Archief van de Stichting AVO sociale werkplaats te Tholen 1950-1967
Inleiding 2 De Nederlandse vereniging tot bevordering van de arbeid voor onvolwaardige arbeidskrachten, in 1951 omgedoopt in Nederlandse vereniging tot sociale zorg voor minder-validen A.V.O. weet in 1950 bij de gemeenten op het eiland Tholen belangstelling te wekken voor het stichten van een sociale werkplaats. A.V.O. staat voor Actio Vincit Omnia (arbeid overwint alles). Deze vereniging achtte het mogelijk met zuiver economische middelen een sociaal doel te verwezenlijken. Voor het starten van een werkplaats op het eiland Tholen had de vereniging ook een werkobject, namelijk het machinaal ponsen van metalen plaatjes voor adresseermachines. Op 9 juni 1950 vergaderden de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten op het eiland Tholen te Scherpenisse over het plan. De gemeentebesturen waren enthousiast. Wel vond men de begroting van de vereniging te simpel. Een kleine commissie zou het plan verder uitwerken. Op 8 augustus rapporteerde de commissie dat de gemeenten Sint-Maartensdijk en Tholen een ruimte hadden aangeboden in het plaatselijke distributiekantoor. De begane grond van het kantoor in Sint-Maartensdijk (Markt 2) werd voor ƒ 3,-- per week inclusief vuur en licht aangeboden. Ook meldde de commissie dat het arbeidsbureau te Tholen 8 personen op het oog had die geplaatst zouden kunnen worden. Later bleek dat het plan van het ponsen van adresseerplaatjes geen doorgang kon vinden omdat de aanschaf van nieuwe machines een te grote investering zou vragen. Er deed zich toen een mogelijkheid voor sokken te breien voor de Landmacht. Op 4 januari 1951 werd de stichting Centrale A.V.O werkplaats Tholen opgericht. De zetel van de stichting werd Tholen. De gemeenten staken ieder ƒ 1.000,-- in de onderneming. De A.V.O. gaf een renteloos voorschot van ƒ 5.000,--. De deelnemende gemeenten wezen voor de raad van beheer ieder een lid aan die een stem kreeg. Het lid dat de A.V.O. vertegenwoordigde, kreeg 5 stemmen. Tot adviserend lid werden benoemd een arts, de directeur van het arbeidsbureau en 3 bestuursleden van de vakbonden op het eiland. J.A. Gelderblom te Tholen werd directeur (zonder salaris). Ouddistributieambtenaar W. Kurvink te Poortvliet werd aangesteld tot werkbaas. Voor de werkplaats werden 10 tweede-hands breimachines gekocht. Enig meubilair werd betrokken van de ambachtsschool te Bergen op Zoom. De werkplaats te Sint-Maartensdijk was één van de eerste A.V.O.- werkplaatsen in Nederland. Op 7 mei 1951 startte de onderneming met 4 werknemers die instructie kregen van een A.V.O.-voorman uit Hilversum. Daarna werden nog 4 werknemers opgeleid. De commissaris der Koningin in Zeeland, Jhr. Mr. A.F.C. de Casembroot, verrichtte de officiële opening van de werkplaats op 24 juli. De onderneming werd geen succes. De tewerkgestelden, die dit soort werk niet kenden, hadden een lange leertijd. Daarnaast had men te kampen met ziekte en wisseling van tewerkgestelden, terwijl het vinden van voldoende personen op problemen stuitte. Niet iedereen was geschikt voor het machinaal breien. Ook het vinden van werkobjecten was moeilijk. Al spoedig kreeg men te maken met financiële problemen. Deze waren extra teleurstellend omdat men er vanuit was gegaan dat de onderneming self-supporting zou zijn. Enige maanden na de officiële opening verzocht de gemeente Sint-Maartensdijk de werkplaats te verhuizen naar de verdieping. Het gemeentebestuur wilde als voordien de ruimte gebruiken voor de inschrijving van steunuitkeringen en dergelijke zaken. Verder was de gemeente het stroomverbruik tegengevallen. Met ingang van het nieuwe jaar zou dit voor rekening van de stichting moeten komen. De stichting vond dat aan het traplopen van invaliden grote bezwaren kleefden en dat de gemeente bij het aanbod van de ruimte had kunnen weten dat het deze spoedig nodig zou hebben voor de uitkering van overbruggingsgelden en het toekennen van vorstverlet. Uiteindelijk zegde de
3 stichting toe de ruimte met ingang van 1 maart 1952 te ontruimen. Omdat de werkplaats toen was gesloten in verband met het ontbreken van orders, is toen geen beslissing genomen over het gebruik van de lokaliteit op de verdieping. Begin april werd de werkplaats verplaatst naar het voormalige distributiekantoor, Brugstraat 16 te Tholen waar twee kamers werden gehuurd. Half 1952 was duidelijk dat er grote financiële problemen waren. Een oorzaak hiervan was het terugschroeven van de winstmarge op sokken door het departement van oorlog van ƒ O,95 op ƒ 0,28. Het niet accepteren van de verlaging zou sluiting van de werkplaats betekenen. Men heeft toen gepoogd meer opdrachten uit het vrije bedrijf te krijgen. Er zijn toen ook sokken en truien voor particulieren gebreid. In verband met de financiële moeilijkheden heeft het stichtingsbestuur in september de werkbaas verzocht naar ander werk uit te kijken. Met ingang van 1 oktober vertrok deze. Op 10 december 1952 besloot het bestuur de werkplaats voorlopig te sluiten. Op 18 december werden de laatste lonen uitbetaald. De instelling opheffen wilde men niet. Men vreesde dat het dan veel moeilijker zou zijn opnieuw een sociale werkplaats te stichten. Kort daarna vond de Watersnoodramp plaats. Het is hierna niet meer gelukt de werkplaats te activeren. De secretarispenningmeester heeft hierna nog vele jaren uit eigen middelen de vaste kosten betaald. De A.V.O. heeft deze kosten in 1965 met een bedrag van ƒ 1.000,-- vergoed. Het bestuur van de stichting was toen al niet meer intact. In 1967 zwengelde het bestuur van de A.V.O. de liquidatie van de stichting opnieuw aan en stelde voor de helft van het renteloos voorschot voor haar rekening te nemen. De resterende schuld vermeerderd met het in 1965 verstrekte bedrag van ƒ 1.000,-- zou dan voor rekening van de deelnemende gemeenten zijn. Aan de hand van een verdeelsleutel van 2¼ cent per hoofd van de bevolking zou deze schuld verrekend kunnen worden. Men is hiermee akkoord gegaan. Begin juli 1970 moest nog alleen de gemeente Scherpenisse haar deel, ƒ 289,--, betalen. Na de sluiting van de werkplaats in Tholen konden minder-validen alleen in Bergen op Zoom te werk worden gesteld. Slechts enkelen maakten gebruik van deze mogelijkheid. Niet alleen de afstand speelde een rol. Het was vooral mentaal een hele stap om naar West-Brabant te gaan. Toen in de zestiger jaren op Tholen het aantal gehandicapten, dat voor tewerkstelling in aanmerking kwam, groeide werd aansluiting gezocht bij de gemeenschappelijke regeling van de Centrale werkplaats De Bevelanden te Goes. In het bijzonder hebben de burgemeester van Oud-Vossemeer, Mr. J.J. Versluijs, en de burgemeester van Sint-Maartensdijk, D.C. Bouwense, hiervoor geijverd. Toen landelijk bleek dat de rentabiliteit van sociale werkplaatsen toenam, sloten de gemeente besturen op het eiland Tholen zich aan. Na aanpassing van de gemeenschappelijke regeling ontstond met ingang van 1 november 1965 "De Betho". Op 3 januari 1966 startte een dependance in het oude schoolgebouw aan de Doelweg te Tholen. Het hierachter beschreven archief is gevormd door secretaris-penningmeester Mr. J.J. Versluijs, burgemeester van Oud-Vossemeer. De archiefstukken werden in twee ordners bewaard in de gemeentelijke archiefbewaarplaats. Later was J.A. Gelderblom te Tholen secretaris-penningmeester van de stichting. Deze bedankte in 1956 waarna C. van Winkelen te Sint-Annaland als zodanig werd benoemd. Het archief is een doos groot. Bronnen:
4 Archief van de gemeente Sint- Maartensdijk 1936-1971, inv. nr. 649. Archief van de gemeente Oud-Vossemeer 1951-1971, inv. nr. 333.
5 INVENTARIS 1. Statuten van de stichting, afschrift, met hierop betrekking hebbende stukken, 1950-1951. 1 stuk 2. Notulen van de bestuursvergaderingen, 1951-1954. 1 omslag 3. Stukken ingekomen bij en minuten en doorslagen van stukken uitgaande van het bestuur, 1951-1967. Hierbij ook polissen van verzekeringen. 1 pak 4. Jaarverslag met financiële overzichten van 1951. 1 omslag 5-6. Nota's en dagafschriften van de bank, 1951-1953. 2 pakken 5. 1951. 6. 1952-1953. 7. Weekstaten van betaalde lonen, 1951-1952. 1 pak 8. Stukken betreffende de benoeming van leden van de raad van beheer en de werkmeester, 1951 januari. 1 omslag