RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE kinderdagverblijf Kibeo Mr. Dr. Messtraat Ovezande Plaats : Ovezande LRKP nummer : 188035990 Onderzoeksnummer : 289924 Datum onderzoek : 6 oktober 2016 Datum vaststelling : 12 december 2016
Pagina 2 van 22
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING............................................ 5 2 BEVINDINGEN.......................................... 7 3 CONCLUSIE........................................... 13 4 REACTIE VAN DE HOUDER................................ 15 BIJLAGE 1 OORDELEN................................... 19 Pagina 3 van 22
Pagina 4 van 22
1 INLEIDING Op 6 oktober 2016 heeft de inspectie kinderdagverblijf Kibeo Mr. Dr. Messtraat, onderzocht. Het onderzoek is uitgevoerd vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). Kinderdagverblijf Kibeo Mr. Dr. Messtraat is opgenomen in een steekproef waarbij we gegevens verzamelen over de kwaliteit van de voorschoolse educatie ten behoeve van de jaarlijkse rapportage "De staat van het onderwijs". Tijdens het onderzoek hebben wij de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee wij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kunnen beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op: De voorwaarden voor vve De ouders De kwaliteit van de educatie Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van vve Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit een vve-locatiebezoek, waarbij: documenten over planning, begeleiding en zorg zijn bestudeerd; enkele groepsobservaties zijn uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in de peutergroep; gesprekken met de vve-coordinator, de pedagogisch specialist, de unitmanager, enkele ouders, pedagogisch medewerkers en een vertegenwoordiging van de houder zijn gevoerd. Pagina 5 van 22
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010 en de werkinstructie toezichtkader voor- en vroegschoolse educatie, maart 2014. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 van dit rapport geven we onze bevindingen weer die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In hoofdstuk 4 nodigen we de houder van de kinderopvanglocatie uit om kort te reflecteren op onze bevindingen en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen daarover. Pagina 6 van 22
2 BEVINDINGEN Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op de meeste aspecten, en de daarbij behorende onderdelen, op orde is. Ondanks de overwegend positieve beoordelingen hebben we ook enkele verbeterpunten geconstateerd. Dit geldt onder andere voor de volgende aspecten: ouders, kwaliteit van de uitvoering, ontwikkeling, begeleiding en zorg en de doorgaande lijn. Totaalbeeld Kinderdagverblijf Kibeo Mr. Dr. Messtraat bevindt zich in hetzelfde gebouw als de (enige) basisschool in Ovezande. Er is sprake van een goed en 'warm' onderling contact tussen beide. Daar waar het kan werken het kinderdagverblijf en de basisschool zoveel mogelijk samen. Zo is er afstemming qua aanbod. Diverse thema's per jaar plannen ze samen in en sluiten ze gezamenlijk ook af met een voorstelling. Standaard staat in de nieuwsbrief van de basisschool een stuk over de activiteiten die gepland zijn in het kinderdagverblijf. Daarnaast gaan beide organisaties flexibel om met de beschikbare ruimtes in het gebouw. Ouders geven aan dat zijzelf en hun kinderen eigenlijk geen 'drempels' zien bij de overstap van het kinderdagverblijf naar de basisschool. Dit wordt als zeer prettig en positief ervaren. De organisatie waar het kinderdagverblijf onder valt (Kibeo) gaat uit van 'permanente educatie'. Bij deze locatie is dit duidelijk terug te zien. Zo scholen de pedagogisch medewerkers zich regelmatig bij. Het scholingsaanbod bestaat uit zowel verplicht als vrijwillig aanbod. De komende periode ligt het accent qua scholing op 'verdieping'. Vooral verdieping op het gebied van zorg en begeleiding (HGW) en op de Nederlands als tweede taalverwerving. De pedagogisch medewerkers zijn sterk in hun responsieve houding naar de kinderen en zorgen voor een rustige en respectvolle sfeer op de groep. Ook ouders bevestigen dit beeld. De organisatie Kibeo werkt met vve-coördinatoren die de grote lijnen uitzetten op het gebied van vve. De daadwerkelijke vertaling hiervan op de werkvloer wordt ondersteund door de inzet van diverse pedagogisch specialisten. Een volgende stap is een vve-scan die door de organisatie recent is ontwikkeld om de eigen kwaliteit op de locaties te bewaken en borgen. Pagina 7 van 22
Toelichting Hieronder volgt een toelichting op de oordelen. Condities Het kinderdagverblijf voldoet aan de vve-condities. De GGD heeft dit vastgesteld in haar rapport van 6 juni 2016. Deze oordelen hebben we in dit onderzoek geverifieerd en overgenomen. Ouders De ouders zijn positief over de pedagogisch medewerkers en het kinderdagverblijf. Ze waarderen de betrokkenheid en eerlijkheid naar ouders toe. Ze zijn erg te spreken over de positieve sfeer in de groep en de manier waarop ze geïnformeerd en betrokken worden over en bij de ontwikkeling van hun kind. Naast de formele oudergesprekken investeren de pedagogisch medewerkers behoorlijk in de informele momenten. Ze schromen daarbij niet om ook op tijd aan de bel te trekken bij ouders wanneer ze zich morgen maken over de ontwikkeling van een kind. Dit is een sterk punt van de locatie. Per thema ontvangen de ouders een nieuwsbrief, waarin ze op de hoogte worden gehouden van het lopende thema en de daar bijbehorende activiteiten, themawoorden en liedjes. Op dit moment is de organisatie in een overgangsfase en wordt zo veel mogelijk informatie, die voorheen schriftelijk werd medegedeeld, via een speciaal daarvoor ontwikkelde app verspreid. Deze app is alleen nog niet bij alle ouders even bekend. De organisatie zal hier de komende tijd dan ook gericht aandacht aan moeten blijven schenken, zodat de app niet zijn uiteindelijke doel voorbij schiet. De pedagogisch medewerkers stimuleren ouders ook voldoende om thuis met hun kind aan de slag te gaan. De verschillende ontwikkeltassen, die ouders mee krijgen naar huis tijdens een thema, zijn hier een mooi voorbeeld van. Een sterk punt is dat er een evaluatieformulier in de ontwikkeltassen zit, waarop ouders kunnen aangeven hoe vaak ze met de tas hebben gewerkt en wat de ervaringen zijn. Toch kan het ouderbeleid nog wel een impuls krijgen. Zo verdient de analyse van de ouderpopulatie op deze locatie opnieuw aandacht. Zeker gezien het feit dat er nu ook kinderen instromen die thuis een andere taal spreken. Dit vergt namelijk een andere 'inspanning' van de pedagogisch medewerkers. Bijvoorbeeld ouders te benaderen en uit te nodigen om deel te nemen aan activiteiten op de groep en bij te praten over de ontwikkeling van hun kind. Kwaliteit van de uitvoering van vve De kwaliteit van de uitvoering hebben we op bijna alle onderzochte onderdelen als voldoende beoordeeld. De responsieve houding van de pedagogisch Pagina 8 van 22
medewerkers en de inrichting van de ruimte hebben we zelfs als 'goed' beoordeeld en is daarmee een voorbeeld voor anderen. Het differentiëren binnen het aanbod en de afstemming van activiteiten op verschillen in ontwikkeling van individuele kinderen kan echter nog verbeterd worden. De pedagogisch medewerkers creëren een veilig en positief klimaat in de groep. Ook ouders benoemen dit als een sterk punt: hun kind wordt echt gezien! Ook de ruimte is met zorg ingericht en draagt positief bij aan de sfeer in de groep. De groepsruimte is voorzien van aantrekkelijke hoeken en is gericht op ontwikkeling van het kind. Binnen de mogelijkheden (er kruipen immers ook baby's en dreumesen rond) zoeken de pedagogisch medewerkers telkens naar kansen om het thema zo veel mogelijk tot leven te laten komen in de groep. Een ander sterk punt is de responsieve en respectvolle houding van de pedagogisch medewerkers naar de kinderen. Ze zijn zich voortdurend bewust van hun belangrijke rol en laten dit consequent terug zien in hun houding naar zowel kinderen als ouders. Ze tonen oprecht interesse en gaan in op vragen. Op de locatie wordt met een vve-methode gewerkt. Naast deze methode plannen de pedagogisch medewerkers ook een aantal 'eigen' thema's in per jaar. Het aanbod is wel gepland, maar kan nog aan kracht winnen als er meer gedifferentieerd wordt binnen het aanbod. Er is namelijk een groot verschil in ontwikkeling tussen de kinderen. Met name voor de doelgroepkinderen kan dit beter. Waar wil je in de aankomende periode met dit kind nu gericht aan werken? Wanneer ga je precies na of het ook gelukt is en de doelen behaald? Wat als blijkt dat dit niet gelukt is? Ontwikkeling, begeleiding en zorg Dit aspect heeft in de afgelopen jaren veel aandacht gehad en krijgt ook in de aankomende periode opnieuw specifieke aandacht. De pedagogisch medewerkers en pedagogisch specialisten binnen Kibeo gaan zich namelijk verder bekwamen in het Handelings Gericht Werken (HGW). Kinderen kunnen met een vve-indicatie starten op het kinderdagverblijf, maar ook kan een kind nog gesignaleerd en in aanmerking komen voor een vveindicatie als hij/zij al op de groep zit. De pedagogisch medewerkers vullen standaard bij de leeftijd van 2;6 en 3;10 maanden een observatielijst in voor alle kinderen. In overleg met de pedagogisch specialist kan dit eventueel frequenter gebeuren, altijd in overleg met de ouders. Indien nodig, bijvoorbeeld als een kind binnenkort de overstap maakt naar de basisschool, wordt ook incidenteel de intern begeleider van de basisschool gevraagd te observeren in de peutergroep. Ook als er zorg buiten de groep plaatsvindt, houden de Pagina 9 van 22
pedagogisch medewerkers dit bij. Daarnaast onderhouden zij, vaak op eigen initiatief, het contact met de externe hulpverleners. Toch hebben we binnen het aspect ontwikkeling, begeleiding en zorg twee verbeterpunten geconstateerd. Ten eerste kan het handelingsplan (dat ingevuld wordt bij een forse achterstand in ontwikkeling) nog aan kwaliteit winnen door het specifieker in te vullen, afgestemd op de behoeftes van het kind en vervolgens te evalueren op zowel product als proces. Ten tweede verdient de taalontwikkeling bij de begeleiding en zorg specifiekere en meer 'bewuste' aandacht: waar ga je qua taalontwikkeling nu de aankomende weken gericht aan werken met dit kind? Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg hebben we over de gehele linie als voldoende beoordeeld. De vve-coördinator speelt een belangrijke rol bij het uitzetten van de grote lijnen binnen alle locaties van Kibeo. De pedagogisch specialist is medeverantwoordelijk voor de uitvoering in de dagelijkse praktijk op de diverse locaties. De rol van de pedagogisch specialist is nog wel in ontwikkeling. Het aankomende jaar krijgen alle pedagogisch specialisten binnen Kibeo een cursus die specifiek ingaat op hun rol als coach binnen de teams. Een ander veelbelovend instrument binnen de kwaliteitszorg is de vve-scan, een instrument om de kwaliteit van de locaties met regelmaat te evalueren. Ondanks het feit dat dit instrument nog niet actief in gebruik is, hebben we wel het vertrouwen in het instrument uitgesproken. Door het gebruik van de vve-scan zal de aandacht (nog) meer gericht worden op het dagelijks handelen in het gebruik. Dit geeft vervolgens input en de mogelijkheid voor een (professioneel) gesprek op inhoud. Doorgaande lijn De unitmanager werkt samen met haar team aan een doorgaande lijn met de basisschool. Het contact met de basisschool is goed, men loopt makkelijk bij elkaar naar binnen en vraagt elkaar om advies/hulp. Kansen die er liggen wat betreft de samenwerking worden gepakt en benut. Zo zijn enkele thema's ieder jaar op elkaar afgestemd en worden gezamenlijk afgesloten. Binnen het gebouw gaan de beide organisaties flexibel met de ruimtes binnen en buiten om. Door deze manier van samenwerken zijn zowel de kinderen, de ouders als de leraren van de basisschool vertrouwd met de gezichten van de kinderen als ze de overstap van de peuterspeelzaal naar de basisschool maken. Voor alle leerlingen vindt er bij die overgang een warme overdracht plaats. Ondanks deze positieve bevindingen rondom de doorgaande lijn is er wel een verbeterpunt. Wat beter kan is de doorgaande lijn op het gebied van de zorg en begeleiding. Hier kan zowel het kinderdagverblijf als de basisschool meer Pagina 10 van 22
uitwisselen en leren van en met elkaar. De locatie ziet deze kans zelf ook. In het activiteitenplan van dit jaar (en ook aankomend jaar) is dan ook extra aandacht voor het Handelings Gericht Werken binnen de zorg en begeleiding als speerpunt opgenomen. Opbrengsten vve Er zijn met de gemeente nog geen concrete en heldere afspraken gemaakt over het aanleveren of analyseren van de resultaten. Er kan dan ook niet bepaald worden of deze resultaten van voldoende niveau zijn. Wel heeft er bij alle locaties een '0-meting' plaatsgevonden, waarbij alle beschikbare resultaten in kaart gebracht zijn. De volgende stap vanuit de gemeente is dat aan de hand van deze 0-meting verdere afspraken rondom resultaten gemaakt kunnen gaan worden met het veld. Pagina 11 van 22
Pagina 12 van 22
3 CONCLUSIE Wij constateren dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie op kinderdagverblijf Kibeo Mr. Dr. Messtraat op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie nauwelijks tekortkomingen kent. Pagina 13 van 22
Pagina 14 van 22
4 REACTIE VAN DE HOUDER Dit rapport beschrijft onze oordelen over de kwaliteit van de educatie op kinderdagverblijf Kibeo Mr. Dr. Messtraat. Daarnaast vragen wij kinderdagverblijf Kibeo Mr. Dr. Messtraat te reflecteren op de uitkomsten van het onderzoek en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden. Hieronder geeft de houder haar reactie: Hartelijk dank voor uw rapportage. Hierbij sturen wij u onze reactie. In het rapport van Kibeo Mr. Dr. Messtraat komt naar voren dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie op de meeste aspecten op orde is maar dat er ook een aantal verbeterpunten geconstateerd zijn. Naar aanleiding van de geconstateerde verbeterpunten in dit rapport willen we graag nog een reactie geven. Ouders (onderdeel B7) Rekening houden met de thuistaal hebben we Kibeo breed opgepakt. Dit onderwerp kwam specifiek aan de orde bij een van de kinderen van Kibeo Mr. Dr. Messtraat. We bekijken op welke wijze pm-ers ouders concreet kunnen helpen op de groep, hoe we gebruik kunnen maken van tolken. Eén van de onderdelen is nagaan bij onze eigen pm-ers welke talen zij spreken en of zij hier een rol in willen en kunnen spelen. Als laatste bekijken we welke mogelijkheden er zijn om de schriftelijke informatie te vertalen in een aantal talen. Kwaliteit van de uitvoering (C1.4 en C3.7 aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en wordt gedifferentieerd) Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuw plan van aanpak dat pm-ers nog meer helpt om na te denken over het door hen geplande aanbod. De koppeling met het (persoonlijke) handelingsplan en het plan van aanpak is gemaakt. Doelen en aanbod vanuit het handelingsplan krijgen een plek in het plan van aanpak (themaplanning). De methode waar nu mee gewerkt wordt is Doe meer met Bas. Bas is voornamelijk gericht op peuters vanaf 3 jaar. Het vraagt veel van pm-ers om de activiteiten af te stemmen op de verschillen in de ontwikkeling van 0-4 jaar. We bekijken momenteel de mogelijkheden om over te stappen naar Uk & Puk. Pagina 15 van 22
C3.5 (pm-er bevordert de ontwikkeling van de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij kinderen) Wij zijn van mening dat dit voldoende is. Stimuleren van de sociaal emotionele ontwikkeling en zelfredzaamheid zijn belangrijke onderdelen van de begeleiding van pm-ers. De pm-ers leren de kinderen om te gaan met allerlei situaties en stimuleren de zelfredzaamheid. Zij helpen een kind om samen naar een oplossing te zoeken als dit nodig is. Begeleiding en zorg (D1.2 begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine groep en het individuele kind) D1.2: Er wordt voor elk thema een plan van aanpak gemaakt. In het huidige plan van aanpak vermelden pm-ers welke activiteiten plaats vinden in de grote of kleine groep. Er wordt ook zo gewerkt op de groep. Naar onze mening is dit voldoende aanwezig. D1.3 en D1.4: Voor elk doelgroepkind wordt er om het half jaar een KIJK! registratie ingevuld en een handelingsplan gemaakt. Het handelingsplan wordt elke 3 maanden geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Het plan wordt structureel met de pedagogisch specialist besproken en met de ouders. In het handelingsplan wordt de behoefte van het kind beschreven, de positieve factoren en de belemmerende factoren en worden de activiteiten en doelen beschreven waar de komende tijd aan gewerkt wordt. De ontwikkelingsgebieden die beschreven worden corresponderen met KIJK!. Doorgaande lijn (F7, interne begeleiding en zorg zijn op elkaar afgestemd) Voor het onderdeel F7, de interne begeleiding en zorg zijn op elkaar afgestemd, wordt in het rapport aangegeven als enigszins ontwikkeld. Wij zijn van mening dat in de afgelopen periode flinke stappen genomen zijn om de afstemming te verbeteren. Kibeo heeft dit organisatie breed opgepakt onder meer middels een bijeenkomst, onder leiding van RPCZ tussen pm-ers, Ib-ers en leerkrachten. Elk jaar vinden er twee overleggen plaats waaraan de peutergroep Mr. Dr. Messtraat, BS de Zandplaat en JGZ deelnemen onder leiding van het RPCZ. Samen geven zij invulling aan het borgingsdocument. In het borgingsdocument is onder andere vastgelegd dat het belangrijk is dat externe begeleiding (Auris, Juvent) door kan gaan op de basisschool zodat de begeleiding niet doorbroken Pagina 16 van 22
wordt en dat er een gezamenlijke warme overdracht is met ouders, pedagogisch medewerker en leerkracht voor de doelgroepkinderen. Pagina 17 van 22
Pagina 18 van 22
BIJLAGE 1 OORDELEN In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende. 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere vooren/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Condities 1 2 3 4 A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting") Voldoende vve-tijd A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool Kwaliteit pedagogisch medewerkers A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan Ouders 1 2 3 4 B1 B2 B3 B4 B5 B6 Gericht vve-ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Pagina 19 van 22
Ouders 1 2 3 4 B7 Rekening houden met thuistaal Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal vve-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is respectvol C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen Pagina 20 van 22
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding en zorg Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voorresp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4 E1 E2 E3 E4 E5 E6 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vveverbetermaatregelen De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vveeducatie In de kwaliteitszorg van de vroegschool wordt ook specifiek naar vve gekeken Doorgaande lijn 1 2 3 4 F1 F2 F3 F4 F5 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd Pagina 21 van 22
Doorgaande lijn 1 2 3 4 F6 F7 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd Pagina 22 van 22