VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS Provincie West-Vlaanderen Administratieve entiteit POPERINGE Stad POPERINGE Parochiekerk Onze Lieve Vrouw Arrondissement Ieper KERK Gotische bakstenen hallekerk met rijzige westertoren; progressieve opbouw vanaf eind 13 de en gedurende 14 de eeuw. Beschadiging van het interieur tijdens de beeldenstorm (2 de helft 16 de e.). Bedaking afgebrand in 1640. Diverse ongelukkige ingrepen tijdens de 19 de eeuw. Tussen 1905 en 1909 herstellingen die een terugkeer beoogden naar de vroegere toestand. Opnieuw herstellingen na de oorlog 1914-18. Buitenrestauratie in de jaren 1970. In 1915 werd het belangrijkste meubilair (incl. orgel) gedemonteerd en in veiligheid gebracht in Parijs in het kunstmuseum "Le Petit Palais" en in de "Abdij van Valloires". Alles werd in 1919 teruggebracht door het Belgisch leger. De kerk is beschermd als monument, K.B. 20 II 1939. ORGEL Oorspronkelijk orgel Volgens een niet te verifiëren bron zou er in de O.-L.- Vrouwkerk in 1715 gewerkt zijn door de Ieperse orgelmaker Jacobus van Eynde (? -1729). Een kleine hoeveelheid oud pijpwerk, in het huidige instrument nog aanwezig, zou kunnen aan Van Eynde toegeschreven worden. Een belangrijke hoeveelheid pijpwerk dateert echter van respectievelijk 1731 en 1735. Dit materiaal kan met vrij grote zekerheid toegeschreven worden aan één van de Brugse orgelmakers Berger; alles wijst er op dat er in die periode aanzienlijke werken aan het orgel geschiedden. Verdere historiek - 1831, renovatie door Pierre Van Peteghem (Gent) - 1841, herstelling door B. Degryse (Wervik) - 1854, herstelling door L. Neuville (Rexpoëde) - 1856, herstelling door een zekere Barette - 1867, herstelling & nieuwe blaasbalg door Fr. Ureel (Poperinge) - 1910-11, transformatie door J. Anneessens (Menen) - tijdens de oorlog van 1914-18 was het orgel gedemonteerd en opgeslagen; na de oorlog (tussen 1918 en 1922) werd het heropgebouwd door J. Anneessens (Menen) - 1932, herstelling door J. Anneessens (Menen) - huidig onderhoud door P. Andriessen (Menen)
INSTRUMENT Dispositie Gr.Org. Récit Péd. Bourdon 16 Diapason 8 Sousbasse 16 Montre 8 Bourdon 8 Bourdon 8 Bourdon 8 Salicional 8 Flûte ouverte Flûte Harm. 8 Voix céleste 8 Bombarde 16 Violon 8 Prestant 4 Prestant 4 Flûte 4 Flûte 4 Doublette 2 Quinte 5 1 /3 * Quinte 2 2 /3 Tierce 2 2 /3 [sic] Basson-Hautbois 8 Doublette 2 Fourniture 3r Cornet 5r Trompette 8 * klinkt thans op 2 2 /3'-hoogte pedalen : - Grand Orgue à la Pédale - Récit au Pédalier - Réunion des Claviers manuaalomvang : C - g 3 pedaalomvang : C - f 1 Klaviatuur - vrijstaande speeltafel naast het orgel - registertrekkers met ingewerkt porceleinen naamplaatje, boven en naast de manualen - witte naamplaatjes voor Gr.Org., roze voor Réc. en turkooisblauwe voor Péd.; zwarte letters Pijpwerk * Groot Orgel * - front : 8-voets; pijpwerk in hoog loodgehalte; zelfde factuur als het oude binnenpijpwerk (1731/1735); sommige pijpen zijn aan de rug gesteund d.m.v. een vertikale houten staaf (het is niet uit te sluiten dat deze voorziening origineel is : dergelijke steunen zijn bijv. ook te vinden in het Van Eynde-orgel in de Brugse St.-Salvatorkerk, waaraan Berger trouwens ook werkte) - binnenpijpwerk : Bourdon 16 : nieuw van J. Anneessens; discant in spotted metaal Montre 8 : nieuw van J. Anneessens; de grootste pijpen in grenenhout, de rest in spotted metaal Bourdon 8 : nieuw van J. Anneessens; groot octaaf in grenenhout, de rest in spotted metaal Flûte Harmonique 8 : nieuw van J. Anneessens; spotted metaal Violon 8 : nieuw van J. Anneessens; groot octaaf in grenenhout (gecombineerd met een ander 8'-reg.); de rest is in zink Prestant 4 : bestaat uit drie soorten pijpwerk
- groot octaaf vermoedelijk van Van Peteghem; op de grootste pijp staat de inscriptie Montre 8 nr 13 - vanaf c 0 pijpwerk van midden 19 de e. (Ureel?) - in discant pijpwerk in de stijl van het andere pijpwerk van 1731; uit zware loden metaalplaat; alle corpora thans ingekort en van expressions voorzien Flûte 4 : pijpwerk in stijl Van Eynde/Berger (1731?); tamelijk dunne kernen; de opsneden zijn gewijzigd; de 16 grootste zijn gedekten met hoeden; vervolgens een 10-tal roergedekten + enkele die terzijde afgevoerd staan (dragen de inscriptie Fluit); roerdiameter = 1 /3 corpusdiameter, L roer = 1 /4 à 1 /3 L corpus; het is niet duidelijk of de roeren origineel zijn; verder een 20-tal conische open fluiten, Berger-stijl; de kleinste pijpen (c# 3 -g 3 ) zijn aanvullingen uit recuperatiemateriaal Quinte 5 1 /3 : oud pijpwerk dat door J. Anneessens uitgelengd was tot 5 1 /3'; is thans opgeschoven tot 2 2 /3' (de 12 grootste pijpen worden ter plaatse bewaard); 24 gedekten zijn oud (stijl van Van Eynde), enge mensuur, breed gelabieerd, alsook 18 prestantpijpen in zelfde stijl, thans ingekort; de rest is van J. Anneessens, spotted metaal Tierce 2 2 /3 (= 1 3 /5) : bevat deels pijpwerk in stijl van dat uit 1731, en deels ouder (Van Eynde?); in de discant een aantal nieuwe pijpen Doublette 2 : niet homogeen van samenstelling; een aantal fluitpijpen zijn van 1731 of ouder; de rest zijn aanvullingen; de oude pijpen zijn ingekort en zoals de nieuwe van expressions voorzien Fourniture 3 r : bevat hoofdzakelijk oud pijpwerk (Van Eynde?); corpora ingekort en van expressions voorzien; kernprikken zijn toegevoegd doch de opsneden lijken nog min of meer origineel Cornet 5 r : volledig bestaand uit oud pijpwerk (Van Eynde?) doch later zijn er ook pijpjes uit andere registers in verzeild geraakt, bijv. op de grootste pijp van de 4' staat "Fourniture C 1735"; eveneens opschuiving van de toonfuncties; de aanvullingen bestaan ook uit oud pijpwerk - 8' : de huidige c 1 is gesigneerd Bourdon Cornet d; smal gelabieerd; de intonatie is gewijzigd - 4' : gesigneerd Vantúre Cornet d, maar bevat ook pijpen uit een Fourniture - 2 2 /3' : gesigneerd Quinte Cornet - 2' : een 4-tal vreemde pijpen, gevolgd door een pijp die gesigneerd is Superoctave Cornet d - 1 3 /5' : enkele vreemde pijpen, gevolgd door een pijp die gesigneerd is Tierze Cornet f# de inscripties wijzen er op dat de Cornet begon op d 1 (de Tierce dus op f# 1 ), wat algemeen gebruikelijk was bij Van Eynde Trompette 8 : de 10 grootste pijpen zijn oud, bekers met blikken ondertrechter + uitneembare loden boventrechter, noot-vormige afgeschuinde koppen, nieuwe vertinde lepels, tongen thans belederd (Anneessens); nr. 11 is een pijp van vreemde herkomst; al de rest is nieuw van J. Anneessens, spotted metaal Pedaal Nieuw van J. Anneessens; de labialen zijn in grenenhout. De Bombarde is nieuw, in zink, doch in het groot octaaf lijken de
koppen 19 de -eeuws te zijn (Van Peteghem-stijl). Reciet Diapason 8 : J. Anneessens; de 10 grootste in grenenhout, de rest in spotted metaal Bourdon 8 : 6 eiken baspijpen staan op de lade, verder staat een partij houten pijpen (van 8' en 4') achteraan afgevoerd; ronde gedraaide voeten; enkele zijn gemaakt zonder aparte voorslag (Van Eynde?); verder 42 oude metalen gedekten (Van Eynde of Berger) + enkele uitbreidingstonen; in origine was a 0 de eerste metalen pijp; op deze pijp staan diverse inscripties: - Bourdon a 1731 - restauré par P. Van Peteghem de Gand, 6 sept 1831 - même époque placement d'une superbe chair par le fameux Dewulf de Staden Salicional 8 : J. Anneessens, spotted metaal Voix céleste 8 : id. Prestant 4 : groot octaaf in zink, J. Anneessens; verder oud pijpwerk (Van Eynde of Berger) + enkele aanvullingen Flûte 4 : tot e 1 metalen gedekten met hoeden, hadden vermoedelijk in origine geen hoeden maar opgesoldeerde deksels; gesigneerd Flúútte 1735 en op een andere plaats Flúútte Positif; later is bijgeschreven "restauré par L s Neuville de Rexpoede l'an 1854"; elders een inscriptie : restauré par Bernard Degryse, facteur d'orgue à Wervick, anno 1841; vanaf f 1 een aantal conische open fluiten (Berger?), aangevuld met een 9-tal oude pijpen waarvan er één gesigneerd is Tierce Cornet Doublette 2 : gesigneerd C 1735; de kleinste zijn aanvullingen Quinte 2 2 /3 : gesigneerd Nazart 1731 en op dezelfde pijp ook Quinte; 19 gedekten, in origine met opgesoldeerde vaste deksels en thans met verschuifbare hoeden die uit oude pijpen gemaakt zijn; verder 6 roergedekten, opgesoldeerde vaste deksels met roer; verder 17 conische open fluiten + enkele aanvullingen Basson-Hautbois 8 : J. Anneessens, bas in zink en discant in spotted metaal Windladen - laden van J. Anneessens, voortreffelijk gemaakt, eik - een gedeelde oude cornet-bank is samengevoegd tot één chromatische bank en met 9 cancellen aangevuld; de oude cornet-bank had 23 cancellen, dus vanaf d 1, wat gebruikelijk was bij de "school" Van Belle/Van Eynde Tractuur - manualen : mechanische toets- en registertractuur - pedaal : pneumatisch Windvoorziening - grote magazijnbalg, in de voet van de orgelkast - electro-ventilator van J. Anneessens ORGELKAST - het hoofdwerk was in origine een 8-voets kast; originele afmetingen :
inwendig 1,13 m diep en 2 x 1,80m breed - de boven- en ondervelden zijn thans omgewisseld - de rugwand is helemaal weggenomen, de structuur bestond uit 1 centrale stijl en 2 maal een dubbele steun; scharnieren van voormalige deuren zijn nog aanwezig - achter de kast staat een aanbouw van J. Anneessens - de voet is totaal vernieuwd - het dak is gewijzigd ADDENDUM Bij de voormalige klaviatuur-opening (vóór 1910) zijn de registeropschriften nog bewaard; deze dispositie lijkt nog sterk te verwijzen naar de toestand die door Van Peteghem in 1831 tot stand is gebracht : Cornet Prestant Montre Bourdon Doublette Flûte Tierce Nasard Fourniture Clairon Sexquialter Cymbal Trompette basse Clairon sup * Tremblant Trompette sup * * Prestant Cornet Doublette Fourniture Cromorn basse Bourdon Flûte Nasard Tierce Cromorn sup * Een Clairon sup is niet gebruikelijk, zeker niet bij Van Peteghem (deze zou dan eerder een Cromhorne/Clarinette voorzien); het kan ook een latere wijziging betreffen. huidige toestand : nog bespeelbaar, doch in verval datum onderzoek : oktober 1986 * * * NOTA aangaande het auteurschap van het orgel : Volgens een niet te verifiëren bron zou er in de O.-L.-Vrouwkerk in 1715 gewerkt zijn door de Ieperse orgelmaker Jacobus van Eynde (? - 1729). Aangaande de aard van deze werken is geen informatie beschikbaar. Duidelijk is echter dat er een aanzienlijke hoeveelheid pijpwerk gesigneerd is "1731" en "1735". De manier van signeren, bijv. - "Fourniture C 1735", - "Vantúre Cornet d", verwijst naar de gebruiken van de Brugse orgelmakers Berger, die als leerling van Van Eynde mogen beschouwd worden.
Het kan gaan om - Jacobus (II) Berger, 1687 - c1730, of diens broer - Andreas (I) Berger, 1688-1748; de zoon van deze laatste, Andries-Jacob Berger, 1712-1774, kan gezien zijn geboortejaar nog niet in aanmerking genomen worden voor de werken in 1731. BIBLIOGRAFIE 1) E.G.J. Gregoir : Historique de la facture et des facteurs d'orgue, Antwerpen, 1865; blz. 200-201 : VAN PETEGHEM (Pierre), le jeune, [...] Voici les orgues placées par ce facteur de 1823 à 1846: [...]; Poperinghe (Notre-Dame), restauré, fl. 665; [...] Ces orgues ont été placées de 1824 à 1835. 2) tijdschrift Musica Sacra, jg. XXX, 1910-11, franstalige editie, blz. 96 : Inauguration d'orgues. - POPERINGHE. - Le même jour [= 15 mei 1911], un nouvel orgue de M. Jules Anneessens, de Menin, était inauguré dans l'église Notre-Dame, à Poperinghe. C'est un orgue mécanique, de vingt-six jeux réel distribués sur deux claviers et le pédalier. M. le Doyen de Poperinghe a donné la bénédiction liturgique, et MM. Diericx, organiste de Saint-Bertin à Poperinghe, et L. Vanhoutte, organiste de la cathédrale d'ypres, ont fait entendre l'instrument. Programme très sérieux pour la seconde partie, beaucoup moins intéressant dans la première. 3) In het inwijdingsprogramma van het orgel in Handzame, dec. 1922, liet J. Anneessens een dubbele werklijst afdrukken "Lijst der nieuwe Orgels, veranderingen en herstellingen uitgevoerd door het huis J. Anneessens, I. Sedert den Wapenstilstand II. Sedert 1905 tot 1914". In lijst I (dus ná 1918 en t.e.m. 1922) komt voor : 45. Poperinghe, Eglise Notre Dame, replacé. In lijst II (tussen 1905 en 1914) komt voor : Poperinghe, Notre Dame, 2 clav., neuf. 4) tijdschrift Musica Sacra, jg. XXXVI/1, maart 1929, Vlaamse editie, blz. 57 : LIJST van de herstellingswerken gedaan door het huis Jules ANNEESSENS te Meenen, aan gedeeltelijke vernielde orgels, front van WEST-VLAANDEREN. [...] 8. Poperinghe O. L. V. 2 Kl. 5) programmaboekje (tweetalig Fr./Nl.) 'Basilique de St-Hubert - Inauguration le Dimanche 13 Août 1933 des nouvelles Orgues Monumentales' [Saint-Hubert, prov. Luxemburg], bevat diverse werklijsten van Jules Anneessens-Tanghe (Menen), o.m. - Nieuwe Orgels geplaatst vóór oorlog hierin : 13. Poperinghe, N. Dame
- Herstelde Orgels sedert den oorlog hierin : 83. Poperinghe, N. Dame - Lijst der Ventilators hierin : 117. Poperinghe, N. Dame 6) F. Peeters & M.A. Vente : De Orgelkunst in de Nederlanden, uitg. Mercatorfonds, Antwerpen, 1971 (herdruk 1975); blz. 193, vermelding van de werken van J. van Eynde (ca. 1717); blz. 298, vermelding van het werk in de Synoptische Tabel. 7) L. Devliegher : Oorlogsdagboeken uit de streek tussen IJzer en Leie, uitg. Genootsch. voor Geschiedenis, Brugge, 1972. Uit het dagboek van A. Baert, te Poperinge: - Dond. 26 Oogst [1915]. - In de kerken begint men de schoonste meubels, preekstoelen en biechtstoelen af te breken om naar Parijs te zenden. 8) G. Theys : Kort Historisch Overzicht van de O.L.Vrouwkerk te Poperinge, in De Gidsenkring, jg. XIV/1, febr. 1976; blz. 9 : Het zeer prachtige orgel (zie gidsenkring 1968 deel IV en 1975 deel XI maart Ieper-nummer) is een hoogstaand kunstgewrocht. Ziehier enkele toelichtingen en jaartallen 1715 orgelmaker Jaak van den Eynde uit Ieper. 1831 hersteld door beroemde orgelbouwer Van Peteghem uit Gent. 1856 hersteld door 'n zekere Barette. 1867 hersteld door Ureel en bijvoeging nieuwe blaasbalg. 1907 verkeert in slechte staat 1911 (15 mei) ombouwing van klank maar behoud van kast met bijvoeging van kastpanelen op beide zijkanten door de befaamde orgelbouwer Jules Anneessens-Ruysser uit Menen. vele oude spelen zijn erin bewaard. 1932 nogmaals hersteld door het huis Anneessens. De overprachtige barokkast is nog immer dezelfde als vóór de Franse revolutie. Tijdens deze periode is het orgel aangeslagen als nationaal goed en goddank teruggekocht door Ch. Devos de 24 Germinal jaar 7 (14 april 1799) tegen de som van 48 fr. In de boekerij van het groot Seminarie is een archief gevonden door weleerwaarde Heer Rotsaert, (orgeldeskundige, medepastoor St.-Bertens Poperinge) dat de Lieve-Vrouwkerk te Poperinge reeds een orgel had begin 1500 dat zich bevond op het einde van het Koor. De archieven in het stadhuis van Poperinge duiden op het bestaan ervan door het aantal spelen en alsook bezit van twee handklavieren en vernieuwing van voetklavier.
ICONOGRAFIE 1) Fotografische opname(n) beschikbaar bij het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium / Brussel : Zie tevens : Roose-Meier, B. & Verschraegen, H. : Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, provincie West-Vlaanderen, kanton Poperinge; uitg. Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Brussel, 1977; blz. 20-25, POPERINGE, kerk Onze Lieve Vrouw Interieur / Alg. gezicht naar het doksaal, cliché A39725 (1943). KIK-IRPA, Brussel
2) foto Afdeling Monumenten & Landschappen (Brussel), 2002