachtgevers adviseert en zaken zo nodig uitprocedeert bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Hij publiceert regelmatig in het Tijdschrift voor Bouwrecht en in andere bladen. STABULLETIN 13

Consequenties invoering UAV 2012... Het zal u niet zijn ontgaan dat op maandag 30 januari 2012 de UAV 2012 gepubliceerd is in de Staatscourant. De herziening van de U.A.V. 1989 is door de Werkgroep Herziening U.A.V. 1989 geleid, welke advies heeft uitgebracht aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 14 februari 2011. Een impressie van de herziening: de UAV 2012 is in lijn gebracht met de titel aanneming van werk vervat in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek de integratie van de UAV-TI 1992 is voltooid de gebruikte terminologie is geactualiseerd, paragraaf 5, lid 5 is vervallen waarmee de positie van de voorgeschreven leverancier gelijk is getrokken met die van de voorgeschreven onderaannemer onderaanneming mag niet worden onthouden op onredelijke gronden de opdrachtgever is niet langer verplicht om bouwstoffen te keuren de bouwvergadering heeft een officiële status gekregen paragraaf 21 Oude bouwstoffen is afgestemd op de Wet Milieubeheer in paragraaf 36 is de wettekst 7:755 Burgerlijk Wetboek opgenomen in welke situatie de aannemer verhoging van de prijs kan vorderen (deze opsomming is niet limitatief) Kortom er zijn tal van wijzigingen doorgevoerd welke niet allemaal in dit artikel kunnen worden belicht. Hoe verhouden deze wijzigingen zich met de STABU2-systematiek? In dit artikel wordt antwoord gegeven op deze vraag. Uitgaven Aangezien de UAV 2012 net zoals de U.A.V. 1989 onderdeel gaat uitmaken van de STABU²-systematiek, heeft Stichting STABU de Aanvullende Administratieve Bepalingen aangepast en tevens het uitleveren van het boekwerk STABU-Standaard 2012 en de STABU-catalogus 2012-1 afgestemd op de vaststelling van de UAV 2012. In de STABU-Standaard 2012 is zowel de basiskwaliteit voor de woning- en utiliteitsbouw vastgelegd als de standaard voorwaarden (UAV). Om de gebruikers van deze standaard snel te informeren over de verschillen tussen de U.A.V. 1989 en de UAV 2012 zijn beide voorwaarden naast elkaar afgedrukt, op de linkerzijde de tekst van de U.A.V. 1989 als bijlage 1 en op de rechterzijde de nieuwe tekst van de UAV 2012 als bijlage 2, met de gewijzigde passages onderstreept. Overgangsperiode Stichting STABU heeft gemeend om voor de bestekschrijver een overgangsperiode te faciliteren tussen de U.A.V. 1989 en de UAV 2012. De wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven luidt als volgt: De STABU-Standaard 2012 is aan alle STABU-licentiehouders, samen met de update 2012-1 van de STABU²-systematiek toegezonden in de laatste week van februari. Hoofdstuk 01 bevat de Aanvullende Administratieve Bepalingen aansluitend op de U.A.V. 1989 en blijft, met de actualisering van enkele bepalingen, volledig bruikbaar voor een beperkte overgangsperiode. De bestekschrijver dient in het bestek de STABU-Standaard 2012 van toepassing te verklaren alsmede de U.A.V. 1989 die is opgenomen als bijlage 1 om een bestek te schrijven op basis van de oude UAV. Indien u als bestekschrijver ervoor kiest om op basis van de nieuwe UAV 2012 een bestek te schrijven, dan dient u het nieuwe Hoofdstuk 00 te gebruiken waarbij in het bestek de STABU-Standaard 2012 van toepassing moet worden verklaard alsmede de UAV 2012 die is opgenomen als bijlage 2. Het is van belang dat Hoofdstuk 00 VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN UAV 2012 en Hoofdstuk 01 VOOR HET WERK GELDENDE VOORWAARDEN U.A.V. 1989 nooit tegelijk worden gebruikt bij het schrijven van een bestek! De overgangsperiode houdt dus in dat de bestekschrijver de keus heeft om op basis van de UAV 2012 OF de U.A.V. 1989 een bestek te schrijven. Er is dan voldoende tijd en mogelijkheid om de nieuwe UAV 2012 door middel van het raadplegen van de nodige documentatie en het volgen van de Cursus UAV 2012, welke door het Instituut voor Bouwrecht en Stichting STABU in samenwerking worden verzorgd (meer informatie: www.stabu.org Cursus en opleidingen Dagcursussen UAV 2012). Verantwoording wijzigingen Bovenstaand is kort uiteengezet wat de gevolgen zijn van de nieuwe UAV 2012 en de wijze waarop Stichting STABU hierop anticipeert. Vanwege de wijziging in de werkwijze is er extra zorg besteed aan de verantwoording, die duidelijk aangeeft wat er is gewijzigd in Hoofdstuk 00 en 01. Deze verantwoording zal te raadplegen zijn op de cd-rom van de STABU-catalogus alsmede op de STABU-website (www.stabu.org Downloads STABU catalogi). Meer informatie: Over de Aanvullende Administratieve Bepalingen (Hoofdstuk 00 en 01), de STABU-Catalogus en de STABU-Standaard 2012 is meer informatie in te winnen bij de helpdesk van STABU: tel. (0318) 63 30 26 e-mail: postmaster@stabu.nl. 14 STABULLETIN

Nieuw in Hoofdstuk Schilderwerk Industriële coatings op metalen ondergrond Met de eerste uitgave van 2012 worden de industriële coatings op metaal een feit binnen het hoofdstuk Schilderwerk. Al lang was de wens vanuit de branche om de industriële oppervlaktebehandelingen op staal en aluminium een herkenbare plaats te geven in het bestek zoals ook bij het schilderwerk gebruikelijk is. Dit probleem is nu volledig opgelost met de nieuwe kortteksten en bijbehorende rubrieken in hoofdstuk 46. In de uitgave van 2012-1 wordt dit geheel nieuw beschikbaar gesteld. Nieuwe aanpak De reden voor deze nieuwe aanpak kwam voort uit de beperkte beschrijvingsmogelijkheden binnen de bestaande specificaties waardoor een onvolledige beschrijving van de afwerksystemen vaak onbewust plaats vonden. Nu kunnen de kwaliteitseisen, kenmerken, eigenschappen en bouwstoffen op een juiste wijze worden toegekend aan het beoogde afwerksysteem op metaal. Oppervlaktebehandeling in één of meerdere lagen In de kortteksten zoals hier geïllustreerd, wordt zoals ook bij het schilderwerk gebruik gemaakt van A systeemcategorieën (m.u.v. anodiseren) zoals in de resultaatspecificaties staat gespecificeerd. Uit deze keuze volgt de opbouw en laagdikten voor de te realiseren deklaag. Het is daarbij van belang om een juiste keuze te maken uit de aangeboden bouwstofspecificaties van de poedercoatings voor één- of meerlaagse systemen. B Ook het type bindmiddel dient specifiek te worden gekozen. Verder is het aanbod uitgebreid met het zgn. duplexsysteem voor zowel thermisch verzinkt als geschoopeerd staal. Bij deze twee systemen behoort de zink- of schoopeerlaag tot het systeem van de betreffende werkbeschrijving. C De groepering van de systemen is naar de corrosiviteitscategorieën conform de NEN-EN ISO 12944-2 ingedeeld. Kwaliteitseisen aan Oppervlaktebehandeling aluminium en staal Een belangrijk aspect voor de oppervlaktebehandeling van aluminium zijn de keuringseisen voor het aanbrengen van de coating conform de systeemkeuring Qualicoat of GSB-label. D Voor het anodiseren van aluminium gelden de eisen van Qualanod. Ook voor onderdelen van staal en verzinkt staal is de systeemkeuring conform Qualisteelcoat een kwaliteitseis. De uitvoerende applicatiebedrijven dienen hiervoor een procescertificaat te voeren dat voldoet aan de geldige eisen van de keuringsinstituten. Wat is er nieuw Onder de nieuwe paragraaf 46.41 INDUSTRIELE COATING, METAAL zijn hiernaast de nieuwe kortteksten met enkele voorbeelden van attributen opgenomen om een indruk te geven welke varianten mogelijk zijn. 46.41.10 ALUMINIUM, POEDERCOATINGSYSTEEM 0.0 R436377 ALUMINIUM, POEDERCOATINGSYSTEEM A \Systeem: - 1 laag polyesterpoeder, laagdikte (µm): 60. \Systeem: - 1 laag polyesterpoeder, laagdikte (µm):... \Systeem: - 1 e laag epoxypoeder, laagdikte (µm): 60. - 2 e laag polyesterpoeder, laagdikte (µm): 60. \Systeem: - 1 e laag epoxypoeder, laagdikte (µm):... - 2e laag polyesterpoeder, laagdikte (µm):... \Systeem: - 2-lagen polyesterpoeder, totale laagdikte (µm): 120. \Systeem: - 2-lagen polyesterpoeder, totale laagdikte (µm):... \Systeem... 3.0 B132244 EPOXY POEDERCOATING B \Type: epoxypoeder. \Type: zinkepoxypoeder. \Type: epoxy-/polyesterpoeder. \Type... 4.0 B132245 POLYESTER POEDERCOATING 46.41.11 ALUMINIUM, GEANODISEERD 0.0 R436376 ALUMINIUM, GEANODISEERD D \Qualanodsystemen moeten zijn aangebracht door een applicatiebedrijf dat het Qualanod procescertificaat voert conform de geldige eisen van Qualanod. 46.41.21 STAAL, POEDERCOATINGSYSTEEM 0.0 R436371 STAAL, POEDERCOATINGSYSTEEM 3.0 B132243 ELEKTROFORESE COATING 4.0 B132244 EPOXY POEDERCOATING 5.0 B132245 POLYESTER POEDERCOATING 46.41.22 STAAL, THERMISCH VERZINKT, POEDERCOATINGSYSTEEM, ZINK 0.0 R436372 STAAL, THERMISCH VERZINKT, POEDERCOATINGSYSTEEM C Corrosiviteitscategorie (NEN-EN-ISO 12944-2-07) \Systeem categorie C2, thermisch verzinkt staal: - 1e laag elektroforese epoxy, laagdikte 30 µm. - 2e laag polyesterpoeder, laagdikte 60 µm. \Systeem categorie C3, thermisch verzinkt staal: - 1e laag epoxypoeder, laagdikte 60 µm. - 2e laag polyesterpoeder, laagdikte 60 µm. \Systeem categorie C3, thermisch verzinkt staal: - 1e laag elektroforese epoxy, laagdikte 30 µm. - 2e laag polyesterpoeder, laagdikte 60 µm.... 1.0 B132221 ZINK 3.0 B132243 ELEKTROFORESE COATING 4.0 B132244 EPOXY POEDERCOATING 5.0 B132245 POLYESTER POEDERCOATING 46.41.23 STAAL, GESCHOOPEERD, POEDERCOATINGSYSTEEM, ZINK 0.0 R436373 STAAL, GESCHOOPEERD, POEDERCOATINGSYSTEEM 1.0 B132221 ZINK 3.0 B132244 EPOXY POEDERCOATING 4.0 B132245 POLYESTER POEDERCOATING Projectgroep schilderwerk De leden vanuit de projectgroep schilderwerk hebben hun inzet en kennis bijg edragen vanuit de volgende branches: VOM Vereniging voor Oppervlaktechnieken van Materialen; COT, Centrum voor onafhankelijk advies, onderzoek en management voor de bouw en industrie; Verffabrikanten: Akzo Nobel Decorative Coatings BV en PPG BV; VISEM Vereniging voor Industriële Spuit- en Moffelbedrijven. Meer informatie: Aanvullende informatie over de nieuwe werkbeschrijvingen voor industriële coating op metaal is verkrijgbaar bij: projectcoördinator bouwkunde, de heer F. (Frans) Gouw. tel. (0318) 63 30 26 of e-mail: fgouw@stabu.nl. STABULLETIN 15

van goede KWALITEIT! Door: Lodewijk Niemöller, Directeur stichting KOMO Kwaliteitsbedrijven gezocht... juist nu! Op het moment dat ik dit artikel schrijf, is 2011 nog maar net afgesloten. In mijn beleving is dat jaar voorbijgevlogen. Niet alleen lanceerden we een volledig geüpdate website, maar ook een mobiele variant zag het levenslicht. Daarnaast hebben we, onder andere via dit medium, veel aandacht gestoken in het toelichten van de verschillen tussen het CE-label en ons keurmerk. In de markt bestaat daar veel verwarring over. Niet voor niets dook ons artikel over KOMO versus CE dan ook op in de top 5 van de meest gelezen artikelen op de site van NBD. In 2012 gaan we in volle vaart verder. Zoals in mijn vorige column aangegeven, belooft het een memorabel jaar voor KOMO te gaan worden. Niet alleen omdat we een feestje te vieren hebben, het KOMO-merk bestaat namelijk 50 jaar, maar vooral ook omdat we bij een aantal belangrijke initiatieven betrokken zijn die dit jaar tot resultaten moeten leiden. In de loop van het jaar zal ik u daar zeker verder over informeren. Onguur klimaat Op dit moment is het alle KOMO hens aan dek in het kader van de implementatie van het Bouwbesluit 2012. Al onze beoordelingsrichtlijnen moeten gecheckt en aangepast worden. Dat vraagt erg veel van onze capaciteit. Daarnaast blijven er ook nog steeds aanvragen binnenkomen voor nieuwe certificatieregelingen. Enerzijds geldt dat innovatieve producten en processen, maar ook voor bestaande producten en processen wordt certificering verzocht. Blijkbaar is het huidige ongure economische klimaat een vruchtbare bodem voor certificatie. De opdrachtgevers die er zijn, gaan voor (KOMO-) kwaliteit! Gecertificeerde bouwwerken De brief over fundamentele herziening van de bouwregeling die de minister van Binnenlandse Zaken onlangs aan de Tweede Kamer heeft gestuurd, overtuigt mij nog meer dat certificatie een cruciaal instrument is om veel verantwoordelijkheid bij de marktpartijen neer te leggen, zoals door het kabinet gewenst. Certificatie van complete bouwwerken en bouwprocessen zullen daarbij belangrijke pijlers zijn. Aan ons de taak om het zodanig te regelen dat overheid en opdrachtgevers het vertrouwen krijgen dat het product van een gecertificeerde installateur of andere gecertificeerde uitvoerende partij automatisch voldoet aan het Bouwbesluit en de private kwaliteitseisen. Dat moet zeker gaan lukken. Er is al een groot aantal regelingen waar dit zo functioneert, al realiseer ik mij dat er ook nog een belangrijke uitdaging ligt om de bekendheid van deze regelingen in alle haarvaten van de bouwketen te verhogen. Geel wordt oranje Qua uitstraling is er vanaf 1 januari een belangrijke verandering bij KOMO. We hebben afscheid genomen van de gele band op de KOMO-kwaliteitsverklaringen. Vanaf 2012 zijn onze kwaliteitsverklaringen voorzien van een oranje band welke goed aansluit op onze nieuwe huisstijl en beter past bij de huidige KOMO dynamiek. Aanbestedingsvoorwaarden Van de macro beschouwingen over certificatie door naar de micro praktijk van alledag. Onlangs kreeg ik een grote overheidsopdrachtgever aan de telefoon. Of ik hem kon helpen bij het formuleren van objectieve aanbestedingsvoorwaarden voor kwalitatief hoogwaardige dakdekkers en betonreparateurs. Daar wist ik wel raad mee. KOMO heeft voor beide sectoren robuuste proces-certificatieregelingen in huis. Het criterium voor het platte dak werd daarom: het aanbrengen van platte daken als dakbedekking door een op basis van beoordelingsrichtlijn 4702 (uitvoering van dakbedekkingsconstructies met gesloten dakbedekkingssystemen) KOMO-proces gecertificeerde dakdekker. Als extra check heb ik nog even onze database geraadpleegd of er wel voldoende KOMO gecertificeerde bedrijven op dat vlak zijn, maar met meer dan 60 stuks verspreid over het hele land was dat ruim voldoende. Onze online database bewees weer eens zijn waarde. 16 STABULLETIN

Bestekschrijvers zijn een zeer belangrijke doelgroep van het KOMO-keurmerk. a uteur Lodewijk Niemöller gaat in deze rubriek in op de ontwikkelingen rondom KOMO, certificering en kwaliteitsverklaringen. Betonreparateurs De zoektocht naar de gecertificeerde betonreparateurs bleek lastiger te zijn. De gebruikte zoektermen gaven namelijk niet direct resultaat, terwijl ik toch zeker was dat deze regeling een groot aantal certificaathouders kent. Na lang zoeken leverde de database toch de gewenste resultaten. De relevante beoordelingsrichtlijn 3201 heet het toepassen van specialistische instandhoudingstechnieken voor betonconstructies. Een zeer mooie titel maar het bevatte nu net niet de woorden die een leek zou gebruiken. Kortom, een mooi leermoment. We moeten in de toekomst goed nadenken over de titels van onze certificatieregelingen en aan onze database voor de markt logische zoektermen toevoegen. Deze blijken cruciaal te zijn in deze digitale wereld. Wat de vakspecialisten logisch vinden, is voor de leek blijkbaar niet zo vanzelfsprekend. Help ons U als bestekschrijver zult misschien ook wel van dit soort ervaringen hebben. Deze ervaringen en suggesties ter verbetering ontvangen wij graag via info@komo.nl. Daarmee helpt u niet alleen ons, maar meteen de hele sector. KOMObeoordelingsrichtlijnen en -kwaliteitsverklaringen moeten tenslotte snel en eenvoudig te vinden zijn. U ziet het; ondanks dat we dit jaar in aanraking met Abraham gaan komen, is KOMO alive & kicking. Ik verwacht dat 2012 een mooi jaar gaat worden. U gaat veel van ons zien en horen. Reageren op deze column? Dat mag via info@komo.nl. Ruimte & rust voor de patiënt Matthijs Zomer De zorgsector stelt steeds strengere eisen aan zowel het ruimtelijk als akoestisch comfort. Leverancier BPZ is erin geslaagd om voor beide uitdagingen een oplossing te bedenken. Binnen appartementen en woningen worden veelal draaideuren toegepast. Deze hebben als nadeel dat ze veel ruimte innemen. Immers, de draaicirkel van de deur beperkt de bewegingsvrijheid van de bewoner. Met name in zorggerelateerde woningen, waarbij veelvuldig gebruik gemaakt wordt van bedden, rollators en rolstoelen is een draaideur vaak niet de juiste oplossing. Matthijs Zomer - verkoopmanager bij BPZ: "Er is behoefte aan oplossingen waarbij de bewoner zoveel mogelijk bewegingsruimte heeft in zijn appartement. Om aan deze vraag te kunnen voldoen heeft BPZ het ZORGPLUS schuifdeursysteem ontwikkeld. Dit systeem kenmerkt zich door zijn hoge kwaliteit waarbij rekening is gehouden met de toepassing in zorggerelateerde projecten. Kortom het moet ook tegen een stootje kunnen." De zogeheten Zorgplus Noise-schuifdeur werd speciaal voor de utiliteitsbouw ontwikkeld. Zomer vertelt: "Een geluidwering van 35dB is in de zorgsector doorgaans al een behoorlijke prestatie. Door alle geluidslekken rondom te dichten, isoleert deze deur een klasse beter en weten we een geluidswering van RW=42 db te behalen." De huidige bouwregelgeving in de zorgsector stelt geen eisen aan binnendeuren. "De geluidisolatie-eisen worden overgelaten aan de marktpartijen. We signaleren dat opdrachtgevers steeds alerter zijn op geluidsisolatie vanwege het duurzaamheidsstreven. Dit systeem is een mogelijkheid om het akoestisch comfort in de zorg naar een hoger niveau te tillen", aldus Matthijs Zomer. Etzo Stuitje van BPZ: "Voor ons gevoel ontstijgen wij hiermee de basisstandaard. Via onze beschikbare fabrikantgebonden STABU-specificaties bieden wij de bestekschrijver een eenvoudige manier om onze producten in het bestek te vermelden. Toch controleren we alle bestekken die binnenkomen op onvolkomenheden; waardoor onze samenwerkingspartners niet voor vervelende verrassingen komen te staan. Een bouwproces roept vele vraagstukken op. Daarom zijn wij graag vroeg betrokken bij een project. We denken mee over de technische oplossingen die voldoen aan het bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening." Optimalisatie Het modulaire Zorgplussysteem wordt veelal toegepast bij toegang naar patiëntenkamers. BPZ kreeg recent de opdracht voor 850 schuifdeuren voor het nieuwe Meander Medisch Centrum in Amersfoort. De producent denkt nog een optimalisatieslag te kunnen maken. "Volgende maand worden de zowel in als voor de wand schuivende deuren getest op 30 minuten brandwerendheid (gecertificeerd volgens NEN EN 1634-1). Ook hebben we complete oplossingen bedacht voor tilliften en bevat het productenscala een volledig geautomatiseerde zogeheten TwinUse-model waarbij twee wooneenheden met een sanitaire unit zijn verbonden. Dat spaart niet alleen ruimte en rust, maar ook schoonmaak-, energie- en onderhoudskosten", aldus Matthijs Zomer van BPZ. Meer informatie: www.zorg-plus.com. STABULLETIN 17

Risico VAN HET VAK Cash blijft 'king' De kapitaalkracht van bedrijven is in deze tijd een machtig concurrentiemiddel. Het geeft de opdrachtgever vertrouwen, vergroot de gunfactor en vermindert financiële risico s aanzienlijk. Opdrachtgevers selecteren hun leveranciers op basis van zekerheden, garanties en kredietwaardigheid. Dat zorgt meer dan ooit voor een tweedeling in de markt tussen financieel sterke en zwakkere partijen. Wat kunt u doen om uw kapitaalkracht te vergroten en zo uw concurrentiepositie te versterken? De financiële crisis is nog niet voorbij. De bankencrisis in 2008 is in 2011 uitgemond in schulden en tekorten bij overheden. Enorme bezuinigingen, een dalende koopkracht en een dalend consumentenvertrouwen zijn het gevolg. Met deze kennis en het feit dat banken, pensioenfondsen en verzekeraars in staatsobligaties hebben geïnvesteerd, leven de meeste ondernemingen in onzekere tijden. Berichten over de economische krimp blijven de dagelijkse nieuwsstroom beheersen en het woord crisis is nog niet uit de krantenkoppen verdwenen. In de slipstream zit de betalingsmoraal van het bedrijfsleven nog altijd op een historisch laag niveau. Bovendien zijn banken terughoudend met het verstrekken van kredieten, waardoor bedrijven hun eigen geld gebruiken om de financiële huishouding op orde te houden. Om financiële middelen langer in eigen beheer kunnen houden, betalen bedrijven hun rekeningen steeds later. Betalingstermijnen van zestig dagen raken meer ingeburgerd en zelfs termijnen van honderdtwintig dagen komen steeds vaker voor. De hele keten in de bouw ondervindt hier hinder van, het werkt door tot in elke vezel van de branche. Aarzelende banken en uitgestelde betalingstermijnen zijn twee factoren die ertoe leiden dat bedrijven krap bij kas zitten. Enerzijds willen ze hun klanten niet al te veel onder druk zetten, anderzijds lopen ze steeds meer risico als afnemers hun betalingsafspraken op de lange baan schuiven. Toch hoeft een strikt debiteurenbeheer niet te leiden tot verlies van klanten en zijn er diverse manieren om het risico op non-betaling in te perken: [1] Manage betaalmoraal Als bekend is dat uw klant pas na negentig dagen wil betalen, kunt u daar een voorwaarde tegenover stellen. Bijvoorbeeld een afnamegarantie. Dan krijgt u uw geld pas na negentig dagen, maar staat wel vast dat u blijft aangewezen als leverancier. Dat is ook veel waard. Een andere manier om risico s op non-betaling in te dammen zijn kredietverzekeringen. Een onbekender middel en daarmee minder geliefd bij ondernemers. Veel bedrijven denken dat kredietverzekeringen te duur zijn, of te ingewikkeld, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Als de premie voor de kredietverzekering namelijk in de buurt komt van de te verwachten verliezen, dan zit in die verzekeringsvorm wel degelijk waarde. Daarnaast koopt u naast zekerheid ook informatie over de debiteuren in en beschikt u bij problemen over een actief incassoapparaat. Dan gaat het in zijn totaliteit over de zogenaamde total cost of risk. Deze kunt u afzetten tegen de premie. [2] Actief debiteurenbeheer Debiteurenbeheer of credit management is vanuit de kelder omhoog geklommen. Het imago van debiteurenbewaker heeft de credit manager in ieder geval adequaat van zich afgeschud. Zijn functie is steeds meer opgeschoven in de richting van CFO, de financieel directeur. En dat heeft alles te maken met de actuele crisis. Bedrijven vinden het steeds waardevoller om de kredietwaardigheid van hun klanten te kunnen beoordelen. [3] Check kredietwaardigheid Informatie over de kredietwaardigheid is van belang om vast te stellen wat het potentiële risico op non-betaling is. Winstmarges in de bouwsector zijn op dit moment laag. Om een verlies te compenseren bij een marge van bijvoorbeeld 5%, zijn twintig succesvolle transacties met eenzelfde waarde nodig. Kortom, betrouwbare informatie is van levensbelang. Maar waar is die te vinden? Allereerst zijn er veel informatieleveranciers die aan de verschillende behoeftes kunnen voldoen. Afhankelijk van de sector, het land waarin de onderneming 18 STABULLETIN

Aon is een wereldwijde financiele dienstverlener en zorgt ervoor dat ondernemende mensen verantwoorde risico's durven te nemen door deze inzichtelijk en beheersbaar te maken. Samen met STABU helpen en informeren ze over risico's en risicomanagement in de bouw. auteurs: Ruben de Bruin en Tjeerd Stellingsma [4] Incasseren met een partner Goed incassobeheer is van groot belang. Niet alleen omdat het een manier is om uw rekeningen betaald te krijgen, maar ook omdat de zorgvuldigheid ervan van invloed is op de relatie met uw klant. De keuze voor een incassopartner is echter niet eenvoudig. De markt kenmerkt zich door een groot aantal aanbieders, met soms een ondoorzichtige kostenstructuur. U kunt een keuze maken tussen: incassobureau; deurwaarder; incasso-advocaat. Welk soort aanbieder met wat voor voorwaarden past het best bij uw bedrijf? Die keuze is mede afhankelijk van uw debiteurenportefeuille. Zijn het enkele vorderingen op jaarbasis of gaat het om bulkvorderingen? Het kostenaspect is natuurlijk ook belangrijk, maar er zijn meer aandachtspunten. De juiste aanpak en benadering van een debiteur, looptijden, rapportages en natuurlijk ook de kredietwaardigheid en frequentie van afdrachten spelen een belangrijke rol. [5] Financiering van werkkapitaal Banken kunnen rekening-courant faciliteiten aan grote ondernemingen verstrekken op basis van hun balans. Dit gebeurt dan zonder zekerheden. De meeste ondernemingen worden echter gedwongen om (een deel van) hun activa aan de bank te verpanden. De bank beperkt daarmee het risico. Deze zal over het algemeen de kredietlijn afhankelijk stellen van de debiteurenportefeuille. In de regel financiert de bank tussen de 80 en 90 procent tot 90 dagen na facturatie. Dus wanneer een klant na honderdtwintig dagen betaalt, zal deze factuur niet in de financiering worden meegenomen. Een andere mogelijkheid is ( stille ) factoring of debiteurenfinanciering. Daarbij wordt de debiteurenportefeuille uitbesteed aan een factormaatschappij. Deze financiert facturen tot negentig dagen na de vervaldatum. Met vergelijkbare bevoorschottingspercentages als een bank, kan de factormaatschappij derhalve meer ruimte bieden in de financiering. Daarnaast is de kredietlijn afhankelijk van de behoefte. Bij een stijgende omzet en dito debiteurenportefeuille zal de financieringsruimte toenemen. De factormaatschappij biedt dus meer ruimte met een grotere flexibiliteit. Opmerkelijk detail is verder dat een bank meer kapitaal dient aan te houden dan een factor. Factoring hoeft daarom niet duurder te zijn. Bovendien kan een kredietverzekering een kostendrukkend effect hebben op de kosten voor factoring, omdat het debiteurenrisico (gedeeltelijk) wordt afgewend op de verzekeraar. [6] Garanties zonder kredietbeperking Bankgaranties leggen beslag op de kredietruimte van de onderneming. Helemaal in de bouwwereld, waar garanties een belangrijk onderdeel uitmaken van het project beheer. Zonder bereidverklaring geen inschrijving en zonder uitvoeringsgarantie geen gunning. Vanwege deze grote behoefte is een bouwonderneming behoorlijk afhankelijk van haar positie tegenover de bank. Garanties vormen een vast onderdeel van de financiering en snoepen daarmee flink ruimte af in de overige financieringsbehoefte. Het kan om die reden zeker nuttig zijn de mogelijkheden te onderzoeken bij gespecialiseerde verzekeraars. Deze zijn ervoor ingericht minimaal gelijkwaardige garanties te verstrekken met de daarbij behorende snelle service. Bovendien zal het onderbrengen van (een gedeelte) van de garantie behoefte bij een verzekeraar automatisch lucht scheppen in de kredietlijnen bij de bank en de afhankelijkheid daarvan verminderen. Daarmee treed de verzekeraar eigenlijk op als een bank die een kredietlijn verstrekt, oftewel een lijn voor het verstrekken van bankgaranties. Hoe de verzekeraar de mogelijkheden beoordeelt, lijkt overigens veel op een bankprocedure. Dit is een nauwkeurig proces dat samen met een deskundige doorlopen moet worden. zaken doet en het type klant (particulier of onderneming), zijn de bekendste leveranciers CreditSafe, Graydon, Dun & Bradstreet en Experian. Een andere manier om de kredietwaardigheid te achterhalen, is kredietverzekering af te sluiten. De verzekeraar verstrekt dan de informatie. Deze informatiebron is in de regel zeer betrouwbaar, omdat verzekeraars verschillende bronnen gebruiken en de betaalgeschiedenis bij andere leveranciers meenemen. Daarnaast verstrekken verzekeraars limieten waarop het kredietrisico kan worden gedekt. Een dergelijke limietaanvraag kunt u ook doen bij de overige informatieverstrekkers. Conclusie Het komende jaar zal voor velen onzekere tijden betekenen. Cash blijft belangrijk en goed werkkapitaalbeheer is essentieel nu banken extra terughoudend zijn in hun kredietverlening. U zult dus moeten zoeken naar alternatieven die u de benodigde flexibiliteit bieden. Goed debiteurenbeheer biedt u daarvoor verschillende mogelijkheden. Goede procedures en solide administratieve processen, waarbij de financiële administratie op alle vlakken kan worden ondersteund zijn daarbij onmisbaar. Daarnaast loont het zeker de moeite mogelijkheden voor financiering of garantieverstrekking via andere kanalen te onderzoeken. STABULLETIN 19

De Nederlandse Vereniging van Bouw Kostendeskundigen (NVBK) gaat in deze rubriek in op de verhouding kosten & bestekken. ELEMENT auteur: Jan Rip Kwaliteit, Geld en Tijd De Nederlandse Vereniging Bouw Kostendeskundigen (NVBK) is zeer vereerd met de uitnodiging om voor STABU-bulletin een column te schrijven. Met zo n kolom schraagt de NVBK mee de Nederlandse bouw. Eigenwijs als kostendeskundigen nu eenmaal moeten zijn in het veld van kwaliteitsridders wordt deze column ELEMENT genoemd. Een referentie naar de Elementenmethode 2005, de kern van het werk van bouwkostendeskundigen. Boetebepaling Deze eerste rubriek 'element' houden we luchtig in benadering. Als jonge, onervaren projectleider werd ik voor het opdrachtgevende bouwbureau van de Marine in het diepe van een bouwproject in uitvoering gegooid. Vrijwel onnozel nam ik aan bouw- en directievergaderingen deel. Ruwbouw gereed, en vast punt op de agenda: de werkbare dagen. Het werk was in Den Helder, wind en regen volop, maar dat was natuurlijk niet de oorzaak van het achterlopen op de planning. Er werd maar eens in het bestek gekeken naar de boetebepaling. Tja, die was wat laag, een volgende werk beter STABU en NVBK kennen elkaar goed vanuit het onderwijsontwikkelingsproject Erkenning Kosten- en Besteksdeskundigen (EKB; 2005-2009). In het kader van Leven Lang Leren zijn daar voor beide branches (NVBK en BNB) voor de werkenden trapjes opleidingen ontwikkeld. Voor de kostendeskundigen het traject Calculator, Allroundcalculator, Kostendeskundige, Kostenadviseur. Voor de besteksdeskundige branche het traject Bestekschrijver, Besteksdeskundige, Besteksadviseur. Zogenaamde beroepscompetentieprofielen zijn gemaakt, leerplannen opgesteld, lesmateriaal verbeterd en ontwikkeld en er is proefgedraaid. Ook werden efficiency slagen verkend in de vorm van het uitwisselen van docenten met hun specifieke onderwerpen. STABU en NVBK hebben elkaar toen goed leren kennen. De resultaten van dat EKNproject leken idealistisch, zeker in het licht van de toen naderende bouwcrisis. Maar zijn steeds goed bruikbaar. Creativiteit en flexibiliteit zijn hier belangrijke competenties om ook de bouwopleidingen door de crisis heen te trekken. Waar ontmoeten bestek en kosten elkaar dan echt? Eerder noemde ik al de kwaliteitsridders die STABU verenigt in het formuleren van de kwaliteit van proces en inhoud van een bouwobject. Ook noemde ik de bouwkostendeskundigen noodzakelijkerwijs eigenwijs. Zij willen en kunnen in de verschillende fasen van het bouwproces die kwaliteitsformulering afprijzen met een of andere kostenopstelling (vaak volgens de Elementenmethode). Een volgend werk in afronding van bestek maakte ik ook nog mee, maar met een andere directie en een bestekkenmaker die die boetebepaling al meer keren had overgeschreven. Discussie op het bureau: wat was nu een passend dagbedrag als boete voor het overschrijden van het De heer Rip is van oorspronkelijk civiel ingenieur, maar met specialisatie utiliteitsbouw. Hij werkte ruim 15 jaar bij bouwprojectmanagementbureau PRC als onderzoeker, kennismanager en adviseur, waar hij de snelle ontwikkeling van interne bureau-opleidingen naar extern gerichte cursussen mee. Als zelfstandig adviseur opereert hij sinds 2000 onder de naam JRC2000. Als projectmanager van kennispublicaties van SBR is zijn specialisatie advies en ontwikkeling van opleidingen bouwmanagement en bouwkostenmanagement. Sterk betrokken bij het onderwijsontwikkelingsproject Erkenning Kosten- en Besteksdeskundigen (2005-2009). Ook docent en cursusleider HAN. aantal voorgeschreven werkbare dagen. Het leek bijna loven en bieden. Gelukkig komt het vaak niet zover dat door de opdrachtgever de boete bepaling wordt toegepast. Maar als het gebeurt dan zit er een kluif werk aan, Kwaliteit, Geld en Tijd zijn uit hun beheerste evenwicht. Ondanks bouwverslagen toch weer discussie over het falen in het leveren van kwaliteit in proces en op inhoudelijk werk, discussie over het noteren van de onwerkbare dagen en het bestempelen van het dagbedrag als onredelijk hoog. Als het bedrag te laag is, is het slikken voor de opdrachtgever en bij een aantal typen bouwprojecten, meer dan je denkt, is de afgesproken opleverdatum en daarmee ingebruiknamedatum een echte mijlpaal. Winkels, scholen, zorg, bungalowparken etc. Nu is er risicoanalyse en risicomanagement. Daarmee zou je in een sessie het bedrag van de boetebepaling beter kunnen onderbouwen. Of kunnen beslissen helemaal geen boetebepaling op te nemen maar eerder een beloningsbepaling voor eerder opleveren (incentive). Maar ook dat bedrag moet je benaderen. Zou deze benadering een berekening met vele posten zijn dan zou ook het probabilistisch ramen toegepast kunnen worden. Dit is bij Rijkswaterstaat sinds eind jaren 90 vorige eeuw voorgeschreven. Het uiteindelijke boetedagbedrag zou dan een bandbreedte of wel betrouwbaarheidsinterval kunnen hebben. Nu ben ik niet alleen NVBK-lid maar ook lid van IPMA NL 1) voor mijn warm omklemmen van (bouw)projectmanagement om veel, heel veel van de bouw in perspectief te plaatsen. Zo wordt van de heilige drievuldigheid van de projectbeheers aspecten Kwaliteit, Geld en Tijd het duo Kwaliteit en Geld hier afgebeeld als STABU en NVBK. Welke spannende momenten maken zij samen mee? En wat te denken van een boetebepaling waarbij het dagboetebedrag niet vanaf dag 1 overschrijding gelijk is maar volgens een bepaalde kromme oploopt? Op deze wijze kunnen bestek- en kostendeskundigen elkaar stevig ontmoeten! 1) IPMA-NL is de Nederlandse beroepsvereniging van ruim 2.400 projectmanagers. 20 STABULLETIN