Raadhuisplein 1 7811 AP Emmen Telefoon 14 0591 Correspondentieadres: Postbus 30001 7800 RA Emmen Aan gemeenteraad 7\ Concernstaf ons kenmerk uw brief van/kenmerk bijlage(n) afdeling 11.236352 B&F behandeld door telefoon fax Emmen, A.M. Bosnia (0591)68 55 43 (0591)68 55 99 07 oktober 2011 onderwerp Uitkomsten september-circulaire 2011 (gemeentefonds) Geachte leden van de raad, Hierbij willen wij u op hoofdlijnen informeren over de algemene uitkering uit het Gemeentefonds op basis van de septembercirculaire 2011. 1. Financiële uitkomsten Bij het maken van de berekeningen is als volgt gehandeld: gebruik makend van de rekenmodule Pauw wordt de uitkomst van de septembercirculaire 2011 berekend; o er is daarbij aan de vakafdelingen gevraagd wat de actuele prognoses zijn van de basisgegevens leerlingen, inwoners en woomuimten; met name de eerdere prognoses van de inwonersaantallen is bij de berekeningen bijgesteld (zie hiervoor 2b.) - hiervan wordt dan de uitkomst van de mei circulaire 2011 afgetrokken - het alsdan ontstane verschil is nog niet het resultaat voor onze begroting; daarvoor wordt het verschil gecorrigeerd voor o taakmutaties (is een mogelijk op te halen budget); dit is inclusief de korting (negatieve taakmutatie) in verband met Regionale Omgevingsdiensten ad landelijk G 100 miljoen (de door ons gemaakte voorlopige veronderstelling daarbij is dat de korting in zijn geheel is door te vertalen naar het desbetreffende beleidsterrein 1 ) o integratie-decentralisatieuitkeringen exclusief WMO (is een mogelijk op te halen budget) vervolgens resteert het effect op het begrotingsresultaat. 1 Bij deze veronderstelling zijn er nog veel onzekerheden. Volledige doorvertaling van de korting naar de kostenkant is waarschijnlijk niet mogelijk. In dat geval is er sprake van een tegenvaller ten opzichte de gepresenteerde uitkomst.
Cijfermatig ziet het er als volgt uit: Tod. Standseptember-circulaire 2011 Stand mei-circulaire 2011 Verschil (s resultaat) =A 121.485.877 121.265.741 121.741.819 119.838.819 121.771.3 86 120.187.730 122.904.013 120.767.344 118.974.617 116.735.604 220.136 1.903.000 1.583.6 56 2.136.669 2.239.013 Waarvan door te geven bedragen s B Effect als gevolg van taakmutaties Effect Integratie/decentralisatieuitkeringen (excl WMO) -28.361 913.535 574.896 229.013 22 5.570 189.168 2.512.230 2.262.188 2.262.188 2.262.188 160.807 3.425.765 2.837.084 2.491.201 2.487.758 Effect op het begrotingsresultaat (A-B) 59.329-1.522.765-1253.428-354.532-248.745 a b oorzaken: Ontwikkeling uitkeringsbasis Effect aanpassen basisgegevens (demogr. ontw. inwoners, woonruimten etc.) C Ontwikkeling accres (ten opzichte van mei-circulaire 2011) d e f Technische correctie van het Rijk Integratieuitkering WMO Overige 70.168-98.114 17.107 70.168-282.435-271.997-1.129.741 211.826 17.558-67.976-70.519-427.844-987.263 211.556 17.558 3.084 279.916-512.177-349.895 209.937 17.558 129 547.177-464.731-478.780 205.192 17.558-75.161 59.329-1.522.765-1.253.428-354.532-248.745 Voor 2011 is er sprake van een voordeel van 6 59.329; voor 2012 tot en met 2015 is er sprake van een nadeel. Deze bedragen zijn te betrekken bij het begrotingsresultaat 2012 tot en met 2015. 2012 2013 2014 2015 Begrotingsresultaat 2012-2015 volgens concept primitieve begroting -16.255-16.286-18.511-20.439 Bezuinigingsvoorstellen per programma 17.777 16.492 21.101 22.506 Begrotingsresultaat 2012-2015 na verwerking bezuingingsvoorstelle 1.522 206 2.590 2.067 September-circulaire 2011-1.522-1.253-354 -249 Begrotingsresultaat na sept-circulaire 0-1.047 2.236 1.818 2. Oorzaken effect op het begrotingsresultaat Er zijn een aantal verschillende oorzaken van het effect op het begrotingsresultaat (zie de kantlijn in de tabel hiervoor voor de verwijzing). a. Ontwikkeling uitkeringsbasis: Bij het begrip ontwikkeling van de uitkeringsbasis praten we over de mutaties van de landelijke aantallen inwoners, woonruimten, leerlingen, uitkeringsgerechtigden enzovoort. In de veronderstelling dat het te verdelen bedrag niet toeneemt als de hoeveelheid (Q) stijgt, dan zal per maatstaf het maatstafgewicht (P) evenredig moeten dalen. Dat is een ingewikkelde methode en
daarom wordt gekozen voor een eenvoudiger oplossing, in casu de daling van de uitkeringsfactor. Zoals ook al bij eerdere circulaires het geval is geweest is er ook bij deze circulaire bijstelling opwaarts van de landelijke meerjaren-prognose van het aantal uitkeringsgerechtigden. b. Effect aanpassen basisgegevens: Bij de berekeningen van deze circulaire is rekening gehouden met een actuele prognose van de basisgegevens. Met name het bijstellen van de prognose van de aantallen inwoners geeft nu een fors nadelig effect. De aanpassing van de aantallen inwoners is in overleg met de coördinator statistische informatievoorziening gebeurd en houdt rekening met de duidelijke zichtbare tendens dat de bevolking niet meer groeit. De prognose is als volgt: 2 Inwoners Der 1-1-uitkerinasiaar Aantal Inwoners - oud 109.950 110.150 110.350 110.550 110.750 Aantal inwoners - nieuw 109.253 109.000 109.000 109.000 109.000 4 Inwoners: ionaeren < 20 iaar 2.011 2.012 2.013 2.014 2.015 Aantal Inwoners < 20 iaar-oud Aantal inwoners < 20 - nieuw 24.860 24.715 24.760 24.525 24.660 24.305 24.560 24.200 24.560 23.980 5 Inwoners: ouderen > 64 iaar Aantal inwoners > 64 - oud 19.380 19.940 20.825 21.380 21.380 Aantal inwoners > 64 - nieuw 19.346 19.510 19.840 20.055 20.380 5a Inwoners: ouderen > 74 en < 85 iaar Ouderen 7 5-85 - oud 6.515 6.57 0 6.630 6.690 6.690 Ouderen 75-85 - nieuw 6.542 6.605 6.680 6.760 6.835 De prognose is vooralsnog vastgezet op 109.000 inwoners. Verdere bijstelling naar beneden moet niet worden uitgesloten. Het voorstel is om bij de kadernota 2012 de financiële consequenties van de demografische ontwikkelingen verder in beeld te brengen en een besluit te nemen over het moment van verwerking in de begroting. De prognose van de woonruimten is als volgt bijgesteld: 24 Woonruimten oer 1-1 uitkeri nasi aar Woninqen - oud 47.230 47.480 47.830 48.080 48.330 Wonlnqen - nieuw 47.112 47.362 47.712 47.962 48.212 Wooneenheden (onoewlizladì 79 79 79 79 79 Recr. Wonlnqen - oud 330 330 330 330 330 Recr.woninqen - nieuw 353 353 353 353 353 Capaciteit bijzondere woongebouwen (onqewiizloď) 1.860 1.860 1.860 1.860 1.860 De gemeentelijke prognose van het aantal uitkeringsgerechtigden is niet aangepast. Ten behoeve van de kademota 2012 zal voor de WWB/WIJ een nieuw scenario worden berekend, waarbij rekening zal worden gehouden met de nieuwe ontwikkelingen (Wet
werken naar vermogen). Dit zal naast de effecten in de berekening van de algemene uitkering ook een effect hebben op de uitkeringslasten. 8 Biistandsontvanaers Der 1-1- uitkerinasiaar IOAW 156 160 160 160 160 IOAZ 18 18 18 18 18 WWB/WIĴ 3.060.00 3.056.00 2.879.00 2.724.00 2.490.00 c. Ontwikkeling accres: Het principe trap-op/trap-af wordt met ingang van 2012 weer hersteld; dit betekent dat het gemeentefonds meegroeit met de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Het accres heeft zich ten opzichte van de mei-circulaire 2011 als volgt ontwikkeld: Tabel 1.1 Accressen gemeentefonds 2012-2016 (In miljoenen euro's) Uitkeringsjaar 2012 2013 2014 2015 2016 Accres -88 144 405 92 561 Accres in procenten -0,52 0,86 2,42 0,54 3,37 Verschil t.o.v. -179 24 105-27 137 meicirculaire 2011 Cumulatief verschil -179-155 -50-77 60 De accresraming voor 2012 en 2015 is neerwaarts bijgesteld ten opzichte van de meicirculaire 2011. De raming voor de jaren 2013, 2014 en 2016 Is juist opwaarts bijgesteld, Met Ingang van 2016 ligt het cumulatieve accres boven de stand meicirculaire 2011. d. Technische correctie van het Rijk: Bij de financiële vertaling van de begroting in de circulaire is bij het Rijk bij de algemene uitkering een verschil ontstaan van 6 39 miljoen. De oorzaak ligt in hoofdzaak in 2004, met een effect vanaf 2009. Zonder maatregel zal het verschil zich jaar in jaar uit voordoen. Het Rijk heeft besloten de circulairestand stractureel op te hogen om zo de circulaire en de gemeentefondsbegroting met elkaar in evenwicht te brengen. Het Rijk beraadt zich nog op een besluit over het verschil in de jaren 2009, 2010 en 2011. e. De WMO-integratieuitkering wordt nog verhoogd met ruim 6 17.000. Dit kan dan mede dienen voor het opvangen van de tekorten WMO. f. Overige: Diverse oorzaken
3. Taakmutaties Het effect als gevolg van de taakmutaties is als volgt te specificeren: taakmutaties 1 Digitaal Klantendossier -10.010-10.019-10.045-10.157-10.144 2 Nationaal Uitvoeringsprogramma -18.351-45.087-45.204-45.705 0 3 Normering lokaal inkomensbeleid 80.781 76.581 73.524 67.538 4 Transltiekosten dec. AWBZ - begeleiding naar WMO 0 264.398 178.563 0 0 5 Aanpassing norm kwijtschelding en bijz bljst ivm kinderopvang 90.526 86.285 83.288 77.196 6 Bijzondere bijstand voor kwetsbare groepen 815.371 777.2 1 4 750.2 5 8 695.445 7 Versterking toezicht 1 kwal itelt gastouderopvang 0 0 5.134 7.616 11.110 8 Regionale Omgevingsdlenst (door te vertalen naarde kostenkant) -282.435-493.632-629.811-615.575-28.361 913.535 574.896 229.013 2 2 5.570 Toelichting per post. 1 De algemene uitkering wordt vanaf 2011 verminderd in verband met het door de gemeenten in beheer nemen van onderdelen van het Digitaal Klantendossier (DKD). De hoogte van de uitname bedraagt 6 1,61 miljoen. Het bedrag wordt beschikbaar gesteld aan de VNG omdat zij voor haar leden als regisseur/ hoofdaannemer voor het gemeentelijk deel van het DKD optreedt. Omdat het beheer van het DKD wordt bekostigd uit het gemeentefonds (de algemene middelen van alle gemeenten) zal de VNG daarom aan haar ledenvergadering verantwoording over de besteding van de middelen afleggen en besluiten of en hoe deze gezamenlijke inzet van middelen gecontinueerd dient te worden. 2 De in de meicirculaire 2011 aangekondigde verhoging van de algemene uitkering in de jaren 2011 tot en met 2014 in verband met het NUP wordt verlaagd van in totaal 6 122 miljoen naar in totaal 6 104 miljoen. Het verschil van 6 18 miljoen wordt aan de VNG ter beschikking gesteld. Daarnaast vindt een aanvullende verlaging van de algemene uitkering plaats in verband met BTW-aspecten. Deze bedraagt in totaal over de jaren 2011-2014 6 5,016 miljoen. De gemeenten ontvangen dit bedrag uit het BTW-compensatiefonds terug. De uitname uit de algemene uitkering in 2015 blijft wel 122 miljoen. Bij de mei-circulaire hebben we afgesproken om de jaarlijkse taakmutaties te reserveren en in 2015 te laten vrijvallen om de korting op te vangen. Omdat de jaarlijkse taakmutaties neerwaarts worden bijgesteld hebben we na reservering in 2015 niet genoeg geld in de reserve om de korting in zijn geheel op te vangen. Voorgesteld wordt om dit te betrekken bij de kadernota 2012 (tekort in de reserve ad 6 153.000). 3 Dit is een positieve aanpassing ten opzichte van de de mei-circulaire 2011 gecommuniceerde korting ivm normering lokaal inkomensbeleid. De eerder gecommuncieerde korting is (zit in het begrotingsresultaat): 2012 2013 2014 2015-447.792-425.923-414.151-387.026 4 Het kabinet stelt in 2012 een bedrag van 6 47,6 miljoen en in 2013 een bedrag van E 32,0 miljoen beschikbaar via de algemene uitkering. Deze middelen zijn bedoeld om gemeenten te compenseren voor de (transitie)kosten die samenhangen met de decentralisatie van de functie begeleiding uit de AWBZ. De middelen worden verdeeld via een vast bedrag (25 0 A) en via een bedrag per inwoner (75 0 A). 5 Om de armoedeval voor alleenstaande ouders met een relatief laag inkomen te verminderen, wordt voor gemeenten de mogelijkheid gecreëerd om bij de kwijtschelding van lokale belastingen rekening te houden met de kosten van formele kinderopvang. Om gemeenten te ondersteunen bij het uitvoeren van deze maatregel zal structureel 6 10 miljoen aan het gemeentefonds worden toegevoegd. Gemeenten hebben deze mogelijkheid al als het gaat om de bijzondere bijstand, maar nu het geregeld wordt voor de kwijtschelding van lokale belastingen zullen gemeenten hier naar verwachting eerder gebruik van maken. Dit vermindert de armoedeval en maaktwerken lonender. Naar schatting betekent deze maatregel voor ongeveer 10.000 werkende alleenstaande ouders die nu gebruik maken van formele kinderopvang een inkomensverbetering. 6 Om de cumulatie van inkomenseffecten te verzachten voor kwetsbare groepen zoals bijvoorbeeld chronisch zieken, gehandicapten en ouderen wordt de bijzondere bijstand geïntensiveerd met 6 90 miljoen structureel. De
middelen worden toegevoegd aan de algemene uitkering. Door het toevoegen van deze middelen aan het gemeentefonds worden de gemeenten in staat gesteld om deze specifieke doelgroepen door middel van de verlening van bijzondere bijstand extra inkomensondersteuning te bieden. NB. Eerder heeft een korting plaats gevonden op de algemene uitkering ivm inkomensnorm (zie punt 3). 7 Aan het gemeentefonds wordt structureel 613 miljoen toegevoegd voor toezicht en handhaving op kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders. Onderdeel van het akkoord over dit onderwerp is dat de VNG ter verbetering van de handhaving in de kinderopvang per 1 januari 2012 een expertisecentrum opricht. Hiervoor wordt 6 0,5 miljoen uit de toevoeging aan het gemeentefonds gebruikt. Dit expertisecentrum wordt zodoende bekostigd uit het gemeentefonds (de algemene middelen van alle gemeenten); de VNG zal daarom aan haar ledenvergadering verantwoording over de besteding van de middelen afleggen en besluiten of en hoe deze gezamenlijke inzet van middelen gecontinueerd dient te worden. 8 In het regeerakkoord is een ombuiging opgenomen die is gekoppeld aan het opzetten van regionale omgevingsdiensten en waarover in het kader van de bestuursafspraken 2011-2015 afspraken zijn gemaakt. In afwijking van de meicirculaire 2011 wordt deze ombuiging doorgevoerd. De verlaging van de algemene uitkering bedraagt voor het uitkeringsjaar 2012 6 50 miljoen, voor 2013 6 80 miljoen en voor 2014 en verder 6 100 miljoen. Hij wordt verdeeld via de uitkeringsfactor en kan worden gezien als een generieke korting. Deze middelen zijn gereserveerd op de aanvullende post van de rijksbegroting, zodat de mogelijkheid is gecreëerd de door het kabinet gevoelde bijzondere verantwoordelijkheid voor de hervorming van de Sw-sector financieel te vertalen, indien noodzakelijk en blijkend uit de evaluatie van die hervorming, twee jaar na de start. Als de gereserveerde middelen uiteindelijk - zoals het kabinet verwacht niet nodig zullen blijken te zijn voor de risico's rond de uitvoering van 'werken naar vermogen', kan over de bestemming daarvan in het halfjaarlijkse bestuurlijk overleg van het Rijk met de VNG uiterlijk in 2015 besloten worden. 4. Integratie-decentralisatieuitkeringen Het effect van de integratie-decentralisatieuitkeringen is als volgt te specificeren: intear./decentr. Uŕtkerinaen 1 Reg. coördinatie nazorg ex-gedetineerden 46.117 0 0 0 0 2 Maatschappelijke Opvang en OGGZ 6.294 6.377 6.356 6.356 6.356 3 Vrouw en opvang 136.757 30.047 30.026 30.026 30.026 4 Herstructurering bedrijfsterreinen 250.000 5 Centrum voor Jeugd en Gezin 2.225.806 2.225.806 2.225.806 2.225.806 Toelichting per post: 189.168 2.512.230 2.262.188 2.262.188 2.262.188 1 De 43 centrumgemeenten voor Maatschappelijke Opvang ontvangen in 2011 6 6 miljoen ten behoeve van de regionale coördinatie nazorg van ex-gedetineerden. Het bedrag is bestemd voor de jaren 2012 en 2013. Onlangs zijn de minister van Veiligheid en Justitie en de voorzitter van de VNG overeengekomen dat de regeling voor de nazorg aan ex-gedetineerden wordt verlengd. Dit houdt in dat de 43 centrumgemeenten voor Maatschappelijke Opvang gezamenlijk in 2012 en 2013 in aanmerking komen voor respectievelijk 6 4 miljoen en 6 2 miljoen ten behoeve van de regionale coördinatie nazorg. De bedragen voor 2012 en 2013 van in totaal 6 6 miljoen worden al in 2011 uitgekeerd. De uitkering vindt plaats via een decentralisatieuitkering en niet langer meer via de verzameluitkering, waardoor voor de gemeenten de verantwoordingslasten dalen. Bij de verstrekking van deze uitkering wordt er van uitgegaan dat het bedrag besteed wordt aan de versterking van de regionale coördinatie nazorg, en dat deze vorm krijgt in de Veiligheidshuizen. 2 Aanpassing van de decentralisatieuitkering MO en OGGZ. 3 In het kader van het VWS-actieplan 'Ouderen in veilige handen' wordt voor 2011 eenmalig 6 5 miljoen toegevoegd aan de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang. De inzet van tolk- en vertaaldiensten in de vrouwenopvang wordt per 1 januari 2012 financieel gefaciliteerd via de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang. De daarvoor beschikbare middelen (6 1,1 miljoen) worden aan deze uitkering toegevoegd.
4 Het rijksbeleid ten aanzien van het herstructureren van bedrijventerreinen is gewijzigd. Uit het convenant tussen de VNG, het 1PO en de regering vloeit onder meer voort dat waar mogelijk en wenselijk de beschikbare rijksmiddelen voor uitvoering van het Besluit Topper worden gedecentraliseerd. Dit betreft de gemeenten Emmen, Rotterdam, Hoogeveen,Etten-Leur, Rijnwoude, Den Bosch, Kampen, Vlaardingen, Oss, Beek en Nijmegen. 5 In de meicirculaire 2011 is de decentralisatie-uitkering Centra voor jeugd en gezin beschreven. De verdeling van 6 359,2 miljoen over de gemeenten is naderhand via internet bekend gemaakt. Als gevolg van de structurele doorwerking van de loon- en prijsbijstelling over het jaar 2011 (OVA 2011) wordt het budget voor 2012 6 368,137 miljoen. 5. Overige zaken Verdeelonderzoeken gemeentefondsclusters. Op dit moment loopt er onderzoek naar alle clusters om te bezien of er aanpassingen in de verdeling of het volume van de clusters noodzakelijk zijn. De eindrapportage is inmiddels opgeleverd (Cebeon en Regioplan). De vormgeving van het nieuwe verdeelstelsel vindt plaats in de 2 e fase van het onderzoek. De afronding van deze 2 e fase staat gepland voor begin 2012. Verdere communicatie over de uitkomsten zal op diverse manieren plaats gaan vinden. De nieuwe verdeling gaat met ingang van 2013 in. De uit de september-circulaire 2011 voortkomende bedragen worden betrokken bij het opstellen van de (meerjaren-)begroting 2012 en het effect op het begrotingsresultaat wordt tevens betrokken bij de bepaling van de bezuinigingsopdracht. Wij vertrouwen u hiermee voldoende te hebben ingelicht. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Emmery ds^öwęentesecretaris, / de burgemeester, Ć. Bijl
Raadhuisplein 1 7811 AP Emmen Telefoon 14 0591 Correspondentieadres: Postbus 30001 7800 RA Emmen Aan gemeenteraad Concernstaf ons kenmerk uw brief van/kenmerk bijlage(n) afdeling B&F behandeld door telefoon fax Emmen, A.M. Bosma (0591)68 55 43 (0591)68 55 99 28 september 2011 onderwerp Uitkomsten september-circulaire 2011 (gemeentefonds) Geachte leden van de raad, Hierbij willen wij u op hoofdlijnen informeren over de algemene uitkering uit het Gemeentefonds op basis van de septembercirculaire 2011. 1. Financiële uitkomsten Bij het maken van de berekeningen is als volgt gehandeld: gebruik makend van de rekenmodule Pauw wordt de uitkomst van de septembercirculaire 2011 berekend; o er is daarbij aan de vakafdelingen gevraagd wat de actuele prognoses zijn van de basisgegevens leerlingen, inwoners en woonruimten; met name de eerdere prognoses van de inwonersaantallen is bij de berekeningen bijgesteld (zie hiervoor 2b.) - hiervan wordt dan de uitkomst van de mei circulaire 2011 afgetrokken - het alsdan ontstane verschil is nog niet het resultaat voor onze begroting; daarvoor wordt het verschil gecorrigeerd voor o taakmutaties (is een mogelijk op te halen budget); dit is inclusief de korting (negatieve taakmutatie) in verband met Regionale Omgevingsdiensten ad landelijk 6 100 miljoen (de door ons gemaakte veronderstelling daarbij is dat de korting in zijn geheel is door te vertalen naar het desbetreffende beleidsterrein) o integratie-decentralisatieuitkeringen exclusief WMO (is een mogelijk op te halen budget) - vervolgens resteert het effect op het begrotingsresultaat. Cijfermatig ziet het er als volgt uit:
ToeJ. Stand september-circulaire 2011 121.485.877 121.741.819 121.771.3 86 122.904.013 118.974.617 Stand mel-circulal re 2011 121.265.741 119.838.819 120.187.730 120.767.344 116.735.604 Verschil (s resultaat) a A 220.136 1.903.000 1.583.656 2.136.669 2.239.013 Waarvan door te geven bedragen = B Effect alsgevolg van taakmutaties -28.361 913.535 574.896 229.013 225.570 Effect Integratie/decentralisatieuitkeringen (excl WMO) 189.168 2.512.230 2.262.188 2.262.188 2.262.188 160.807 3.425.765 2.837.084 2.491.201 2.487.758 Effect op het begrotingsresultaat (A-B) ļ 59.329-1.522765-1 253.428-354.532-248.745 oorzaken: a Ontwikkeling uitkeringsbasis 70.168-282.435-70.519 279.916 547.177 b Effect aanpassen basisgegevens (demogr. ontw. inwoners, woonruimten -98.114-271.997-427.844-512.177-464.731 etc) c Ontwikkeling accres (ten opzichte van mei-circulaire 2011) -1.129.741-987.263-349.895-478.780 d Technische correctie van het Rijk 211.826 211.556 209.937 205.192 e Integratieuitkering WMO 17.107 17.558 17.558 17.558 17.558 f Overige 70.168 ' -67.976 3.084 129-75.161 59.329-1.522.765-1.253.428-354.532-248.745 Voor 2011 is er sprake van een voordeel van 6 59.329; voor 2012 tot en met 2015 is er sprake van een nadeel. Deze bedragen zijn te betrekken bij het begrotingsresultaat 2012 tot en met 2015. 2012 2013 2014 2015 Begrotingsresultaat 2012-2015 volgens concept primitieve begroting -16.255-16.286-18.511-20.439 Bezuinigingsvoorstellen per programma 17.777 16.492 21.101 22.506 Begrotingsresultaat 2012-2015 na verwerking bezuingingsvoorstelle 1.522 206 2.590 2.067 September-circulaire 2011-1.522-1.253-354 -249 Begrotingsresultaat na sept-circulaire 0-1.047 2.236 1.818 2. Oorzaken effect op het begrotingsresultaat Er zijn een aantal verschillende oorzaken van het effect op het begrotingsresultaat (zie de kantlijn in de tabel hiervoor voor de verwijzing). a. Ontwikkeling uitkeringsbasis: Bij het begrip ontwikkeling van de uitkeringsbasis praten we over de mutaties van de landelijke aantallen inwoners, woomuimten, leerlingen, uitkeringsgerechtigden enzovoort. In de veronderstelling dat het te verdelen bedrag niet toeneemt als de hoeveelheid (Q) stijgt, dan zal per maatstaf het maatstafgewicht (P) evenredig moeten dalen. Dat is een ingewikkelde methode en daarom wordt gekozen voor een eenvoudiger oplossing, in casu de daling van de uitkeringsfactor.
Zoals ook al bij eerdere circulaires het geval is geweest is er ook bij deze circulaire bijstelling opwaarts van de landelijke meerjaren-prognose van het aantal uitkeringsgerechtigden. b. Effect aanpassen basisgegevens: Bij de berekeningen van deze circulaire is rekening gehouden met een actuele prognose van de basisgegevens. Met name het bijstellen van de prognose van de aantallen inwoners geeft nu een fors nadelig effect. De aanpassing van de aantallen inwoners is in overleg met de coördinator statistische informatievoorziening gebeurd en houdt rekening met de duidelijke zichtbare tendens dat de bevolking niet meer groeit. De prognose is als volgt: 2 Inwoners Der 1-1-uitkerinasiaar Aantal Inwoners - oud 109.950 110.150 110.350 110.550 110.750 Aantal inwoners - nieuw 109.253 109.000 109.000 109.000 109.000 4 Inwoners: ionaeren < 20 iaar 2.011 2.012 2.013 2.014 2.015 Aantal Inwoners < 20 iaar - oud Aantal inwoners < 20 - nieuw 24.860 24.715 24.760 24.525 24.660 24.305 24.560 24.200 24.560 23.980 5 Znwoners: ouderen > 64 iaar Aantal inwoners > 64 - oud 19.380 19.940 20.825 21.380 21.380 Aantal inwoners > 64 - nieuw 19.346 19.510 19.840 20.055 20.380 5a Inwoners: ouderen > 74 en < 85 iaar Ouderen 75-85 - oud 6.515 6.570 6.630 6.690 6.690 Ouderen 75-85 - nieuw 6.542 6.605 6.680 6.760 6.835 De prognose is vooralsnog vastgezet op 109.000 inwoners. Verdere bijstelling naar beneden moet niet worden uitgesloten. Het voorstel is om bij de kadernota 2012 de financiële consequenties van de demografische ontwikkelingen verder in beeld te brengen en een besluit te nemen over het moment van verwerking in de begroting. De prognose van de woonruimten is als volgt bijgesteld: 24 Woonruimten Der 1-1 uitkeri nasi aar Woningen - oud 47.230 47.480 47.830 48.080 48.330 Wonlnqen - nieuw 47.112 47.362 47.712 47.962 48.212 Wooneenheden (onqewiizlqd) 79 79 79 79 79 Recr. Woningen - oud 330 330 330 330 330 Recr.wonlnqen - nieuw 353 353 353 353 353 Capaciteit bijzondere woongebouwen (onqewlizlodì 1.860 1.860 1.860 1.860 1.860 De gemeentelijke prognose van het aantal uitkeringsgerechtigden is niet aangepast. Ten behoeve van de kadernota 2012 zal voor de WWB/WIJ een nieuw scenario worden berekend, waarbij rekening zal worden gehouden met de nieuwe ontwikkelingen (Wet werken naar vermogen). Dit zal naast de effecten in de berekening van de algemene uitkering ook een effect hebben op de uitkeringslasten.
8 Biistandsontvanaers Der 1-1- uitkerinasiaar IOAW 156 160 160 160 160 IOAZ 18 18 18 18 18 WWB/WIJ 3.060.00 3.056.00 2.879.00 2.724.00 2.490.00 c. Ontwikkeling accres: Het principe trap-op/trap-af wordt met ingang van 2012 weer hersteld; dit betekent dat het gemeentefonds meegroeit met de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Het accres heeft zich ten opzichte van de mei-circulaire 2011 als volgt ontwikkeld: Tabel 1.1 Accressen gemeentefonds 2012-2016 (In miljoenen euro's) Uitkeringsjaar 2012 2013 2014 2015 2016 Accres -88 144 405 92 561 Accres In procenten -0,52 0,86 2,42 0,54 3,37 Verschil t.o.v. -179 24 105-27 137 meicirculaire 2011 Cumulatief verschil -179-155 -50-77 60 De accresraming voor 2012 en 2015 is neerwaarts bijgesteld ten opzichte van de meicirculaire 2011. De raming voor de jaren 2013, 2014 en 2016 Is juist opwaarts bijgesteld. Met ingang van 2016 ligt het cumulatieve accres boven de stand meicirculaire 2011. d. Technische correctie van het Rijk: Bij de financiële vertaling van de begroting in de circulaire is bij het Rijk bij de algemene uitkering een verschil ontstaan van 6 39 miljoen. De oorzaak ligt in hoofdzaak in 2004, met een effect vanaf 2009. Zonder maatregel zal het verschil zich jaar in jaar uit voordoen. Het Rijk heeft besloten de circulairestand structureel op te hogen om zo de circulaire en de gemeentefondsbegroting met elkaar in evenwicht te brengen. Het Rijk beraadt zich nog op een besluit over het verschil in de jaren 2009, 201 Oen 2011. e. De WMO-integratieuitkering wordt nog verhoogd met ruim 6 17.000. Dit kan dan mede dienen voor het opvangen van de tekorten WMO. f. Overige: Diverse oorzaken
3. Taakmutaties Het effect als gevolg van de taakmutaties is als volgt te specificeren: taakmutaties 1 Digitaal Klantendossier -10.010-10.019-10.045-10.157-10.144 2 Nationaal Uitvoeringsprogramma -18.351-45.087-45.204-45.705 0 3 Normering lokaal Inkomensbeleid 80.781 76.581 73.524 67.538 4 Transitlekosten dec. AWBZ - begeleiding naar WMO 0 264.398 178.563 0 0 5 Aanpassing norm kwijtscheldingen bljz bijst ivm kinderopvang 90.526 86.285 83.288 77.196 6 Bijzondere bijstand voor kwetsbare groepen 815.371 777.214 750.258 695.445 7 Versterking toezicht 1 kwaliteit gastouderopvang 0 0 5.134 7.616 11.110 8 Regionale Omgevlngsdlenst (door te vertalen naar de kostenkant) -282.435-493.632-629.811-615.575-28.361 913.535 574.896 229.013 225.570 Toelichting per post. 1 De algemene uitkering wordt vanaf 2011 verminderd in verband met het door de gemeenten in beheer nemen van onderdelen van het Digitaal Klantendossier (DKD). De hoogte van de uitname bedraagt 6 1,61 miljoen. Het bedrag wordt beschikbaar gesteld aan de VNG omdat zij voor haar leden als regisseur/ hoofdaannemer voor het gemeentelijk deel van het DKD optreedt. Omdat het beheer van het DKD wordt bekostigd uit het gemeentefonds (de algemene middelen van alle gemeenten) zal de VNG daarom aan haar ledenvergadering verantwoording over de besteding van de middelen afleggen en besluiten of en hoe deze gezamenlijke inzet van middelen gecontinueerd dient te worden. 2 De in de meicirculaire 2011 aangekondigde verhoging van de algemene uitkering in de jaren 2011 tot en met 2014 in verband met het NUP wordt verlaagd van in totaal 6 122 miljoen naar in totaal 6 104 miljoen. Het verschil van 6 18 miljoen wordt aan de VNG ter beschikking gesteld. Daarnaast vindt een aanvullende verlaging van de algemene uitkering plaats in verband met BTW-aspecten. Deze bedraagt in totaal over de jaren 2011-2014 6 5,016 miljoen. De gemeenten ontvangen dit bedrag uit het BTW-compensatiefonds terug. De uitname uit de algemene uitkering in 2015 blijft wel 122 miljoen. Bij de mei-circulaire hebben we afgesproken om de jaarlijkse taakmutaties te reserveren en in 2015 te laten vrijvallen om de korting op te vangen. Omdat de jaarlijkse taakmutaties neerwaarts worden bijgesteld hebben we na reservering in 2015 niet genoeg geld in de reserve om de korting in zijn geheel op te vangen. Voorgesteld wordt om dit te betrekken bij de kadernota 2012 (tekort in de reserve ad 6 153.000). 3 Dit is een positieve aanpassing ten opzichte van de de mei-circulaire 2011 gecommuniceerde korting ivm normering lokaal inkomensbeleid. De eerder gecommuncieerde korting is (zit in het begrotingsresultaat): 2012 2013 2014 2015-447.792-425.923-414.151-387.026 4 Het kabinet stelt in 2012 een bedrag van 6 47,6 miljoen en in 2013 een bedrag van 6 32,0 miljoen beschikbaar via de algemene uitkering. Deze middelen zijn bedoeld om gemeenten te compenseren voor de (transitie)kosten die samenhangen met de decentralisatie van de functie begeleiding uit de AWBZ. De middelen worden verdeeld via een vast bedrag (25 0 Zo) en via een bedrag per inwoner (75yo). 5 Om de armoedeval voor alleenstaande ouders met een relatief laag inkomen te verminderen, wordt voor gemeenten de mogelijkheid gecreëerd om bij de kwijtschelding van lokale belastingen rekening te houden met de kosten van formele kinderopvang. Om gemeenten te ondersteunen bij het uitvoeren van deze maatregel zal structureel 610 miljoen aan het gemeentefonds worden toegevoegd. Gemeenten hebben deze mogelijkheid al als het gaat om de bijzondere bijstand, maar nu het geregeld wordt voor de kwijtschelding van lokale belastingen zullen gemeenten hier naar verwachting eerder gebruik van maken. Dit vermindert de armoedeval en maaktwerken lonender. Naar schatting betekent deze maatregel voor ongeveer 10.000 werkende alleenstaande ouders die nu gebruik maken van formele kinderopvang een inkomensverbetering. 6 Om de cumulatie van inkomenseffecten te verzachten voor kwetsbare groepen zoals bijvoorbeeld chronisch zieken, gehandicapten en ouderen wordt de bijzondere bijstand geïntensiveerd met 6 90 miljoen structureel. De
middelen worden toegevoegd aan de algemene uitkering. Door het toevoegen van deze middelen aan het gemeentefonds worden de gemeenten in staat gesteld om deze specifieke doelgroepen door middel van de verlening van bijzondere bijstand extra inkomensondersteuning te bieden. NB. Eerder heeft een korting plaats gevonden op de algemene uitkering ivm inkomensnorm (zie punt 3). 7 Aan het gemeentefonds wordt structureel 6 13 miljoen toegevoegd voor toezicht en handhaving op kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders. Onderdeel van het akkoord over dit onderwerp is dat de VNG ter verbetering van de handhaving in de kinderopvang per 1 januari 2012 een expertisecentrum opricht. Hiervoor wordt 6 0,5 miljoen uit de toevoeging aan het gemeentefonds gebruikt. Dit expertisecentrum wordt zodoende bekostigd uit het gemeentefonds (de algemene middelen van alle gemeenten); de VNG zal daarom aan haar ledenvergadering verantwoording over de besteding van de middelen afleggen en besluiten of en hoe deze gezamenlijke inzet van middelen gecontinueerd dient te worden. 8 In het regeerakkoord is een ombuiging opgenomen die is gekoppeld aan het opzetten van regionale omgevingsdiensten en waarover in het kader van de bestuursafspraken 2011-2015 afspraken zijn gemaakt. In afwijking van de meicirculaire 2011 wordt deze ombuiging doorgevoerd. De verlaging van de algemene uitkering bedraagt voor het uitkeringsjaar 2012 6 50 miljoen, voor 2013 6 80 miljoen en voor 2014 en verder 6 100 miljoen. Hij wordt verdeeld via de uitkeringsfactor en kan worden gezien als een generieke korting. Deze middelen zijn gereserveerd op de aanvullende post van de rijksbegroting, zodat de mogelijkheid is gecreëerd de door het kabinet gevoelde bijzondere verantwoordelijkheid voor de hervorming van de Sw-sector financieel te vertalen, indien noodzakelijk en blijkend uit de evaluatie van die hervorming, twee jaar na de start. Als de gereserveerde middelen uiteindelijk - zoals het kabinet verwacht - niet nodig zullen blijken te zijn voor de risico's rond de uitvoering van 'werken naar vermogen', kan over de bestemming daarvan in het halfjaarlijkse bestuurlijk overleg van het Rijk met de VNG uiterlijk in 2015 besloten worden. 4. Integratie-decentralisatieuitkeringen Het effect van de integratie-decentralisatieuitkeringen is als volgt te specificeren: intear./decentr. Uitkerinqen 1 Reg. coördinatie nazorg ex-gedetlneerden 46.117 0 0 0 0 2 Maatschappelijke Opvang en OGGZ 6.294 6.377 6.356 6.356 6.356 3 Vrouwenopvang 136.757 30.047 30.026 30.026 30.026 4 Herstructurering bedrijfsterreinen 250.000 5 Centrum voor Jeugd en Gezin 2.225.806 2.225.806 2.225.806 2.2 2 5.806 Toelichting per post: 189.168 2.512.230 2.262.188 2.262.188 2.262.188 1 De 43 centrumgemeenten voor Maatschappelijke Opvang ontvangen in 2011 6 6 miljoen ten behoeve van de regionale coördinatie nazorg van ex-gedetineerden. Het bedrag is bestemd voor de jaren 2012 en 2013. Onlangs zijn de minister van Veiligheid en Justitie en de voorzitter van de VNG overeengekomen dat de regeling voor de nazorg aan ex-gedetineerden wordt verlengd. Dit houdt in dat de 43 centrumgemeenten voor Maatschappelijke Opvang gezamenlijk in 2012 en 2013 in aanmerking komen voor respectievelijk 6 4 miljoen en 6 2 miljoen ten behoeve van de regionale coördinatie nazorg. De bedragen voor 2012 en 2013 van in totaal 6 6 miljoen worden al in 2011 uitgekeerd. De uitkering vindt plaats via een decentralisatieuitkering en niet langer meer via de verzameluitkering, waardoor voor de gemeenten de verantwoordingslasten dalen. Bij de verstrekking van deze uitkering wordt er van uitgegaan dat het bedrag besteed wordt aan de versterking van de regionale coördinatie nazorg, en dat deze vorm krijgt in de Veiligheidshuizen. 2 Aanpassing van de decentralisatieuitkering MO en OGGZ. 3 In het kader van het VWS-actieplan 'Ouderen in veilige handen' wordt voor 2011 eenmalig 6 5 miljoen toegevoegd aan de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang. De inzet van tolk- en vertaaldiensten in de vrouwenopvang wordt per 1 januari 2012 financieel gefaciliteerd via de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang. De daarvoor beschikbare middelen (6 1,1 miljoen) worden aan deze uitkering toegevoegd.
4 Het rijksbeleid ten aanzien van het herstructureren van bedrijventerreinen is gewijzigd. Uit het convenant tussen de VNG, het IPO en de regering vloeit onder meer voort dat waar mogelijk en wenselijk de beschikbare rijksmiddelen voor uitvoering van het Besluit Topper worden gedecentraliseerd. Dit betreft de gemeenten Emmen, Rotterdam, Hoogeveen,Etten-Leur, Rijnwoude, Den Bosch, Kampen, Vlaardingen, Oss, Beek en Nijmegen. 5 In de meicirculaire 2011 is de decentralisatie-uitkering Centra voor jeugd en gezin beschreven. De verdeling van 6 359,2 miljoen over de gemeenten is naderhand via internet bekend gemaakt. Als gevolg van de structurele doorwerking van de loon- en prijsbijstelling over het jaar 2011 (OVA 2011) wordt het budget voor 2012 6 368,137 miljoen. 5. Overige zaken Verdeelonderzoeken gemeentefondsclusters. Op dit moment loopt er onderzoek naar alle clusters om te bezien of er aanpassingen in de verdeling of het volume van de clusters noodzakelijk zijn. De eindrapportage is inmiddels opgeleverd (Cebeon en Regioplan). De vormgeving van het nieuwe verdeelstelsel vindt plaats in de 2 e fase van het onderzoek. De afronding van deze 2 e fase staat gepland voor begin 2012. Verdere communicatie over de uitkomsten zal op diverse manieren plaats gaan vinden. De nieuwe verdeling gaat met ingang van 2013 in. De uit de september-circulaire 2011 voortkomende bedragen worden betrokken bij het opstellen van de (meerjaren-)begroting 2012 en het effect op het begrotingsresultaat wordt tevens betrokken bij de bepaling van de bezuinigingsopdracht. Wij vertrouwen u hiermee voldoende te hebben ingelicht. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Emmen, de gemeentesecretaris, de burgemeester, AJ. Mewe C. Bijl