Opdrachtenblad leerlingen

Vergelijkbare documenten
Stedelijke burgerij hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Hendrik I van Brabant: Leuven, ca Keulen, 5 september 1235

Naam: FLORIS DE VIJFDE

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

Leven in een stad. Hoofdstuk 1B6

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

WERKBOEK VOOR DE DALTON-VERSIE. Dit werkboek is van:. Ik zit in groep:.

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Willem II van Holland:?, februari Hoogwoud, 28 januari 1256

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

WERKBLAD. De Hanze. Naam: Figuur 1 Afbeelding uit Stedelijk Museum Zwolle

DE LATE MIDDELEEUWEN ( )

Utrecht, Met recht een kinderstad!

Bij de tijd Groep 6 thema 3, les 1 De Opstand Werkblad 1. dit is Klaas. Klaas is veer-tien jaar. hij loopt al heel lang.

Overzichtskaart Zuyderzee Route

Middeleeuws Oldenzaal

Lodewijk II van Nevers: Nevers, ± 1304 Slag bij Crécy, 26 augustus 1346

Vlucht uit Sint-Petersburg

een zee van tijd een zee van tijd Werkblad 1 Ω Steden Ω Les 1: De middeleeuwse steden Naam:

1. Wie of wat? Vul in. Kies uit: eed - kabinet kroonprins prins staatsbezoek. Bezoek van de koning aan een ander land.

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

Ontdekkingen en uitvindingen

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

1. Je krijgt van je juf of meester een plaatje. Bekijk het plaatje goed.

Lodewijk XIII van Frankrijk: Fontainebleau, 27 september Saint-Germain-en-Laye, 14 mei 1643

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK

HET WERKPAARD VAN DE HANZE

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats?

Bourgonjetoren. Dit is de toren waar vroeger de kanonnen in stonden. In Zutphen stond maar één zo n toren en deze is zeer goed bewaard gebleven.

Kastelen in Nederland

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Markten en steden hv123

Ridderroute. Hoe verdien je een stempel? Doe eerst de opdracht. Vouw je oorkonde uit dit boekje. Schuif je oorkonde in het stempel-apparaat.

Info plus Het leenstelsel

Bij de tijd Groep 6 thema 2, les 1 Een middeleeuwse stad Werkblad 1. dit is Joris. hij werkt in de her-berg. hij is blij en voert de kip-pen,

Voor onze broers en zussen met een verstandelijke beperking.

Amersfoort. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van de steden. Voorbeeld van stadsrechten

L ang geleden zag de Achterhoek er. De geschiedenis van Doetinchem, Wehl en Gaanderen

Traptorens. meestal veel hoger gemaakt dan noodzakelijk. Men

Eduard III van Engeland: Windsor Castle, 13 november 1312 Richmond upon Thames, 21 juni 1377

DE VOLLE MIDDELEEUWEN ( )

Ruth 1. Ruth en Noömi

WERKBLAD KITTY WURMS

Holland 1000 jaar geleden. Meer weten? Klik hier

Eindexamen geschiedenis havo II

Hertogen, Graven, Baronnen en Heren rond de Baronie van Acquoy ca Door A. F. Verstegen. 1. Heerlijkheid Hagestein. 2.

Antwoorden Geschiedenis Standensamenleving 1789 Frankrijk

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Catharina de Grootste. Dit werkboekje is van:

Opdracht Geschiedenis De Franse Revolutie

Jan zonder Vrees (hertog): Dijon, 28 mei 1371 Montereau, 10 september 1419

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Geschenken! No. 1.Internationale Hanzeblikken

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

NEDERLAND IN VOLLE BLOEI

Herman van Campenhout. lespakket. 1. Wat is het verschil tussen de grijze en de witte pagina s?

Bekijk de oude kaart van Blokzijl. De kaart is gemaakt in Hoe heet de zee waar Blokzijl aan ligt?...

DE STANDENMAATSCHAPPIJ

Lees het verhaal over master Roelof en slaaf Tomboy (deel 1).

Lodewijk Napoleon. Dit werkboekje is van:

Het Overkwartier van Gelre

Vollenhove Wonen op een havezate

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

Schokland Werelderfgoed Kijktocht voortgezet onderwijs

1. Luisteren. 2. Luisteren

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Karel de Grote Koning van het Frankische Rijk

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

4. Op deze manier lezen jullie ook de paragrafen Wandelgangenpolitiek en Obama and the Beast.

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd

Een nagelaten bekentenis. Het bekende verhaal van Marcellus Emants, naverteld door Helene Bakker

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

o gebrek aan verwantschap: de wet verbiedt huwelijken tussen mensen die onderling een te nauwe bloedband of aanverwantschap hebben.

Geschiedenisproefwerk groep 7 Hoofdstuk 5 Een nieuwe wereld: Amerika

Datum: Ons koningshuis. 1. Hoe heet onze huidige koning? 3. Hij volgde zijn broer na diens dood op. Hoe heette hij?

Boekverslag Nederlands Wij zijn wegwerpkinderen

Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3

Praktische opdracht Geschiedenis Rolverdeling in het gezin

Graven en hertogen. Minimum. Steden en Staten. 1. Graaf Dirk III. 1. Welke graaf van Holland bouwde een tol om inkomsten te verkrijgen? 2. Ridderzaal.

Belang van water. Naam: Klas: Docent: Opdrachtenblad voor Leerlingen.

Geschiedenis van Suriname : Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie

Middeleeuwen. door: Joshua Murray Vogelenzang groep

Keizer Hendrik III: 28 oktober kasteel Bodfeld in de Harz, 5 oktober 1056

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

Oscar II van Zweden: Stockholm, 21 januari 1829 aldaar, 8 december 1907

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

een zee Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in

Markten en steden hv123

De tijd die ik nooit meer

WERKBLAD ERNST VERDUIN

Naam: DE GOUDEN EEUW en Rembrandt

Bangkok Boy Boekverslag 2: naam Jette Somsen Klas 3G2 datum:

renzen van het leven - Ik ging er optimistisch mee om omdat ik weet dat niemand goed is in alles / omdat ik wel goed kan tekenen /

Kenmerkend aspect 13: de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven een agrarischurbane

Werkgroep Bouwhistorie Zutphen. Informatiekaart St. Janskerk. St. Janskerk

Mijn mond zat vol aarde

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Transcriptie:

Namen: School: Klas: Opdrachtenblad leerlingen Wat je vooraf moet weten Lees dit opdrachtenblad goed en doe precies wat er staat. Lees dit blad zachtjes aan elkaar voor, dan vergeet je niets. Je moet met deze opdracht vaak overleggen, doe dit wel zachtjes zodat andere leerlingen er geen last van hebben. Bekijk samen het schema. Jullie moeten vier verschillende onderdelen gaan uitzoeken. Het maakt niet uit waar je begint. Opschrijven van de antwoorden Schrijf je naam, klas en school op het opdrachtenblad. Jullie schrijven de antwoorden met potlood op de werkbladen. Na elk deelonderwerp schrijf je het antwoord ook op het schema. Overleg met elkaar voor een oplossing van het mysterie. Schrijf ook op waarom jullie deze oplossing hebben gekozen. Het mysterie Het is september 1466. Hertog Adolf van Gelre (1439-1477) hangt zijn zegel aan een oorkonde. Hiermee maakt hij de oorkonde tot een officieel stuk. Hij schenkt zijn vriend Hendrik van Keppel bij zijn huwelijk 600 Rijnse guldens. Hendrik van Keppel is een edelman, die voor hertog Adolf gewerkt heeft. Hij trouwt op 21 september 1466 met Hendrikje Op de Korenmarkt. Hendrikje is een eenvoudig Zutphens meisje, dat op de Groenmarkt in Zutphen woont. Vijf jaar later hangt deze Hendrikje als edelvrouw haar zegel aan een verkoopakte. Het mysterie Hoe kon het dat een eenvoudig Zutphens meisje - Hendrikje Op de Korenmarkt - trouwde met een hoge Gelderse edelman - Hendrik van Keppel - in 1466? Sociale omstandigheden Politieke omstandigheden Economische omstandigheden Persoonlijke omstandigheden

1 Sociale omstandigheden: hoe leefden de mensen toen? 1 Bekijk bron 1.1 en 1.2 en lees de bijschriften. a Om welke reden werd deze oorkonde opgesteld? Om toestemming te geven voor het huwelijk. Om een cadeau te geven bij het huwelijk. Als dank voor de verdiensten van Hendrik van Keppel. Om vast te leggen dat Hendrik nog een landgoed zou krijgen. b Wat betekende het in de Middeleeuwen als er een zegel aan een oorkonde hing? Dat maakte duidelijk dat het om een officieel stuk ging. Het was een officiële handtekening. Het was bedoeld als plakband om het stuk mee af te sluiten. Het gaf aan dat de schrijver van het stuk van adel was. c Wie was hertog Adolf? Kruis twee antwoorden aan. Hij was hertog van Holland. Hij was hertog van Gelre. Hij was een vriend van de bruidegom Hendrik van Keppel. Hij was een vriend van de bruid Hendrikje op de Korenmarkt. d Was Hertog Adolf in zijn tijd een belangrijke persoon, denk je? Ja / nee, want... 2 Lees de tekst 1.3. a Wie was de Hendrikje Op de Korenmarkt? Zij was de dochter van een edelman. Zij was de dochter van een Zutphense koopman. Zij was een marktkoopvrouw. Zij woonde in het Sint Catharinaconvent. b Zou Hendrikje vóór haar huwelijk een zegel hebben gehad, denk je? Ja / nee, want... 3 Bekijk bron 1.4 en lees het bijschrift. a Bij welke stand hoorde Hendrik van Keppel voor zijn huwelijk? Bij de adel. Hij zou dus worden afgebeeld met een veer. Bij de geestelijkheid. Hij zou dus worden afgebeeld met een rond hoedje. Bij de burgerij. Hij zou dus blootshoofds worden afgebeeld. b Bij welke stand hoorde Hendrikje Op de Korenmarkt voor haar huwelijk? Bij de adel. Zij zou dus worden afgebeeld met een veer. Bij de geestelijkheid. Zij zou dus worden afgebeeld met een rond hoedje. Bij de burgerij. Zij zou dus blootshoofds worden afgebeeld. c Gebeurde het toen vaker dat mensen uit verschillende standen met elkaar trouwden? Ja / nee, want... Vul nu het blokje Sociaal: standen in op het mysterieschema.

2 Politieke omstandigheden: hoe belangrijk was Zutphen in die tijd? 1 Bekijk bron 2.1 en lees het bijschrift. a Wanneer kreeg Zutphen stadsrechten? Tussen 1150 en 1191. Tussen 1191 en 1196. In 1207. Na 1207. b Wie gaf Zutphen stadsrechten? Graaf Otto I van Gelre en Zutphen. Graaf Gerard IV van Gelre en Zutphen. Bisschop Boudewijn II van Utrecht. c Wie maakte deze stadsrechtbrief tot een officieel stuk? Het zegel van graaf Otto I hangt aan deze oorkonde. Het zegel van graaf Gerard IV hangt aan deze oorkonde. d Wat betekenden deze stadsrechten voor Zutphen? Er zijn drie goede antwoorden. Dat de stad niets te maken had met graven of hertogen. Dat de stad zichzelf mocht besturen en stadsmuren mocht bouwen. Dat de stad zelf recht mocht spreken. Dat de stad wekelijks markt mocht houden en de bezoekers geen tol hoefden te betalen. Dat de stad zijn eigen munt mocht slaan. e Om welke twee redenen gaf graaf Otto stadsrechten aan Zutphen? Om Zutphen militair en economisch belangrijk te maken in Gelre. Omdat Zutphen een belangrijke handelsstad was aan de IJssel. Om de steun van de stad te krijgen in de strijd tussen Otto en de bisschop van Utrecht. Omdat Zutphen de hoofdstad was van het graafschap Gelre. 2 Bekijk bron 2.2 en lees het bijschrift. Was Zutphen tussen 1100 en 1500 een belangrijke stad? Kruis drie antwoorden aan. Ja, want de graven van Gelre woonden in de stad. Ja, want er werd wekelijks markt gehouden. Nee, daarvoor waren de stad en de rivier te klein. Ja, de stad was militair (stadsmuren) en economisch (tolheffing) belangrijk. 3 Bekijk bron 2.3. a Uit welke vier kwartieren bestond het hertogdom Gelre vroeger? 1... 2... 3... 4... b Streep door. Het hertogdom Gelre was vroeger wel / niet veel groter dan Gelderland nu. Vul nu het blokje Politiek: Zutphen in op het mysterieschema.

3 Economische omstandigheden: hoe verdiende Zutphen zijn geld en waarmee? 1 Bekijk bron 3.1 en 3.2 en lees de bijschriften. a Deze bronnen zijn oorkondes: officiële besluiten bezegeld door... de graven van Zutphen. de hertogen van Zutphen. de koning van Denemarken. de koning van Zweden. b Vul in: Bron 3.1 en 3.2 zijn geschreven in het jaar:... 2 Bekijk bron 3.1 en 3.2 samen met bron 3.3 en 3.4. a Wat is een vitte? Een vorm van bescherming aan buitenlanders door een andere koning. Tolvrijheid: het recht om vrij te handelen zonder belasting te betalen. Een (Zutphens) stuk land in Zuid-Zweden of Denemarken met een nederzetting om handel te drijven. Een kolonie: een gebied in een ander land dat door Zutphen bestuurd wordt. b Vul in, kies uit vroeger of later. Bron 3.3. en 3.4 zijn een eeuw... geschreven dan de bronnen 3.1 en 3.2. c Waarin handelden de Zutphenaren volgens deze bronnen? In wijn. In hout. In haring. In zout. 3 Bekijk bron 3.5 (dit zijn drie kaarten) en lees het bijschrift. a Volgens de bronnen had Zutphen in 1457 twee vitten. Dat was hoogst ongebruikelijk. Welke?... b Waar lagen deze Zutphense vitten? Kruis twee antwoorden aan. In het huidige Noorwegen. In het huidige Zuid Zweden. In het huidige Denemarken. In het huidige Noord-Duitsland. c Hoe reisde je uit Zutphen naar deze vitten? Noem een rivier en drie zeeën. d Waar ligt Danzig? In het huidige Noorwegen. In het huidige Zuid Zweden. In het huidige Denemarken. In het huidige Polen.

4 Gebruik de bronnen 3.1 t/m 3.5. a Zutphen was in die tijd een Hanzestad. Wat is de Hanze? Een handelsverdrag tussen Zutphen en Denemarken. Een nederzetting in een vreemd land om handel te drijven. Een handelsverbond van onder andere Nederlandse handelssteden. Een verdrag tussen de Nederlandse steden langs de IJssel. b Uit welke periode zijn de bronnen 3.1 t/m 3.4? Uit de periode vóór de Hanze. Uit de bloeiperiode van de Hanze. Uit de periode na de Hanzetijd. c Goed of fout? I De Hanze was een handelsverbond dat handel dreef onder andere in Denemarken en Zweden, met toestemming van de koningen van die landen. II Zutphen was in de periode van 1350 tot 1500 een belangrijke handelsstad én een Hanzestad. Beide zijn goed. I is goed en II is fout. I is fout en II is goed. Beide zijn fout. d De vader van de bruid Hendrikje was een hanzekoopman. Kon je daar toen veel geld mee verdienen denk je? Ja / nee, want...... Vul nu het blokje Economisch: Hanze in op het mysterieschema.

4a Persoonlijke omstandigheden: Hendrik van Keppel 1 Bekijk bron 4.1 en lees het bijschrift. a In de Middeleeuwen was de samenleving verdeeld in drie standen. Tot welke stand behoorde Hendrik van Keppel van Ampsen op grond van zijn afkomst? De burgerij. De priesters. De adel. b Wie waren de vader en moeder van Hendrik van Keppel van Ampsen?...... c Hendriks ouders waren beide van adel. Welke conclusie kun je daaruit trekken over het contact tussen de verschillende standen? Mensen trouwden meestal met iemand van hun eigen stand. Mensen konden makkelijk overstappen naar een andere stand. Mensen van adel hadden geen contact met priesters of de burgerij. Mensen uit de burgerij konden makkelijk toetreden tot de adel. d Hoe kwamen huwelijken bij de hoogste stand in de Middeleeuwen vaak tot stand? Het bruidspaar trouwde uit liefde. Het bruidspaar trouwde omdat dit goed was voor de handel. Het bruidspaar trouwde omdat ouders dit zo hadden geregeld. 2 Bekijk bron 4.2 en lees het bijschrift. a Hoe kon je vroeger schout worden? Je werd benoemd door de heer van het gebied. Je werd gekozen door de burgerij. Je werd aangenomen na een sollicitatie. Je werd benoemd door de burgemeester van een stad. b Wie benoemde Hendrik van Keppel?... Vul nu het blokje Persoonlijk en Hendrik van Keppel van Ampsen in op het mysterieschema.

4b Persoonlijke omstandigheden: Hendrikje Albertsdochter Op de Korenmarkt 1 Bekijk bron 4.3, 4.4. a Wie waren de vader en moeder van de bruid Hendrikje Op de Korenmarkt?...... b Waar woonde Hendrikje met haar familie?...... 2 Lees bron 4.5. a Uit wat voor een familie kwam Hendrikje? Boeren. Edelen. Kooplieden. Burgemeesters. b In welke twee steden woonde Albert, de vader van de bruid? Danzig. Deventer. Veere. Zutphen. c Vul in. Waarmee verdiende Albert Op de Korenmarkt zijn geld? Hij handelde in..., dat hij uit Frankrijk naar het...vervoerde. Daar haalde hij...en... op om dit in... te verkopen. d De Hanzehandel kende ook risico s. Kruis aan wat Albert volgens deze bron als Hanzekoopman is overkomen. Er is één antwoord goed. Hij werd gevangen genomen in Danzig. Hij werd door piraten gekaapt. Een van de schepen met zijn eiken planken strandde in Veere. Hij moest uit Danzig naar Zutphen vluchten. 3 Lees bron 4.6 en gebruik eventueel bron 4.5. a Waaruit blijkt dat Albert een belangrijke koopman was? Er is één antwoord goed. Hij betaalde voor Zeeuwen een schadevergoeding aan een belangrijke koopman in Danzig. Hij had samen met zijn broer Willem twee huizen (In Danzig en Zutphen) in bezit. Hij hield een man gevangen die werd overgenomen door een collega-koopman uit Danzig. Hij was betrokken bij oorlogen. b Waaruit blijkt dat de kooplui voordelen hadden bij het Hanzeverbond? Kruis drie antwoorden aan. Ze lieten de ladingen verzekeren. Ze betaalden schulden voor elkaar. Ze hielden andere mensen in gijzeling of namen hun koopwaar in beslag. Ze maakten afspraken op Hanzevergaderingen.

4 Bekijk bron 4.7 en lees het bijschrift. a Wat vertelt deze bron over de rijkdom van Albert? Albert Op de Korenmarkt was wel / niet rijk, want...... b Waarvoor gaf Albert een lening aan de stad Danzig? In ruil voor het opheffen van de tol. Om bepaalde voorrechten te kopen voor zijn onderneming. Om zijn schulden af te lossen. Zodat de stad Danzig oorlog kon voeren. c Met welke mensen deed Albert in die tijd zaken? Met de adel. Met andere kooplieden. Met burgemeesters, schout en schepenen van verschillende steden. Met boeren. 5 Bekijk bron 4.8 en lees het bijschrift. Welke bezittingen had Albert in 1458? Een familiewoonhuis in Zutphen. Een huis in Danzig. Een moestuin en bouwland in Danzig. Een moestuin en bouwland in Zutphen. Een stuk land in de Betuwe 6 Wat voor soort mensen kwamen er vroeger bij Hendrikje thuis op de Groenmarkt over de vloer? Boeren. Burgemeesters, de schout en schepenen. Edelen en koningen. Kooplieden uit het hanzegebied. Vul nu het blokje Hendrikje Op de Korenmarkt in op het mysterieschema.