Protocol ernstige rekenwiskundeproblemen en dyscalculie St. Antoniusschool Klein Zundert 2016
Voor u ligt het protocol ernstige reken-wiskundeproblemen en dyscalculie van de Antoniusschool. Om op alle scholen te komen tot een goede aanpak van het onderwijs aan leerlingen met (mogelijke) rekenproblemen, is er een Protocol ernstige reken-wiskundeproblemen en dyscalculie ontwikkeld. 1 Dit protocol geeft alle betrokkenen handvatten om stagnaties in de rekenontwikkeling bij basisschoolleerlingen vroeg te signaleren en zoveel mogelijk te verhelpen. We hebben te maken met ernstige rekenwiskundige problemen wanneer het gedurende langere tijd niet lukt om de juiste afstemming te realiseren van het onderwijsaanbod op de onderwijsbehoeften van de leerling. We spreken van dyscalculie als ernstige rekenwiskundige problemen ontstaan ondanks tijdig ingrijpen, deskundige begeleiding en zorgvuldige pogingen tot afstemming. De problemen blijken hardnekkig te zijn. De rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling wordt waarschijnlijk belemmerd door kindfactoren. Aan de hand van een uitgewerkt stappenplan kunnen kinderen met rekenproblemen door de school op een systematische manier gevolgd en begeleid worden. Bij de meeste kinderen met rekenproblemen zal dit leiden tot een verbetering van de rekenvaardigheid. Er zullen echter altijd leerlingen zijn bij wie het rekenproces moeizaam blijft verlopen.voor deze kinderen is gespecialiseerde hulp nodig. Voor dit schoolspecifieke protocol is het Protocol ernstige reken-wiskundeproblemen en dyscalculie als leidraad genomen. Het laat zien hoe op de Antoniusschool invulling gegeven wordt aan het systematisch begeleiden van kinderen met rekenproblemen. 1 Protocol Ernstige reken wiskundeproblemen en dyscalculie door Mieke van Groenestijn, Ceciel Borghouts en Christien Janssen (2011 van Gorcum)
GROEP 1 Preventieniveau 1 MOMENTEN IN DE TIJD 1 september/oktober of oktober/november 2 Interventieperiode 1 november/december tot april/mei. 3 Meetmoment2 maart/april of april/mei Aandachtspunten Rekenwiskundige ontwikkeling: -beginnende gecijferdheid -logisch denken -ruimtelijke oriëntatie -tijdsoriëntatie -visuele waarneming WAT MOET ER GEBEUREN? Hoe is de rekenwiskundige ontwikkeling van de kleuters van groep 1 die er vanaf het begin van dit schooljaar zitten. (middelste kleuters) Stimuleren rekenwiskundige ontwikkeling van bovenstaande leerlingen. Nagaan effectiviteit stimulering rekenwiskundige ontwikkeling van de middelste kleuters. Hoe is de rekenwiskundige ontwikkeling van de kinderen die voor 1 januari van dit schooljaar op HOE PAKKEN WE HET AAN? Invullen Kijk. Speciaal letten op inzicht in cijfers en getallen, logisch denken, tijdsoriëntatie, visuele waarneming en ruimtelijke oriëntatie. Toetsresultaten worden met de IB er nabesproken. Bij achterstand van meer dan 4 maanden worden er plannen voor interventie opgezet. Er zijn oudergesprekken met de ouders van de betrokken kinderen. Werken in grote en kleine kring aan inzicht in cijfers en getallen, logisch denken, ruimtelijke oriëntatie, visuele waarneming en tijdsoriëntatie.er wordt ongeveer 4 keer per week in de kleine kring gewerkt. Daarnaast worden eventueel gerichte werkjes aangeboden en werken de leerlingen aan computeroefeningen van Schatkist m.b.t. gecijferdheid. Doelstelling: voldoende resultaat (achterstand van minder dan 4 maanden) bij volgende Kijkregistratie. Invullen Kijk. Speciaal letten op inzicht in cijfers en getallen, logisch denken, tijdsoriëntatie, visuele waarneming en ruimtelijke oriëntatie. Toetsresultaten worden met de IB er nabesproken. Bij achterstand van meer dan 4 maanden worden er plannen voor interventie 3
school gekomen zijn? (Voor kinderen die minder dan drie maanden op school zijn, wordt de Kijk nog niet ingevuld.) opgezet. Er zijn oudergesprekken met de ouders van de betrokken kinderen. 4 Interventieperiode 2 mei/juni-juli 5 Meetmoment 3 Eindevaluatie einde schooljaar Stimuleren goed rekenwiskundige ontwikkeling. Nagaan effectiviteit stimulering rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen waarmee met een handelingsplan of een groepsplan gewerkt is Werken in grote en kleine kring aan inzicht in cijfers en getallen, logisch denken, ruimtelijke oriëntatie, visuele waarneming en tijdsoriëntatie.er wordt ongeveer 4 keer per week in de kleine kring gewerkt. Daarnaast worden eventueel gerichte werkjes aangeboden en werken de leerlingen aan computeroefeningen van Schatkist m.b.t. gecijferdheid. Doelstelling: voldoende resultaat (achterstand van minder dan 4 maanden) bij volgende Kijkregistratie Aftoetsen eventueel handelingsplan of groepsplan. Dit kan d.m.v. een zelfgemaakt toetsje, maar ook d.m.v. observaties. Aandachtspunten voor groep 2 formuleren. 4
GROEP 2 MOMENTEN IN DE TIJD 1 september/oktober of oktober/november meetmoment 1 2 Interventieperiode 1 november/december tot januari. Aandachtspunten: Rekenwiskundige ontwikkeling: -beginnende gecijferdheid -logisch denken -ruimtelijke oriëntatie -tijdsoriëntatie -visuele waarnemeing Gebruik maken van de leerlinggegevens van groep 1. WAT MOET ER GEBEUREN? Hoe is de rekenwiskundige ontwikkeling van de kleuters van groep 2? Stimuleren rekenwiskundige ontwikkeling van bovenstaande leerlingen. Vanuit groep 1 is bekend welke leerlingen specifieke aandacht nodig hebben in groep 2. HOE PAKKEN WE HET AAN? Invullen Kijk. Speciaal letten op inzicht in cijfers en getallen, logisch denken, tijdsoriëntatie, visuele waarneming en ruimtelijke oriëntatie. Cijfers worden binnen Kijk afgetoetst. Toetsresultaten worden met de IB er nabesproken. Bij achterstand van meer dan 4 maanden worden er plannen voor interventie opgezet. Er zijn oudergesprekken met de ouders van de betrokken kinderen. Werken in grote en kleine kring aan inzicht in cijfers en getallen, logisch denken, ruimtelijke oriëntatie, visuele waarneming en tijdsoriëntatie.er wordt ongeveer 4 keer per week in de kleine kring gewerkt. Daarnaast worden eventueel gerichte werkjes aangeboden en werken de leerlingen aan computeroefeningen van Schatkist m.b.t. gecijferdheid. Doelstelling: voldoende resultaat (achterstand van minder dan 4 maanden) bij volgende Kijkregistratie. 5
3 Meetmoment 2 januari Interventieperiode 2 Januari-april/mei 4 Meetmoment3 maart/april of april/mei Interventieperiode 3 mei/juni-juli Nagaan effectiviteit stimulering rekenwiskundige ontwikkeling van de oudste kleuters. Stimuleren goed rekenwiskundige ontwikkeling. Nagaan effectiviteit stimulering rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen waarmee met een handelingsplan of een groepsplan gewerkt is Stimuleren goed rekenwiskundige ontwikkeling. Afname rekentoets(digitaal): rekenen voor kleuters. Nabespreken toets met IB er. Plannen opzetten voor interventie bij leerlingen met een IV of V score op onderdelen die onvoldoende zijn. Werken in grote en kleine kring aan inzicht in cijfers en getallen, logisch denken, ruimtelijke oriëntatie, visuele waarneming en tijdsoriëntatie.er wordt ongeveer 4 keer per week in de kleine kring gewerkt. Daarnaast worden eventueel gerichte werkjes aangeboden en werken de leerlingen aan computeroefeningen van Schatkist m.b.t. gecijferdheid. Doelstelling: voldoende resultaat (achterstand van minder dan 4 maanden) bij volgende Kijkregistratie Invullen Kijk. Speciaal letten op inzicht in cijfers en getallen, logisch denken, tijdsoriëntatie, visuele waarneming en ruimtelijke oriëntatie. Cijfers worden binnen Kijk afgetoetst. Toetsresultaten worden met de IB er nabesproken. Bij achterstand van meer dan 4 maanden worden er plannen voor interventie opgezet. Er zijn oudergesprekken met de ouders van de betrokken kinderen. Werken in grote en kleine kring aan inzicht in cijfers en getallen, logisch denken, ruimtelijke oriëntatie, visuele waarneming en tijdsoriëntatie.er wordt ongeveer 4 keer per week in de kleine kring gewerkt. Daarnaast worden eventueel gerichte werkjes aangeboden en werken de leerlingen aan computeroefeningen van Schatkist m.b.t. gecijferdheid. Doelstelling: voldoende resultaat bij afname toets rekenen voor kleuters. 6
5 Meetmoment 4 Eindevaluatie einde schooljaar Nagaan effectiviteit stimulering rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen waarmee met een handelingsplan of een groepsplan gewerkt is Aftoetsen eventueel handelingsplan of groepsplan. Dit kan d.m.v. een zelfgemaakt toetsje, maar ook d.m.v. observaties. Toets rekenen voor kleuters nogmaals afnemen. Aandachtspunten voor groep 3 formuleren en doorspreken met de leerkracht die groep 3 gaat doen. 7
GROEP 3 Preventieniveau 2. Centraal: Systematisch aandacht voor de rekenwiskundige ontwikkeling. MOMENTEN IN DE WAT MOET ER GEBEUREN? TIJD 1 Augustus/september De gegevens van de leerlingen vanuit de overdracht van groep 2 naar groep 3 volgen HOE PAKKEN WE HET AAN? Goede planning maken bij het indelen van de groep bij de rekenles. Er is in elke les aandacht voor automatisering. Daarnaast wordt gewerkt met basisstof voor alle leerlingen. De leerlingen die wat meer moeite hebben met de stof kunnen wat minder maken. Welke onderdelen geschrapt kunnen worden wordt duidelijk in de methode aangegeven. Daarnaast zijn er extra opgaven voor de betere leerlingen. 2 Meetmoment na blok 1 Methodegebonden toets na blok 1. Deze toets wordt digitaal afgenomen. Na de toets kunnen de leerlingen plusbladen maken wanneer zij alles goed hadden, puntbladen wanneer zij nog wat extra oefening kunnen gebruiken op een bepaald onderdeel en zij krijgen RT bladen wanneer een onderdeel onvoldoende beheerst is. De leerlingen die een RT blad moeten maken krijgen daarbij opnieuw instructie door de leerkracht. Zij krijgen ook oplossingsstrategieën aangeboden die zij in het vervolg kunnen blijven gebruiken. Daarnaast wordt er op de computer op rekengebied extra geoefend met oefensoftware Pluspunt of Ambrasoft. De opdrachten kunnen per kind verschillend zijn, waardoor gerichte oefening mogelijk is. Nabespreking toets met IB er. Kleutergegevens worden erbij genomen. Plannen maken voor begeleiding blok 2 en verder 8
3 September-herfst Stimuleren goed rekenwiskundige ontwikkeling. Ondersteuning mogelijke risico-rekenaars. 4 Bespreekmoment met IB er na de herfstvakantie. 5 Interventieperiode 1 Vanaf de herfstvakantie tot de afname van de Cito rekentoets in januari/februari. Stimuleren goed rekenwiskundige ontwikkeling. Ondersteuning mogelijke risico-rekenaars. tot na de herfstvakantie. -goed inplannen van de methode Pluspunt -doelgericht werken: alle leerlingen voldoende op methodegebonden toetsen. -pre- en reteaching met behulp van de lessen uit de methode. Dit aan de hand van observaties en vorderingen. -indien nodig r.t door de leerkracht na een blok Dan zijn er minimaal 3 blokken rekenen afgetoetst. (methodegebonden toetsen) Nabespreken toetsen met IB er. Plannen maken voor verdere begeleiding. Indien nodig afspraken maken voor handelingsplannen/ groepsplannen of externe hulp. Doelstelling: midden groep 3 alle leerlingen een III niveau of hoger op de Cito toets rekenen. Er is in elke les aandacht voor automatisering. Daarnaast wordt gewerkt met basisstof voor alle leerlingen. De leerlingen die wat meer moeite hebben met de stof kunnen wat minder maken. Welke onderdelen geschrapt kunnen worden wordt duidelijk in de methode aangegeven. Daarnaast zijn er extra opgaven voor de betere leerlingen. De leerlingen die een RT blad moeten maken krijgen daarbij opnieuw instructie door de leerkracht. Zij krijgen ook oplossingsstrategieën aangeboden die zij in het vervolg kunnen blijven gebruiken. Pre- en reteaching met behulp van de lessen uit de methode. Dit aan de hand van observaties en vorderingen. Daarnaast wordt er op de computer op rekengebied extra geoefend met oefensoftware Pluspunt of Ambrasoft. De opdrachten kunnen per kind verschillend zijn, waardoor gerichte oefening mogelijk is. 9
6 Meetmoment 2 Rekentoets Cito januari 7 Interventieperiode 2 Vanaf januari tot maart. 8 Bespreekmoment met de IB er in maart 9 Interventieperiode 3 Vanaf maart tot juni. Rekenwiskundige vaardigheden aftoetsen met behulp van een methode-onafhankelijke toets. Handelingsplannen evalueren en eventueel bijstellen. Stimuleren goed rekenwiskundige ontwikkeling. Ondersteuning mogelijke risico-rekenaars. Handelings- groepsplannen evalueren en eventueel bijstellen. Stimuleren goed rekenwiskundige ontwikkeling. Ondersteuning mogelijke risico-rekenaars. Nabespreken toetsen met IB er. Plannen maken voor verdere interventie bij leerlingen met een IV of V score op onderdelen die onvoldoende zijn. Opstellen van een groepsplan rekenen in Esis. Doelstelling: III niveau of hoger op de Cito toets in juni. Er is in elke les aandacht voor automatisering. Daarnaast wordt gewerkt met basisstof voor alle leerlingen. De leerlingen die wat meer moeite hebben met de stof kunnen wat minder maken. Welke onderdelen geschrapt kunnen worden wordt duidelijk in de methode aangegeven. Daarnaast zijn er extra opgaven voor de betere leerlingen. De leerlingen die een RT blad moeten maken krijgen daarbij opnieuw instructie door de leerkracht. Zij krijgen ook oplossingsstrategieën aangeboden die zij in het vervolg kunnen blijven gebruiken. Pre- en reteaching met behulp van de lessen uit de methode. Dit aan de hand van observaties en vorderingen. Daarnaast wordt er op de computer op rekengebied extra geoefend met oefensoftware Pluspunt of Ambrasoft. De opdrachten kunnen per kind verschillend zijn, waardoor gerichte oefening mogelijk is. Nabespreken rekenontwikkeling met IB er. Plannen maken voor verdere begeleiding. Indien nodig afspraken maken voor nieuwe handelings- of groepsplannen of externe hulp. Er is in elke les aandacht voor automatisering. Daarnaast wordt gewerkt met basisstof voor alle leerlingen. De leerlingen die wat meer moeite hebben met de stof kunnen wat minder maken. Welke onderdelen geschrapt kunnen 10
10 Meetmoment 3 juni Rekenwiskundige vaardigheden aftoetsen met behulp van een methode-onafhankelijke toets. Handelingsplannen evalueren. worden wordt duidelijk in de methode aangegeven. Daarnaast zijn er extra opgaven voor de betere leerlingen. De leerlingen die een RT blad moeten maken krijgen daarbij opnieuw instructie door de leerkracht. Zij krijgen ook oplossingsstrategieën aangeboden die zij in het vervolg kunnen blijven gebruiken. Pre- en reteaching met behulp van de lessen uit de methode. Dit aan de hand van observaties en vorderingen. Daarnaast wordt er op de computer op rekengebied extra geoefend met oefensoftware Pluspunt of Ambrasoft. De opdrachten kunnen per kind verschillend zijn, waardoor gerichte oefening mogelijk is. Groepsplan rekenen evalueren. 11
Groep 4 MOMENTEN IN DE TIJD 1 Bespreekmoment 1: augustus /september 2 Interventieperiode 1: september- januari WAT MOET ER GEBEUREN? Vaststellen beginsituatie Opstellen groepsplan Bijstellen groepsplan als de resultaten van de methodegebonden bloktoetsen hiervoor aanleiding geven. HOE PAKKEN WE HET AAN? De groepsleerkracht bespreekt samen met de intern begeleider de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerlingen. Hierbij wordt gekeken naar de toetsresultaten van de in juni groep 3 afgenomen Cito rekentoets en de resultaten van de bloktoetsen die in groep 3 gemaakt zijn. Ook de eerste indruk van de leerkracht wordt hierin meegenomen. Het groepplan van de tweede helft groep 3 wordt als uitgangspunt genomen voor het opstellen van een nieuw groepsplan. - Doelgericht werken: alle kinderen in januari minimaal niveau III - Elke dag 60 minuten rekenonderwijs, waarbij instructielessen en zelfstandig werklessen elkaar afwisselen. - De leerkracht stemt het rekenonderwijs af op de ontwikkeling en de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Hij realiseert dat door de groep onder te verdelen in subgroepjes en dit te verantwoorden in een groepsplan. Er wordt in maximaal drie groepen gewerkt. - Alle leerlingen krijgen de basisstof aangeboden. Zwakke rekenaars krijgen extra instructietijd; betere rekenaars krijgen minder instructie en kunnen langere tijd zelfstandig werken. - Binnen de methode is voldoende aanbod voor verwerking op verschillende niveaus, zowel schriftelijk als op de computer. 12
3 Meetmoment 1 januari 4 Bespreekmoment 2 januari Rekenwiskundige vaardigheden aftoetsen met behulp van methode-onafhankelijke rekentoets. Evalueren groepsplan Opstellen nieuw groepsplan - In de othotheek zijn materialen aanwezig om leerlingen zowel in herhaling als verrijking extra aanbod te geven. Voor de zwakkere leerlingen wordt m.n. gewerkt met oefensoftware Pluspunt, maatwerk en/of ambrasoft; voor de betere leerlingen met rekenmeesters en KIEN. minder dan 60 % goed scoren, krijgen binnen de klas rt van de leerkracht en extra werkbladen. tussen de 60 en 80 % goed scoren, krijgen herhalingsstof via puntbladen. meer dan 80 % goed scoren, krijgen verrijking via plusbladen. - Leerlingen die twee achtereenvolgende blokken op 3 of meer onderdelen minder dan 60 % goed scoren, worden door de leerkracht besproken met de ib er. - De ib er kan leerlingen observeren, diagnostische gesprekken voeren en terugtoetsen. Dit moet concrete inhoudelijke aanknopingspunten opleveren die de leerkracht kan gebruiken voor de leerstofkeuze en de afstemming van de instructie op de onderwijsbehoeften van de subgroepjes en van individuele leerlingen bij een volgende blok. De cito rekentoets M4 wordt digitaal afgenomen. Dit gebeurt voor de hele groep tegelijk in het computerlokaal. We volgen de richtlijnen zoals die in de handleiding van de toets vermeld staan. De leerkracht bespreekt samen met de intern begeleider de toetsresultaten van de methode-onafhankelijke toets. Samen bespreken ze de verdeling van de leerlingen in de drie 13
5 Interventieperiode 2 januari - juni 6 Meetmoment 2 juni 7 Evaluatie en voortgang juni Bijstellen groepsplan als de resultaten van de methodegebonden bloktoetsen hiervoor aanleiding geven. Rekenwiskundige vaardigheden aftoetsen met behulp van methode-onafhankelijke rekentoets. Evaluatie groepsplan Evaluatie handelingsplan subgroepen en zorgen voor een leerstofaanbod dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Dit alles wordt verantwoord in het groepsplan. Zie interventieperiode 1. De cito rekentoets E4 wordt digitaal afgenomen. Dit gebeurt voor de hele groep tegelijk in het computerlokaal. We volgen de richtlijnen zoals die in de handleiding van de toets vermeld staan. De leerkracht evalueert het groepsplan m.b.v. de toetsuitslagen van de methode-onafhankelijke toets. Hierbij worden ook relevante kindkenmerken genoemd. De leerkracht bespreekt aandachtspunten op het gebied van rekenen met de volgende leerkracht. 14
Groep 5 MOMENTEN IN DE TIJD 1 Bespreekmoment 1: augustus /september 2 Interventieperiode 1: september- januari WAT MOET ER GEBEUREN? Vaststellen beginsituatie Opstellen groepsplan Bijstellen groepsplan als de resultaten van de methodegebonden bloktoetsen hiervoor aanleiding geven. HOE PAKKEN WE HET AAN? De groepsleerkracht bespreekt samen met de intern begeleider de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerlingen. Hierbij wordt gekeken naar de toetsresultaten van de in juni groep 4 afgenomen Cito rekentoets en de resultaten van de bloktoetsen die in groep 4 gemaakt zijn. Ook de eerste indruk van de leerkracht wordt hierin meegenomen. - Doelgericht werken: alle kinderen in januari minimaal niveau III - Elke dag 60 minuten rekenonderwijs, waarbij instructielessen en zelfstandig werklessen elkaar afwisselen. - De leerkracht stemt het rekenonderwijs af op de ontwikkeling en de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Hij realiseert dat door de groep onder te verdelen in subgroepjes en dit te verantwoorden in een groepsplan. Er wordt in maximaal drie groepen gewerkt. - Alle leerlingen krijgen de basisstof aangeboden. Zwakke rekenaars krijgen extra instructietijd; betere rekenaars krijgen minder instructie en kunnen langere tijd zelfstandig werken. - Binnen de methode is voldoende aanbod voor verwerking op verschillende niveaus, zowel schriftelijk als op de computer. - In de othotheek zijn materialen aanwezig om leerlingen zowel in herhaling als verrijking extra aanbod te geven. Voor de zwakkere leerlingen wordt m.n. gewerkt met oefensoftware Pluspunt, maatwerk 15
3 Meetmoment 1 januari 4 Bespreekmoment 2 januari 5 Interventieperiode 2 januari - juni Rekenwiskundige vaardigheden aftoetsen met behulp van methode-onafhankelijke rekentoets. Evalueren groepsplan Opstellen nieuw groepsplan Opstellen groepsplan Bijstellen groepsplan als de resultaten van de en/of ambrasoft; voor de betere leerlingen met rekenmeesters en KIEN minder dan 60 % goed scoren, krijgen binnen de klas rt van de leerkracht en extra werkbladen. tussen de 60 en 80 % goed scoren, krijgen herhalingsstof via puntbladen. meer dan 80 % goed scoren, krijgen verrijking via plusbladen. - Leerlingen die twee achtereenvolgende blokken op 3 of meer onderdelen minder dan 60 % goed scoren, worden door de leerkracht besproken met de ib er. - De ib er kan leerlingen observeren, diagnostische gesprekken voeren en terugtoetsen. Dit moet concrete inhoudelijke aanknopingspunten opleveren die de leerkracht kan gebruiken voor de leerstofkeuze en de afstemming van de instructie op de onderwijsbehoeften van de subgroepjes en van individuele leerlingen bij een volgende blok. De cito rekentoets M5 wordt digitaal afgenomen. Dit gebeurt voor de hele groep tegelijk in het computerlokaal. We volgen de richtlijnen zoals die in de handleiding van de toets vermeld staan. De leerkracht bespreekt samen met de intern begeleider de toetsresultaten van de methode-onafhankelijke toets. Samen bespreken ze de verdeling van de leerlingen in de drie subgroepen en zorgen voor een leerstofaanbod dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Zie interventieperiode 1. 16
6 Meetmoment 2 juni 7 Evaluatie en voortgang juni methodegebonden bloktoetsen hiervoor aanleiding geven. Rekenwiskundige vaardigheden aftoetsen met behulp van methode-onafhankelijke rekentoets. Evaluatie groepsplan Evaluatie handelingsplan De cito rekentoets E5 wordt digitaal afgenomen. Dit gebeurt voor de hele groep tegelijk in het computerlokaal. We volgen de richtlijnen zoals die in de handleiding van de toets vermeld staan. De leerkracht evalueert het groepsplan m.b.v. de toetsuitslagen van de methode-onafhankelijke toets. Hierbij worden ook relevante kindkenmerken genoemd. De leerkracht bespreekt aandachtspunten op het gebied van rekenen met de volgende leerkracht. 17
Groep 6 MOMENTEN IN DE TIJD 1 Bespreekmoment 1: augustus /september 2 Interventieperiode 1: september- januari WAT MOET ER GEBEUREN? Vaststellen beginsituatie Opstellen groepsplan Bijstellen groepsplan als de resultaten van de methodegebonden bloktoetsen hiervoor aanleiding geven. HOE PAKKEN WE HET AAN? De groepsleerkracht bespreekt samen met de intern begeleider de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerlingen. Hierbij wordt gekeken naar de toetsresultaten van de in juni groep 5 afgenomen Cito rekentoets en de resultaten van de bloktoetsen die in groep 5 gemaakt zijn. Ook de eerste indruk van de leerkracht wordt hierin meegenomen. Het groepplan van de tweede helft groep 4 wordt als uitgangspunt genomen voor het opstellen van een nieuw groepsplan. In principe starten alle leerlingen op twee-ster niveau. Als middels onderzoek is vastgesteld dat een leerling over minder capaciteiten beschikt, kan in overleg tussen leerkracht en ib er besloten worden een leerling op één-ster niveau te laten werken. Dit wordt altijd met ouders besproken. Leerlingen die in groep 5 hoge I-scores halen op de Citotoets en voldoende geconcentreerd zelfstandig kunnen werken (ter beoordeling van de leerkracht) gaan, na overleg tussen leerkracht en ib er op drie-sterniveau werken. - Doelgericht werken: alle kinderen in januari minimaal niveau III - Elke dag 60 minuten rekenonderwijs, waarbij instructielessen en zelfstandig werklessen elkaar afwisselen. - De leerkracht stemt het rekenonderwijs af op de ontwikkeling en de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Hij realiseert dat door de groep onder te 18
verdelen in subgroepjes en dit te verantwoorden in een groepsplan. Er wordt in maximaal drie groepen gewerkt. - Na overleg tussen leerkracht en ib er kan besloten worden een leerling met een tafelkaart te laten werken. - Alle leerlingen krijgen de basisstof aangeboden. Zwakke rekenaars krijgen extra instructietijd; betere rekenaars krijgen minder instructie en kunnen langere tijd zelfstandig werken. - Binnen de methode is voldoende aanbod voor verwerking op verschillende niveaus, zowel schriftelijk als op de computer. - In de orthotheek zijn materialen aanwezig om leerlingen zowel in herhaling als verrijking extra aanbod te geven. Voor de zwakkere leerlingen wordt m.n. gewerkt met oefensoftware Pluspunt, maatwerk en/of ambrasoft; voor de betere leerlingen met rekenmeesters en KIEN. minder dan 60 % goed scoren, krijgen binnen de klas rt van de leerkracht en extra werkbladen. tussen de 60 en 80 % goed scoren, krijgen herhalingsstof via puntbladen. meer dan 80 % goed scoren, krijgen verrijking via plusbladen. - Leerlingen die twee achtereenvolgende blokken op 3 of meer onderdelen minder dan 60 % goed scoren, worden door de leerkracht besproken met de ib er. - De ib er kan leerlingen observeren, diagnostische 19
3 Meetmoment 1 januari 4 Bespreekmoment 2 januari 5 Interventieperiode 2 januari - juni 6 Meetmoment 2 juni Rekenwiskundige vaardigheden aftoetsen met behulp van methode-onafhankelijke rekentoets. Evalueren groepsplan Opstellen nieuw groepsplan Opstellen groepsplan Bijstellen groepsplan als de resultaten van de methodegebonden bloktoetsen hiervoor aanleiding geven. (Opstellen handelingsplan) Rekenwiskundige vaardigheden aftoetsen met behulp van methode-onafhankelijke rekentoets. gesprekken voeren en terugtoetsen. Dit moet concrete inhoudelijke aanknopingspunten opleveren die de leerkracht kan gebruiken voor de leerstofkeuze en de afstemming van de instructie op de onderwijsbehoeften van de subgroepjes en van individuele leerlingen bij een volgende blok. - Als na observatie, diagnostische gesprekken en/of terugtoetsen blijkt dat het leerstofaanbod te moeilijk is, beslissen leerkracht en ib er samen of een leerling op één-ster niveau gaat werken. Ouders worden hiervan op de hoogte gebracht. De cito rekentoets M6 wordt digitaal afgenomen. Dit gebeurt voor de hele groep tegelijk in het computerlokaal. We volgen de richtlijnen zoals die in de handleiding van de toets vermeld staan. De leerkracht bespreekt samen met de intern begeleider de toetsresultaten van de methode-onafhankelijke toets. Samen bespreken ze de verdeling van de leerlingen in de drie subgroepen en zorgen voor een leerstofaanbod dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Er is speciale aandacht voor de leerling op één-ster niveau: de vaardigheidsscore moet een positieve ontwikkeling laten zien. Zie interventieperiode 1. De cito rekentoets E6 wordt digitaal afgenomen. Dit gebeurt voor de hele groep tegelijk in het computerlokaal. We volgen de richtlijnen zoals die in de handleiding van de toets vermeld staan. 20
7 Evaluatie en voortgang juni Evaluatie groepsplan Evaluatie handelingsplan De leerkracht evalueert het groepsplan m.b.v. de toetsuitslagen van de methode-onafhankelijke toets. Hierbij worden ook relevante kindkenmerken genoemd. De leerkracht bespreekt aandachtspunten op het gebied van rekenen met de volgende leerkracht. 21
Groep 7 MOMENTEN IN DE TIJD 1 Bespreekmoment 1: augustus /september WAT MOET ER GEBEUREN? Vaststellen beginsituatie HOE PAKKEN WE HET AAN? De groepsleerkracht bespreekt samen met de intern begeleider de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerlingen. Hierbij wordt gekeken naar de toetsresultaten van de in juni groep 6 afgenomen Cito rekentoets en de resultaten van de bloktoetsen die in groep 6 gemaakt zijn. Ook de eerste indruk van de leerkracht wordt hierin meegenomen. Het groepplan van de tweede helft groep 6 wordt als uitgangspunt genomen voor het opstellen van een nieuw groepsplan. In principe starten alle leerlingen op het niveau waarop ze in groep 6 geëindigd zijn. Leerlingen die op één-ster of driester niveau werken worden individueel besproken. Als er twijfel is starten ze op twee-ster niveau; omhoog of omlaag kan later in het schooljaar ook nog. Leerlingen die in groep 6 hoge I-scores halen op de Citotoets en voldoende geconcentreerd zelfstandig kunnen werken (ter beoordeling van de leerkracht) gaan (of blijven), na overleg tussen leerkracht en ib er op drie-sterniveau werken. 2 Interventieperiode 1: september- januari Opstellen groepsplan Bijstellen groepsplan als de resultaten van de methodegebonden bloktoetsen hiervoor aanleiding geven. (Opstellen handelingsplan) - Doelgericht werken: alle kinderen in januari minimaal niveau III - Elke dag 60 minuten rekenonderwijs, waarbij instructielessen en zelfstandig werklessen elkaar afwisselen. - De leerkracht stemt het rekenonderwijs af op de ontwikkeling en de onderwijsbehoeften van de 22
leerlingen. Hij realiseert dat door de groep onder te verdelen in subgroepjes en dit te verantwoorden in een groepsplan. Er wordt in maximaal drie groepen gewerkt. - Na overleg tussen leerkracht en ib er kan besloten worden een leerling met een tafelkaart te laten werken. - Alle leerlingen krijgen de basisstof aangeboden. Zwakke rekenaars krijgen extra instructietijd; betere rekenaars krijgen minder instructie en kunnen langere tijd zelfstandig werken. - Binnen de methode is voldoende aanbod voor verwerking op verschillende niveaus, zowel schriftelijk als op de computer. - In de othotheek zijn materialen aanwezig om leerlingen zowel in herhaling als verrijking extra aanbod te geven. Voor de zwakkere leerlingen wordt m.n. gewerkt met oefensoftware Pluspunt, maatwerk en/of ambrasoft; voor de betere leerlingen met rekenmeesters en KIEN minder dan 60 % goed scoren, krijgen binnen de klas rt van de leerkracht en extra werkbladen. tussen de 60 en 80 % goed scoren, krijgen herhalingsstof via puntbladen. meer dan 80 % goed scoren, krijgen verrijking via plusbladen. - Leerlingen die twee achtereenvolgende blokken op 3 of meer onderdelen minder dan 60 % goed scoren, worden door de leerkracht besproken met de ib er. 23
3 Meetmoment 1 januari 4 Bespreekmoment 2 januari 5 Interventieperiode 2 januari - juni 6 Meetmoment 2 juni 7 Evaluatie en voortgang juni Rekenwiskundige vaardigheden aftoetsen met behulp van methode-onafhankelijke rekentoets. Evalueren groepsplan Opstellen nieuw groepsplan (Evalueren handelingsplan Opstellen nieuw handelingsplan) Opstellen groepsplan Bijstellen groepsplan als de resultaten van de methodegebonden bloktoetsen hiervoor aanleiding geven. (Opstellen handelingsplan) Rekenwiskundige vaardigheden aftoetsen met behulp van methode-onafhankelijke rekentoets. Evaluatie groepsplan Evaluatie handelingsplan - De ib er kan leerlingen observeren, diagnostische gesprekken voeren en terugtoetsen. Dit moet concrete inhoudelijke aanknopingspunten opleveren die de leerkracht kan gebruiken voor de leerstofkeuze en de afstemming van de instructie op de onderwijsbehoeften van de subgroepjes en van individuele leerlingen bij een volgende blok. - Als na observatie, diagnostische gesprekken en/of terugtoetsen blijkt dat het leerstofaanbod te moeilijk is, beslissen leerkracht en ib er samen of een leerling op één-ster niveau gaat werken. Ouders worden hiervan op de hoogte gebracht. De cito rekentoets M7 wordt digitaal afgenomen. Dit gebeurt voor de hele groep tegelijk in het computerlokaal. We volgen de richtlijnen zoals die in de handleiding van de toets vermeld staan. De leerkracht bespreekt samen met de intern begeleider de toetsresultaten van de methode-onafhankelijke toets. Samen bespreken ze de verdeling van de leerlingen in de drie subgroepen en zorgen voor een leerstofaanbod dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Zie interventieperiode 1. De cito rekentoets E7 wordt digitaal afgenomen. Dit gebeurt voor de hele groep tegelijk in het computerlokaal. We volgen de richtlijnen zoals die in de handleiding van de toets vermeld staan. De leerkracht evalueert het groepsplan m.b.v. de toetsuitslagen van de methode-onafhankelijke toets. Hierbij 24
worden ook relevante kindkenmerken genoemd. De leerkracht bespreekt aandachtspunten op het gebied van rekenen met de volgende leerkracht. 25
Groep 8 MOMENTEN IN DE TIJD 1 Bespreekmoment 1: augustus /september WAT MOET ER GEBEUREN? Vaststellen beginsituatie HOE PAKKEN WE HET AAN? De groepsleerkracht bespreekt samen met de intern begeleider de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerlingen. Hierbij wordt gekeken naar de toetsresultaten van de in juni groep 7 afgenomen Cito rekentoets en de resultaten van de bloktoetsen die in groep 7 gemaakt zijn. Ook de eerste indruk van de leerkracht wordt hierin meegenomen. Het groepplan van de tweede helft groep 7 wordt als uitgangspunt genomen voor het opstellen van een nieuw groepsplan. Alle leerlingen starten op het niveau waarop ze in groep 7 geëindigd zijn. Leerlingen die op één-ster of drie-ster niveau werken worden individueel besproken. Leerlingen die in groep 7 hoge I-scores halen op de Citotoets en voldoende geconcentreerd zelfstandig kunnen werken (ter beoordeling van de leerkracht) gaan (of blijven), na overleg tussen leerkracht en ib er op drie-sterniveau werken. 2 Interventieperiode 1: september- januari Opstellen groepsplan Bijstellen groepsplan als de resultaten van de methodegebonden bloktoetsen hiervoor aanleiding geven. (Opstellen handelingsplan) - Doelgericht werken: alle kinderen in januari minimaal niveau III - Elke dag 60 minuten rekenonderwijs, waarbij instructielessen en zelfstandig werklessen elkaar afwisselen. - De leerkracht stemt het rekenonderwijs af op de ontwikkeling en de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Hij realiseert dat door de groep onder te verdelen in subgroepjes en dit te verantwoorden in 26
een groepsplan. Er wordt in maximaal drie groepen gewerkt. - Na overleg tussen leerkracht en ib er kan besloten worden een leerling met een tafelkaart te laten werken. - Alle leerlingen krijgen de basisstof aangeboden. Zwakke rekenaars krijgen extra instructietijd; betere rekenaars krijgen minder instructie en kunnen langere tijd zelfstandig werken. - Binnen de methode is voldoende aanbod voor verwerking op verschillende niveaus, zowel schriftelijk als op de computer. - In de othotheek zijn materialen aanwezig om leerlingen zowel in herhaling als verrijking extra aanbod te geven. Voor de zwakkere leerlingen wordt m.n. gewerkt met oefensoftware Pluspunt, maatwerk en/of ambrasoft; voor de betere leerlingen met rekenmeesters en KIEN. minder dan 60 % goed scoren, krijgen binnen de klas rt van de leerkracht en extra werkbladen. tussen de 60 en 80 % goed scoren, krijgen herhalingsstof via puntbladen. meer dan 80 % goed scoren, krijgen verrijking via plusbladen. - Leerlingen die twee achtereenvolgende blokken op 3 of meer onderdelen minder dan 60 % goed scoren, worden door de leerkracht besproken met de ib er. - De ib er kan leerlingen observeren, diagnostische gesprekken voeren en terugtoetsen. Dit moet 27
3 Meetmoment 1 januari 4 Bespreekmoment 2 januari 5 Interventieperiode 2 januari - juni 6 Evaluatie en voortgang juni Rekenwiskundige vaardigheden aftoetsen met behulp van methode-onafhankelijke rekentoets. Evalueren groepsplan Opstellen nieuw groepsplan Opstellen groepsplan Bijstellen groepsplan als de resultaten van de methodegebonden bloktoetsen hiervoor aanleiding geven. Evaluatie groepsplan concrete inhoudelijke aanknopingspunten opleveren die de leerkracht kan gebruiken voor de leerstofkeuze en de afstemming van de instructie op de onderwijsbehoeften van de subgroepjes en van individuele leerlingen bij een volgende blok. De cito rekentoets M8 wordt digitaal afgenomen. Dit gebeurt voor de hele groep tegelijk in het computerlokaal. We volgen de richtlijnen zoals die in de handleiding van de toets vermeld staan. De leerkracht bespreekt samen met de intern begeleider de toetsresultaten van de methode-onafhankelijke toets. Samen bespreken ze de verdeling van de leerlingen in de drie subgroepen en zorgen voor een leerstofaanbod dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Zie interventieperiode 1. De leerkracht evalueert het groepsplan a.h.v. de resultaten van de methodegebonden toetsen. Hierbij worden ook relevante kindkenmerken genoemd. Belangrijke informatie op het gebied van rekenen wordt in het onderwijskundig rapport vermeld of mondeling doorgegeven naar het vervolgonderwijs. 28